Flick's
Cacao
No. 215.
Zaterdag 18 October 1913.
5e Jaargang.
Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst.
Richting': Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van
persoon of partij.
¥HRSC1IJNT ELÏCliM ZATERDAG.
Gentschestraat C 7 te Hulst.
w?
Stichter: H. A. van Dalsum.
Bierkaaistraat A 28 te Hulst.
Gentschestraat B 4 te Hulst.
ER IS
de allerbeste.
DE VOLKSWIL
REDACTIE:
Abonnement per drie maanden
NEDERLANDf 0.50.
BELOIEfr 1.20.
ANDERE LANDEN f 0.80.
- Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - -
Niet geplaatste stukken worde.n niet terug gegeven.
Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud
van het Vrije Woord en voor dien van Advertentiën.
ADMINISTRATIE:
BRL'KKEIUJ:
Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur.
Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing
belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25.
Een antwoord
aan vriend de Graef.
Vriend de Graef schrijft ons een
brief, waarin hij weergeeft zijne ge
dachten hoe het mogelijk is dat van
Dalsum, ondanks alle kwaad dat deze
van zijne eigen Kerk ondervindt, steeds
vast blijft aan zijn geloof en aan deze
Kerk en niet naar eene andere Kerk
overgaat.
De Graef komt tot het besluit, en
vraagt of hij het raadsel heeft opge
lost: dat wij in de Katholieke leer
erkennen het goddelijke, en in de
toepassing van deze zelfde leer door
de dienaren het menschelijke met zijne
zwakheden, en dat wij door het laatste
ons niet laten verdwalen in het eerste.
Inderdaad, de heer de Grjef heeft
de zaak goed begrepen, en wij willen
er nog iets bij zeggen.
In den tijd van de Hervorming was
dat menschelijke in de Katholieke Kerk
rot en bedorven van boven naar be
neden en van beneden naar boven,
en het was niemand minder dan de
Nederlandsche Paus Adriaan VI, de
grondlegger van de hervorming in
eigen kring waarvan het Concilie van
Trente het laatste woord sprak, die
sprak van hervorming noodig „van
hoofd tot de teenen".
Het is indertijd geweest en de tijd
is er nog heden, dat er zoovelen zijn,
die de Katholieke Kerk zien in de
personen van hare geestelijkheid
en deze personen werken deze ge
dachte zeiven in de hand, maar dit
is eene dwaling, daar deze per
sonen niet anders zijn dan als belast
met het bewaren van de aan
die Kerk door Christus toever
trouwde waarheid en m e t het
u i t d e e 1 e n van de door Hem inge
stelde Sacramenten. En Paus Pius X
herinnert dit aan zijn eigen geestelijk
heid in zijne Vermaning van 4 Augus
tus 1908: „Indien dan ook de heilig
heid van leven wordt verwaarloosd,
„zal de priester allerminst het zout
„der aarde kunnen zijn want wat be
dorven en besmet is, is geenszins
„geschikt om de onbedeiflïjkheid te
„verzekeren, en waar de heiligheid
„afwezig is, daar moet het bederf wo-
„ne^t. Daarom noemt Christus, met
„dezelfde gelijkenis voortgaande, zulke
„priesters krachteloos zout, hetwelk
„„voor niet meer dient dan om weg
geworpen en door de menschen ver
breden te worden." (Math. 5. 13). En
„dit blijkt des te duidelijker, wij! wij
„in het priesterlijk ambt niet handelen
„in onzen eigen naam, doch in dien
„van Jesus-Christus, „zoo moge ons
„de mensch dan achten", zegt de
„Apostel, „als bedienaren van Chris-
bus en als uitdeelers der geheimenis
sen Gods (I Cor. 4, 1); want wij
„vervullen een zending voor Christus"
(II Cor. 5, 20).
Gelijk Paus Adriaan sprak van be
hoefte in de Kerk zelve van eene her
vorming van „hoofd tot de teenen",
en dit in den tijd der late. middel
eeuwen, zoo sprak Paus Pius X voor
onzen tijd van eene behoefie van, in
eigen kring, van een „Alles herstellen
in Christus", hetwelk hij nam als'leuze
■en' als doel van zijn Pausschap.
