Van alles wat.
pensueiiers ondanks zich ze) ven, en
in strijd met hun goedig karakter.
Des te meer treuriger is die bar-
baarschheid, maar des te meer hoop
hebben we ook, dat de betere ge
voelens eindelijk zullen zegevieren,
en dat ook ons missiewerk eindelijk
eens blijvend invloed zal hebben,
„Veel, zeer veel zou ik nog over
dat snellen en z'n nasleep, en de
strafexpeditie kunnen vertellen, maar
ik ben het werkelijk beu, en ik
hoop van harte er nooit meer op
terug te komen. We mogen wel
eens ooit herademen van al die
akeligheden
o
liet vrouwtje van
den geelvink.
Geelvink no 13, het ongeluksnum
mer had een aardig vrouwtje, 's
morgens ging zij altijd naar de markt
inkoopen, en werd dan door „Sam-
bock" de aapjeskoetsier met de dog-
kar naar huis gebracht. Sambock wilde
voor de rit nooit eenige betaling aan
nemen omdat zij zoo een aardig
vrouwtje was. Plotseling kwam er een
kink in de kabel, de geelvink die
steeds als tuinjongen dienst gedaan
bad, bij het Hoofd van PJ. bestuur,
werd met de regeling van het ver
keer belast, en op de markt geplaatst;
nu durfde zijn wijfje niet meer in
Sambock's karretje rijden. Sambock
dacht dat het uit was met de liefde,
hij wilde haar toch nog attenties be
wijzen, en kneep haar, laat ons
zeggen in den arm. Dat had de geel
vink gezien, hij er naar toe, en op
hoogen toon zijn naam gevraagd. Na
deze genoteerd te hebben op een oud
bioscoopprogramma, gaf hij den man
een opstopper. Sambock, een echte
boewaji die niet zoo tegen den oppas
opzag beantwoordde de klap met zijn
zweep. Daar de geelvink niet van de
zweep hield, kneep hij tot groote
hilariteit der omstanders er tusschen
uit.
Twee dagen later moest Sambock
voor den rechter verschijnen, de aan
klacht luidde „Schenden der openbare
zedelijkheid en verzet tegen de poltie."
De rechter sprak hem vrij, en gaf
der geelvink een flinke uitbrander voor
zijn onoordeelkundig optreden.
Denzelfden avond zit de geelvink-
volgens gewoon politiegebruik op een
stoep te dommelen.
Schuin tegenover hem zit zijn
vrouwtje zich met Sambock bij een
soto boer te vermaken, haar zilveren
lach klinkt helder en hard, maar de
geelvink die voor den rechter onge
lijk kreeg en bang is voor de zweep
droomt van „apa boteh boewat" 1).
1). Wat is er aan te doen.
De Gr.
BULGARIJE EN HEI KATHOLICISME.
O
De correspondent van de „Croix"
te Sofia, schrijft over de godsdienstige
beweging in Bulgarije, eenige interres-
sante bijzonderheden:
„Ik heb, schrijft hij aan den Bul
aangebedene zijns harten, die met haar
grootvader en zijn moeder uit rijden
ging. Zoo het scheen, was dus Mr.
Rohan te ongesteld om aan het ontbijt
te verschijnen, maar toch wèi genoeg
om een rijtoer te maken.
Deze dag was wel de langste, die
Arthur Sutherland ooit had beleefd.
Doelloos wandelde hij heen en weer,
rookte ettelijke sigaren of begon een
gesprek met Lucy, die zoo vriendelijk
tegen hem was ais de deur van het
rasphuis.
Voor Mr. Rohan was intusschen een
brief gekomen met het postmerk New-
York.
De bel voor het diner had de eerste
maal geluid en de roode straien der
ondergaande zon speelden reeds door
de takken der kastanje-boomen, toen
het kleine gezelschap in het rijtuig
eindelijk terugkeerde. Ieder begaf zich
nog even naar zijn kamer, om zich
een weinig op te knappen, terwijl
Arthur naar de eetzaal ging met de
flauwe hoop, dat Eulalia daar het eerst
en alleen zou verschijnen.
