De Volkswil
BIJVOEGSEL
van
van 23 Augustus 1913.
Van alles wat.
3 Feuilleton,
levensstrijd. Arm, maar eerlijk geble
ven, belijders van hetgeen zij goed
achten tegen de machthebbers in,
menschen met hersens, ruggegraat en
karakter, menschen van het gehalte
als de geuzen der zestiende eeuw,
ook door een aristo voor bedelvolk
gescholden. Hebben sommige dezer
een nederig beroep, een gesmade ne
ring, mogelijk een louche bestaan
moeten kiezen ten einde den mond
op te houden, zonder hun kiesrecht
te verliezen, dan is van hen de stem
links aannemelijk en verklaar
baar, even verklaarbaar als dat
de stem van de verschurkte zie
len, die de lopra van hun gemoed
verhullen achter gehuichelde kerksch-
heid, rechts gaat. Men kent het oude
spreekwoord, volgens hetwelk een
zeker soort vrouwen ten slotte onder
den preekstoel terecht komt, met het
illustre voorbeeld van een de Main-
te.non, een de la Vallière, enz. Ook
toepasselijk op mannen.
Als de baron dit eens wil overwe
gen, zal hij misschien inzien, dat
zoowel van rechtsch als van linksch
canaille tot de stembus opgaat.
X.
O—
Onze geschiedenis in het Engelsch.
Met de nobele bedoeling onze ge
schiedenis in Engeland nader bekend
te maken, schreef de heer Hendrik
Willem van Loon, naar het schijnt
een Hollandsch-Amerikaan, een boek,
dat door de bevoegde Engelsche pers
zoowel om zijn degelijke leesbaarheid
als om zijn goed idioom geprezen
wordt. De Engelsche geschiedenis en
de onze hebben veel gemeenschappe
lijks, vooral in de zestiende en zeven
tiende eeuw. Doch na den dood van
Willem III en vooral na de vrede van
Utrecht, had men in Engeland niet
zooveel reden om zich voor onze
binnenlandsche toestand te interes
seeren. Wel deden dat de regeering
en de diplomaten, doch niet meer het
volk. Zoo komt het, dat men in En
geland van onze geschiedenis in de
achttiende eeuw zoo goed als niets
pleegt te weten. Den heer van Loon
was daardoor zijn taak aangegeven
hij had op één na het treurigst tijd
perk onzer geschiedenis tot onderwerp
te kiezen en noemde zijn werk dan
ook „The Fall of the Dutch Republic".
o—
Een mondwatertje.
Sedert men in steeds grootere
kringen overtuigd is van het heil
eener gebitverzorging, nu er tallooze
praeparaten, pasta's en mondwatertjes
door pharmaceutische fabrieken aan
de markt worden gebracht, nu lukt
een woord over de beste wijze van
tandreiniging geheel overbodig. Toch
is op dit gebied nog lang het laatste
woord niet gesproken. Het probleem
is nog niet opgelost. De fabrikanten
maken reclame voor tandpoeders, die
„beslist alle bacteriën dooden," en
den mond steriliseeren. De kwaliteit
van hun artikeien daargelaten, moet
toch worden opgemerkt dat geen an
tiseptische vloeistof in staat is om in
alle hoekjes en gaatjes te dringen, om
de daar nestelende bacteriën te doo-
I den. Dit is reeds eerder ingezien.
Eenige jaren geleden wees Prof.
i Stumpf op de werking van witte klei,
j Doles alba, bij de behandeling van
- keeldiphterie. Niet dat witte klei als
I desinfectiemiddel tegen de dipheterie -
bacillen aan de mangelen dienst zou
doen, maar wanneer witte fclei in
water oplost als gorgeldrank, maakt
het de bacillen los. Naar aanleiding
van deze hoedanigheid van Bolus
alba, kwam Prof. Küster te Freiburg
op de idee, deze stof te gebruiken
voor het reinigen van den mond. Zijn
vergelijkende proeven hadden veel
succes. Het kiemgehalte der mondholte
nam 50 pCt. af. Evenals een keuken
zout-oplossing is Bolus alba voor het
organisme absoluut onschadelijk.
Het middel is natuurlijk zeer goed
koop. Met wat pepermuntolie kan er
een smaakje aan gegeven worden.
o
De bepaling van den landpool.
