De Volkswil
zij was ei aim
BIJVOEGSEL
van
van 29 November 1913.
17 Feuilleton.
Van alles wat.
HET LEVEV.
0—
De wereld is een schouwtooneel,
Elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel.
Toen ik 3 jaar oud was dweepte
ik met moeder6 jaar oud was
▼ader het ideaal12 jaar oud had
ik de heele wereld lief24 jaar
oud vervulde één meisje alle ge
dachten 48 jaar oud boeiden nog
de kinderen aan het leven en toen
kwam eigenliefde alles
verdringen om misschien te eindigen
in leven8moeiheid.
Zon het zoo ongeveer niet met
ieder mensch op den levensweg
gaan
Schaam n maar niet lezer om dat
toe te stemmen, 't Is de levensgang
van zoo velen, dat we er u niet
minder om achten zullen. Wel staan
er achter u, die luide uitroepen, dat
het met hen niet dat geval is. dat
zij nog dezelfde liefde tot alles ge
voelen van voorheen, zij zijn on
waar zij staan op de planken met
n als toeschouwer en spelen een
deel van hun rol.
Wanneer zij waarheid spreken,
dan zouden ze tot de hoogst zeld
zame uitzonderingen gerekend mo
gen worden, bij wien een gouden
draad door al de levensdagen loopt,
wat niemand zal willen gelooven.
Neen, wie we ook zijn, eens ge
rijpt tot man of vrouw, tot vader
of moeder, hebben we alien onzen
geheimen last van bittere teleurstel
lingen, vervlogen hoop, verloren
liefde. We mogen achter de scher
men, waar we nog niet opgesnukt,
gegrimeerd zijn, ons wel eens laten
zien, zóóal8 we zijn. Op de planken
is dat niet gewenscht. In het open
bare leven behoeven we er niet mee
te koop te loopen, willen we ons
niet ongewenscht maken voor de
omgeving, die evenzoo haar leed
verbergt. Droefheid, somberheid, is
niet erg in trek. Daarom doet de
mensch uit zelfbehoud een mom voor
en speelt een rol, zoo als 't publiek,
die 't liefst wenscht. Zoo heett hy
zijn deel op 's levens schouwtooneel.
Indien we hen, die de loftrompet
bazuinden over hun ongetaande
liefde eens in hun binnenkameren
konden gadeslaan we zouden hun
lach zien plaatsmaken voor rimpel
van zorgen, hun vroolijke luchthar
tigheid werd ernst, ze zouden onze
gelijken blijken, mede-acteurs, alleen
wat minder oprecht in hun beken
tenis. Niemand is er, die in 't leven
heeft gevonden wat hij er zich in de
dwepende kinderjaren, in den jonge
lingstijd van had voorgesteld.
Hoogmoed, plicht of zelfbehoud
laten ons echter de buitenwacht diets
maken, dat we ons o zoo gelukkig
gevoelen bij de bijeenverzamelde
re8tantje8 van verwezenlijkte ver
wachtingen. De pijn die bittere ont
nuchtering onzer droomen aan de
ziel teweegbrengt verbergen we, zoo
veel we kunnen. We grimeeren ons.
We staan op de planken van 's le
vens schouwtooneel.
Laat ons de meest algemeen voor
komende oorzaken van het spelen
op 'elevens schouwtooneel opnoemen:
verbroken liefde tegengevlalen hu
welijken, ondankbare kinderen en
mislukte eerzucht.
Glimlach niet lezerj, als we u
verzekeren, dat er menschen met een
gebroken hart rondloopen wegens
verbroken liefde Ze gelijken, met
hun bleeke gezichten, dorre boomen
in het groene woud. Wat rust hun
te doen Moeten ze zich in 't graf
treuren of zullen wij oudere tooneel-
spelers hen hun rol leeren spelen in
'8 levens treurspelZeker en we
zullen hen influisteren, dat het ver
standiger is iets te zoeken, wat het
verloren ideaal hat meest nabij komt,
En we zullen de verzekering geven
dat daarvoor bovenal noodig is
zich te verzetten tegen zyn leed, wat
comediespel.
