Mengelwerk. Jeremias Mbaki. machine-gewapend, de binnenlanden van Afrika in te trekken. o Zigeuner lijfspreuken. De Heer P. Schmidl te Berlijn heeft eenige typeerende zigeunschespreuken verzameldAls je vrouw mzie met je maakt, dan heeft ze iets op haar geweten. Muziek is een schoone kunst, en een vuil handwerk- Als God zijn pijp stopt, doet de duivel een uitvinding. De beste slaapt komt voor middernacht. Waak dus als de menschen goed slapen. Pijn houdt op als je er niet meer op let. Als je morgen te eten hebt, is van daag je dag goed. Zoolang de dominee je alles afkoopt, ben je nog eerlijk man. Goed staan is beter dan goed klimmen. Wie langzaam uit zijn bed komt is vlug in de kleeren. Geef je huis niet weg, voor je een doodkist hebt. Wie de menschen dom weet te hou den. die is nog eens een knap man. O— Hij kon dertien jaren tellen, toen ik hem voor het eerst zag. Met drie maniok-wortels in het haar, een dunne rotting in de hand, volgde hij op zijn doode gemak de kara vaan op den weg naar Diosso Het gloeiende zand brandt onder de voeten het weerkaatsende licht is zoo scherp, dat het niet verlicht, maar verblindtmen gaat elkander voorbij zonder te groeten, men vlucht Kijk, Monseigneur, daar hebt u Mbaki de zoon van die zieke vrouw uit Mbondo, schreeuwt achter mij een christen uit Mbinga „Waar?" Hij gaat zoo juist voorbij." „Roep hem vlug.* Drie maanden vroeger had men mij raeds medegedeeld, dat er te Mbondo een vrouw de slaapziekte had. Maar hoe bij haar te komen In het geheele dorp woonde niet één christen, had ik niet één vriend De ouders waren hardnekkige af godendienaars, de jongeren leefden slechts voor spel en dans. Met het heele volk was niet veel te begin nen. Maar deze jongen, zoc dacht ik, kon mij wel van dienct zijn; hij was immers de zoon der zieke vrouw. Mbaki, is je moeder ziek Ja, zij is wei erg ziek -Hou je veel van je moeder Ja. Wil je, dat zij gelukkig zal zijn O ja, ik zou het wel willen maar hoe zou ze, ze gaat immers sterven. eenige fauteuils geschaard met groen laken bekleed en dus geheel in har monie met de gordijnen, het tafelkleed en het vloertapijt, die allen van de zelfde kleur waren. Nauwelijks hadden de beide heeren plaats genomen of ze stonden weder op bij 't geruisch van een zijden kleed en in 't volgend oogenblik vertoonde zich een dame, eene blonde, deftige en schoone dame, met zachte, regel matige trekken, fijne, dunne lippenen groote, helderblauwe oogen, een dame, die reeds vijf en veertig jaren telde en er minstens tien jaren jonger uit zag. Zij was zeer elegant gekieed en tegelijk met haar komst verspreidde zich een aangename bloemengeur door dé bibliotheek. De dame zag de be zoekers aan en met een kreet van on gehuichelde blijdschap vloog zij Arthur Sutherland om den hals. „Mijn lieve, beste jongenMijn goede ArthurZijt ge dan toch ein delijk terug „Ja, ja, moedertje-lief, daar ben ik weerIk ben hartelijk blij, dat ik weer 't huis ben i" Zij geleken veel op elkander, moe der en zoonzij hadden dezelfde hooge gestalte, zij vertoonden hetzelfde blonde, Germaansche type, maar de hoogmoedige, ietwat strenge oogop slag der moeder was bij den zoon door een vriendelijker en vroolijker blik vervangen. Na de eerste omhel zing hield de moeder haar zoon op armslengte van zich af en zeide met opgetogenheid „Ge zijt grooter en voller geworden Mbaki, na dit leven, komt er een ander, waarheen je moeder gaat. En in dat toekomstig leven, dat nooit zal eindigen, moet je moeder gelukkig zijn. En wat moet ik daarvoor doen Leg je hand in de mijne en luister Je telt zooveel dagen als je vingers aan deze hand heht en op den laatsten dag kom ik je opzoeken in je dorp Dan moet je mij jbij je moeder brengen en je moet haar aansporen aandachtig naar mijn