In de laatste zitting van deFransche
Academie voor Wetenschappen deelde
de vorst van Monaco meae, dat het
Prof, Alphonse Berget, van het Oce-
anografisch Instituut was gelukt, een
landpool te bepalen. Neemt men op
de globe het Frarische eilandje Dumet,
gelegen aan de monding van de Vi-
laine (nabij St. Nazaire) als poolcen-
trum, dan kan men van dit middel
punt uit een grooten kring beschrijven,
die de aardkogel in twee hemisferen
deelt, waarvan de een bijna het heele
continent omvat n.l. 45,5 pCt.
vasteland en 54.5 pCt. water, terwijl
de andere, de oceaan-hemisfeer, 88,
7 pCt. water omvat bij 11,3 pCt.
verstrooid liggende stukken land. Vol
gens de nauwkeurige berekeningen
van Prof. Berget heeft men het mid
delpunt van de landmassa op aarde
dus in Frankrijk te zoeken.
o
De kleinste republiek der wereld.
In het oude Europa heeft zich een
nieuwen staat gevormd, een republiek
kleiner dan Andorra, dan San Marino,
dan Monaco. Haar verschijning heeft
nog geen aanleiding gegeven tot in
ternationale verwikkelingen
Toen Italië indertijd het besluit
nam op de 12 grootste Sporaden beslag
te leggen, voelden ook de kleinere
eilanden, bewoond door Grieksche
Christenen, lust het Turksche juk af
te schudden. Zoo het lileput- eiland
Nicara. De bevolking wapende zich
en bestormde de citadel. De Turksche
bezetting, 9 man sterk, gaf zich zon
der slag of stoot over en werd met
den Gouverneur naar Klein-Azië ge
transporteerd. Volgens het voorbeeld
van alle groote revoluties benoemden
de Nicarioten een voorloopige regee
ring en riepen de republiek uit.
iedere staat, die iets wil presteeren,
dient een leger te hebbenfluks
vormde men een Nationale Garde
van.... 47 man. Een president gekozen
en postzegels gedrukt en ziedaar
Nicara in de rij der volkeren.
o—
Ervaringen vau een onderwijzeres
in China.
Het volgende schrijft een Engelsche
Uit de Pers.
F.en inzender schrijft in Limburg's
Belang.
Ziet oaaa U.
„Het canaille stemt links." Op deze
gelukkige uiting van een kamerlid
mag wel eens teruggekomen worden,
om het licht dat ze werpt op de men
taliteit van den aristokraat-politikus
in de twintigste eeuwde eerste
stand tegenover den vierden.
Reeds in de begripsassociatie toont
die uitdrukking, beknopt doch duide
lijk, hautaine minachting voor den
tegenstander. Om de stelling in heel
haar waarde te vatten dienden wij te
weten, wat de baron verstaat onder
links en wat onder canaille.
Waar hij ons die toelichting onthield,
kunnen we slechts pogen in zijn
geestestoestand door te dringen.
Het begrip links zou aan de hand
van woord en schrift, afkomstig uit
de rechtsche groepen, kunnen om
schreven worden als het épitheet
zoowel van dezulken, die meenen dat
godsdienst privaatzaak is, waarmee
de regeering zich niet verder heeft te
bemoeien dan met elk ander sociaal
verschijnsel, als van hen die de di
verse kerkgenootschappen, eene eere
plaats naast en buiten het burgerlijk
gezag toekennen, echter alle inelkaar-
vloeiing met dat gezag veroordeelen.
Links, wie niet de suprematie van
het kerkelijk gezag aanneemt. Het
begrip canaille heeft in eiken mond
zijn eigen beteekenis.
Met de woorden „Madame, ce ne
sont que des gueux", stelde Barlai-
mont de onalhankelijke edelen aan
de zwarte Margareet met den baard
voor, als het canaille van destijds,
Een andere waarde had het wooid
in Voltaire's boutade, adieu, canaux,
canards, canailles", bij zijn afscheid
van Holland. En in den mond van
den biddenden phariseër zijn de tol
lenaars het canaille. Hoogstwaarschijn
lijk dankt ook onze baron den Heere,
dat hij niet is als gene. Met een kleine
wijziging ware uit het gevleugelde „het
canaille stemt links" een nog pak-
kender „wie links stemt is canaille"
te maken.
Welk criterium iegt v. Wijnbergen
den Nederlandschen kiezer aan, als
hij hem tot het canaille gaat rekenen
Meet hij met den moreelen, den in-
tellektueelen, den financieelen duim
stok of enkel met den klerikalen?
Volgens de gangbare opinie behoort
tot het canaille het schuim, de heffe
dés volks, doch daar dit deel nog van
o
„Vandaag moet ik u „vaarwel"
zeggen en niet alleen „goeden dag"
zooals anders," sprak hij half lachend.
