brengen en ook wel nooit brengen
zullen? Och, voor dat algemeen
kiesrecht is het kapitalisme heusch
niet zoo bang. Noch in Frankrijk, noch
in Duitschland heeft het kapitaal een
P°g'ng gedaan om het weer af te
schaffen en daarom zal dat véél aan
geprezen kiesrecht de zaken al bitter
weinig veranderen, en is al dat ent
housiasme voor dat kiesrecht méér
schijn dan werkelijkheid. Want de uit
werking ervan zal haast niet te be
speuren zijn.
Toen de heer Domela Nieuwenhuis
tot zóóver had gesproken, was het
halftien geworden. Het was in de
smoorheete zaal, waar geen raam of
deur openstond, niet langer te harden
velen gingen heen, omdat ze de tem
peratuur niet konden uithouden. Het
was er dan ook om te stoven Ook
ons was het niet mogelijk langer te
blijvenwaar de heer Nieuwenhuis
z'n rede verder voortzette met ver
schillende brochures te citeeren, ter
bestrijding van het parlementarisme,
meenen wij met bovenstaand resumé
van het gesprokene ook wel te mogen
volstaan.
„Utr. Dbl."
Ken vraag'.
O
Omdat zich dezer dagen het geval
voor deed, dat een zeker heer dron
ken was bij gelegenheid eener feeste
lijkheid en daarvoor werd verbaliseerd,
ontspon zich daarover een gesprek
tusschen een Volkswiller en een
Rechtschen boer.
De Volkswiller rechtvaardigde zich,
dat hij dezen zomer niet op dien heer
had gestemd, en de Rechtsche boer
oordeelde, dat men niet op den persoon
moet letten, maar toch hem moet
stemmen wegens de part ij.
Deze Rechtsche boer staat dus op
het standpunt, dat Zelandia, het vrome
blad, reeds innam in 1906 en dat nog
haar standpunt is, en het ook was
in dien tusschentijd.
Uit dezen tusschentijd hebben we
nog een uitspraak van haar van 9
Januari 1909 onder Kiezersplichten
„Niemand mag zijn eigen belang
„boven het algemeen belang stellen
„en daarom is men niet vrij om te
„stemmen op wien men wil. Men is
„in geweten verplicht, op grond der
„christelijke naastenliefde, zijn stem uit
„te brengen op hem, die behoort tot de
„christelijke staatspartij in Nederland.
„De persoonlijke vroomheid van
„iemand, die buiten het partijverband
„staat, kan en mag nooit een reden
„zijn hem te verkiezen boven een an-
„der, die tot de Katholieke partij be-
hoort.
„Wat heeft het algemeen belang
„aan die persoonlijke vroomheid?
„Niets, letterlijk niets.
„Alleen zij, die, al komt hnn vroom
heid dikwijls minder naar voren, het
„partijverband erkennen en eerbiedigen,
„zullen ten allen tijde werkzaam zijn
„in het algemeen belang. Van hen
„alleen is het te verwachten, dat zij
„zullen trachten door wijze en ver
standige wetten, welvaart en orde te
„doen heerschen in (Jen lande tot heil
„van Kerk en Maatschappij."
Wie dit nu goed begrijpt zal onge
twijfeld zeggendie Rechtsche boer
redeneert dwaas, en dwaas is ook die
leer van Zelandia, en hij zal daar
mede juist oordeelen.
Doch nu de vraag. Is diezelfde ge-
dachtengang niet nagenoeg bij alle
„officieele" partijen in Nederland,
hieruit blijkende, dat men nagenoeg
algemeen stemt naar de partij, dat is
naar iemands uithangbord, en niet
naar zijne persoonlijkheid
Dit nu is juist het ongeluk in Ne
derland, wat voor gevolg heeft, dat
men speciaal in de Tweede Kamer
zoo weinig leden aantreft, die wer
kelijk volksvertegenwoord i-
g e r zijn, die daarin vertegenwoordi
gen een door hun persoonlijkheid ver
tegenwoordigend stuk volksvertrou
wen.