De behoefte tot hervorming ten tij Je-
van Paus Adiiaan werd ingegeven
door de heerschende zedeloosheid en
praalzucht in de toenmalige geestelijk
heid, die van heden wordt ingegeven
om een eind te maken aan den geest
van het dienen der wereld in het alles
terugleiden tot wereldlijke doeleinden
en partijbelangen.
Het is wellicht onzerzijds eene bij
zondere gave, dat wij steeds in het
oog weten te houden het verschil tus-
schen de leer en de praktijk van de
leer, de eerste goddelijk en de tweede
toegepast door menschen, en misschien
ligt de verklaring van deze gave ten
deele in het woord der Navolging te
vinden in het tweede deel 1:7: „Hij
„die alles waardeert naar hetgeen het
„is, niet naar hetgeen men er van
„denkt of zegt, is waarlijk wijs en on
derwezen meer door God dan door
„de menschen."
W. G. van Nouhuijs gaf in de
Wereldbibliotheek uit een bloemlezing
uit Boccacio's Decamerone, deze ge
schreven in de eerste helft van de
veertiende eeuw.
Uit deze bloemlezing laten wij hier
volgen, gedeeltelijk ter nadere toe-
'lichting van bovenstaande en verder
tot leering van onze lezers, het ver
haal van
"We bekcerin^
van den joott Abraham.
Vertelling van NEIFILE.
Gelijk ik eertijds hoorde vertellen
was er in Parijs een groot koopman
en goed mensch tevens, Giannotto di
Civigni geheeten, eerlijk en rechtscha
pen, die een grooten handei in gewe
ven goederen dreef. Hij leefde in bi-
zondere vriendschap met een heel rij
ken -jood, Abraham, eveneens koop
man en zeer rechtschapen en eerlijk.
Door het opmerken van die recht
schapenheid en eerlijkheid begon het
Giannotto geducht te hinderen dat de
ziel van een zoo waardigen, wijzen en
goeden man verloren zou gaan, omdat
hem het ware Geloof ontbrak. Daarom
b^gon hij hem vriendschappelijk te
verzoeken de dwalingen vanhetjood-
sche geloof te laten varen en zich te
bekeeren tot de waarheid van het Chris
tendom, hetwelk hij door zijn goed
heid en heiligheid zich steeds in voor
spoed kon zien uitbreiden, terwijl hij
daarentegen zijn geloof kon zien ver
minderen eri ten onder gaan. De jood
antwoordde dat hij enkel hetjoodsche
geloof voor goed en heilig hield, dat
hij daarin geboren was, daarin hoopte
te leven en te sterven en dat niets
hem ooit daarvan afvallig kon maken.
Giannotto hield hierdoor niet op,
en eenige dagen later begon hij hem
op dezelfde wijze toe te spreken, hem
aantoonende, plompweg gelijk kooplui
dat meestal doen, waarom hij ons ge
loof beter vond dan het joodsche. En
hoewel de jood een groot kenner van
den joodschen godsdienst was, begon
hem toch 't zij door de vriend
schap voor Giannotto bewogen, 't zij
dat wellicht woorden, door den Hei
ligen Geest den onwetenden man op
de tong gelegd, hun uitwerking deden
de bewijsvoering van Giannotto
zeer te behagen, al bleef hij koppig
weigeren zich te laten bekeeren.
Bleef de een halsstarrig op zijn stuk
staan, de ander hield niet op hem las
tig te vallen, totdat eindelijk de jood,
door zoo aanhoudend aandringen over
wonnen, zeide
Hoor eens, Gianotto, gij verlangt
dat ik christen word ik ben bereid
het te worden, en ten bewijze wil ik
eerst naar Rome gaan om daar te zien
dien gij den Stedehouder Gods op
aarde noemt, en zijn levenswijze en
gewoonten, evenals die zijner kardi
nalen, gade te slaan. Welnu, indien
ze mij zóó toeschijnen dat ik, zoowel
door wat ik gezien als door wat ik
van u gehoord heb, overtuigd word
dat uw geloof beter is dan het mijne,
gelijk gij u zooveel moeite gegeven
hebt om mii aan te toonen, dan - zal
ik doen wat ik u beloofd heb. Zoo
niet dan blijf ik jood als tot nu toe.