„Van middag moet ik op reis."
„Op reis herhaalde het naieve kind
en het rooskleurige waas van het
zachte gelaat maakte op eenmaal
plaats voor eene doorschijnende bleek
heid. „Ik wist niet ....ik dacht
niet
Maar hare zichtbare verlegenheid
trof Arthur Sutherland op de aange
naamste wijs. „Ik denk niet lang weg
te blijven," sprak hij. „De stad heeft
voor mij op dit oogenblik de grootste
aantrekkelijkheid. Ik wip maar even
naar Maplewood om mijne moederen
zuster te zien en kom dan dadelijk
ook terug."
Isabella's gelaat kreeg langzaam de
gewone kleur terug en' met een lachje
hare hand toestekend, zei ze: Bon
voyage Na eene afwezigheid van drie
jaar is 't niet meer dan natuurlijk, dat
men naar huis verlangt."
„O mijn „t'huis" heeft zeker veel
aantrekkelijkheid, maar de stad heeft
die ook, en vooral niet minder. Vind
ik u hier als ik terug kom vroeg
hij, de hem toegelegde hand nog
steeds vasthoudend.
„Ja," antwoordde zij blozend. „Vaar
wel 1"
het kiesrecht is uitgesloten, kan dit
ook niet zijn bedoeld.
Heeft hij op het oog de immoree-
len, de geestelijkverkankerden en zij
die op gespannen voet staan met
justitie en politie, dan zij hij verwezen
naar de judicieele statistieken om te
leeren, dat geen enkele gezindte,
partij of richting daarin ontbreekt.
Schurken vindt men in alle standen
en het zou geen verwondering baren,
indien het percentage rechts hooger
bleek dan links.
Tot aan den dag van heden is het
nog aan geen enkelen godsdienst mo
gen gelukken de specifiek mensche-
lijke ondeugden te kunnen verminde
ren, ik zwijg van uitroeien. Wel heb
ben de godsdiensten als dragers van
westersche moraal en beschaving de
deugdzaamheid bevorderd en aan de
deugd eene hooge plaats gegeven in
de samenleving. Schade en verachting
zijn weergeiegd voor hen, wier on
deugden en ongerechtigheden openlijk
blijken, en zoo ligt het voor de hand,
dat velen een sluier zoeken, waar
achter zij hun handel en wandel ver
bergen. Als sluier, als dekmantel is
niets geschikter dan zich te toonen mei
den uiterlijken schijn van godsdien
stigheid hoeveel minderwaardigs
gaat er niet schuil bij die partijen,
waar de godsdienst drijfveer leek van
alle handelingenZie om u. Niet de
godsdienst draagt bier de schuld,
maar het onzalige stelsel van op de
spits gedreven bescherming van alles
en van ieder, die zich tot de partij
bekent.
Worden arbeiders en raingegoeden
gerekend tot het canaille, dan is dat
evenzeer ten onrechte. In den geze-
genden baronnentijd. waarin die klas
sen van menschen evenals het vee
en de grond bij halm en handslag
verkocht werden en eigenen en hoo-
rigen een beetje minder geacht waren
dan de honden en jachtvalken, toen
was valetaille en canaille zoo wat het
zelfde maar thans is het bewuste prole
tariaat iets dat met den hoogeren
stand gerust kan in het geding treden.
Blijven nog de wrakken der maat
schappij. de financieel en maat
schappelijk mislukten, om onder de
rubriek canaille te worden ingedeeld.
Onder deze vinden de velen, die
om hunne onbuigzaamheid maatschap
pelijk achter bleven, hunne plaats.
Degenen die misten de fakulteit van
huichelen en van handelen tegen eigen
overtuiging en vrijen geest, die der
halve het hootd stieten, waar alleen
in gebukte houding door te komen
is, en ten slotte onder gingen in den
De gewichtige, beslissende vraag,
waarop Phil Sutherland had gedoeld,
zweefde dikwijls op de lippen des
jongen mans, maar ze bleef onuitge
sproken."
,,'t Is tijd genoeg, als ik terugkeer,"
dacht hij. „Hoeveel genot zal 't mij
zijn, om aanhoudend te kunnen den
ken aan het groote doel, waarvoor ik
terug moet komen
En zoo bleven de woorden ongeuit
die over zijn geheele leven hadden
beslist en die den loop er van geheel
en al zouden veranderd hebben. Mis
schien was het niet uitspreken van
de levensvraag wel eene beschikking
van het noodlot dat hem eerst door
twijfel, angst en ellende wilde loute
ren voor eene liefde, die hij nog niet
ten volle kon waardeeren.
