INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN. Een geneesmiddel Van alles wat. nijn is geboren, door venijn wordt gevoed en venijn voortbrengt, maar toch zich durft te noemen, omdat het den steun heeft van de geestelijkheid „het" katholieke nieuwsblad van Zeeland. Bah Uit de Pers. O Op verzoek van een onzer vrien den, die meent dat de volgende dichtregelen ook op ons van toepas sing zijn, nemen we deze twee ge dichtjes over uit het orgaan van den Bond van Oud-Onderofficieren. Groot is de man, hoe nedrig ook [zijn leven. Heer van zijn eigen, klein bestaan Die, wat hem treff. het hoofd houdt [opgeheven, En, niets bezittend, toch zich voelt [voldaan, Voldaan, daar hem zijn geest en zijn [gemoed Een bron is van den rijksten over vloed. (John Davies). Vail' men de deugd ook aan, men [wondt haar niet Verrass' 't geweld haar, nooit wordt [ze overvleugeld Ja zelfs wat moedwil, als het ergst, [bedacht, Zal eenmaal zich als 't heerlijkst [kennen doen Maar 't kwade zal terugslaan op [zichzelven. (Milton). Uit Stad en Provineie: UIT MIDDELBURG. Volgens de N. Z. Ct. „zou de heer Van Dalsum de vorige week aan de liberale Statenclub medegedeeld heb ben, dat, wanneer door haar bij de verkiezing van een buitengewoon lid van Ged. Staten unaniem gestemd werd op hemzelf, hij ook daarop zijn stem zou uitbrengen. De liberale Statenclub weigerde op dit aanbod in te gaan, waarop de heer Van Dalsum zijn stem gaf aan mr. De Veer. Midd. Courant. Nu dit bericht in de couiant staat willen wij het even toelichten. Zooals onze lezers weten, hadden wij voor eenigen tijd in de Volkswil uiteengezet de beteekenis van buiten gewoon lid van Gedeputeerde Staten, dat dit als het ware geen beteekenis heeft en in Zeeland nog niet heeft gehad. Wij schreven vóór de eerste bijeen komst van de Staten van Zeeland aan den heer mr. Sprenger, van wien wij vermoedden dat hij is een bestuurslid van de liberale Statenclub, dat wij voornemens waren te stemmen op den heer mr. de Veer, doch, i n d i e n die club soms wilde geven een bewijs van waardeering aan ons wegens wat wij dezen zomer voor hen hadden gedaan door onze beslis sende stem en ons willen benoemen, dan zouden wij ook op ons zeiven stemmen. Wij toch hadden nog altijd een be slissende stem, dezen zomer in de richting van links, nu in de richting van rechts. Wat doet nu de liberale Statenclub? Zij laat ons niets weten. Alleen kregen wij voor indruk, dat zij wilde profiteeren van het ongeluk overkomen aan den heer van de Putte, waardoor deze verhinderd was de Statenzitting bij te wonen, terwijl zij er nog verder op speculeerde dat de heer Gerlach opnieuw zou zijn ver hinderd. Op onze vraag aan een der liberale Statenleden vernamen wij, dat de liberale Statenclub had beslo ten den heer Kakebeke te stemmen. Wij stemden dus den heer de Veer. Uit deze zaak is geopenbaard net valsch inhalige karakter van het Zeeuwsche Liberalisme, dat liever verkiest het deksel op de neus dan een ander te erkennen. Het Zeeuwsche Liberalisme en het Zeeuwsche Clericalisme zijn één pot één natze deugen geen van beide. Het is om deze reden, dat wij be- hooren noch tot het een noch tot het ander. Üe wijnkelder van liet Yalikaan. De buitensporigheden, eenigen tijd geleden door de Zwitsers van het Yaticaan bedreven, hebben, naar de Keue Gesélschaftliche Gorrespondenz meldt, Pius X aanleiding gegeven om den wijnkelder voor goed te sluiten. Pius X is namelijk streng geheel onthouder en de kardinalen van zijn omgeving hebben, zoo zegt men al thans, de een na d*n ander zijn voorbeeld gevolgd. Daar de Zwitsers hun buiten sporigheden hebben bedreven in meer of min kennelijken staat van dronken schap, misschien ook een geheimen toegangsweg tot den kelder hadden gevonden, heeft de paus uu den in houd van dazen