Flick's
Cacao
ER IS
5e Jaargang.
Oewes tel ijk en Algemeen Weekblad te Hulst.
Richting: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van
persoon of partij.
VBRSCHUNT ELKEN ZATERDAG.
Gentschestraat C 7 te Hulst.
w?
Stichter: H. A. van Dalsum.
Bierkaaistraat A 28 te Hulst.
Gentschestraat B 4 te Hulst.
AAK L
de allerbeste.
DE VOLKSWIL
REDACTIE:
Abonnement per drie maanden
NEDERLANDf 0.50.
BELGIEfr 1.20.
ANDERE LANDEN f 0.80.
- - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - - -
Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven.
Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud
van het Vrije Woord en voor dien van Advertentiën.
ADMINISTRATIE:
DRUKKERIJ:
Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur.
Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing
belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f 0.2§.
Middelburg, 30 October 1913.
Ofschoon ik met de Middelburgsche
Courant van meening ben, dat de
„kabaal "redacteur der Zelandia behoort
tot de menschen, die een holte iri de
hersens hebben waar bij een ander
het rechtsgevoel zetelt, verwacht ik
toch, dat hij mij in de gelegenheid zal
stellen, mijne geloofsgenooten, en mij
nen godsdienst te verdedigen in het
zelfde blad, waarin wij aangevallen
worden. Zelfs kan het geen reden tot
niet-opname van mijn verweer zijn,
dat ik uit den aard der zaak op voor
bedoelden redacteur minder aangename
wijze moet optreden. Want zelfs hij
moet begrijpen, dat ik niet kan ver-
schoonen iemand, die vuilen laster
omtrent mij rondstrooit, dat ik niet met
fluweelen handschoenen kan aanpak
ken hein, die mij en mijne geloofsge
nooten voor moordenaars scheldt, die
met giftige pen onzen godsdienst be
zwaddert, door er van te vertellen,
dat hij ons, Joden, voorschrijft,
het bloed onzer medemenschen niet
alleen te vergieten, maar zelfs te
nuttigen. Iemand, die zoo iets durft
te veronderstellen en anderen diets te
maken is óf aartsdom óf een aartsbe
drieger öf een aartsantiscmiet
wellicht alle drie iegelijk, maar in ieder
geval een aartsleugenaar. Of de „ka-
baal"-redac:eur onder deze verfoeie-
lijke wezens behoort gerangschikt te
worden Daar kunnen de lezers straks
over oordeelen. In elk geval, als hij
liegt, liegt hij in commissie want hij
vermeldt de bronnen, waaruit hij put
En welke bronnen, welke getuigen
brengt hij bij, om te bewijzen, dat de
Joden christenbloed noodig hebben,
dat ze rechters hebben omgekocht, om
een aangeklaagden Jood vrij te krij
gen
Kan een leugenaar, lezer, zijne woor
den waar maken door zich te beroe
pen op een anderen leugenaar Wel
nu, de „kabaaf-redacteur doet niet
anders. Hem dienen tot getuigen de
grootste anti-semieten, die geen middel
schuwen, geen leugen ontzien, om de
Joden in een kwaad daglicht te stel
len. Elk rechtgeaard Katholiek zal
meer waarde hechten aan de uitspraak
van een eerlijk Katholiek als dr. Fr.
Frank, kath. Priester, oud-afgevaardigde
van den Duitschen Rijksdag en den
Beierschen Landdag, van mr. Aalberse,
vari den Franciskaan, Père Bonaven-
ture du Maine (die op den Belgischen
Katholiekendag in 1864 zeide: „De
zajk der Joden bepleiten is een daad,
me aangenaam is aan 't Hart van den
Veriosser") en van zoovele hoogstaan
de Katholieken, zoo leek als priester,
tut zelfs meerdere Pausen, dan aan
wat heftige antisemieten durven schrij
ven, (die nog meer afgekamd zijn dan
Dr. Frank en niet door dwazen als
Neoïitus), zooals: „Eduard Druniont,
die zich verzet tegen Paus en Bis
schop, die de wetten der kerk met
voeten treedt, een republikein, gekant
tegen eike regeering", aldus teekent
hem Mr. Aalberse. Het is dezelfde
Drumont, die eerie voorrede schreef in
het boek van Desportes, waaruit de
Zelandiareuacteur zijn ai'erfraaiste en
overtuigende bewijzen meent te halen.
