Flick's
Cacao
No. 208.
Zaterdag 30 Augustus 1913.
4e Jaargang.
Gewestelijk eu Algemeen Weekblad te Hulst.
Richting: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van
persoon of partij.
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG.
Gentschestraat C 7 te Hulst.
w?
Stichter: H. A. van Dalsum.
Bierkaaistraat A 28 te Hulst.
Gentschestraat B 4 te Hulst.
lie Kabinetscrisis
opgelost.
©pen Brief.
ER IS
de allerbeste.
liardinaal van Rossum
DE VOLKSWIL
REDACTIE:
Abonnement per drie nunuden
NEDERLANDf 0.50.
BELG1Efr 1.20.
ANDERE LANDEN f 0.80.
- Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - -
Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven.
Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voorden inhoud
van het Yrije Woord en voor dien van Advertentiën.
ADMINISTRATIE:
DRUKKER IJ:
Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur.
Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing
belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25.
O
Het nieuwe ministerie.
Volgens een mededeeling van het
persbureau Vas Dias, zal het nieuwe
ministerie als volgt zijn samengesteld
Binnenlandsche Zaken mr. P. W.
A. Cort van der Linden, kabi
netsformateur.
Buitenlandsche Zakenjhr. dr. J,
Loudon, buitengewoon gezant en
gevolmachtigd ministerie bij de regee
ring der Vereenigde Staten.
Financië.iA. E. J. B e r 11 i n g,
directeur der registratie en domeinen
te Leeuwarden.
Justitie: mr. B. O r t, advocaat-ge
neraal bij den Hoogen Raad.
Marine: kapitein-ter-zee J. J. Ram-
bonnet, commandant van de
„Evertsen" te Nieuwendiep.
Oorlog: N. Bosboom, gep. kQ-
lonel der artillerie, lid van de „Leger-
commissie."
Lanbouw, Nijverheid en Handel
prof. mr. M. W. F. Treub.
Waterstaatdr. C. L e 1 y, oud-mi-
nister van Waterstaat.
Koloniën mr. Th. P 1 e y t e, oud
advocaat te Semaraug, voorzitter van
den Raad voor de Scheepvaart.
Wij maken bij deze mededeeling de
volgende opmerking:
De heer prof. mr. Treub was Ka
merlid voor Assen, maar, wegens het
concentratieprogram van Staatspensi
oen stelde hij zich dezer, zomer daar
voor niet meer beschikbaar, omdat hij
dit Staatspensioen niet mogelijk
acht, en hij. dit wetende, zijn naam
niet wenschte te verbinden aan een
stembusbedrog.
Hij was indertijd redacteur van het
Sociaal Weekblad, dat toch zeker wel
vooruitstrevend was, en daarin schreef
hij op blz. 34 van jaargang 1900
„Het stelsel van ouderdomsverzekering
„voor den ouden dag van den Bond
„(Bond van Staatspensioen) is geen
„ernstige bestudeering en weerlegging
„waard, is geen stelsel maar een
„paskwil, is een van alle gezond ver
stand ontbloot plan."
Op de vergadering van den Vrijz.
Democr. Bond van November 1911 hield
de heer Treub nog een betoog over
staatspensioneering, dat deze in
Nederland zonder bijdrage van
belanghebbenden niet te bereiken is,
en zijn betoog maakte zoodanigen
indruk, dat met 48 tegen 16 stemmen
bevestigend werd geantwoord
op de vraag, of men voor een recht-
streeksche bijdrage was van belang
hebbenden boven een zeker minimum.
En als, ondanks dit besluit, deze
zelfde Bond toch mede ging doen aan
de Concentratie tot program Staats
pensioen had hij genoeg van de
stembuspolitiek.
Zou iemand gelooven, dat de heer
Treub, als Minister, wel Staatspensi
oen wil, wat hij in 1900 noemde een
paskwil, in 1911 en 1913 noemde een
finantieele onmogelijkheid voor Ne
derland, hij die leert, dat geen goede
politiek mogelijk is zonder goede fi-
nantien
Als Minister van Justitie zal optre
den de heer Ort, advocaat-generaal
bij den Hoogen Raad. Deze heeft in
dit zijn ambt steeds op de bres moe
ten staan voor de juiste toepassing
der Nederlandsche wetten, en zou zoo
iemand om stembuspolitiek medewer
ken, om de sociale verzekeringswetten
niet te doen uitvoeren om ze door
staatspensioen te vervangen
Wij schreven in no. 196 van 14
Juni, op den vooravond van de Ka
merverkiezing de belofte lot Staats
pensioneering van de politieke partijen
is volksbedrog, en dat, al zou links
60 stemmen krijgen en rechts 40, dan
kwam er nog geen staats
pensioen.
Vrienden namen ons onze openhar
tige gedachte kwalijk, omdat dit ons
stemmen zou moeten kosten, en we
gens deze onze houding wilden de
kiezers van Zuid-Beveland, die overi
gens we! met ons mede wilden gaan,
van ons niets weten, maar wij hebben
gezegd dat wij, altijd eerlijk man ge
weest, niet oneerlijk wilden worden
om Kamerlid te worden.