woorden te luisteren. Dat is dus afgesproken, Mbaki Ja. Hier, dat is een medalje voor je en tracht nu gauw de karavaan weer in te halen. Maar vergeet niet den vastgestelden dag. Begrepen. En Mbaki snelt heen, terwijl hij lustig met zijn rotting zwaait. Vijf dagen na dit onderhoud be geef ik me naar Mbondo. Tegen negen uur 's morgens kom ik er aan. Ik groet de lieden, die ik er ontmoet, en tracht Mbaki op te sporen maar hij is nergens te zien. Zoo zoo, denk ik. Dat is er al weer een, die me heeft bedrogen, zooals zoovele anderen. Gelukkig ben ik reeds lang aan dergelijke teleurstellingen gewoon. Ik begeef me naar het dorpshoofd en vraag hem waar Mbaki is. Hij is ter vischvangst in de Lulaia-kreek Zoudt u hem kunnen laten roepen. Ik moet hem spreken. Vijf minuten later komt hij aun- geloopen, stralend van vreugde. I-Iij drukt mij de hand net als een man, Ben je me dus vergeten vraag ik hem. Hij schudt ontkennend en geeft me een teeken om hem te volgen. Hij leidt me midden in het dorp achter de woning van het opper hoofd. Daar gaat hij recht naar een hut. knoopt de liaan los, die den ingang afsluit, opent de deur, leidt me binnen en zegt„Hier is moe der Een nieuwsgierige menigte is ons op den voet gevolgd. „Waarom toont bij zijn moeder aan den mission- naris murmelt men hier, in ons dorp is nog nooit iemand gedoopt. „Mbaki is vrij zijn moeder te too- nen aan wien hij wil* zegt men daar en een gefluister van instem ming loopt door de menigte. Mbaki is intusschen naar zijn moeder gesneld. Hij knielt bij haar in de drie jaren, dat wij elkander niet gezien hebben. Het reizen heeft u goed gedaan. Ik kan niet zeggen, mijn lief kind, hoe gelukkig ik mij gevoel van u weder bij me te hebben." „Duizendmaal dank voor uwe harte lijke ontvangst, mamaatje-lief, maar hebt ge ook niet een enkel woordje over voor mijn metgezel De dame wendde zich haastig om. Zij had den verren neef geheel over 't hoofd gezien bij 't geluk van haar zoon weder in de armen te kunnen sluiten. Dokter Sutherland trad voor waarts met een diepe buiging voor de blonde dame. „Philip Sutherlandsprak zij la chend en reikte daarbij hare hand aan den jongen geneesheer „Het is mij aangenaam u weder eens op Maple- wood te zien." Phil betuigde zijn dank voor het vriendelijke woord en drukte zijn blijdschap uit, dat hij de lieve gastvrouw altijd even. schoon en even jeugdig mocht wedervinden. „Dadelijk met kom plim entjes," lachte de dame, die toch eigenlijk niet ongevoelig was voor dien lof. „Hebt ge 't onzin praten in New-York nog niet afgeleerd, Philip En zich tot haar zoon wendende „Hebt ge al gegeten, Arthur?" „Ja, mama. Te Portland. Ge hebt, zoo ik hoor, van daag eenige gasten aan uw disch „Och, alleen overste Madisor met zijn vrouw en de eerwaarde heer Long met zijne dochter. Wilt ge niet naar uw kamer gaan en e'jn weinig toilet maken Kom daarr ia in 't salon bij neer, en ondersteunt haar onder de armen, om haar op te richten. De uiterst zwakke zieke is een ge raamte gelijkzij is echter in wa kende toestand en zonder al te veel inspanning kan zij mijn onderrich ting volgen. Daar zij zorgvuldig op mijn komst schijnt voorbereid, luis tert zy met alle aandacht naar mijn woorden. Sluimert zij nochtans een oogenblik in, dan schudt de kleine ziekenoppasser haar zachtjes wakker en maant haar: „Moeder, wordt wakker, hoort ge wel, wat Mon seigneur zegt Overweeg al zijn woorden met zorg in uw hart/ En de arme moeder fluistert want luid sprekenokan zij niet meer: „Ik luister, ik beaam het, ik ben zoo gelukkig Dikwijls heb ik vreugde gesmaakt, bij de uitoefening van mijn heilig ambt aan het bed van lijders aan slaapziekte, maar nooit heeft mijn hart meer vol doening ondervonden dan ditmaal, Nooit zal ik dat tooneel vergetende