Mr. Rohan opende, op zijn kamer
gekomen, den hem toegezonden brief.
Hij was van den advokaat eener zekere
mevrouw Laurence, die gevaarlijk ziek
lag en begeerde dat hij, Mr. Rohan,
dadelijk naar New-York zou komen,
als hem eraan gelegen was om haar
nog levend te vinden. Mr. Rohan legde
het met een bezorgd voorkomen ter
zijde. Mevr. Laurence was eene verre
doch eenige bloedverwante die hij bui
ten zijn kleindochter bezat en hij wilde
haar verzoek niet afwijzen. Maar Eu-
gaarschen oud-minister, een zeer ont
wikkeld man, die zijn land door en
door kent, dezer dagen de volgende
vraag gesteld
Minister (men spreekt niet van
„Exellentie" in het democratische Bul
garije). is het werkelijk ernst met het
streven der Bulgaren om zich met
Rome te vereenigen, zooals in d n
laatsten tijd herhaaldelijk in verschil
lende bladen geschreven is
Ik geloof, antwoordde hij, dat het
een ernstige beweging is, die vroeg
of laat zeker ter oplossing gebracht
zal worden. Op het oogenblik is het
vooral de zucht naar nationaal behoud,
die ons er toe aanzet om de hand te
bieden aan het Westen. Maar er zijn
diepere oorzaken, die deze vereeniging
bijna noodzakelijk maken.
Mag ik u naar deze oorzaak
vragen
Ten eerste ons temperament. Wij
hebben niets fanatieks, niet byzantijns.
Theologische spitsvondigheden hebben
den geest van een Bulgaar, of hij bis
schop of minister is, nooit vermoeid.
Wij eerbiedigen den godsdienst, zelfs
zij onder ons, die geen godsdienst
hebben. Onverschilligheid is te vree
zen bij ons volk, geen godsdienstige
twist of theologische oneenigheid.
Maar gij zijt toch orthodox?
In zekeren zin, ja. Wij zijn Bul-
gaarsche Christenen, gescheiden van
de Grieksch-orthodoxe Kerk. Onze
„goede" vrienden, de Russen, staan
onzen priesters niet eens toe, met hun
priesters den H. Dienst op te dragen.
Rome echter jaagt ons geen schrik aan.
Driemaal hebben wij beproefd ons met
Rome te vereenigen. Dat schijnt ons
nu eenvoudig genoeg toe. Vroeger hield
Byzantium ons tegen, de vorige eeuw
was het Rusland, dat ons moeilijkhe
den in den weg legde-, en door welk
land wij ons als gewillige schapen lie
ten leiden. Dat is jammer. Ware Bul
garije Katholiek geweest, dan zou het
geen vijf eeuwen gezucht hebben on
der het juk der Turken, dan hadden
wij nu een betere toekomst kunnen
verwachten, in plaats van door allen
verlaten te zijn. Eigenlijk zijn wij niet
zeer orthodox, en volgens sommigen,
ook niet Slavisch. Wij zijn de schis-
matieken van iedereen. Dat is een fout.
En zult ge nu herstellen, wat gij
een fout noemt?
Men mag het hopen. En gij kunt
wel begrijpen, dat we niet zeer ge
neigd zijn om naar de Grieksch-ort
hodoxe Kerk terug te keeren. En tot
wien zouden wij ons elders wenden
in het Oosten? Terwijl wij er van den
anderen kant het grootste voordeel bij
hebben om ons met de Katholieken te
vereenigen. Het Katholicisme is het
meest geëigend om bij ons volk het
godsdienstige leven weer op te wek
ken, dat van zooveel beteekenis is
voor de zedelijkheid en ontwikkeling
van een volk en dat meer en meer
gaat verflauwen. Wij hebben wel uit
wendige plechtigheden, maar geen in
wendig leven, wij hebben geen krach
tige en verlichte overtuiging, gelijk men
bij vele inrellectueelen van het Wes
ten vindt.