En wei het ongeluk, dat het aantal
personen, die uit burgerplicht
Kamerlid willen zijn in de overtuiging
van hun geweten, dat zij alsdan eenig
goed kunnen doen voor het vaderland,
gestadig afneemt, daar dezen moeilijk
partijman kunnen zijn maar daarom
ook buiten de Kamer blijven. Het
Nederlandsche Volk en de belasting
schuldigen worden hiervan de duoe,
maar „de partij" heeft gewonnen een
zetel.
Bisschop gehoorzamen
is Paus gehoorzamen.
o
Deze woorden zijn nog al eens ge
bruikt in toespraken gehouden lot
Kardinaal van Rossum.
Maar zijn ze waar?
In het algemeen genomennatuur
lijk zijn ze waar.
Maar niet in alle gevallen.
Tijdens de Hervorming hebben we
in vele landen gehad vele bisschop
pen die, of uit eigen beweging of om
den landsvorst te believen, van het
katholieke geloof, dat een algemeen
geloof is, afvielen, om te komen tot
een nationaal geloof in den vorm van
een nationale kerk. Op deze wijze
zijn, door toedoen van de
bisschoppen, Zuidoost, Oost- en
Noord-Europa, Engeland en een deel
van Duitschland in den tijd van het
Schisma en van de Hervorming van
de Katholieke Kerk afgevallen. Dit is
een feit uit het verleden, en uit het
heden hebben we meer van die ge
vallen, hoewel niet zoo in het groot
als in die geweldige tijden van Schisma
en Hervorming.
Wat willen we hiermede zeggen
Dat de katholiek alleen dan den bis
schop moet gehoorzamen in den zin
van daarmede den Paus te gehoorza
men, als de bisschop is in het geval
in kwestie in wettig gezag in
wettige verlangens (art. 5
Grondregelen Volkswil).
Dit wettig gezag in wettige verlan
gens kan er alleen zijn, als de bisschop
beslist in een zaak van Kerkleer gel
dig voor de geheele Kerk en deze
leer toegepast op de bizondere zaak
in kwestie of op den bizonderen toe
stand in het bisdom. Maar als de be
slissing wordt genomen op den grond
slag dat menschelijke wet wordt ge
steld in de plaats van de God
delijke wet, dan is deze beslissing
niet e e n e in gemeenschap m e t
leer en wil van den Paus.
En dergelijke beslissingen worden
er vele genomen, en zijn er ook ge
nomen, en worden ook in Nederland
vele genomen, ja er ligt hierin voor
Nederland zeifs een systeem.
Zoo wil de Paus niet, dat het ker
kelijk ambt wordt gebruikt om daar
mede wereldlijke doeleinden of partij
belangen te dienen, maakt hij dezen
wil zelfs voor zich zeiven tot leuze
van zijn Pausschap. En in Nederland
is de geheele katholieke sociale actie
beinvloed door het omgekeerde van
dezen wil zelfs zoodanig, dat hij die
zich houdt aan den Paus door den
bisschop kerkelijk wordt gestraft.
In de veronderstelling, dat een Extra-
Parlementaire Regeering er eene is
van geven en nemen, bieden wij aan
het volgende
Ontwerp Extra-Parlemen
tair Regeeringsprogram.
1. Erkenning van de plicht der Re
geering tot uitvoering der afgekon
digde en daardoor wet gewordeu So
ciale Verzekeringswetten. (Art. 77
Grondwet, Art. 355 no. 4 en 356 Wet
boek van Strafrecht). Deze uitvoering
sluit de stembusbelofte van Staats
pensioen uit.
2. Herziening der fariefwetom daar
uit te vinden het deel van den Staat
in de kosten der sociale verzekerings
wetten. (De directe belastingen laten
geen verhoogingen meer toe, en de
natuurlijke groei in de opbrengst is
noodig voor den natuurlijken groei
der uitgaven.)