Ongelukkige huwelijken Ze zijn
er bij duizenden op te noemen. Yan
duizend getrouwde luiijes vinden
zich negen honderd, we zullen het
maar zoo zacht mogelijk zeggen,
eenigszins teleur gesteld. Maar wat
is er aan te doen Huwelijken slui
ten gaat o zoo gemakkelijk, doch ze
verbreken lang niet van een leien
dakje En dat is maar gelukkig ook,
daar de rechters anders wellicht
niets te doen hadden dan zulke kar
weitjes. Wat rest nu, dien zijn hu
welijk niet bracht, wat hij er van
verwachtte Hij ontziet opspraak.
Welnu dan moet hij maar cornedie-
spelen Hem gevea we als rol „de
gelukkige huisvader" voor 't voetlicht
te brengen. Doet hij 't niet, de
wereld zai hem bij al wat hij lijdt,
nog bespotten bovendien Ondank
bare Ze zijn er bij hoopen. Een
ouder, die zich uitgekleed heeft voor
zijn kroost wijst het vaak een kost
huis aan naast 't kerkhof.
Maar welk vader heeft den moed
de wereld de smart van 't ouderhart
mede te deelen. Zal de wieede maat
schappij het nog niet zijn verkeerde
manier van opvoeden wyten, al is
hij in dezen geheel vrij te pleiten
De ongelukkige vader speelt zijn rol
„de gelukkige papa."
1 üslukte eerzucht. Gouden bergen
hadt men zich gedroomd in het leven.
Schatten, eereambten had men voor
zich weggelegd en zie, vergeten
moet men sterven Is 't niet om
mismoedigd te worden Doch wie
durft nu de maatschappij daarom
als een boeman aan te zien. Dan
stoot ze u immers uit. Dan maar
weer een rol gespeeld.
Ge hebt het begrepen lezers
De wereld is een schouwtooneel
Elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel.
Fulnaho.
Koppigheid van een
burgemeester
—o
In Limburgs Belang komt voor een
ingezonden stuk betreffende de ge
meente Heer.
Deze gemeente heeft een gemeente
raad tegen den zin van den burgemees
ter, we zouden dit hier noemen, dat
de gemeenteraad Volkswiiler is.
Wij willen dat stuk overnemen, om
aan onze lezers te laten zien hoe het
daar toegaat.
HEER, 17 November 1913.
M. de R.,
Met het finantieel beheer dezer ge
meente ziet het verdacht uit. In dit
blad heb ik er reeds terloops melding
van gemaakt, dat er uitgaven gedaan
zijn boven en buiten de begrotings
posten zonder toestemming van den
Raad en zonder goedkeuring van Ge
deputeerde Staten, en wel een bedrag
van ruim 1200 gulden. Bovendien
schijnt van den post voor onvoorziene
uitgaven een bedrag van 415,52 gld.
te zijn uitgegeven, eveneens zonder
toestemming van den Raad en van
de Deputatie. Verder was door den
Raad op de begrooting een bedrag
van 350 gld. beschikbaar gesteld voor
het afrasteren van een gedeelte van
het gemeentebroek met bij.evering van
palen en prikkeldraad. Alhoewel er
nn nog geene afrastering heeft plaats
gehad, geen palen en prikkeldraad
zijn geleverd, schijnen van dezen post
toch al 200 gulden te zijn uitgegeven.
Zoo iets is minstens curieus.
Hij of zij, die bovenbedoelde uitgaven
bevolenh.'bben,make.; z chschuld-gaan
over reJing van at. 213 derG ^meentewet
en is art. 226 op hen toepasselijk
dit laatste artikel luidt
„Burgemeester en Wethouders
„worden wegens uitgaven, door hen
„bevolen, waardoor het eindcijfer
„der begrooting of de aangewezen
„begrootingspost wordt overschre
den, of die te kwader trouw zijn
„aangewezen op een post, waar-
„mede die uitgaven niet overeen
stemmen, tenzij blijke, dat zij tot
„het bevelen dier uitgaven niet heb-
„ben mede gewerkt, persoonlijk
„aanspakelijk jegens deelgemeente
„(enz.)
„De Raad benoemt, wanneer
„daartoe volgens dat artikel termen
„zijn, iemand uit zijn midden met
„rechtsvervolging tot schadevergoe
ding belast."
Er is echter nog meer.