Deze vereeniging met Rome, die ons
met het Westen in verbinding zou
stellen, zou tevens onze'onafhankelijk-
lalia? Peinzend aan 't geen hem te
doen stond, liep hij heen en weder.
„Zij is hier zoo gaarne!" dacht hij.
„Waarom zou ik dan het arme kind
medenemen De tijd is gekomen,
waarin zij alles weten moet, hoe moei-
elijk het mij ook valt haar die vree-
seiijke dingen mede ie deelen. Het
beste is nog maar, dat ik haar hier
achterlaat en dat gedurende mijn af
wezigheid de waarheid aan haar ont
huld wordt. Het zou mijn dood zijn,
als ik getuige moest wezen van haar
eersten schok. Verneemt zij echter al
les, terwijl ik er niet ben, dan is mis
schien het ergste voorbij, als ik terug
kom. Ja, ik ga heen en Eulalia moet
hier blijven. De vreeselijke geschiede
nis zal ze dan schriftelijk vernemen.
Arme kleineMijn lief, onschuldig
kind God helpe u, om den last te
dragen, dien het onverbiddelijk nood
lot u heeft opgelegd
Voor de tweede maal luidde de
etensbel en Mr. Rohan begaf zich naar
beneden. Eulalia stond in de eetzaal
in een vroolijk gesprek met Arthur
Sutherland. De oogmerken van den
jongen man waren voor den groot
vader niet duister en ze droegen er
dan ook niet toe bij om de verwar
ring des ouden mans te verminderen,
wiens stem onwillekeurig begon te be
ven, toen hij aan de aanwezigen zijn
ophanden zijnd vertrek mededeelde.
Al'en waren met dit bericht verrast.
Droevig klonk Eulalia's stem, ter
wijl zij vroeg:
„Gaat gij naar de stad, grootpapa?
Neemt ge mij mede
heid versterken. Zoo zouden wij veel
gemakkelijker opgenomen worden in
de groote Europeesche familie. Te
Constantinopel of te Athene, te Bel
grado, of zelfs, hoezeer ik ook met
Rusland sympathiseer, te St. Peters
burg, blijft de deur toch voor ons
gesloten. Zoo zouden wij beter deel
uitmak, n van de ware Europeesche
Christenheid, ondanks allts, wat nu
nog aan dit heerlijke woord ontbreek?.
Zie onze Slavische broeders, die Ka
tholiek geworden zijn, de Polen, de
Tsjechen, de Slovenen, de Dalmatiërs;
zij overtreffen verre alle Slavische na
ties, die orthodox gebleven zijn. Deze
ondervinding is een beslissend argu
ment.
Ik had nog nooit op dit laatste
feit gelet, hoe eigenaardig het ook zij.
Maar gij zult veel moeilijkheden on
dervinden, indien gij hen wilt navolgen.
Ik zie er niet vele. Wat scheidt
ons feitelijk van de Katholieke Bul
garen van den Oosterschen ritus, die
onder ons wonen. Zeker niet het
dogma. Wie bekommert zich hier om
dogmatische fijnheden? De liturgie
verschilt in niets, de discipline slechts
in eenige onderdeelen. Het eenige,
maar dan ook het eenige punt, dat
wijziging moet ondergaan is, dat wij
in den Paus het hoogste gezag moe
ten erkennen, een gezag, nu bij ons,
heel vaag gedeeld door Z. G. den
Exarck en de H. Synode, zonder dat
iemand behalve de leden van 't epis
copaat, zich om deze kwestie druk
maakt. Wij zijn nu niet gewoon ons
de Kerk als eenheid voor te stellen,
wij spreken slechts |van de kerken
in het meervoud, en denken niet ver
der na. Ieder ziet zijn kerk, zijn prie
sters, zonder zich om het beginsel
der Christelijke gemeenschap te be
kommeren. Maar ieder zal ten slotte
moeten toegeven,'dat een maatschappij
een hoofd moet hebben, een enkel
hoofd, dat de hoogste leiding geeft
door tusschenpersonen. Het woord
„Paus" boezemt ons geen vrees meer in.