3. Grondwetsherziening tot beko
ming van
a. De Wet kan aan den gemaal
eener regeerende Koningin opdragen
de uitoefening van de Koninklijke
macht in naam der Koningin.
b. Art 80, eerste lid wordt gelezen:
De leden der Tweede Kamer wor
den rechtstreeks gekozen door de man
nelijke ingezetenen, tevens Nederlan
ders, die op het door de Kieswet aan
gegeven tijdstip den leeftijd van 25
jaar hebben bereikt, en niet in gebreke
zijn, op de door die wet aangegeven
wijze, in de vervulling der op hen je
gens den staat rustende wettelijke ver
plichtingen.
Het 3e lid van art 80 wordt gelezen
Var. de uitoefening van het Kies
recht zijn uitgesloten zij, wien dat recht
bij rechterlijke uitspraak is ontzegd
zij die in gevangenis of in hechtenis
zijn zij die bij rechterlijke uitspraak
de beschikking of het beheer over
hunne goederen hebben verloren.
c. Art. 172 wordt aangevuld met een
tweede lid, luidende
Eveneens waakt de Koning, dat de
Kerkgenootschappen niet treden in de
uitoefening van de rechten der inge
zetenen door de Grondwet gewaarborgd,
en aan dezen wegens die uitoefening
geen schade toebrengen.
d. Artikel 192 wordt gelezen
Het onderwijs is een voorwerp van
de aanhoudende zorg der regeering.
Er wordt overal in het Rijk van over
heidswege voldoend openbaar lager
onderwijs gegeven met eerbiediging
van ieders godsdienstige begrippen,
tenzij in dit onderwijs door ingezetenen
wordt voorzien.
Het geven van onderwijs is vrij, be
houdens het toezicht der Overheid en
bovendien, voor wat het lager en mid
delbaar onderwijs betreft, behoudens
het onderzoek naar bekwaamheid en
de zedelijkheid van den onderwijzer,
het een en ander door de wet te re
gelen.
In de kosten van het algemeen lager
onderwijs door de ingezetenen gegeven
wordt voorzien door de openbare kas
sen op gelijken voet als zulks ge
schiedt ten aanzien van dit onderwijs
op scholen van de Overheid uitgaande.
Indien echter de kosten te boven gaan
die, welke zouden worden vereischt als
er te plaatse alleen van overheidswege
algemeen lager onderwijs ware gegeven,
zal in de kosten slechts zooveel uit
de openbare kassen worden bijgedra
gen als aan deze tengevolge van het
door de ingezetenen gegeven onderwijs
ter plaatse minder is moeten worden
uitgegeven, behoudens wettelijk ver
kregen rechten.
Het onderwijs, van wege de inge
zetenen gegeven, moet indien in de
kosten er van door de openbare kas
sen geheel of gedeeltelijk wordt voor
zien, voldoen aan de eischen gevor
derd voor het onderwijs door de Over
heid verstrekt.
De Koning doet van den staat van
het geheele onderwijs jaarlijk een uit
voerig verslag aan de Staten-Generaal
toekomen.
e. Enkele andere wijzigingen, onnoo-
dig hier te noemen.
4. Niet in de onnatuurlijke rechts-
verlangens maar in het voldoen aan de
natuurlijke eischen van bevestigen en
brengen van de juiste rechtsverhouding
tusschen Staat en ingezetenen, en tus-
scheh de ingezetenen onderling be
staat het regeeringsbeleid.
Kabinetscrisis.
O
De heer A. van Gijn, thesaurier-
generaal van het ministerie van Fi-
nantien, liberaal, en door zijn ambt
en de gegevens waarover hij kan be
schikken zeer zeker een der meest
bevoegden om te oordeelen, verklaarde
in eene vergadering van „Gemeente
belangen", dat het niet moge
lijk is de kosten van staats
pensioen te vinden uit de
directe belastingen endat
tariefsherziening wel nood
zak e 1 ij k zou z ij n. Volgens de
Nederlander weigerde hij, om deze
reden, de portefeuille van Minister van
Financien in een komend Kabinet.