Onze vrienden zullen zich den naam
van professor Treub herinneren uit de
Volkswil no 177 van 8 Februari 1913,
waarin zijn opgenomen de stukken in
de zaak van de Kamer van Toezicht
op de notarissen te Middelburg, waar
onder zijn brief dat, als deze ons
wegens ons doen wilde straffen, zij
zou handelen èn tegen de letter èn
tegen den 'geest der wet.
Gelet op de namen van het nieuwe
Ministerie zeggen wij met één woord
onze gedachte: het zal zijneen Links
Ministerie, dat zich niet ge
bonden acht doordeLink-
sche stembusleuzen 1913.
Het staat daardoor op een zuiver
standpunt, dit zuivere standpunt zal
zijn zijn kracht, en dit standpunt is
er een, dat j u i s i past op den tegen-
woordigen politieken toestand.
Onder de nieuwe Ministers is geen
enkel Kamerlid, en ook geen enkel,
die aan de stembuspropagauda van
dit jaar een actief deel heeft geno
men.
Het nieuwe ministerie heeft alzoo
jegens de- Kiezers en de Kamerleden
het recht, jegens' de Koningin door
te willen zijn een extra parlementair
ministerie de plicht, van te zijn een
o n p a r t ij d i g ministerie.
Zal het dit ook zijn in de praktijk,
dan staat het op het siandpunt van
artikel 7 Grondregelen Volkswil„ln
„zake algemeene tijdelijke belangen
„erkent zij burgers, geen partij- of
„geloofsgenooten." En hierdoor zal
het komen op den weg van art. 8
dier Grondregelen „In zake politieke
„aktie leert zijlaten we door de
„daad elkander wat waardeeren."
Wij voor ons wachten kalm af, wij
zullen zoodra we daarvoor den tijd
gekomen achten, ons wegens het aan
ons door de burgerlijke Overheid ge
dane onrecht tot het nieuwe ministerie
wenden om recht, en dit in het ver
trouwen, dat wij dan niet meer zullen
moeten schrijven „dit alles is geschied,
opdat de gedachten van velen zullen
openbaar worden", waarop steeds een
straf van Gods hand volgde direct of door
den Volkswil, maar dat wij dan zul
len kunnen schrijven er is in Neder
land dus weder recht te krijgen. Dit
zal zijn de eer van het nieuwe ministe
rie en de waarborg voor zijn duur.
Aan den Heer
Louis van WaesbergheHulst
Mijnheer
Ik acht mij verplicht U te schrij
ven. en wel om deze reden.
Sedert ruim 10 jaar, kort nadat
ik hier woonde, had ik een vaste
plaats in een van de heerenbanken
onzer R. K. Kerk, en in al die
tien jaar bleet ik steeds alleen in
mijn bank, alsof de plaats naast
mij was besmet, let wel, van af
den eersten dag. En ik gevoelde
zeer wel de beleediging, die mij
daardoor in de Kerk zelve werd
aangedaan.
Tegen den eersten Juli 1913 zegde
ik mijnplaat8in de kerk op en wel
eenige weken te voren met de be
doeling, mijn plaats te blijven inne
men doch, in plaats van de vaste
som, dan telkens te betalen wat ge
bruikelijk is.
En ziet, den eersten Zondag na
dat ik mijn plaats had opgezegd,
krijg ik iemand die naast mij plaats
neemt, en wel U, doch U verlaat
onder de preek de bank en gaat
naar eeD andere bank om daarmede
publiek te kennen te geven, dat U
niet naast m ij w i 1 d e z i t-
t e n, terwijl U vóór dit oogenblik
achter mij leunde en bleef staai,
om Diet n a a 8 t raijteknie-
1 e n.
Dit ging zoo eenige weken door,
doch ziet, op Zondag '24 Augustus
lag op mijn oude plaats een geheel
nieuw kussen van den heer Frans
Verstraeten, terwijl mijn oud kussen
lag op de plaats daar naast, welke
laatste plaats ik innam. En U nam
in mijn oude plaats, en herhaalde,
publiek de d iad van dien eersten
Zondag.
Maar nu was mij ook duidelijk
geworden, dar. de heerenbank, die
tieD jaar lang besmet 6cheen toen
ik van een der twee plaatsen huur
der was. nu opeens twee nieuwe
huurders heeft gekregen, waarvan
natuurlijk het doel was, o m m ij
om u uit d i e lb a n k te ver-
jagen
Natuurlijk hindert dit mij niet,
maar ik heb hier toch willen con-
stateeren den geestestoestand van
het vrome kerkbestuur van Hulst,
dat bestaat uit Uw broeder, den
heer Ambtsrapport, den vromen heer
Maertens en den vromen heer deken
Brouwers.