moeder in de armen van haar zoon, die haar opwekt, God van ganscher harte te beminnende missionaris, het kruis in de hand, geknield voor haar; daarachter een nieuwsgierige menigte aan wie geen enkel woord, geen enkel gebaar ontgaat van het tooneel, dat zich voor haar verbaasde blikken afspeelt. Zoo'n schouwspel grift zich met levendige trekken in het priesterlijke hart. Toen de onderrichting geëindigd was, ging ik over tot de toediening van het H. Doopselen, terwijl de reinigende wateren over het hoofd der zieke vloeiden, was het me of de Hemel zich boven ons opende en de geheeie hut overstroomde met een hemelsch licht. Maar alles heeft een einde hier be neden. Ik hing haar een medailje der Onbevlekte Moedermaagd om den hals en nam afscheid van de nieuw-be- keerde, na nog een laatste maal haar gedachten tot God verheven te hebben. Mbaki vergezelde me naar mijn nachtverblijf, dat het dorpshoofd be reidwillig ter mijner beschikking had gesteld. Mijn kind, je bent een brave jongen, zei ik tot hem. En na hetgeen je nu verricht hebt, mag je niet lan ger heiden blijven je moet christen worden. Kom in de Missie van Loango de onderrichtingen volgen, om je de genade des doopsels waardig te ma ken. Ik zou niets liever willen, maar ik moet hier blijven, om mijn moeder op te passen. Je hebt gelijk. Blijf bij je moe der. Verzorg haar met al je kinder lijke liefde en toewijding tot aan haar dood. Maar daarna reken ik op je. Ik beloof het U. Veertien dagen later, den 12den Juni 1909, verschenen twee kinderen in de Missie. Het was Mbaki met een klei nen kameraad, dien hij overgehaald ons. De heeren zitten nog onder een glas wijn. Gij zult uw eigen kamer zoo goed in orde vinden ais ze drie jaar geleden was, toen gij haar ver liet en Philip heeft ook dezelfde lo geerkamer van vroeger!" „Onder de hanebalkenbromde Philip voor zich zelf. „Ja mijn kamer weet ik wel mevrouw. „Ik zou toch eerst gaarne Augusta zien, mama, zei Arthur. „Toe laat ik haar even roepen." „Daar ben ik al riep een schelle meisjesstem. De deur vloog open en eene jonge dame stormde het vertrek binnen, die den laatsten spreker om den hals viel en hem kuste dat het klapte. Bedoelde jonge dame was ze ker een min of meer dartel ding en hoewel zij de blauwe oogen en het blonde haar der Sutherlands had, was haar guitig wipneusje geheel in af wijking met den tradioneeien vorm van dil lichaamsdeel in 't geslacht van Sutherland. Behalve gezegd wipneusje hadgde jonge dame onk van de overige familie door laag voorhoofd en een paar bolronde blozende wangen, die haar meer het air gaven van een land meisje dan van een aristokratische jonkvrouw. Maar niettegenstaande die afwijkingen of wel juist daardoor vertoonde zij zich als een aanval lig, vroolijk kind. „Nu, nu, Gu ty, druk mij niet dood met a! uw hartelijkheid!" lachte haar broeder, die zich maar niet van hare omhelzing en haar kussen wist te be vrijden. Laat me u eens goed aanzien Lieve hemel, kind, wat zijt ge dik ge had, om hem te volgen hij had woord gehouden en was bovendien getrouw gebleven aan zijn functie van apostel. Tien dagen vóór zijn vertrek was zijn moeder gestorven. Hij had haar zijn laatste diensten bewezen. Daarna hield hem niets meer terug in Mbondo. De Missie zou voortaan zijn familie en zijn woonplaats uitmaken. Van zijn opname af in het gesticht der H. Kindsheid kon men hem onder de beste leerlingen rekenen. Verstan dig, leerzaam, zacht, goede makker, in alles viel hij zijn meesters in het oog. P. Pelé, zijn directeur en biecht vader, Br. Saturnius die belast was met het toezicht over de kinderen, Br. Meslanus, zijn onderwijzer, de inlandsche Br. Jozeph, in één woord, allen, die hem gekend hebben, waren vol lof over hem. Dit kind, zei Br. Sarturnius, heeft