Toen Gianotto dit hoorde, mishaagde
het hem zeer en zei hij bij zichzelven
Nu is alle moeite verloren, die' ik
meende zoo uitstekend besteed te heb
ben aan zijn bekeering. Want als hij
aan het hof te Rome komt en daar
het zondige, ontuchtige leven der gees
telijken ziet, dan zal hij eer, gesteld
dat hij reeds christen geworden ware,
zich weer tot jood bekeeren, dan van
jood christen worden. Zich tot Abra
ham wendende, zeide hij
Beste vriend, waarom zoudt ge
u die moeite geven en waarom zoo
groote onkosten maken om van hier
naar Rome te gaan nog ongerekend
de vele gevaren, waaraan een rijk man
als gij zijt, te zee en te land bloot
staatMeent ge dat hier niemand is
om u te doopen En als er nog eenige
twijfel bij u bestaat aangaande het ge
loof, dat ik u als 't ware aantoonde,
waar zijn er betere onderwijzers, wijzere
mannen in geloofszaken dan hier, die
u omtrent alle vragen die gij te oppe
ren wenscht zullen inlichten Het lijkt
me daarom overbodig dat gij dien
tocht maakt. Denk eens hoede prelaten
al zijn die gij hier hebt kunnen gade
slaan hoeveel te beter nog naarmate
zij dichter zijn bij den oppersten Her
der. En daarom volg mijn 'raad op,
spaar deze moeite voor een ander maai
als gij voor eenige zonde vergiffenis
wilt gaan vragen, dan reizen wij mo
gelijk wel samen.
Ik geloof gaarne, Gianotto, ant
woordde de jood, dat het is gelijk gij
zegt, maar kort en goed indien
gij van mij verlangt wat gij mij zoo
vaak gevraagd hebt, ben ik vast be
sloten, er heen te gaan; zoo niet, dan
komt er niets van.
Giannotto, zijn beslistheid bemer
kend zei: „Dan wensch ik u een voor
spoedige reis," en overlegde bij zich
zelf dat hij wel nooit christen zou
worden na het hof te Rome gezien te
hebben maar, daar hij er toch niets
bij verloor, onthield hij zich verder.
De jood steeg te paard en reisde
zoo vlug mogelijk naar Rome, waar
hij door zijn geloofsgenooten met eere
ontvangen werd. Zonder iets te zeggen
van het doel zijner reis, begon hij be
hoedzaam de levenswijze gade te slaan
van den Paus, van de Kardinalen, van
de andere geestelijken en van al de
hovelingen, en naar wat hij als
scherpzinnig man zelf waarnam en door
inlichting van anderen hoorde, bevond
hij dat allen, van den hoogste tot den
minste, zonder onderscheid op schan
delijke wijze door niet enkel natuur
lijke, maar ook tegennatuurlijke ontucht
zondigden, niet in 't geringste weer
houden door schuldbesef of schaamte,
terwijl de macht der lichtekooien en
schandjonkers om zich op een of an
dere wijze te bevoordeelen er van niet
weinig invloed was. Verder leerde hij
ze, behalve als wellustelingen, ten volle
kennen als gulzige dronkaards, als lie
den die met brute dierlijkheid meer
hun maag dienden dan iets anders.
Nog nauwlettender toeziende bemerkte
Men denke aan het pauselijk hof
in de middeleeuwen.
.U UUj-\ U iXiLUU ULVKJ UilUilU Uil JLJJ1A U
hij aller gierigheid en geldzucht, zoo
dat ze zelfs menschenbloed, ook chris
telijk, en goddelijke zaken, welke ook,
't zij tot offeranden of tot schenkingen
behoorende, voor geld kochten en ver
kochten, grootë zaken daarin drijvende
en met meer makelaars, dan er te Pa
rijs waren in geweven stoffen als an
derszins. Aan klaarblijkelijke simonie'2)
gaven zij den naam van „behartiging
van benoemingen" en aan hun onma
tigheid dien van „zorg voor levens
onderhoud," alsof God, laat staan de
beteekenis der woorden, de bedoeling
hunner zondige zielen niet kende, en
evenals de menschen door den naam
der dingen zich zou laten bedriegen.
Die zaken zelve met meer andere
waarover gezwegen wordt, mishaagden
zeer den soberen en zedigen jood.
Meenend genoeg gezien te hebben,
maakte hij het plan om naar Parijs
terug te keeren en deed zulks.