En tevens hier willen vastleggen
den geest die sommigen tot in het
kerkgebouw onder den Heiligen
Dienst bezielt tegeu mij
Ik deel U nu bij deze mede, dat
ik in mijn oude bank niet. meer zal
plaats nemen, daar er voldoende
andere plaatsen zijn, zoodat U, als
U voortaan in die bank plaats
neemt, niet meer zal behoeven te
staan, maar zult kunnen knielen en
zitten, en ik schenk U mijn kussen,
dat ik daar achter laat voor Uw
gebruik
Achtend
H. A. VAN DALSUM.
O
Wij namen hier over den open
brief, door Kardinaal van Rossum
geschreven op den dag, waarop hij
ons land weder verliet om over
Belgie naar Rome terug te keeren.
Wij wenscben één woord er van
te zeggen, en het is ditde Ka
tholieken in Nederland zyn wel sterk
in het openlijk belijden van hun
geloof, maar niet allen van deze
beiyders leven naar hun geloof,
voor velen is het slechts een uit
hangbord om te bedekken hun le
venswijze.
En een tweede woord dat alles
onder de katholieken geschiede in
liefde, wordt door de kerkelijke over
heden in Nederland zóó opgevat
dat zij onder de lieide niet ver
staan de liefde tot de gerechtigheid,
en dit, hoewel ook zij wel kennen
het eerste woord van het eerste boek
der Wijsheid Hebt de gerechtig
heid lief, gij regeerders der aarde.
En Kardinaal van Kossum heeft zelf
niet willen bewijzen, tijdens zijn
verblijf in Nederland, door de daad,
dat hem dit laatste woord bekend
is. Wij hebben hem gevraagd, bij
een brief van 7 Augustus 1913,
om ons te Witfem een onderhoud
te willen verleenen wegens onze
zaak, en hij is den 23 Augustus
van daar vertrokken zonder ons te
antwoorden, of wij zouden worden
ontvangen.
kk\ mm
KATHOLIEKE L\\l)GE\00TEJ.
Op het punt den Vaderlandschen
bodem weer te verlaten, is het mij een
behoefte des harten, nogmaals een en
kel woord tot U allen te richten.
Met gevoelens van den diepsten
eerbied en van de heiligste vreugde
hebt gij mij overal ontvangen en be
groet. Gij hebt in mijn nederigen per
soon gezien en vereerd den vertegen
woordiger van Hem, die als opvolger
van den H. Petrus door God gesteld
is, om de Kerk van Christus te be
sturen. Den Opperherder zeiven in uw
midden niet kunnende ontvangen, hebt
ge voor mij gedaan, wat ge voor Hem
zoudt hebben willen doen. Zoo hebt
ge van mijn reis door het Vaderland
een zegetocht gemaakt, 't Was een
ware wedijver tusschen steden en dor
pen en vlekken, om aan die gevoelens
op schitterende wijze lucht te geven,
't Werd een algemeene, oprechte,
grootsche, machtige betuiging van ge
loof, van liefde voor de H. Kerk, van
verknochtheid aan den H. Stoel, het
door God gestelde middelpunt der
christenheid, van Jezus' Plaatsbekleeder
op aarde. En duizenden van hen, in
wier midden of nabijheid de Kardinaal
niet kon verschijnen, stroomden toe,
om deel te nemen aan de algemeene
betooging, of gaven schriftelijk getui
genis van hun blijde deelneming.
Een innige, overgroote troost zal het
zijn voor het vaderhart van onzen be
minden Opperherder Paus Pius X, als
ik Hem straks van al die betoogingen,
van al die blijken, groote zoowel als
kleine, zal verhalen.
Voor alles, dierbare Landgenooten,
wat ge in deze dagen voor mij hebt
gedaan, breng ik U opnieuw mijn in-
nigen, hartgrondigen dank. Innige zie-
levreugde en blijde, onuitwischbare
herinneringen draag ik er van mede.
Uw geloof en uw godsdienstig leven
zullen U immer blijven een rijke bron
van waar geluk, van zielerust en tevre
denheid. Trouw aan uw Geloof en
uwen Godsdienst, zult ge ook altijd
trouw zijn aan Vaderland en Vorsten
huis. Hoe beter katholiek, hoe beter
onderdaan van onze geëerbiedigde en
beminde koningin Wilhelmina, hoe
hechter steun voor haar Troon, haar
Huis en voor het Vaderland. En terwijl
ik U, mijne Katholieke Landgenooten,
mijn dank herhaal, is het mij een be
hoefte dien dank ook op nieuw uitte
spreken jegens de andersdenkende
medeburgers. Niet weinigen sloten zich
aan, om mede hulde te brengen aan
hun landgenoot, dien niet alleen de
Paus, maar ook de Koningin zoo hoog
hadden geëerd Allen gaven minstens
door hun houding blijk van eerbied en
welwillendheid. Ook aan hen allen mijn
oprechten dank den goeden God bid
ik voor hen, dat Hij hen alle zegene
en tot de waarheid geleide.
Scheidend roep ik U allen nog de
woorden van den Heiligen Apostel
Paulus toe „V i g i 1 a t e, s t a t e i n
fide, viriliter agiteetcon-
fortamini. Omnia vestra in
caritate f i a n t. 1. Cor. 16,13,14.
Weest waakzaam, in uw ge
loof en uw godsdienstig leven geen
schade te lijden; waakt vooral over
uwe kinderen, opdat ze in uw voet
stappen tredend, oprechte Katholieken,