iets wat andere kin deren niet hebben. En dat wat hij bezat boven andere kinderen, was vol gens mij een moeder, die van den hoogen hemel uit over hem waakte. Den 14den Augustus, daags voor Maria Hemelvaart, werd Mbaki ge doopt en kreeg den naam van Jere mias. Eenige dagen na zijn doopsel had hij reeds gelegenheid de rol van nieuw-bekeerde te vervullen. Een tante van hem te Mbinga was aange tast door de slaapziekte. Het geval was ernstig; zij kon eiken dag ster ven. Het brave kind haastte zich, om mij zijn verdriet te komen mededeelen. „Welnu mijn kind, zoo sprak ik tot hem, wij vertrekken onmiddellijk. Jij wil me wel helpen, zooals je me bij je moeder hebt bijgestaan, en daar we haar lichaam niet kunnen redden, laten we tenminste trachten, haar ziel ge lukkig te makenJeremias zal zeker niet minder zijn dan Mbaki." We ver trokken. De tante behoorde tot een aanzienlijke familie. Ik betrad met Jere mias de woning der zieke en na een passende voorbereiding, doopte ik haar tot aller tevredenheid. Vervolgens trok ik me terug, maar liet Jeremias achter en belastte hem met de taak, op zijn manier rondom zich heen aan het zielenheil te arbeiden. Hij deed het met succes. Toen ik een poosje later te Mbinga terug keerde, om zijn onderrichtingen aan te vullen, kon ik spoedig twee nichten van Jeremias, die voor het eerst in hun leven van godsdienst hadden hooren spreken, zuiveren in de wateren des doopsels. Zij ontvingen de namen Antoinette en Apolline en op 't oogenblik zijn zij beiden ijverige christinnen. Jeremias deed den 7 Mei 1911 zijn eerste H. Communie. Met nauwgezet heid van geweten bereidde hij zich voor tot deze verheven daad. Na de plech tigheid kwam hij me om een herinne ring aan dezen schoonen dag verzoe ken. Daar hij een beetje schroom vallig was, sprak hij gewoonlijk wei nig maar dien dag beschreef hij me openhartig zijn geluk. En al had hij dat ook niet gedaan, dan zou ik het gemerkt hebben aan den gullen glim lach, die op zijn gelaat lag. Het was duidelijk, dat hij Onzen Lieven Heer waardig had ontvangen in zijn rein hart. worden „Zoo Weet ge anders niets te zeg gen Ben ik dik geworden Ei, ei riep miss Sutherland op een min of meer scherpen toon. ,,'t Verwondert me, dat ik dat in den gang niet reeds van u moest hooren Phil Suther land, hoe gaat het met u Ik wist, dat gij verteerdet van verlangen om hierheen te komen en daarom heb ik u maar geïnviteerd." Philip stamelde een paar woorden van dank en legde daarbij eenige ver legenheid aan den dag, die hem in tegenwoordigheid van zijn schalksche nicht, helaas, maar al te dikwijls over viel. Het nichtje zelve sloeg daarop weinig acht. „Zou 't niet beter zijn mama," vroeg zij, „dat ge naar de salon terug gingt Die vreeselijke overste Madison is alweer bezig een stevig glas wijn te drinken en verveelt mij dood met zijn ellenlange verhalen, a!s gij er niet zijt om hem te woord te staan, Ik ken nu letterlijk niets vreeselijkers dan Jie geschiedenissen uit Mexico en de op somming van al de heldendaden, die de dappere man daar bedreven heeft. Eulalia kan den overste ook niet uit staan en ik begin altijd te gapen, als hij mij tot zijn prooi heeft gekozen. Ge kunt er verzekerd van zijn, dat hij later aan zijn vrouw vertelt, dat ik het onopgevoedste meisje van de wereld ben. Ik weet; dat hij het zegt en daar om kan ik den overste in 't geheel niet zetten Miss Sutherland stormde na deze ontboezeming de kamer uit, zooals zij De eerste H. Communie werd ge volgd door vele andere. In dien tijd juist werkten we ijverig, om het pau selijk decreet omtrent de „veelvuldige communies" ten uitvoer te brengen. Onze kinderen beijverden zich, aan het verlangen van den Heiligen Vader te beantwoorden zij communieceerden dikwijls en goed, maar