kelder laten ver- deelen over de ziekenhuizen en kloosters in Italië- Het is geen overdrijving om te spreken van de schatten van den thans tot het verleden behoorende Yaticaanschen kelderhij beva'te een menigte vas de edelste wijnen van onderscheidene uitnemende jaren. Nog Leo XIII, de voorganger van den tegenwoordigen paus, heeft uit alle deelen der wereld, van vor sten zoowel als van gewone sterve lingen, bij verschillende gelegenhe den kostelijken ouden wijn ten ge schenke gekregen. Zoo schijnen dus de tijden voorbij, dat ieder kerkelijk vorst er veel aan gelegen was een goede tafel te houden en een keur van edele dranken in huis te hebben N. R. Ct. dat alle voorkomende ziekten kan ge nezen, kan nimmer bestaan. Voor elke ziekte moet dus een ander geneesmid del gemaakt en gebruikt worden. MAAGPOEDER van Apotheker Boom, waardoor reeds duizenden maaglijders zijn genezen van maagpijn, maag, kramp, zuur, hartwater en slechte spijsverteering. Prijs per doos f 0,75. ASTHMAPOEDER van Apotheker Boom dit poeder geeft bij inademing onmiddellijk verlichting bij Asthma en hieruit voortkomende börstbenauwd- heid en borstbeklemming, zelfs bij den h vigsten aanval. Prijs per doos f 0,65. HOOFDPIJN (Migrainine) PASTIL LES van Apotheker Boom zijn een zeker werkend geneesmiddel tegen hoofdpijn, migraine, schele en zenuwhoofdpijn. Prijs per flacon f0,80. Proefflacons f 0,30. KINA KOORTSDROPPEN van Apo theker Boom zijn gemaakt van de zui vere kinabast en zijn doordat de kina spoedig werkend middel legen koorts, binnenkoorts, malaria en gevatte koude. Prijs per flacon f 0,60. direct opgelost in de maag komt, een LAXEERPILLEN van Apoth. Boom, zuiveren het bloed, verdrijven gal en slijm en bevorderen den stoelgang. Prijs p.r doos f0,50 en f0,25. STAALPASTILLES van Apotheker Boom, zijn gemaakt van melkzuurijzer en bederven nimmer. Deze zijn een goed middel tegen bloedarmoede, bleekzucht en daaruit voortkomende ziekten en de pastilles wekken de eetlust op. Prijs per flacon f 1,20 en f2,00. HOESTSIROOP van Apoth. Boom, aanbevolen door Dr. Poolman tegen hoesten, heeschheid en kinkhoest. Deze siroop maakt de slijm los en doet de hotst spoedig bedaren. Prijs per flacon f 0,70. AAMBEIENZALF van Apoth. Boom geneest spoedig uit- en inwendige aam beien, blinde en bloedende. Het jeuken bedaart spoedig. Prijs per potje f 0,50. Bovenstaande geneesmiddelen zijn alleen echt met den naam Boom, en ver krijgbaar in de meeste Apotheken en drogistenwinkels. Waar niet verkrijg baar wordt het gevraagde na ontvangst van het bedrag, met verhooging van 10 ct. voor portkosten, franco toegezonden door Firma A. H. Boom te Arnhem. Verkrijgbaar te Hulst bij Verwilghen- v. d. Hooftte Axel bij J. van Dixhoom- Vroeg op. De r Titanic* D® „Morniag Star", komt met het sensationeel bericht nog naar aan leiding van de „Titanic"-ramp, dat wij zonder meer mededeelen, maar waarvan wij de verantwoordelijkheid natuuilijk geheel voor rekening van genoemd blad lateD. De bouwer van het schip zou n.l. op den voorsteven maar onder de waterlijn, een schild hebben laten aanbrengen met .zijn devies: „No God no Pope, geen God geen Paus". Het opschrift zou, volgens het blad altijd, v ;or het in de diepte Wegzonk, nog eens boven water zijn gekomen, toen de voorsteven hoog uitstak en het achterstuk van het schip zonk. Maar toen, aldus het blad, klonken gebeden en godvruch tig gezang en van het bittere einde van het schip willen wij ons dat alleen maar herinneren. o Een merkwaardig bericht komt uit San Francisco. In Februari 1912 werd daar zekere William Walker tot drie maanden gevangenisstraf veroordeeld. Na een verblijf van twee maanden in de gevangenis ont snapte Walker en verdween hij spoorloos. Dezer dagen meldde hij zich nu echter weder bij de poliiie aan. Hij