Op den stoep wendde hij nogmaals
het hoofd om en zag naar hel raam,
waarbij hij zooeven gezeten had. Nog
altijd vertoonde zich tusschen de rozen
en de geraniums zijn ideaal met het
zachte madonna-kopje en de diep-
blauwe-oogen.
II.
EULALIA ROHAN.
In den purperkleurigen schemer van
den volgenden avond reden twee jonge
mannen in een aan het station ge
huurd rijtuig door de lange, onregel
matige hoofdstraat van Saint-Marys.
Het dorp is een bezoek alleszins
waardig. De vroolijke kleine stad Port
land is vlak in de nabijheid van
Saint-Marys, dat het in ieder opzicht
wint van vele schoone landschappen,
die men in deze streken aantreft. Men
gaat door de hoofdstraat, een breede
laan met een dubbele rij boomen, langs
kleine witte huizen met groene jalou-
ziën en bruingeschilderde deuren.
Voor meest elk huisje vindt men een
kleinen tuin en aan alle vensters bloe
men in potten. Heeft men het einde
dezer staat bereikt, dan heeft men
op het onverwachts het breede oever
zand voor zich en staart op den on-
eindigen waterspiegel van den Aïlan-
tischen Oceaan, die op dit avonduur
in de verte scheen samen te smelten
met den puperkleurige-n horizon. Aan
het strand ontwaart men tevens goed
onderhouden wegen, die naar schoone
villa's voeren, half tusschen het groen
der boomen verscholen. Verderop, zij
waarts, staart het oog op donkere
wouden van pijnboomen en op den in
nevelen gehulden omtrek van een heu
vel. De frissche wind des ouden oce-
aans waait langs het hoofd, men hoort
zijn eeuwigdurend lied, terwijl het
landschap niets dan vrede inademt.
Den vriendelijken landweg inslaande,
reden Arthur en zijn neef langs
schoone weilanden, liefelijke boschjes,
stille pachthoeven en aanzienlijke hee
renhuizingen. Dat geheele tafereel was
den beiden reizigers sinds jaren be
kend en dierbaar geweesthier had
den zij hunne kinderjaren gesleten,
voor zij waren uitgetrokken naar den
strijd des levens en nagenoeg elk
weiland en elk gebouw was hun een
even goede bekende als 't gelaat, dat
hun spiegel terugkaatste. Beiden wa
ren onwillekeurig stil geworden en
dachten misschien aan lang vervlogene
dagen en wie weet ot zij zichzelf niet
afvroegen of zij ook zoo weinig wa
ren veranderd als het tooneel, 'twelk
hen omgaf. De schemer had reeds
voor een nachtelijk duister plaats ge
maakt, toen men Arthur's „te huis"
nabij kwam. De beide deuren van het
groote ijzeren hek stonden wijd open
en gaven toegang tot een breeds oprijd-
laan, aan wederzijden met ahorn-boo-
men beplant en aan het eind dier laan
stond een lang onoogelijk, grijs huis,
hetwelk nog dagteekende van den tijd
vóór den vrijheidsoorlog en veeleer
getuigde van sterkte en duurzaamheid
dan van bouwkunstige schoonheid.
Hier en daar had het huis eenige re-
stauratiën ondergaan, maar den ouder-
wetschen gevel met zijne smalle ven
sters en puntig middenstuk vertoonde
zich nog juist zoo, als hij voor ruim
honderd jaren werd gebouwd door
den eersten Sutherland, die uit Enge
land was overgekomen. De Sutherland's
waren trotsch op hun oud kasteel
zeker een der oudste van Amerika
en lieten slechts de allernoodzakelijk
ste veranderingen aanbrengen. De hooge
vensters van de beneden-salons en
eetzaal kwamen uit op een grasperk,
dat zich tot aan het begin der oprij
laan uitstrekte. Aan de tweede ver
dieping kwamen alle vensters uit op
een groot balkon. Achter het kasteel
bevonden zich stallingen en koetshuis,
en weder daarachter een uitgestrekte
moestuin. Eene eigenaardige, maar niet-
onderwijzeres, die twintig jaar gele
naar China vertrok
„Een grooter verschil dan tusschen
hei onderwijswezen voor Chineesche
meisjes, zooals dat voorheen bestond,
en zooals wij dat thans kennen is
niet denkbaar. Een twintig jaar gele
den waren het alleen de dochters van
hooggeplaatste Christenen, die een
intellectueele ontwikkeling verlangden.