Maar wie moet practisch den
stoot geven aan een dergelijke be
weging
Daar ligt juist de moeilijkheid. Het
is geen regeeringszaak. Deze kwesties
moeten in de kerkelijke kringen be
handeld worden. Overigens is de we
reldlijke macht hier vroeger nooit de
perken van haar rechtsgebied te bui
ten gegaan. Wij willen niet in deze
fout vervallen. De godsdienstkwesties
moeten dus door het particulier initia
tief opgelost worden.Ieder zou er zich
terecht over verheugen, want de toe
komst van Bulgarije zou meer ver
zekerd zijn door het welslagen van
deze beweging,
En zoudt gij er gebruik van
maken om de bescherming van een
Katholieken staat te vragen?
Voor Bulgarije is dit niet erg
noodzakelijk, Frankrijk oefent er re
gelmatig en met veel tact, een soort
van proctoraat uit, gelijk dat in 1910
is geregeld. Maar in Macedonië zou
den wij machtige beschermers noodig
hebben de gewetensvrijheid de Bulgaren
te waarborgen. Sommige denken vooral
aan Oostenrijk, dat veel invloed heeft
te Rome, en het protectoraat gaarne
zou aanvaarden. Maar Frankrijk is de
„Neen, Lieveling," antwoordde de
grijsaard, en Arthur kon bij deze twee
woorden weer geruster ademhalen. „Gij
kunt niet zoo spoedig reisvaardig zijn
en daar mijn afwezigheid denkelijk
niet langer dan eene week zal duren,
zoo zie ik de noodzakelijkheid niet in,
om u, voor dien korten tijd in al de
vermoeienissen van de reis te laten
deelen."
Omniddelijk na afloop van het diner
trok Mr. Rohan zich in zijn kamer te
rug, omdat hij zooals hij opgaf
een langen brief had te schrijven. Maar
het toeval was dién dag Arthur Sut
herland niet gunstig. Kort na 't vertrek
des ouden heers hoorde met het rate
len van naderende rijtuigen en een
zestal vriendinnen van Mevr. Suther
land traden weldra binnen om een
beleefdheidsbezoek af te leggen. On
der die dames waren drie jonge meis
jes, die den geheelen avond Eulalia
omringden, en iedere hoop, om 't lieve
meisje zijn hartgeheim nog dien avond
te openbaren, was Arthur genoodzaakt
op te geven.
Arthur Sutherland Was een te wel
levend mensch om een onvriendelijk
gelaat te toonen aan de gasten zijner
moeder, doch het was hem niet kwa
lijk te nemen, dat hij heimelijk de
ongenoodigde gasten wenschte naar
het land, waar de peper groeit. Tot
overmaat van ramp, maakte dien avond
nog de oudste miss Albermarle zich
van hem meester en hield hem aan
de praat tot het tijd was om te ver
trekken. Toen hij ten slotte de oude
jonge juffrouw goed en wel in haar
beschermer der Latijnsche en geuni-
ceerde Katholieken van het Turksche
rijkFrankrijk moet dan ook zorgen
voor het lot der Katholieken, die on
der Grieksch of Servisch juk zuch
ten
'Bij de laatste zinnen bemerkt men
duidelijk dat een Franschman aan 't
woord is. Dat doet intusschen aan de
beteekenis, die het gepubliceerd in
terview heeft, weinig af.
O
Een stille hulde.