Zoodra Giannotto hoorde dat hij
terug gekomen was, ging hij, op niets
minder hoop hebbende dan op zijn
christen-worden, naar hem toe en fees
telijk waren zij samen. Dan, na hem
eenige dagen van rust gegund te heb
ben vroeg Giannotto wat hem docht
van den Paus, de Kardinalen en van
de andere hovelingen, waarop de jood
antwoordde
Het komt me voor dat ze allen
te zamen niets goeds van God te
wachten hebben, en ik zeg u dit omdat
kan ik mijn waarneming vertrou
wen daar noch vroomheid, noch
devotie, noch goede jwerken, noch
voorbeeldigheid in leven of in daden
bij eerig geestelijke te ontdekken zijn
integendeel schijnen mij daar de on
tucht, hebzucht, onmatigheid, en der
gelijke of nog ergere ondeugden
als dit mogelijk is dermate bij allen
in aanzien te wezen, dat Rome mij eer
een broeinest lijkt van duivelsche da
den, dan een kweekplaats van godde
lijke. Het lijkt mij of uw Herder en,
hem volgend, ook al de anderen met
al hun zorg, geest en gaven zich toe
leggen op het vernietigen of verdrijven
van den christelijken godsdienst, ter
wijl zij het fondament en de stut ervan
moesten zijn. En juist omdat ik niet
datgene zie gebeuren wat zij beoogen,
integendeel uw geloof bij voortduring
veld zie winnen en zijn licht al hel
derder schijnen, dien ik wel te erken
nen dat van uw godsdienst, waar
achtiger en heiliger dan eenige andere,
de Heilige Geest fondament en
stut wezen moet. Weshalve ik die,
2) Als slaven.
2) Handel in kerkelijke ambten.
halstarrig tegenover uw aandringen,
gee*n christen wilde worden, thans
voor niets ter wereld zou willen na
laten mij tot het christendom te bekee
ren. Laat ons dus naar de kerk gaan
om mij daar, volgens het voorschrift
van uw heilig geloof, te laten doopen.
Giannotto. die juist het tegenover
gestelde besluit verwachtte, was dit
hoorend meer dan ooit en uitermate
vergenoegd. Samen ging hij met hem
naar de Notre Dame en verzocht de
daar aanwezige geestelijken Abraham
te willen doopen, welke, dit Abraham's
verzoek achtende, het dadelijk deden.
Giannotto hield hem ten doop, noemde
hem Giovanni, en liet hem daarna
door zeer bekwame mannen op vol
ledige wijze in ons geloof onderrich
ten, hetwelk hij spoedig aanleerde. Hij
bleef steeds een goed en degelijk man,
vroom van leven.
Een uitverkoop te
Zaamslag'.
o
Te Zaamslag bestaat een groote
winkel, wel wat groot voor de plaats,
waarin worden verkocht rijwielen,
naaimachines, beddegoed, enz.
Op zekeren dag loopt in het dorp
het gerucht, dat de winkel wordt uit
verkocht, zonder dat dit bekend was
gemaakt door advertentie of billet,
en, doordat de een of ander een
koopje meende te hebben gedaan,
loopt het na een paar dagen zeer druk
om te koopen.
Naar mate meer koopers komen
stijgen voortdurend de winkelprijzen,
zoodat deze zelfs hooger zijn nu en
dan de gewone winkelprijs, het
gewone geval bij eiken uitverkoop
Omdat het gerucht nu eenmaal
ging dat goedkoop, en zelfs zeer goed
koop, werd uitverkocht, schenen er
schuldèischers te zijn die den uitver
koop niet vertrouwden en kwitanties
presenteerden.... die tijdens den uit
verkoop wérden voldaan.
Een week ongeveer nadat de uit
verkoop was begonnen worden de
winkeliers twee gebroeders fail
liet verklaard, en weder eenige dagen
later worden de gefailleerden gevan
gen genomen. Politiebeambten gaan
het dorp rond en trachten bij meer
deren de tijdens den uitverkoop ge
kochte goederen in beslag te nemen,
en deden dit bij enkelen. Die gefail
leerde winkeliers werden tijdelijk in
het arrestantenlokaal te Zaamslag in
arrest gesteldtegen den tijd dat zij
zullen worden verder gevoerd komen
vele nieuwsgierigen om die winkeliers