Vro :g men aan een Chineesch meisje,
waarom zij niet leerde schrijven of
lezen, dan kon ze U met verwonderd
gezicht aanzien en te kennen geven
„Ik ben toch geen jongen." Werkelijk
bestond toen algemeen de overtuiging
dat vrouwen, zooals een spreekwoord
het uitdrukt, nog dommer dan een
koe waren. Na de revolutie is echter
de toestand met reuzenschreden voor
uitgegaan. Overigens zijn de gestelde
eischen zeer laag. Zoo meent men in
drie maanden een volledige Wester
sche beschaving te hebben kunnen
opdoen. Zoo nu en dan komen de
vaders en broers in opstand legen de
vrijheden die hun dochters zich ver-
oorloovenaan hun invloed moet het
toegeschreven worden, dat er nauw
sluitende mouwen zijn ingevoerd voor
de gymnastiekoefeningen.
o
Een prue-historische stand in Peru.
Men bericht ons uit Lima
Op een afstand van 40 K.M. van
Lima heeft men dezer dagen de ruï
nen gevonden van een oude stad.
Volgens Peruaansche sagen werd deze
stad ongeveer twee eeuwen voor de
komst der Spanjaarden door de In-
ka's veroverd. Later kreeg ze den
naam Caxamarquilla, of stad der rot
sen. Een groot deel der ruïnes is nu
bijna geheel onder de volkomen recht
lijnig aangelegde straten, die door mas
sieve steenblokken begrensd zijn. Hier
en daar zijn nog overblijfselen van
groote tempels en vestingenvele
hebben hun pyramide-vorm nog be
waard breede, terrasachtige trappen
geven tot deze bouwwerken toegang.
Bij de eerste poging tot opgraving
stootte men reeds dadelijk op men-
sc'nelijke skeletten. De geschiedenis
dezer stad ligt nog in een geheim
zinnig duister. Men weet niet, welk
ras de stad bouwde, of bewoon
de, noch of ze nog bestond toen
de Inka's vanaf de hoogvlakte der
cordillera's naar deze streek trokken.
Het eenige wat men weet, is, dat de
oorspronkelijke bevolking op zeer
hoogen trap van beschaving moet
hebben gestaan.
o
Vliegmachines voor poolreizigers.
In wetenschappelijke kringen, voor
namelijk in geografische en geologi
sche, ziet men m'. t belangstelling de
vorderingen der moderne viiegmachine-
techniek tegemoet. Men is er van
overtuigd, dat de vliegmachine voor
onderzoekings tochten van zeer veel
practlsch nut kan worden, mits de
noodige veiligheid verzekerd is
Amundsen heeft zich met studie op
sport toegelegd, om er op zijn toe
komstige poolreis profijt van te trek
ken. In Duitschland maakt men fan-
tatische plannen om met een vlieg-
temin kostbare bezitting was dit ouue
familie-kasteel der Sutherlands, Men
kon gerust beweren, dat in die geheele
bezitting geen boom, geen stam zelfs,
was, die niet door hen op hoogen
prijs werd gesteld.
Arthur Sutherland lichtte eindelijk,
toen men het statige gebouw genaderd
was, den ijzeren klopper op en liet
hem met kracht eenige malen neder-
slaan. De bediende, die de deur opende,
was een vreemdeling voor den terug
keerenden erfgenaam, hij staarde hem
verwonderd aan en deelde hem mede,
dat mevrouw Sutherland denkelijk ver
hinderd zou zijn om „mijnheer" te
ontvangen, daar zij juist gasten aan
tafel had.
„'t Komt er volstrekt niet op aan,
mijn goeden man sprak Arthur. „Mij
zal ze zeker ontvangen. Zeg maar
eenvoudig, dat er twee heeren in de
bibliotheek op haar wachten. Kom mee,
Phil !(i
Hij ging den verwonderden knecht
voorbij en opende ëen deur aan zijn
linkerhand met de zekerheid van
iemand, die zich thuis gevoelt. Op de
tafel, in 't midden dier kamer, brandde
een lamp met getemperd licht men
had te Maplewood geen gas en bij
dat licht zag men een vertrek, welks
vier muren met hooge boekenkasten
bezet waren. Een portret van George
Washington hing boven den gebeeld-
houwden schoorsteenmantel, hoewel
de overlevering durfde staande hou
den, dat de Sutherland's Amerika's
bevrijder bij zijn leven den rug had
den toegewend. Om de tafel stonden