Een zeldzaam rustige en waardige
ovatie werd dezer dagen gebracht aan
het standbeeld van Abt de 1' Epèe te
Versailles. Het was een processie van
doofstommen, die den man, die zooveel
gedaan had, om het leven van doof
stommen te verheffen en hen een goede
plaats ie verschaffen in de maatschap
pij, kwamen huldigen. Zwijgend trok
de stoet voorbij en zwijgend werd aan
de voeten van het standbeeld een
krans neergelegd.'Geen geluid hoorde
men bij het banket, dat volgde, doch
de vingers en monden roerden
zich. Stil trok de vereeniging van
doofstommen te Parijs weer af. Deze
bond, die pas eenige maanden gele
den is opgericht, zal binnenkort te
Parijs haar eigen clubgebouw openen.
o
De New-Yorksche rechter Carter
meent, dat de telefoon de maatschap
pij demoraliseert. Door de telefoon
durft meu e'kaar dingen te zeggen,
die men elkaar zelfs niet onder vier
oogen zou durven toefluisteren. Vol
gens den rechter zou het aantal op
lichters met 30 pCt. verminderen,
wanneer, er geen telefoon was uit
gevonden, De telefoon prikkelt de
zenuwen, waardoor de criminaliteit
weer verhoogd wordt.
o
Een nievioe methode om visschen
te conserveer en.
De Amerikaansche vice-consul te
Halifax doet interessante medeelin-
gen omtrent een nieuwe methode
voor het conserveeren van visch. De
visschen worden in een bak met zee
water getransporteerd. Het geheim
van de nieuwe methode ligt in de
behandeling van zeewater. Dit wordt
voor het gebruik door vier verschil
lende bakken gefiltreerd. Als voor
behoedmiddel tegen bederf wordt aan
het water een hoeveelheid bruine
suiker toegevoegd Vervolgens wordt
met eeu koelapparaat da tempera
tuur op 10 gr. Gels. gebracht en
doet men een hoeveelheid zout in
het water. De visschen behoeven *n
deza oplossing slechts twee uur te
liggeu, om voor de verzending in
gewone vaten geschikt te zijn. jsja
twee weken zijn zij nog volkomen
goed. De nieuwe methode, die door
rijtuig bezorgd had en naar de zaal
terugkeerde, zag hij van Eulalia niets
meer dan den sleep van haar japon.
Eulalie Rohan ging naar boven om
haar grootvader een nachtkus te bren
gen en vervolgens naar hare eigene
logeerkamer te gaan. Mr. Rohan zat
druk te schrijven, toen zij binnentrad.
Bij 't eerste geruisch aan de deur
wendde hij zich haastig en met een
ontsteld gelaat om, trad op haar toe,
drukte haar een kus op het voorhoofd,
liet haar uit en sloot daarna zijn eigen
deur op het nachtslot.
Het was inderdaad een zeer lange
brief, dien hij bezig was te schrijven
en hij deed het langzaam en onder
hevige aandoening. Menigmaal wierp
hij de pen van zich af en bedekte het
gerimpeld gelaat met de beide handen,
terwijl het geheele lichaam beefde.
Telkens echter nam hij de pen weder
op en toen de pendule twee slagen
deed hooren, had hij zijn moeilijk werk
voltooid. Hij vouwde een zestal fijn
beschreven vellen postpapier op, stak
ze in een koevert, schreef er het adres
op van zijn kleindochter en verzegelde
daarna den brief.
„Mijn arm, arm kindzuchtte hij
daarbij. „Mijn schuldeloos lam 1 Hoe
zult ge nog kunnen leven, als ge dit
alles gelezen hebt
De millioenair van Cuba bracht een
akeligen, rusteloozen nacht door. 't
Geen hij geschreven had had hem geheel
van streek gebracht. Hoewel hij voort
durend, dag en nacht, aan dit alles
bleef denken, was het nederschrijven
ervan voor hem toch gelijk geweest
een zekeren Henderson ontdekt is,
verschilt met de overige, dat zij ook
het vleesch aan de graat conserveert
juist dit vleesch is het sterkst aan
bederf onderhevig
o
Problemen der moderne astronomie.
Op het 85ste Congres van Duitsche
artsen en natuuronderzoekers, dat op
het oogenblik te Weenen gehouden
wordt, heeft Prof. Seelinger te Mün-
chen gesproken over het onderwerp
„Probieem der moderne astronomie".
Daarbij hield hij zich langen tijd oe-
zig met een bespiegeling over het lot
van het heelal in de verre toekomst.