De Tijd verneemt, dat de bij den
Raad van State ingediende Statenbe-
grooting 1914 een belangrijk te
kort oplevert.
Er is nog altijd geen Ministerie. En
er komt niets los hoe of de zaken
eigentlijk staan. Alleen wordt bericht,
dat „wellicht" het nieuwe ministerie
er niet zal zijn dan in begin Septem
ber.
Naar onzen kijk op de zaken ligt
de moeilijkheid in het vormen van
een nieuw ministerie niet in de weige
ring der S.D.A.P., niet in de weigering
der Concentratie om zonder deze een
ministerie te vormen, maar in de fi-
nantieële kwestie, welker oplossing
door de stembusagitatie van staats
pensioen en geen tariefsverhooging
en door de wetenschap der deskundi-
digen, dat de directe belastingen en
het successierecht niet meer kunnen
worden verhoogd, moeielijk is, terwijl
de finantieele kwestie direct onder de
oogen moet woiden gezien. Er zal
geen andere uitweg zijn dan het be
staande uitvoeren, en verklaren, dat de
Regeering, niet voortgekomen uit de
stembusbeloften, met deze geen
rekening kan houden, en wil
zijn een Regeering tot voorbereiding
van Grondwetsherziening.
Ons advies wordt niet gevraagd en
ook niet gewenscht, doch dit belet niet,
dat wij onze gedachte geven, aan de
toekomst overlatende de beslissing,
of wij al of niet hebben gehad een
goeden kijk op den toestand. Eén
woord willen we wel zeggen h e t
zijn niet geweest de stem
busbeloften van Links noch
de agitatie tegen het Tarief,
die Rechts hebben doen
verliezen, maar het is ge
weest het Clericalemachts-
misbruik, waartegen het
Nederlandsche volk heeft
geprotesteerd. Daarom is het
fnuiken van dit machtsmisbruik door
een aanvulling van art. 172 Grond
wet de eisch des tijds. Zoolang
dezeeisch nietwordterkend
zal er geen helderheid ko
men in den zoo zeer bewolk
ten politieken hemel van
Nederland.
Volgens laatste bericht moet het
ministerie bijeen zijn, maar wil men
wachten tot na opening Vredescongres
om voor den dag te komen.
ENGELAND.
De ouderdomspensioenen.
Uit een thans verschenen verslag
omtrent de ouderdomspensioenen blijkt
dat de invoering der wet op de ouder-
domsuitkeeringen van grooten invloed
is geweest op de armenverzorging. In
Engeland en Wales ontvangen thans
drie vijfden van de meer dan zeven
tigjarige bevolking ouderdomspensioe
nen en in 1911'12 moest hiervoor
een bedrag van ongeveer 8 millioen
p. st. worden betaald.
In verband hiermede zijn de uitga
ven van de bedeeling belangrijk ver
minderd, tot groot voordeel der ver-
schi hnde gemeenten.
Terwijl in 1906 nog 61.378 mer.scheu
in werkhuizen en gestichten bedeeld
werden en 168.096 als huiszittende
armen bedeeld werden, waren deze cij
fers in 1913 tot ruim 49000 en 8563
gedaald. Dat wil dus zeggen dat tegen
honderd ouden van dagen, die in eigen
huis in 1906 bedeeling ontvingen, er
thans slechts vijf van deze bedeelden
zijn.
En in verschillende plattelandsplaat
sen zijn er dan nu ook geen zeventig
jarigen of ouderen meer, die bedeeld
behoeven te worden.
Het aantal in gestichten verpleegden
is niet in dezelfde mate afgenomen,
maar wijst toch ook een belangrijke
vermindering aan.
Handelsblad.
