De Volkswil
ZIJ WAS IISUY1N.
BIJVOEGSEL
van
van 11 October 1913.
Van alles wat.
11 Feuilleton.
0—
Verpachte eilanden.
De Nigtingale-, Inaccessite- en
Cough- eilanden, alle bekend om hun
rijken voorraad Guano-mest, en Britsch
bezit, zullen door de Engelsche re
geering worden verpacht. De pachter
heeft het recht, den mest dier eilanden
te verzamelen en ook zeehonden en
walvischvangst uit te oefenen en, hij
verplicht zich, zonder eenige vergoe
ding, voor het post- en goederenver
keer naar de kleine kolonie op het
eiland Tristan d'Acunha zorg te dra
gen, waardoor die menschen eindelijk
eens met de bewoonde wereld in aan
raking zullen worden gebracht. De
verbintenis wordt aangegaan voor den
duur van tien jaar, terwijl offerten
voor December a.s. moeten zijn inge
leverd.
o
Mr. Bryan, de Amerikaansche Minister
van Buitenlandsche Zaken.
In Franfurt aM, doet een vermake
lijke anecdote over Mr. Bryan de
ronde. De Minister van Buiten
landsche Zaken van de Vereenigde
Staten van Noord-Amerika, den heer
Bryan, die tevens, het beroep van
varété-artist uitoefent, wandelde eens
met een gids door de stad Frank
furt. Plotseling bleef hij staan en op
het standbeeld van Goethe wijzende,
vroeg hij„Who is that fellow"
„Goethe" was het antwoord. Een poosje
moest Mr. Bryan nadenken, en toen
kwam er peinzend uit„We call him
Schiller in the State". De anecdote
heet historisch, doch doet wel wat
vreemd aan. Echter valt te bedenken,
dat diezelfde diplomaat bij eèn ver
blijf te Berlijn zich het verschil tus-
schen Duitschland en Pruisen moest
laten uitleggen.
o—
Alcoliolverbruik in Frankrijk.
Uit Parijs schrijft men onsHet al-
coholverbruik in Frankrijk is eenvou
dig enorm. De jongste statistiek geeft
„bedroevende" cijfers, zooals het in
de Parijsche boulevard-bladen heet.
In 1912 werd niet minder dan 29 pCt.
meer verbruikt dan het vorig jaar,
terwijl 1911 reeds 11 pCt. verschilde
met 1910. De jongste toename van
het alcoholverbruik is de grootste, die
men sedert de inwerking-treding van
de belasting op spiritualiën van 1911,
heeft geconstateerd.
Geen maaltijd verloopt er in Frank
rijk, of men gebruikt minstens een
bittertje om den eetlust op te wekken
O
Binnen korten of langen tijd zal hij
die Kreoolsche erfdochter tot vrouw
nemen, als niemand hem dat belet."
„Wie zou hem dat kunnen beletten
„Dat weet ik nietMisschien wel
zijn eigen trots. Er ligt namelijk, om
het u in korte woorden te zeggen,
iets raadselachtigs, iets verdachts in
het geheele gedrag van den grootva
der van 't meisje, van den man, die
het eenige levende «id van hare familie
schijnt te zijn. Er moet in zijn verle
den een geheim schuilen een mis
daad misschien waarvan de gevol
gen nog kunnen terugslaan op zijn
kleinkind en erfgenaam. De man leeft
in voortdurenden angst voor iets drei
gends, dat veeleer haar, dan hem
zelf betreft, het kind dat hij aanbidt
en vergoodt, zooals een oude gek dat
kan doen. Ik zoek, ik zoek naar licht
in deze duistere zaak en als Ik de
waarheid niet op het spoor kom, dan
zal dat waarlijk mijn schuld niet zijn.
O ik haat u Eulalia Rohan 1" riep zij
uit, terwijl zij hare vuisten balde en
er onheilspellend licht in hare blauwe
oogen flikkerde, ik haat u en de he
mel moge u genadig zijn, als gij ooit
in mijne handen valt
Den volgenden dag keerde Lucy
Sutherland tegen het vallen van den
en een glaasje voor de goede spijs-
verteering. Toch moet den veelbe-
schimpten Parijzenaars tot hun eer
worden nagegeven, dat het Departe
ment van de Seine in zaken alcohol-
verbruik niet bovenaan staat in de rij.
Wie zou hebben verwacht, dat die
deugdzame Normandiërs de kat in het
donker knijpen, m.a.w. dat Normandië
de rij opent?
—o
De langste kanaalbrug.