De rekening der gemeente, welke
door den ontvanger moet worden op
gemaakt en alle door hem ontvangen
inkomsten en gedane uitgaven moet
vermelden, moest reeds vóór 1 Augus
tus j.l. door Burgemeester en Wet
houders aan den Raad zijn overgelegd.
We dateeren thans medio Novem
ber doch van die rekening is nog
niets bekend. Uit dit dralen tegen de
wet kan men natuurlijk allerlei con
clusies trekken.
De gemeente kan het aan het Bur
gerlijk Armbestuur toegekend subidie
niet uit betalen, omdat de ontvanger
geen geld genoeg in kas heett.
Maar waarom is de hoofdelijke
omslag over 1913 nog niet geind
Waarom is het bedrag van 300 gld.
dat de Société Céramique reeds een
jaar lang ter beschikking der ge
meente heeft, nog niet in ontvangst
genomen
Waarom zijn verschillende raads
besluiten tot verkoop van bouwter
reinen niet uitgevoerd Dan was er
geld in overvloed. Moeten deze laat
ste raadsbesluiten worden terug ge
houden totdat het gunstige bouwsei-
zoen verstreken is, ten einde zoo
doende belanghebbenden onaange
naam te zijn
En waar blijft de begrooting der
piaatselijke inkomsten en uitgaven
voor het aanstaande jaar Reeds
vóór 1 September moest ze aan den
Raad zijn aangeboden, doch tot heden
verkeert nog alles in 't duister.
Raadsvergaderingen, welke geregeld
eens per maand plaats hadden, wor
den niet meer gehouden, tenzij de
Commissie van Voorbereiding ter af
handeling van speciale aangelegenhe
den, den 'burgemeester tot het beleg
gen eener vergadering noodzaakt.
Notulen der raadsvergaderingen, de
voornaamste werkzaamheden van den
secretaris, zijn in een jaar niet meer
gemaakt, blijkbaar met de bedoeling
om hetgeen door den Raad wordt
besproken en besloten aan eventueele
nadere controle te onttrekken.
O
Zij liet haar handjes zinken en zag
hem verwonderd aan.
„Ik ken uw geheim niet en vraag
er niet naar," zei hij vastbesloten.
„Slechts dit ééne weet ikIk heb u
lief en gij zelve kunt nooit iets heb
ben gedaan, wat slecht is. Indien an
deren dat al hebben gedaan, al staan
zij u ook nog zoo na, dan mag dat
voor mij geen reden zijn om ons bei
der geluk te laten vernietigen. Eulalia,
van u begeer ik niets dan de vervul
ling uwer eens gedane belofte en
daarom heb ik u slechts deze vraag
te stellenWanneer wilt ge mijne
vrouw worden
Haar ademhaling werd snel en kort
zij was te verbaasd, te gelukkig om te
kunnen spreken.
„Arthur, Arthur!" vermocht zij ein
delijk te stamelen. Ge weet niet, wat
ge daar zegtDoe toch niets in over
ijling. Het zou u eenmaal zoo bitter
kunnen berouwen."
„Nooit. Ik sprak niet zonder nage
dacht te hebben en alleen uit de op
welling van het oogenblik. Reeds een
half jaar geleden zeide ik hetzelfde,
wat ik nu heb gezegd en zoo gij mocht
besluiten mij opnieuw te laten wach
ten, dan zoudt ge na zes jaar niet de
minste verandering zien in hetgeen ik
eenmaal heb. Fo^rt mij
wel, Eulalia? Ik vraag u wanneer wilt
ge mijn vrouw worden
„En ik vraag op mijne beurtWilt
ge mij uw liefde en vertrouwen schen
ken, ten spijt van 't geheim, dat ik u
nooit onthullen kan
„Dat wil ik, mijn liefste, al hadt ge
mij tienduizend geheimen te verbergen.
U vertrouw ik ten volle. Of zoudt ge
meenen, dat ik een meisje kon vragen,
om mijn naam te dragen, als er een
zweem van twijfel aan haar deugd bij
mij bestond
„En in de toekomst?" fluisterde
Eulalia met bevende lippen, „als een
maal het onheil komt, zult ge mij dan
niets verwijten zult ge u dan herin
neren, dat ik u gewaarschuwd en dat
ge mij in spijt van alles en alles toch
hebt genomen
„Ik weet, dat er geen ramp kan zijn,
die ik niet durf tarten om uw bezit
ik weet, dat er geen onheil bestaat,
dat ik niet moedig onder de oogen
zou durven 2ien, zoolang gij aan mijne
zijde zijt."