Wat volgt hieruit Dat het Staats
pensioen in Engeland is geweest een
andere vorm van armenver
zorging, door de gemeente te ont
lasten en den last te brengen op het
Rijk, wat voor den belastingschuldige
dus vrij wel gelijk is. Zoo is ook in
Denemarken de armenverzorging een
taak van de burgerlijke overheid.
Maar in Nederland is de zaak van
armenzorg er eene van de particu
liere en kerkelijke liefdadigheid en is
de burgerlijke armenzorg slechts aan
vulling of politiezorg.
Indien er in de Staten-Generaal
werkelijk iets voor Staatspen
sioen was gevoeld, zou men er wel
over hebben gesproken bij gelegen
heid van de herziening in 1912
der wet op het Armbestuur. Daarom
deed ons zoo vreemd aan de stem
busagitatie van Links tot staatspen
sioen.
Een Indisch Drama.
De Bat. bladen ontleenen aan het
16e jaarverslag van de Vereeniging tot
bevordering van Christelijk leven en
onderling hulpbetoon, te Magelang,
over het jaar 1912 een door den heer
Van der Steur gegeven schokkend ver
haal.
Een fuselier had het dochtertje van
een officier, die gehuwd was en het
kind dus niet kon erkennen, tegen
eene belooning erkend. Defuselier liet
het kind verwaarloozen, waarop de
officier het tot zich nam onder voor
geven dat het kind van een gesneuveld
fuselier zijner compagnie was. De offi
cier ging met pensioen naar Nederland,
waarheen het kind, een meisje, hem
volgde.
Spoedig bleek het kind treurige
eigenschappen te hebben en het werd
in huis een twistappel. Het ging naar
een gesticht in Nederland. De kapitein
betaalde verpleeggeld daar- De kapitein
stierf. Het verpleeggeld hield op. Het
kind kon niet lee. en er was niets van
te maken en het kwam weer in Indië.
Groot, dom, ongelukkig met een val-
schen naam. Door den heer V. d.
Steur werd alles nog geprobeerd om
er nog iets van te maken, maar ver
geefs. Ze was dom, en bleef dom. Een
betrekking werd geprobeerd. Zij werd
weggezonden als onbruikbaar. Ze kwam
weer terug, bieef weer een poosje, ze
kreeg weer kleeren en andermaal nihil.
Ze kwam weer te Magelang. Laten
wij nu den heer V. d. Steur aan 't
woord
„Ik kan de malen niet tellen, dat
het zoo ging. Ze was geen kind van
het gesticht, maar men kon haar toch
niet aan haar lot overlaten. Ze kwam
op een land. Misschien zou een kleine,
rustige omgeving goed doen. Op dat
land was ook werkzaam een kapiteins-
zoon (een zeekaptein), ook met een
valschen naam. Die kapiteinszoon was
hier in het gesticht geweest. Toen ik
in 1903 met ziekte-verlof in Nederland
was, was die jonge knaap 14 jaar.
De echte vader, de kapitein, welke in
Batavia woonde, geheel aan lagerwal
geraakt en gedegenereerd, kreeg een
bevlieging van liefde en haalde zijn
zoon bij zich.
Die vader, volbloed Europeaan, van
goeden stand, gaf den zoon op 15-
jarigen leeftijd een hut en een meid aan
het zeestrand. De vader stierfde zoon
werd ziek, ellendig en arm en twee
jaar na mijn ziekte-verlof kwam dat
j> ngemensch, toen 16 jaar zijnde, an
dermaal als berooide zwerver hier.
Hij werd opgekweekt met melk, eieren,
kinawijn en alles wat hem weer op
de been kon helpen. Na een jaar was
hij in zooverre gerestaureerd, dat hij
weer werken kon en ging naar een
onderneming in het Semarangsche.
Op een avond was Magdalena ver
dwenen en den volgenden morgen
bleek dat ook de kapiteinszoon weg
was.
Ze waren er samen van door ge
gaan. Een poosje later beviel ze hier
in het Hospitaal van een zoontje. In
het Hospitaal is ze getrouwd met hem.