De brug over het Kaiser Wilhelm
kanaal bij Rendsburg, die met zijn
5000 M. het wereld-record van alle
bruggen slaat, zal in October a.s. ge
opend worden.
De bouw ervan heeft ongeveer 12
millioen Mk. gekost.
o
Ook een „plankenrot".
Na een langen, moeilijken doch
succesvollen loopbaan als medewer
ker aan vele Londensche theaters, zal
„Romeo" den 11 den October a.s. zijn
afscheidsvoorstelling geven. Romeo is
een ezel, niet een domoor, doch een
viervoetige ezel is klein en wit, en
is in Kaïro geboren. Op zeer jeugdigen
leeftijd, nu 39 jaar geleden, werd hij
door een schouwburgdirecteur van het
land van den brandenden zonneschijn
getransporteerd naar de stad van mist
en nevel, om opgeleid te worden tot
acteur. Ruim 600 maal is hij opge
treden om een lief landmeisje of een
bekoorlijke marketenster het tooneel
rond te voeren. En wanneer er in de
handen werd geklapt, dan wist Romeo
dat het applaus ook hem gold. Dan
schudde hij de kop, en nog grooter
werd het gejuich. Maar nu is Romeo
40 jaardat is heel oud voor een
ezel. Zijn gang is niet sierlijk meer,
en zijn oogen worden zwakker en
zwakker. Daarom gaat Romeo de
planken vaarwel zeggen. Het wordt
11 October een benefiet-voorstelling
ten bate van het Fransche Zieken
huis, waaraan ook Sarah Bernhardt
haar medewerking verleent. Men
spreekt er zelfs van, dat „la divine
Sarah" het dier tot zich zal nemen,
en het een kostelijken ouden dag zal
bezorgen.
o—
Een kostbare stier.
Te Palmira (Columbia) is onlangs
een groote landbouw-tentoonstelling
gehouden, waar de meeste groote
Zuid-Amerikaansche runderfokkers hun
beste beestjes naar toe gezonden had
den. De eerste prijs werd behaald
door een prachtige Argentijnschen
stier, die den naam Buenos-Aires ge
kregen heeft. Het ongewoon mooie
dier is nu verkocht tegen den prijs
van f81.600, een prijs, die nog nooit
één enkel rund voor zich liet betalen.
o
Do ontdekking van den Grooten of
Stillen Oceaan.
Vasco Nunez de Balboa, een vurig
Spanjaard, geboren te Xerez de los
Caballeros in het jaar 1475, die na een
jeugd van roekelooze verkwisting door
een groot aantal schuldeischers ver
volgd werd, trachtte in de Nieuwe
Wereld zijn vermogen te herwinnen.
Niet in staat, een overtocht naar het
pas-ontdekte Amerika te bekostigen,
sloop hij heimelijk aan boord van het
schip van Enciso, die een expeditie
naar 't vaste land van Midden-Amerika
zou ondernemen. Het plotseling ver
schijnen van den „blinden" passagier,
toen het schip reeds in volle zee was,
verraste den kapitein nu juist niet bij
zonder aangenaam. Enciso verwachtte
groote moeilijkheden met den Gou
verneur van Haïti, omdat hij het ver
voeren van personen, die door schuld
vervolgd werden, verboden had. De
overweging echter, dat men in den
flinkgebouwden, kloeken jongman een
zeer te waardeeren kracht bezat in den
strijd tegen de Indianen, deed hem
eindelijk met Balboa's tegenwoordig
heid genoegen nemen. Balboa, de in
tellectueel, de aristocraat van het bloed,
kon echter niet nalaten, zijn invloed
van meerdere op het scheepsvolk te
doen gelden. Hij wist hen met zijn
verhalen te boeien, en toen hij het
waagde, Enciso af te zetten, en zich
zelf het „presidentschap" van den
scheepsstaat aan te bieden, ontving hij
den steun van alle „onderdanen".
Enciso dwong men eenvoudig tot
terugkeer. Dit was de eerste van een
lange rij autoritaire handelingen/De
Spaansche Nederzetting Maria del
Antigua, die op haar oorspronkelijke
plaats niet leven en tieren kon, ver
plaatste hij naar de monding van de
Darien, hoewel dit gebied reeds ver
leend was aan den Spanjaard Nicuesa.
Toen deze van een expeditie naar de
binnenlanden terugkeerde, maakte Bal
boa er zich niets uit Nicuesa naar
Europa te zenden. Met z'n handje vol
scheepsvolk wist hij schrik en ont
zetting te brengen onder de Indianen.