Over de mogelijkheid van het vergaan
der wereld liet hij zich als volgt uit
De gedachte, dat niet alleeq de mensch,
doch alles wat op aarde leeft, en de
heele schepping, onontkoombaar aan
de vergankelijkheid ten prooi zou zijn,
maakt op eiken mensch, zelfs op hen
die zeer onverschillig over de waarde
van eigen leven denken, een zeer
diepen indruk. De wetenschap kan
echter geen rekening houden met
zulke gedachten, en schrijdt nuchter
voort op haar weg. Het is buiten
twijfel, dat de warmtestraling der zon,
die alle leven op aarde brengt, lang
zamerhand verduisteren en verkillen
zal, en dat ten slotte hiermee de
levensvoorwaarden voor alle hooger
georganiseerde wezens verloren zullen
gaan. Het eind van het menschelijk
geslacht nadert dus langzaam en zeker,
misschien in den vorm, die de dich
ter astronoom Flammarion op aan
grijpende wijze heeft geschilderd. Een
plotselinge catastrofe is echter even
waarschijnlijk als een geleidelijke over
gang. Wie zou willen loochenen, dat
het lot verborgen kan liggen in een
der stofwolken die volgens de on-
verandelijke wetten der mechanica tot
ons komen, om de aarde en het heele
planeten-stelsel en alles, wat ooit ge
leefd, geleden en gedacht heeft, in
verterende vlammen te verwoesten
o
De uitvinder der papieren
sigarenpijpjes.
Dezer dagen is Christiaan Schütz,
de uitvinder der papieren sigaren
pijpjes. gestorven. Met hem is een
groot-industriëel heengegaan. Als be
diende in een sigarenwinkel hoorde
hij een klant eens klagen over de on
hygiënische sigarenpijpjes. De barn-
steenen, meerschuimen en weichsel-
houten mondstukjes worden veel te
lang gebruikt, en zijn op het laatst
absoluut vies. Schütz knoopte dit
gesprek in zijn ooren en.... kwam op
de idee van papieren sigarenpijpjes,
die men na één keer wegwerpt. Het
hoeft niet gezegd, dat hij ettelijke
tonnen nalaat.
o
Dubbelzinnig.
VrouwMan ik vind het onaardig,
dat je 's morgens altijd naar de markt
wandelt. Het gevaar is te groot, all
je „de Zwaan" voorbij gaat.
Man. Maar, vrouw, geloof me ik ga
„de Zwaan" nooit voorbij.
o
met het openrijten van een oude,
smartelijke wond. Met hoeveel verlich
ting begroette hij het aanbreken van
den morgen Hij stond dadelijk op en
snelde naar buiten, om zijn brandende
oogleden te verkoelen in de frissche
morgenlucht.
De zon ging heerlijk op. De geur
van planten en bloemen, de koele
zeewind waren zoo verkwikkend, het
gezang der vogelen was zoo jubelend,
dat hij zich in de buitenlucht merk
baar gesterkt gevoelde. Toen de klok
voor het ontbijt luidde, ging hij naar
binnen met een glimlach op het gelaat
en vriendelijk huppelde zijn kleindoch
ter hem te gemoet, om hem haar mor
genkus te brengen,
„Met welken trein denkt gij te ver
trekken vroeg hem mevr. Sutherland
onder het ontbijt.
„Met dien van twaalf uur, mevrouw.
Ik heb te Boston een kennis bij wien
ik denk te overnachten."
Dien morgen bleef mr. Rohan groo-
tendeels in 't salon, want zijne klein
dochter speelde piano en zong zijne
lievelingsstukken. Zij en mevr. Suther
land zouden hem uitgeleide doen. Kort
voor zijn vertrek nam hij Eulalia met
zich naar zijn logeerkamer en sloot de
deur van die kamer.
Het meisje zag er inderdaad ver
rukkelijk uit, zooals zij daar voor hem
stond met haar hoed van echt Spaansch
stroo met afhangende veer en haar
fichu van zwarte kant, die ze losjes
om haar licht zijden kleed had ge
slagen.
Wordt vervolgd