Terwijl ze in het Hospitaal lag, ging
hij er met een ander van door
Ze zocht hem weer op. Ze werd
mishandeld. Toch werd er nog een
kind geboren van hem. Hij had nu
twee vrouwen leidde een soort va
gebondenleven en had op verschillende
plaatsen zijn echtgenooten. Eindelijk
zwervensmoede, met twee kinderen
vergiftigd door de zonde en zelf meer
dood dan levend, kwam ze hier. Wij
namen haar kinderen op en brachten
haar naar het hospitaal. Daar heeft ze
geleden, ontzettend geleden. Gode zij
dank, zij is gestorven. Meermalen heb
ik aan haar bed gebeden om haar
dood.
De laatste dag was aangrijpend. Ik
werd geroepen in het Hospitaal. De
arme lijderes had twee uren bewuste
loos gelegen. Toen opende ze de oogen
en sprak met gebroken stem „Pa van
der Steur, Richard en Jotje," hare
kleintjes. Toen viel ze weer in zwijm.
De zusters begrepen dat ze mij wilde
hebben. Ik kwam. Ik noemde haar bij
haar doopnaam, plaatste mij naast haar
bed met op elke knie een kind. Haar
oogen waren gesloten. De kinderen,
klein, niet kunnende beseffen wat er
geschiedde, begonnen te huilen."
Gelukkig is 't niet alles zoo zwart
gekleurd in het verslag. Ware dit zoo,
ik hield het niet uit, schrijft de heer
V. d. Steur, ik zou moedeloos worden.
Tocht
De vrees voor tocht is bij de meeste
menschen groot, want talrijk zijn de
ervaringen in onze omgeving van door
tocht veroorzaakt koude vatten. Hoe
dikwijls hoort men er niet over spre
ken en hoeveel last kan men in trams
en spoorwegcoupés niet hebben van
medereizigers, die de raampjes open
of gesloten willen hebben. Zelfs leven
dige discussies kunnen zich er uit
ontspinnen tusschen hen, die bang zijn
voor tocht, en hen, die beweren, dat
wind en frissche lucht gezond zijn.
Dat die discussies nooit tot een resul
taat leiden, ligt voor de hand, want
tocht en wind zijn niet hetzelfde.
Wilt ge het verschil leeren kennen,
tusschen tocht en wind, vraagt een
Duitsch ingenieur, ga dan op een
winderigen dag in een vertrek, dat aan
meerdere wanden ramen heeft. Opent
ge dan een raam, waar de wind op
staat, dan voelt ge bij elke windvlaag
koude lucht in de kamer stroomen,
ge krijgt een gevoel van koude, maar
niet dat onaangename gevoel, dat tocht
veroorzaakt.
Opent gij daarentegen een raam,
waar de wind voorbij strijkt, dan zuigt
die wind de lucht uit de kamer mede,
terwijl de uitgetreden lucht vervangen
wordt door andere, die door kieren en
reten binnen komtge gevoelt dan
tocht. Door het openen van een deur
wordt de tocht nog versterkt. Dus bij
wind komt de lucht in, bij tocht gaat
de lucht uit de kamer.
Waarom maakt wind ons zelden
ziek en waarom is tocht een gevaar
voor onze gezondheid
De wind treft ons geheele lichaam,
minstens de voor- of achterzijde. Door
de koude, die wind verwekt, worden
de vele bloedvaten, die onze huid be
vat, samengetrokken de huid wordt
bloedledig en beschut daardoor de
onderliggende organen voor al de
groote warmte afgifte.
De tocht treft steeds een klein deel
van onze huid, waardoor het samen
trekken der bloedvaten moeilijker of
niet plaats heeft en de onderliggende
organen dus niet beschut worden.
Door tocht kan men koude vatten.
Hoe gezond frissche lucht ook is,
hoe onschadelijk wind kan zijn, in tocht
schuilt een gevaar vooral als men be
zweet is.
(„Moleschott.")
—o