Jeremias on derscheidde zich boven allen door zijn volhardenden ijver, om dikwijls plaats te nemen aan de Tafel des Heeren. Men zag duidelijk, dat hij er zijn grootste geluk in vond, zich te komen vereenigen met zijn Goddelijken Mees ter in het Sacrament van liefde en als van zelf was zijn uitmuntend gedrag in volmaakte overeenstemming met zijn vrome gewoonte. Men dacht er reeds over, dit kind op te nemen in het Seminari van May- omba en 't zou verre van mij geweest zijn, dit te verhinderen, want ik wist bij ondervindig, over welke apostoli sche gaven hij beschikte. Maar de Hemel had het anders beschikt. Kort voor Kerstmis begon Jeremias te klagen over hevige hoofdpijnen, vergezeld van vermoeienissen en al- geheele verzwakking, en weldra open baarden zich hevige nekkrampen, ver oorzaakt door een zwelling der hals- zenuwknoopen. Dat waren ernstige symptomen. De bekwame Dr. Delmas ging over tot eene kleine operatie, die de eerste verschijnselen der slaap ziekte aan het licht bracht. Alle hoop was nu verdwenen, Jere mias was veroordeeld als zijn moeder, als zijn tante, bezweek hij onder den verschrikkelijken geesl. Men verheelde hem zijn toestand niet. Met verdubbelden ijver bereidde hij zich op den dood voor. Om be smetting te vermijden, moestqn we hem afzonderen van zijn kleine mak kers geheel eenvoudig nam hij van hen afscheid en trok zich terug, geheel overgegeven aan Gods heiligen wil. Je gaat je moeder weerzien, mijn kind, zei ik, terwijl ik hem ze gende. Ja monseigneur, antwoordde hij op de natuurlijkste wijze. Men zou gezegd hebben, dat hij haar in leven den lijve ging terugzien aan de gren zen der Missie. Hij heeft haar weergezien. Hij is zacht gestorven op Rozenkranszondag, na een ziekte van tien maanden. Op het laatste oogenblik had zijn oom hem bij zich genomen hij is in zijn armen gestorven. Eenige dagen van te voren had de vrome bekeerling gebiecht. Zijn ziel was overigens altijd in dezelfde gesteltenis zij was gereed, rijp voor den Hemel. Op dit nederig kind, een der heer lijkste bloemen uit het Congoland, zijn van toepassing de woorden uit het Boek der Wijsheid, waarmee de Kerk den engelachtigen Stanislaus Kostka verheerlijkt„Consummatus in brevi explevit tempora multain weinige dagen heeft hij velen jaren vervuld." f J. Derouet. C. S. Sp., a.p vicaris. (De Bode van den H. Geest). er kort geleden was ingestormd en mevr. Sutherland volgde, hoewel be daard, lachend haar voorbeeld, „Nu heeren," sprak ze, „maakt u spoedig wat toilet en kom dan dade lijk in het salon. Gij zult uwe koffers op de kamers vinden. Ze zijn reeds een paar uur geleden hier bezorgd." De beide heeren deden, wat hun verzocht was en begaven zich naar de voor hen bestemde kamersdie van Philip Sutherland was zooals wij reeds weten op de bovenste ver dieping. „Het ziet er hier nog uit als altijd meende de dokter, toen hij op zijn logeerkamer was aangeland. „Ik zou wel eens willen weten, of men in mijne afwezigheid ook iemand anders in dit zwaluwnest geherbergd heeft of dat hier uitsluitend het aandenken van Philip Sutherland geheiligd blijft De jonge arts maakte op zijn zol derkamer een keurig toilet, grooten- deels ter eere van de Kreoolsche erf dochter, klom daarna in volle pracht en heerlijkheid de trappen af en klopte aan de deur van Arthur's kamer. „Zijt ge hier nog, oude jongen vroeg hij, alleen het hoofd in de ka mer brengend. „Mooi zoo kant en klaarEn nu naar onze donkeroogige fee van goud. De groote zaal was verlicht met een tal van kroonlampen, toen de beide jongelieden binnentraden. Augu sta Sutherland zat aan de piano en zong een Zwitsersch lied, dat voor zeven achtsten uit het welbekenden „joedelen" bestond. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1913 | | pagina 6