Een paar bloedhonden verleenden
hierbij goede diensten. Eeuwenlang
hebben er onder de Indianen nog ver
dichte verhalen de ronde gedaan om
trent de vreeselijke roof- en bloed-
zucht dezer dieren. Met vaste hand
werd de Spaansche heerschappij in
deze streken uitgebreid. Toch was er
nog een werelddaad noodig, om Bal
boa te behouden voor een gerechte
straf voor de manier, waarop bij En
ciso en Nicuesa had behandeld. Een
vingerwijzing voor een dergelijke daad
ontving hij in verhalen over een
goudland, dat aan een zuidelijk
gelegen zee moest liggen.
Den eersten September 1513 brak
Balboa op van de kust aan de mon
ding van den Darien. Aanvankelijk
marcheerde men langs de Atlantische
kust noordwestwaarts, en sloeg men
later landwaarts in. Men was nu
slechts een 9 mijl van den Grooten
Oceaan verwijderd, terwijl het gebergte
zich niet hooger dan tot 700 M. ver
hief, doch het ondoordrongen oerwoud,
waar men zich het hout moest weg
hakken, omeen weg te banen, hield
de expeditie weken lang gevangen.
Bovendien ondervond men veel last van
de vijandige houding der Indianen.
Balboa had eindelijk 25 September
geteld, toen de gidsen meldden, dat
achter de bereikte berghelling zich de
zee uitstrekle. In volle vaart ging het
toen den berg op. Elk wilde de eerste
zijn. Eindelijk boven in het gezicht
van de wijde, wijde zeevlakte kwam
Balboa, de geweldenaar, zoo onder
onder den indruk, dat hij de knie
boog en een dankgebed ter eere van
zijn God uitsprak. Toen wenkte hij
de zijnen, en ook deze ruwe kerels
werden door den grootschen aanblik
zoo ontroerd en aangegrepen, dat zij
nederig en klein neerbogen en dank
ten. Juichend aanvaardde men daarna
den terugtocht. Den 29sten September
keerde Balboa weer terug, om met
wapperende vanen in naam des
Spaanschen konings van alle omlig
gende landen bezit te nemen. De zee
noemde Balboa Zuidzee.
Ontstemd over de behandeling, die
Nicuesa had moeten ondervinden, werd
Pedrarias de Avila benoemd tot stad
houder van de door Baboa veroverde
gebieden. Wel werd Balboa vice-
gouverneur, maar de Avila loerde op
een gelegenheid, Balboa te laten val
len. In 1516 werd de geniale
ontdekkingsreiziger na een gefingeerd
proces onthoofd.
o—
Het origineel van den Duitschen
Michel.
Nu in Engeland het John-Bull-
type ernstig bekritiseerd wordt, is
men in andere landen ook eens
notitie gaan nemen van z'n natio
nale karikatuur. In de Duitsche
Herald lezen we nu een artikel
over den Duitschen Michel. Het ori
gineel der karikatuur is, in uitzon
dering op zooveel andere typen, his
torisch. In 1574 werd in Wester-
Wald uit adellijke familie geborenlians
Michael Elias von Obentraut. Deze
man volgde een militairen loopbaaD
en was om zijn succes al heel spoe
dig in het leger bekend ah „der
Deutsche Michl. Hij vocht mee in
vijf verschillende godsdienstoorlogen
en stierfin 1628 op het veld van eer.
o—
Een oud-Germaansche schat in Italië.
Sedert eenigen tijd houdt Prof.
DalPOssos zich bezig met opgravingen
in een particulier grondgebied nabij
Filottrano. Het bericht van een groot
aantal oud-Germaansche graven, bij
deze gelegenheid gevonden, heeft reeds
algemeen opzien verwekt. De waarde
van hetgeen men totnogtoe ontdekte,
wordt echter belangrijk overtroffen
door het resultaat van de jongste
werkzaamheden. Op een diepte van
één meter stiet men eerst óp de over
blijfselen van een aantal reeds vergane
graven, doch iets lager stiet men op
een tiental nog absoluut ongeschon
den. De inhoud dier graven nu bood
een geweldige verrassingmen vond
niet minder dan eenige klompen zui
ver goud, prachtige bewerkte voor
werpen van massief goud, allerlei
zilver eetgerei, brons, barnsteen, alles
even kunstig en fraai bewerkt. Er
waren echte kunstproducten bij, zoo
als amphora-vazen met welriekende
essences, versierd met bloemen en
lynorramenten. Op een der amphora-
vaasjes was afgebeeld een te paard
zittende Theseus, die de Gorgo doodt.