Kunt Gij, meneer de „kabaai"redac-
teur uit die antisemietische geschriften
loet ook de bewijzen halen, dat wijlen
Dr. Schaeprnan, en, waarom niet, de
Pausen Innocentius IV, Gregorius
Martinus V, Nicolaas V, Paulus III en
allen, die het sprookje van den ritu-
eelen moord eene lasterlijke aantijging
noemden, zich door Joodsch geld heb
ben laten omkoopen Ik begrijp, dat
zoover de edele redacteur zijn leugens
niet zal durven doorvoeren maar hij
weet raad. „De Pauselijke bullen zijn
vervalscbt!" roept hij ui!. In Zelandia
van 22 October j.l. schrijft hij „Het
is wetenschappelijk bewezen, dat de
bul van Paus Innocentius IV is een
valsch en ondergeschoven stuk 1"
Maar op een desbetreffende vraag van
Lord Rotschild te Londen aan Kardi
naal Merry del Val verklaart deze, dat
echt en onvervalscht is een
door Paus Innocentius IV in 1247 uit
gevaardigde encycliek, welke de tegen
de Joden ingebrachte bloedbeschukii-
ging voor valsch verklaart vaststelt,
dat het geloof, volgens het
welk de ritueele moord uit
een Joodse h voorschrift
v o om komt, ongegrond is.
Kardinaal Merry del Val door Lord
Rotschild omgekocht, meneer de Re
dacteur Neen meneer, U put uit ver
keerde bronnen, o.a. uit het beroem
de^) tijdschrift Civilta Cathoiica, dat
(volgens Zelandia) door geheei de
wereld, Roomsch en on-Roomsch, als
een hoogstaand gezag erkend wordt.
Heeft niet uit deze zelfde courant de
beruchte meineedige en schriftverval-
scher Prof. dr. Rohling den groven
leugen (een van de velen van dezen
professor) opgediept, dat de heilige
Agobardus, bisschop vah Lyon, in zijne
werken :de insolentia judae-
orurn en: de Judaicis su-
perstitionibus de Joden van 't
plegen van ritueele moorden zou heb
ben beschuldigd, wat gebleken is, niet
waar te zijn
Maar het toppunt van dwaasheid
bereikt de Zelandia, als ze komt met
het glashelder? betoog van Rocca d'
Adria, die beweert, dat de Rabbijnen
(die het Joodsche volk bedriegen)
zeer goed weten, dat de Stichter van
't Christendom de gekomen Messias
is en dat ze, om de Joden te doen
deden in de verdiensten van het bloed
en den dood van den Messias, het
gebruik hebben ingevoerd, om het
bloed van zijne volgelingen, de Chris
tenen, te nuttigen in het paaschbrood,
bij het huwelijk en bij de besnijdenis.
En dat betoog, dat duidelijk bewijst,
dat de joden C'nristenbloed noodig
hebben, kan men vinden bij de bron,
waaruit Zelandia put, bij Neofiius, die
openlijk zegt, anti-semiet te zijn.
Beweer ik te veel, door te zeggen,
dat anti-semieten vaak domme bedrie
gers zijn? De Joden zijn dus zoo dorn,
te meenen, dat ze zich geliefd kunnen
maken bij den Stichter des Christen-
doms, door zijne volgelingen ie doo-
den. Het pleit niet voor de Zelandia,
dat ze zich zulke bronnen niet
schaamt, om daaruit te putten al hare
bewijzen voor 't bestaan van den ritu-
eelen moord. Geen wonder, dat ze dan
vaststaande feiten ontkent. Want vast
staat het, dat te Datnaskus bekente
nissen zijn afgelegd onder de wreedste
folteringen, tengevolge waarvan twee
Joden, Joseph Harari en Joseph Leg-
nado stierven. De „Kabaat"-redacteur
zelf, die geen moord op zijn geweten
heeft (de abonnè, inzender van het in
gezonden stukje in de Zelandia van
22 October, zou zeggen „ik ben er
I niet van overtuigd") en, naar ik hoop,
door zijn geschrijf ook indirect niet
zal krijgen, zou onder zulke forterin-
gen bekennen, een moord te hebben
begaan. De gevallen bestaan, dat on-
schuldigen door folteringen tot beken
tenis zijn gebracht van schijnbare
misdaden, die later bleken, zelfs niet
gepleegd te zijn. Doch zelfs al ware
(zonder door folteringen afgelegde be
kentenissen) onomstootelijk bewezen,
dat door ten of meer Joden Christenen
waren vermoord, ja, bloed afgetapt,
sterker nog, dit bloed op eene of an
dere wijze genuttigd (wat nog nooit
bewezen is), dan zouden dit op zich
zelf staande feiten zijn en niets meer.