was intusschen getrouwd en bleek in zeer goeden doen ts zijn. Hij vertelde na zijn ontvluch ting naar Alaska te zijn gegaan en daar rijk te zijn geworden. Echter maakte de maand gevangenisstraf die hij nog te goed had hem het leven zuur eu hij had daarom be sloten zich bij de politie aan te mel den. Hij vroeg of hij de straf niet kon afkoopeu, maar de justitie wilde hierin niet treden en zoo heeft Wal ker zich weer laten opsluiten om de maand die hij nog te goed heelt, nit te zitteu. Het wordt hem echter nu zoo aangenaam mogelijk gemankt en zijn vrouw mag hem eiken dag bezoeken. o Uit het „vrije* Macedonië. In de „Manchester Guardian" werden dezer dagen brieven geplubliceerd, die bewijzen, dat men het in 't „vrije" Ma cedonië met de vrijheid op een ac- coordje gooit. De auteur schrijft met groote verontwaardiging over de bar- baarschheid, die er onder de Serviërs en Grieken heerscht, en over de wijze, waarop zij trachten de oorspronke lijke bevolking te onderdiukken. In het „vrije" land wordt natuurlijk geen Bulgaarschen of Islamitische guds- dienst geduld. De Serviërs voeden een onoverwinnelijken haat tegen de hiërarchie der bisschoppen. De kerk voogden worden zonder de minste reden verbannen. Kerken en scholen neemt men zonder eenige schadever goeding in beslag. Het mooiste is nog, dat men al deze wreedheid en Mid- deleeuwsche onverdraagzaamheid met den naam politiek tracht te bemante len. De „politiek" dan van deze beide staten is, door bedreigementen met verbanning en anderzins, de oorspon- kelijke bevolking te dwingen, tot het opgeven en loochenen van eigen na tionaliteit. De wetgeving is in dit land, en vooral in de provinciën Uskub en Monastir allertreurigst. Leven noch persoonlijk eigendom zijn bij de wtt beschermd. Van politieke vrijheid is natuurlijk absoluut geen sprake. De Servische prefecten zijn gerechtigd, edicten uit te vaardigen, die de kracht van een wet bezitten. Iedere tegenstand, zelfs een mondelinge tegenstribbeling, wordt gestraft met vijf jaar tuchthuis en meer. De politie heeft het recht, iederen Bulgaar als „rebel" te signa- Ieeren, en wee den rebel, die zich niet binnen tien dagen, vrijwillig aan de justitie ter beschikking stelt. Hij wordt vogelvrij verklaard en zijn fa milie kan verbannen worden en wie een „rebel" ontmoet, en met het in dividu niet onmiddellijk naar de recht bank marcheert, is een verloren man. De volgende vijf jaar van zijn leven mag hij in gevangenschap slijten. Het resultaat van deze wetgeving is een algmeene rooverij en uitpersing tegen over de „bevrijde bevolking". Had Turkije in Macedonië slechts de helft van al deze gruwelen bedreven, dan zou het Europeesch concert reeds zijn losgebarsten. De Engelschman besluit zijn brieven met de vraag, of Servië en Grieken land zoo machtig zijn, dat men tegen deze handelwijze niet durft protes teeren, dan wel, of deze barbaarsch- heid geoorloofd is, nu zij door Chris tenen wordt uitgeoefend. o Zeer slim en toch slecht. Te Deventer is een geval van op lichting voorgekomen, waaraan oor spronkelijkheid en humor niet ontzegd kunnen worden, meent het H b 1 d. Dinsdag zaten twee lui in een café te praten in een gezelschap, wa;;r ook een onbekende zich bevond. Zij ver telden o.m. den volgenden dag naar Middelburg te moeten reizen voor een aanbesteding. De vreemdeling, zeer hulpvaardig, deed hun een paar adres sen voor logies aan de hand. In den verderen loop van het gesprek vroeg hij terloops met wie hij het genoegen had te praten. Men haastte zich den welwillende onbekende visitekaartjes te overhandigen. Vergenoegd over de aangename kennismaking, nam men afscheid. Den volgenden morgen stapten beide rei zigers op den trein, maar een paar uur later verscheen er een heel beleefd mepsch ten huize van een hunner en