Van zeer bijzondere waarde is een
plaket, dat de buste van een oud-
Germaansch godheid toontde godin
draagt een helm, met drie vleugels
versierdhaar rijke haardos valt in
prachtige golven van onder den helm
op den schouder neer. Deze teekening
herinnert aan de beroemde buste op
den grooten zilveren ketel van Gun-
desturp, die in het Museum te Kopen
hagen wordt bewaard dit kunstpro
duct, dat men nog niet geheel thuis
weet te brengen, toont nog meer
voorstellingen uit de Oud-Germaansche
mythologie.
—o
De oorsprrng der p'aneten.
De Amerikaansche Prof Lowel! heeft
eens studie geschreven over den oor
sprong der planeten. Hij komt tot drie
gevolgtrekkingen Ten zeerste, dat de
planeten zich gevormd hebben van
„verdwaalde stoffen," ten tweede, dat
elke planeet gevormd is door de uit
barstingen. uiteenspattingen dergelijke
van zijn naburige planeet, en ten der-
dej dat Jupiter de {allereerste is ge
weest, dus, om zoo te zeggen, de
stamvader van het planeet-geslacht is
te noemen.
o
Een ontzettend verschijnsel.
In alle landen van West-Europa
neemt met de beschaving of mis
schien is het alleen maar een dun
cultuur-vernisje de krankzinnigheid
toe, en wel in veel sneller tempo dan
het bevolkingsaantal stijgt. In Amerika,
in Zuid-Europa, ja zelfs in Oost-Azië
valt hetzelfde verschijnsel te consta-
teeren. Op het Geneesk. Congres te
Londen deelde de voorzitter van de
Sectie voor Psychiatrie mee, dat er in
1859 36000 krankzinnigen voorkwamen.
In 1913 was dit aantal schrik niet 1
eventjes tot 138000 gestegen. Dus
een toeneming van ongeveer 275 pCt.
En in dien zelfden tijd steeg de be
volking toch met meer dan 87l/2. pCt.
Statistici hebben berekend, dat wan
neer deze ongelukkige stijging voort
duurt, en de kans hierop is vol
gens de deskundigen groot in alle
„cultuur"-landenover 150 jaarde krank
zinnigen de overhand zullen hebben.
Met spot merken zij op, dat dit niet
zoo erg is. Krankzinnigen zullen dan
immers niet meer opvallen. Daaren
tegen zullen de menschen met een g e-
zond verstand als het ware abnor
maal zijn.
God geve, dat er nog verandering
komtHet zou te ontzettend zijn. Maar
onthoud dit: werk en rustl
avond te Maplewood terug. Er was
een diner aan huis, en de gasten wa
ren nog aan tafel.
Sara, de tweede meid deelde dit
nieuws aan miss Lucy mede, terwijl
zij haar thee bracht, en erbij, dat mr.
Rohan zich nog niet genoegzaam her
steld had gevoeld, om beneden te ko
men, doch dat miss Rohan wel aan
tafel verschenen was en er allerliefst
uitzag.
„'t Schijnt wel, dat iedereen in dit
huis, tot zelfs de knechts en de mei
den behekst zijn door die zwarte
oogen" dacht Lucy vol bitterhetd, ter
wijl de ondergeschikten met haar, met
Lucy Sutherland, nagenoeg als met
een gelijke durven omgaan.
Lucy dronk haar thee en at haar
geroosterd brood, maakte vervolgens
haar toilet en betrad de groote zaal
om de meesteres verslag van hare
zending te doen. Eulalia zat aan de
piano en zag er inderdaad bekoorlijk
uit in haar kleed van gele zijde en
met de fonkelende edelgesteenten om
hals en armen.
In de groote zwarte oogen was nu
een zweem van melankolie te lezen,
iets, wat tot nog toe het eenige kon
genoemd worden, wat aan hare stra
lende schoonheid ontbrak. En Lucy
haatte Eulalia, om die schoonheid, om
dat kostbare kleed en om die fonke
lende edelgesteentenZij gevoelde,
hoewel zij zelve een schoon en regel
matig gelaat bezat, dat de tropische
glans van de dochter uit het zuiden
haar tot een onbeduidend wezen
maakte en zij benijdde Eulalia Rohan
alles, met een jalouzie, zooals de eene
vronw slechts voor de andere kan ge
voelen, met eene jalouzie, die over
sloeg tot een hartstochtelijken haat,
omdat zij zich niet kon, of niet mocht
uiten.