Hare donkere oogen werden van
tranen vervuld, terwijl zij hare beide
handen in de zijnen legde.
„O, o wat zijt ge goed I" sprak zij
innig geroerd. „Het zal mijn levensdoel
zijn, om 't groote vertrouwen, dat gij
in mij stelt, waardig te worden. Weet
grootvader van dit alles?"
„Ja, ik sprak hem, alvorens mij tot
u te wenden. Hij gaf mij de belofte
om alles goed te keuren, wat gij be
slissen mocht. O, die lieve, kleine
handjes," ging hij voort, terwijl hij ze
met eet dralend van gHuk en
trots, aan zijne lippen drukte, „ze be-
hooren thans voor altijd aan mij
X.
EEN STILTE, DIE DEN STORM
VOORAFGAAT.
Verre van de citroen- en oranje-geu
ren van het zonnige Cuba, dwarrelden
de sneeuwvlokken en gierde de storm
in deze Januari-maand.
Op Maplewood-park werden de ont
bladerde takken van het zware geboomte
heen en weder gezwiept door den
huilenden wind, lag de sneeuw op
perken en paden, en waren de dub
bele ramen gesloten van de groote
zaal in het grauwe huis en verspreidde
het haardvuur een aangename warmte.
Het leven binnenshuis was in dezen
kersttijd alleraangenaamst, want mevr.
Sutherland had gedurende defeestdagen
een tal van loge's onder haar gastvrij
dak bijeengebracht, zoodat van den
vroegen morgen tot den laten avond
lach en scherts en vroolijke stemmen
werden gehoord in de kort geleden
nog zoo stille en eenzame zaal.
Een half dozijn dartele meisjes met
deftige mama's en lange, kneveldra-"
gende broeders, vulden de gezelschaps
zaal van Maplewood en men dacht
aan partijen geven en partijen bijwo
nen en aan allerlei onzin, gedurende
deze donkere en sombere dagen.
Slechts ééne dame was er, die al
I zeer weinig deel nam aan al de vroo-
lijkheid en luidruchtigheid op den
I huize Maplewood. Als er eene dame
voor de quadrille ontbrak, of een ge
schikt persoon voor een quatre-mains,
of een dito voor een charade en ac
tion, dan werd bedoelde dame geprest
en zij deed al 't geen men van haar
verlangde met de bereidwilligheid,
waarmede een machine zich laat ge
bruiken.
Die dame scheen dus geen deel uit
te maken van het feestvierend geheel,
maar zij leefde te midden van de al-
gemeene opgewondenheid, alsof alles
haar niet aanging. Zij was van ecne
andere gehalte dan de dame, cie ha^r
omringden, of laat mij liev.r zeggen,
die haar bijzijn vermeden, war.t dat
laatste is veel meer de waarheid nabij.
Ieder vermeed haar of zag haar over
't hoofd, terwijl zij voor iedereen een
soort van minachting gevoelde. Zij
v/as evenwel we kennen miss Lucy
Sutherland al eenigszins van nabij
te wel opgevoed en te berekend voor
de plaats, die zij op Maplewood in
nam, dat zij ooit aan iemand iets zou
hebben laten bemerken van den af
keer, die zij gevoelde. De gesalarieerde
gezelschapsjuffrouw kende haar plicht.
Zij kwam en ging heen als een zwij
gende gedaante, raadselachtig voor
sommigen, onverschillig voor de mees
ten en door niemand geliefd.
Op een droevigen schemeravond
stond Lucy Sutherland aan 't venster
van de bibliotheek en staarde naar de
nedervallende sneeuwvlokken en naar
't stille landschap in winterdosch.
Hoe verlaten en woest de wereld
daarbuiten er ook mocht uitzien, zij
was toch veel meer in harmonie met
De vergaderingen van het Dage-
lijksch Bestuur, welke volgens het
reglement van orde iederen Donder
dag moeten gehouden worden zijn
reeds 14 dagen achterwege gebleven.