Is voor eenige jaren in Appeltern niet
een jongeling door fanatieke dweep
zucht gedood Is het daarom een
voorschrift van den Christelijken Gods
dienst „Juist" roept Zelandia triom
fantelijk uit, bij de Joden is dit wel
het gevalLeest het nummer van 15
October. Prof. dr. Aug. Rohling heeft
10.000 francs uitgeloofd aan ieder,
die kan aantoonen, dat niet in den
Talmud staat: „Het is rechtvaardig,
den Minaeër (d.w.z. den ketter, den
Christen) te dooden. Hij, die het bloed
der goddeloozen (d.w.z. der.niet-Joden)
doet vloeien, brengt God een offer."
Over de stommiteit der Zelandia,
die hier zegt, dat de Rabbijnen (de
vervaardigers van den Talmud) den
Christen als ketter en goddelooze
beschouwen en elders (in 't blad van
29 October), dat de Rabbijnen weten,
dat de christenen de volgelingen van
den waren Messias zijn, zal ik maar
heenstappen. Doch ik zuu zoo gaarne
die lu.000 francs willen verdienen;
maar neen, misschien is het bloedgeld,
omkoopsgeld, door de anti-semieten
aan Rohling gegeven, om tegen de
Joden te ageeren. Iets dergelijks kan
ik evengoed of evenmin bewijzen als
de Zelandia, dat de Joden ambtenaren
en staatslieden omkoopen, om beschul
digde Joden vrij te spreken.
„Tot dusverre is nog geen enkele
Jood, vrijzinnige of socialist opgestaan,
om de uitgeloofde premie van 10.000
francs te verdienen, door aan te too-
nen, dat die woorden, niet in den Tal
mud staan aldus gaat Zelandia uit
dagend voort. Zwijg maar lieve, „ka
baal" redacteur, want óf gij zegt dit
tegen beter weten in en zijt dan een
bedrieger öf gij weet er niets van en
dan past het u zeker, te zwijgen.
Rohling is reeds lang ontmaskerd
openlijk is aangetoond, dat hij uit
Talmud en andere Joodsche geschrif
ten dingen heeft aangehaald, die tr
niet in stonden. Als meineedige en
schriftverdraaier aan de kaak gesteld,
heeft hijgezwegen, omdat hij zou
moeten bekennen, dat hij den Tulmad
zelfs niet kan lezen. Bewezen wilt gij
hebben, dat de hierboven aangehaalde
woorden niet iri den Talmud staan?
Welnu, ik zal het zeer kort trachten
te doen, wijl het zoo herhaaldelijk
leeds bewezen is. Eerst een kleine
vergelijking. Ik heb een karaf vol zui
ver water. Ik bewijs U, dat er geen
bloed in die karaf is, door (J aan ?e
to men, dat die karaf zóó tot aan den
rand met zuiver water gevuld is, dat
er zelfs geen druppeltje bloed meer
in k a n. Een andere beter hierbij pas
sende vergelijking Gij zult mij bewij
zen, dat de Christelijke godsdienst
niet gebiedt, een moord, zelfs een
zedelijken moord, te begaan op
Joden. Ik werp U voor, dat zooveel
godsdienstige Christenen de Joden
lichamelijk en zedelijk hebben ver
moord en nog trachten te dooden. Gij
antwoordt mij, dat dezulken handelen
tegen den godsdienst die voorschrijft
„Bemint uwen naaste als U zelve.
Hebt Uwe vijanden lief „Mij is de
wrake", zegt de Heere. „Waar zoo
iets staat, daar kan het dooden en
vervolgen der Joden geen voorschrift
zijn," aldus vervolgt Ge. „En meent
Ge, dat het wel voorgeschreven staat,
toon het mij aan."
Uw bewijs is het mijne. De Joodsche
godsdienst verbiedt het dooden van
een' mensch, het vergieten van het
bloed van een ander, stilzwijgend het
gebruiken van dat bloed. Zeifs is ons
het genot van dierenbloed ontzegd.