vroeg diens echtgenoote te spreken. Hij kwam, aldus zijn verhaal, uit Arn hem, had haar man en diens, metge zel in den trein ontmoet. Omdat hij naar Deventer moest, was hem ver zocht, even naar haar woning te gaan en te vragen om reisgeld voor haar man, die vergeten had, voldoende contanten mede te nemen. Daar de bezoeker dien dag ook naar Middel burg moest, zou hij daar het geld aan haar man ter hand stellen. Ten bewijze, dat hij de waarheid zeide, toonde hij het naamkaartje, dat haar echtgenoot hem opzettelijk daartoe had medege geven. De dame verrast door de vriende lijkheid van den bezoeker, haastte zich hem f 25 te geven. En onder een kopje koffie werd nog wat doorge praat. Toen ging het naar huis van den tweeden Deventenaarhij deed daar hetzelfde verhaal en gaf ook diens naamkaartje af. Aangemoedigd door het eerste schitterende succes, deed hij hier nog maar 100 pet. bij het reisgeld dat mijnheer noodig zou hebben. Grif ontvangtjïhij er f50. Met drie gele lapjes in zijn zak was de handige oplichter weidra uit Deventer vertrokken. o— Het loyaleUlster. De „1 lanchester Guardian" vestigt de aandacht op een ingezonden stuk in een weekblad van Belfast, de „Irish Churchman". In dat stuk wordt gezegd De Unionisten van Ierland behoeven niet bang te zijn voor de bedreiging, dat de heer A quith Britsche troepen zal zendeu om de oppositie van Ulster tegen home rule te onderdrukken. Hij zou niet voldoende troepen kunnen mon steren om zijn bedreiging uit te voe ren. Lte Unionisten van Ulster be schikken nu over 150,000 goedge- oefende mannen, en dit aantal neemt wekelijks toe. Dan zijn er nog 100,000 uit Engeland en Schotland beloofd. En dat is niet alles. Het zal wel licht niet algemeen bekend zijn, dal we het aanbod van hulp hebben van een machtigen continentalen monarch, die, als home rule aan de protestan ten van Ierland wordt opgedrongen, bereid is een voldoend leger ie zen den, om Engeland van alle verdere moeilijkheden in Ierland te bevrij den, door dit land bij zijn gebied te voegen, in de overtuiging, dat als onze Koning zijn kroningseed breekt, door de onderteekening van deze home rule-wet, hij daardoor tevens zijn rechten op de regeering van Ierland opgeeft. En mocht onze ko ning de home rule-wet onderteeke- nen, dan zullen de protestanten van Ierland dezen continentalen bevrijder verwelkomen, zooals hunne voorva ders onder gelijke omstandigheden eveneens deden. Het „loyale Ulster zet een liberaal blad als opschrift boven dit stukje, dat zeker wel zeer teekenend is voor de geestesgesteldheid der Iersche anti-home-rulers. o—- De zeeoor-visscherij in Californie, Behalve de sardine-visscherij, waar door Bretagne bekend is geworden, bestaat er aan de Bretonsche kust een niet onbelangrijke visscherij op zeeoor. De „ormeau", zooals de Fransche, or haliotus tuberculata, zooals de Latijnsche naam van het weekdier zeeoor luidt, wordt echter op nog veel grootere schaal gevangen in Californie. Hier heet het dier „ab- solone". De Californische zeeoor- visscherij vormt een belangrijke bron van inkomsten. Men vischt de dieren meer om hun schelpen, dan om hun „boutje". De schelp van de zeeoor is n.l. zeer fraai, en heeft daarom als parelmoer groote waarde. Dikwijls bevat hij prachtige paarle:\ Het geld, dat zuurkraam-houders en dergelijke eigenaars van „verfrisschings-stand- jes" voor een zeeoor-boutje kunnen over hebben, zou de vangst niet loo- nen. Nu is het een aardig „afval pro duct", dat, behoorlijk gedroogd, door Japansche marktlui als een smakelijk hapje wordt beschouwd. Men vangt de zeeoor op een diepte van 5 tot 20 M., en wel met behulp van booten, bemand met b.v. 6 lui, en twee dui kers. Binnen de vier uur kan een duiker 20 tot 40 manden vullen, met 50 zeeooren, en een gewicht van één a twee