De gemeente-secretaris heeft zich ziek
gemeld als secretaris, doch als amb
tenaar van den Burgertijken Stand
bleef hij in functie. Hij loopt nu
reeds ruim een half jaar heen en
weer naar de secretarie, hij rookt en
fietst, loopt door weer en wind bij
avond en bij dag en toch moet er
voortdurend, behalve twee volontairs,
een plaatsvervanger voor hem op de
secretarie aanwezig zijn, die de ver
antwoording der secretariewerkzaam
heden op zich neemt. Maar de Raad
en de ingezetenen weten wel beter.
Het Gedeputeerd Bestuur is gelei
delijk op de hoogte gesteld van al
deze wantoestanden. Het is te hopen,
dat dit College den Burgemeester tot
reden zal weten te brengen, want
waar moet dat anders heen
Het heeft er allen schijn van of
onze burgervader maling heeft aan de
Wet en dat hij de figuurlijke, doch
minder parlementaire uitdrukking, on
langs door een raadslid gebezigd,
effectief in praktijk brengt.
Met dank voor de plaatsing,
VERTIAS.
N.B. Zou „De Tijd", die wel eens
meer zijne kolommen beschikbaar
stelt om de toestanden dezer gemeente
te beschrijven, ook dit artikel willen
overnemen
O
(De draadlooze telefoon.
Marconi heaft op de Kaap Breton-
sche eilanden (Nieuw-Schotland) tus-
schen Clifden en Glake Bew proeven
gedaan met e.n nieuwe draadlooze
telefoon. De proefnemingen zijn uit
stekend geslaagd. Het gelukte op een
afstand van een half uur duidelijk
verstaanbare gesprekken te voeren.
o
Oester-kroosf.
Het oester-geslacht kan zich gewel
dig vlug voortplanten. In een oester
van 12 tot 13 maanden en 34 m. M.
groot, bevinden zich gemiddeld 10 000
larven twee-jaar-oude dieren bevat
ten 250 000 larven, En zijn ze drie
jaar dan kunnen ze een nageslacht
van 725 000 ter wereld brengen.
o
Alweer een nieuw matriaal reor
antomobiel-wegen.
In Frankrijk zijn onlangs proeven
genomen met een nieuw materiaal
voorwegen, meer speciaal voor auto
mobiel-verkeer, Het bestaat uit een
mengsel van z. g. ijzerstroo, ragfijne
ijzeren draden, vermengd met cement
en zand. Dit „ijzerstroo" wordt spe
ciaal voor dit doel gefabriceerd. De
proefnemingen moeten uitstekenc ge
slaagd zijn.
o
Speciale wegeu voor auto's.
Een weg, uitsluitend ten dienste
van het autómobielverkeer, zal in
Duitschland aangelegd worden tus-
schen Düsseldorf en Dortmund. Deze
weg wordt 80 voet breed.
de denkbeelden van 't meisje dan de
luidruchtige vroolijkheid en het blijde
gezang dit waren, die van uit de
groote zaal tot hiertoe doordrongen.
Wat had zij, de betaalde huisjuffer
ook te maken tnet gelach en muziek,
met rijken en gelukkigen Wie ook
miste haar tegenwoordigheid Wie
verlangde naar haar Zoo kon ze dus
ongestoord blijven mijmeren en haar
eigen weinig opgewekten gedachten-
gang blijven volgen, terwijl de sneeuw
in dichter vlokken langs 't venster viel
en de stormwind er doorheen.
Er kwam een dienstmeisje binnen,
dat het licht ontstak, Lucy sloeg geen
acht op haar.
Kort nadat het meisje zich verwij
derd had, onderscheidde Lucy's fijn
gehoor het ruischen van een zijden
kleed en een oogenblik later drong
dezelfde bloemengeur, die eenmaal
in ditzelfde vertrek door Arthur en
Philip Sutherland was opgemerkt, ook
tot haar door. Mevrouw Sutherland
trad binnen met een geopenden brief
in de hand en met een van blijdschap
stralend gezicht.
„Augusta, zijt ge hier?" vroeg zij
binnenkomend. „O, zijt gij 't maar,
Lucy Hebt ge Augusta soms ook
gezien'?"
„Ik gelooj, dat zij een half uur ge
leden met Mr. Malcombe naar den
wintertuin is gegaan. Wil ik haar
roepen
„Ja. Ik heb haar goed nieuws te
vertellen. Zooeven is een brief uit
Cuba gekomen, LucyArthur is ge
trouwd."