Meent Gij, dar het anders is, toon het
«.in, maar eerlijk. Beroep U niet,op de
uitspraak van een ander; weet gij,
dat hij onbevooroordeeld is, dar iiij
goed citeert Gij vermoedt toch, gij
vermeent te kunnen bewijzen.... Geen
vermoedens, geen meenen,
maar weten. Is U het lezen der
Joodsche geschriften te moeilijk? Ga
het leeren en zoolang Gij het niet kent,
laster niet, beschuldig niet valsch.
„Zooals men weet, wordt in het
Paaschbrood Christenbloed gemengd"
(Zelandia 18 October, pagina 2, eerste
kolom, regel 29 van bover.). Hoe durft
gij 't beweren 1 En wij moeten U maar
slil laten lasteren, wij moeten maar
zwijgen, als ons de zwaarste beschuldi
gingen, die wij weten, dat valsch zijn
en waarvan gij niets weet, naar 't
hoofd geslingerd worden Wij maken
kabaai, om te voorkomen, dat de waar
heid aan het licht komt? Hoe durft
ge! Zooals de hyena aast op het bloed
der verslagenen, zoo hunkeren antise
mieten zooals gij naar het bloed van
hunnen evenmensch. Is niet in Kiëw
reeds een pogrom in wording? Dat
is het werk van individuen als gij zijt,
redacteur der Zelandia, die hei volk
ophitsen door leugens als „In de door
ons genoemde gevallen staat vast, dat
een Christen vermoord is, dat het bloed
van het lijk was afgetapt, dat de schul
dige was een Jood, cn de moord in de
meeste van de door ons genoemde ge
vallen heeft plaats gehad tusschen de
Joodsche feesten van Purim en Paschen
Zelandia 22 October), waarvan gij
weet, moet weten, dat het gelogen is.
Tegen zulke leugens zulien wij
b 1 ij v e n protesteeren, b 1 ij v e n
kabaal maken, totdat ze voor goed de
wereld uit zijn, doordat de menschen
humaner en meer oprecht godsdien
stig zijn geworden.
En hiermede, lezers der Zelandia,
neem ik afscheid van U. Op verder
geschrijf van den redacteur zal ik niet
ingaan 't is mij voldoende, U aan
getoond te hebben, welke waarde zijn
„kabaal" heeft.
S. MENDELS,
Israël. Leeraar
Middelburg.
Naschrift: Ofschoon de Redac
teur der Zelandia schrijft (Zei. 22 Oct.):
„De zaak, waarom het gaat, is geen
kwestie van Godsdienst- of van rassen
haat," toch blijkt uit gansch z'n ge
schrijf duidelijk, dat hij een anti-se
miet van het zuiverste water is, dus
niet ter goeder trouw en tegen beter
weien in de Joden zoo slecht mogelijk
afschildert. Hern bewijzen, dat de Joden
geen ritaeelen mootd kunnen plegen
(hL.t zijn leugens, dat Kardinaal Gan-
ganelli, later Paus Clemens XIV ooit
iets dergelijks heeft beweerd of gezegd
of geschreven, dat ze het wel hebben
gedaan) zou zijn, paarlen voor de
zwijnen te werpen. Doch de welden
kende lezer, die nog mocht twijfelen,
of voor den Jood een moord met
godsdienstige doeleinden bestaanbaar
is, prente het volgende woord uit den
Talmud zich goed in 't geheugen:
„Eén mensch is aller stamvader, opdat
de geslachten niet hoogmoedig worden
de een jegens den ander, dat niemand
ooit het recht meene te hebbenzijn
evenmensch, zijn broeder te doodente
berooven of geweld te doen.u (Synhe-
drin 38a).
S. M.
(Daar Zelandia, haar gewoonte ge
trouw, geen tegenspraak opneemt, ver
leenden wij aan bovenstaande gaarne
plaatsing, en wel gaarne, om daardoor
onze verontwaardiging te kennen te ge
ven wegens de oph itsing tot Jodenhaat,
waaraan het vrome blad, het blad
van Kamerlid Fruijtier, zich in den
laatsten tijd heeft schuldig gemaakt.
Wij geven aan onze lezers in over
weging, om dit stuk ter lezing te
geven aan de Zelandiamannen, en er
met hen over te praten.)
Een poedel.
o
Een poedel is een hond die, als
men hem te water gooit, uit het
water komende, het water afochudt,
en dan weder bij zijn baas komt
en zijn hand likt alsof de baas niets
heeft gedaan.
Maar een poedel is een hond ei
geen menech.
Toch zijn er menschsn met pot-
delkarakter.