Lucy deelde aan Mevrouw Suther
land mede, hetgeen zij te zeggen had,
en trok zich daarna terug in den duis-
tersten hoek der zaal, zooals het een
gezelschapsjuffer, die haar plichten
kent, betaamt. De anderen verdrongen
zich intusschen om de piano om toch
vooral in de nabijheid te zijn van het
schoone meisje, dat zou zingen en
spelen.
Philip Sutherland stond aan de spits
der bewonderaars, maar Arthur plaatste
zich nevens zijne moeder. Er waren
geen dames, bij wie hij zich behoefde
aan te sluiten en de piano was hem al
te zeer belegerd. De stoel van Lucy
was van dien der huisvrouw niet zoo
ver verwijderd, dan dat Lucy met ee
nige opmerkzaamheid niet zou kunnen
afluisteren wat moeder en zoon met
elkaar te verhandelen hadden en de
schijnbaar zoo nederige gezelschaps
dame schaamde zich niet om van de
gelegenheid een ijverig gebruik te
maken.
't Gesprek was in 't begin opper
vlakkig genoeg en Arthur verloor on
der het praten, de groep, die zich om
de piano had geschaard, geen oogen-
blik uit het oog.
„Hij heeft alleen oogen en ooren
voor haardacht Lucy. „Hij praat
wel over de hitte en het diner, maar
hij weet zelf ter nauwernood wat hij
zegt. Ik ben overtuigd, dat hij dade
lijk haar tot het onderwerp van het
gesprek maakt.
Lucy had gelijk. Arthur dacht alleen
aan Eulalia Rohan, zooals hij dat reeds
ettelijke dagen had gedaan, zonder
zich daarvan bewust te zijn. Hij was
echter in 't geheel niet van plan om
op haar verliefd te worden O neen,
in de verste verte nietHij was thuis
gekomen met het vaste voornemen,
om zich niet door zijn moeder te laten
bepraten tot het doen van huwelijks
voorstellen aan die rijke erfdochter en
toch liep hij met opene oogen, uit
eigen beweging, in de door zijne moe
der uitgezette val. Hij was boos op
zijn eigen zwakte, maar die boosheid
maakte hem niet sterker. Hij had ge
hoopt, dat mama het huwelijksvoor-
stel zou te berde brengen om dan met
zijn zwarigheden voor den dag te ko
men, die hij misschien gaarne door
haar wederlegd had gezien. Maar ma
ma deed niets dergelijks. En nu had
hij gewild, dat zij 't gesprek op miss
Rohan zou brengen, maar zij pra: t e
over allerlei dingen, behalve juis! over
datgene, wat al zijne gedachten be
zig hield en zoo moest hij zelf wel het
eerst uit den hoek komen.
„Hoe lang zou Mr. Rohan hier nog
blijven vroeg Arthur schijnbaar on
verschillig.
„Nog een paar maanden, denk ik.
Hij beloofde mij indertijd hier-den ge-
heelen zomer te blijven. Wij zullen,
als hij vertrekt, vooral Eulalia zeer
missen."
„Zij gaan zeker weer. naar Cuba
terug
„Dat is wel waarschijnlijk."
„Welk een stil leven moet miss Ro
han daar hebben," sprak Arthur na
denkend.
„Ja, een zeer stil, een zeer eentonig
leven, arm kind
„Arthur," en de dame zag plotseling
op en legde hare hand op de arm
haars zoons, „Arthur, waarom moet
miss Rohan naar Cuba terugkeeren
„Ha zoodacht Lucy Sutherland,
terwijl zij hare lippen vast aaneen
sloot. „Zij begint al met toespelingen
te maken
„Waarom zij naar Cuba moet terug
keeren, mama" herhaalde Arthur, ter
wijl hij niet kon verhinderen, dat zijn
hart onstuimig begon te kloppen en
dat zijn wangen rood werden. „Ik be
grijp u niet. Waarom zou zij niet te
rugkeeren Zij hoort immers op Cuba
thuis."
„En toch zeg ik waarom moet miss
Rohan terug en ik blijf daarbij. Ik
heb er niets tegen, dat Eulalia naar
Cuba gaat, als zij 't maar doet als
mevrouw Arthur Sutherland
„Maar mama
„O, o, Arthur I" lachte mevrouw
Sulherland, hoe goed weet ge uw rol
als verraste te spelen. Geloof toch
niet, mijn jongen, dat ge mij daarmede
misleiden kunt Het is niet de eerste
maal, dat gij, dit voorstel hoort. Uw
eigen hart heeft het u dikwijls genoeg
toegeroepen en het eenige, waarover
ik mij verwonder, is dat ge zoo aar
zelend te werk gaat. Ge behoeft im
mers slechts de hand uit te strekken,