ton. Op een diepte van min der dan 5 M. kan de duiker het af zonder het olf.cieele duikerspak. Als geoefend zwemmer kan hij makkelijk twee minuten onder blijven, en komt dan met eenige zeeooren in zijn zak terug. Voor die gelegenheid zet hij een speciale bril op en stopt z'n ooren dicht met watten. o Het afscheid vaii een inauderiju. Dat er in Chi .a toestanden heerschen waaraan men in de „beschaafde" landen nog wel een voorbeeld mag nemen, bewijst het volgende verhaal van een Eng; Ischman, die jarenlang in een meer binnenwaarts gelegen streek zijn bedrijf uitoefende. Hij schetst 't afscheid van een manderijn, die door zijn groote toewijding, waarmee hij zijn ambt waarnam, het hart van de geheele bevolking der stad had ge wonnen. Herhaaldelijk had men hem verzocht, van plan, zijn ambt neer te leggen, al te zien, doch de manderijn die reeds een zeer hoogen leeftijd had bereikt, was niet van zijn voornemen af te brengen. Inderdaad schijnt de beminde manderijn een voorbeeldig man geweest te zijn, strikt eerlijk en rechtschapen. Na zijn langen loopbaan was hij geen cent rijker, dan toen hij begon. Zelfs een vreemdeling als onze zegsman zag hem dan ook met Ieede oogen vertrekken. Bij den uittocht van den Manderijn hij wenschte zijn laatste levensjaren te slijten in stilte en rust, buiten het gewoel der men- schen werd hij vergezeld door de heele bevolking. De stad was ver sierd, en bijzonder veel werk had men gemaakt van de straten, die de scheidende burgervader zou passeeren. Voor eiken winkel stond het Chi- neesche symbool van gastvrijheid thee met koek, een spiegel, een waschkom en een handdoek. Dit sym bool, dat de voornaamste ingrediën ten voor een „logies ontbijt" verte genwoordigt, moest den manderijn ervan overtuigen dat hij ten alle tijde welkom zou zijn. Op zijn weg naar het schip, waarmee hij zou vertrekken, boog hij plechtig voor elk tafeltje, gaf zijn kaarije af, en ging verder. Het Chineesche ;volk weet ook nog wel op andere manier van iemand afscheid te nemen. Een collega van den beminden manderijn, die in tegen stelling met den laatsten, zich van alles had meester gemaakt, behalve van de sympathie van zijn volk, legde gelijktijdig zijn ambt neer. Op oen weg, dien dezen manderijn zou vol gen, goot men echter olie, en men belegde de vloer met smerige, kwa- lijkrïekende koeienhuiden. Een hoo- nend en spottende mensclienmassa volgde dezen man. o Hoevele Nederlanders hebben eene veroordeeling wegens misdrijf achter den rug Toen voor eenigen tijd een Duitsch gevangenisdirecteur door nauwkeurige studiën kwam bewijzen, dat daar te lande 1 op de 6 mannen, en 1 op de 25 vrouwen een strafvonnis wegens misdrijf achter den rug hadden, ver wekte hij daarmede heel wat ontstel tenis. Men had zich niet kunnen voor steilen, dat de strafrechtspleging zóó om zich heen grijpt, en de schrij ver zelf was de eerste om hel feit ook aan te veel strafrechtelijk ingrijpen te wijten. Te onzent zullen wij in dit opzicht wel iets beter staan, alvast omdat verschillende zaken van geringe be teekenis onvervolgd kunnen worden gelaten. De heer Wouter de Vries, candidaat ii de rechten te Amsterdam, heeft nu, in navolging van het Duitsche onder zoek, nagegaan hoe het ten onzent is, en publiceert zijn opmerkelijke uitkomsten in de laatste aflevering van het Tijdschrift van Strafrecht. 1) Op de vraag: „hoevele Nederlanders heb ben eene veroordeeling door de recht bank achter den rug?" antwoordde hij 1 op de 9 a 10 mannen, en 1 op de 89 vrouwen. Dit onderzoek leert dus hoeveel min der aanleiding de vrouwen de justitie geven om zich met haar te bemoeien, zoodat hier terecht van honneur aux dames" mag worden gesproken, Maar overigens moet toch gezegd,

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1913 | | pagina 2