Flick's
Cacao
No. 204.
Zaterdag 2 Augustus 1913.
4e Jaargang.
Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst.
Richting: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van
persoon of partij.
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG.
Gentschestraat C 7 te Hulst.
w?
Stichter: H. A. van Dalsüm.
Bierkaaistraat A 28 te Hulst.
Gentschestraat B 4 te Hulst.
ER IS
de allerbeste.
DE VOLKSWIL
REDACTIE:
Abonnement per drie maanden
NEDERLANDf 0.50.
BELGIEfr 1.20.
ANDERE LANDEN f 0.80.
- Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - -
Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven.
Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud
van het Yrije Woord en voor dien van Advertentiën.
ADMINISTRATIE:
DRUKKERIJ:
Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur.
Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing
belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25.
JD»e Politiek van
«le Volkswil.
o
Deze heeft zich ontwikkeld in de
richting van een onderzoek naar de
innerlijke gedachte van de harten der
Overheden in Staat en Kerk van Ne
derland, heeft gevolgd de lijn van het
Evangelisch woord door ons genomen
als motto van Rondom Pachtcontract
I „Dit alles is geschied, opdat de ge
dachten van velen zouden openbaar
worden", en heeft geleid tot den toe
stand van loon en van straf zooals
die naar streng recht noodzakelijker
wijze moet volgen uit die openbaring.
Deze toestand van loon en van
straf is reeds gekomen voor bepaalde
personen, zal komen voor andere be
paalde personen, en zelfs voor geheele
klassen van personen, en heeft zich
zelfs doen gelden op het gebied van
het politieke leven van Nederland.
Het ligt niet in onze bedoeiing om
hier te noemen de bepaalde personen
en klassen van personen, alleen wij
zen wij hier op de lijn die Darite
volgt in zijn wereldgedicht, waarin
hij schetst de laatste consequenties
van 's menschen goede en kwade
daden, en welke lijn is deze dat de
mensch wordt beloond en gestraft i n
hetgeen hij heeft gedaan. Zoo dus,
indien de consequentie noodig maakt
dat reeds op deze wereld zichbaar
en als waarschuwing voor anderen
de straf voor de daad wordt uitge
sproken, dan zal de samenspanning
tot broodroof moeten leiden tot het
zelf niet hebben of het niet hebben
in de kinderen van het broodbestaan
naar den stand, waarin men zich aan
samenspanning tot broodroof schuldig
maakte. En zoo dus ook, als men
samenspant tot eerroof uit afgunst
wegens de werking der geiade in
den evenmensch, zal de consequente
straf moeten bestaan in het verliezen
of niet hebben van de genade die
leidt tot het eeuwige leven, omdat
een dergelijke afgunst is een boosheid
die niet kan worden vergeven noch
in dit noch in het andere leven.
Wij wenschen hier alleen te herin
neren aan de gevolgen van die open
baring op de Regeering van Neder
land.
1. Onze brochure Rondom Pacht
contract II Het Kroondomein, uitgaande
van een der Grondregelen van de
Volkswil, hoewel de Volkswil als
zoodaning toen nog niet bestond, „de
Volkswil vraagt van hem, die het
goede wil door anderen, het eigen
voorbeeld", was de verdediging van
de stelling, daar toegepast op het
pachtcontract van het Kroondomein
dat de Koningin niet het recht heeft
een rechtscontract op te leggen aan
Hare onderdanen, als zij zelve niet
het eigen voorbeeld geeft van rechts
contract.
Deze zaak kwam meerdere malen
in de Tweede Kamer ter sprake, en
Minister de Meester bracht er een
einde aan, toen hij zoogenaamd alle
grieven heette te hebben weerlegt
in de avondzitting van de Tweede
Kamer van 12 December 1906
maar deze weerlegging geschiedde i n
s t r ij d met de waarheid.
Door dezen afloop der zaak beslistte
de Regeeringdat de Koningin op
het gebied van rechtscontract niet be
hoeft te geven het eigen voorbeeld
aan de onderdanen, maar daardoor
werd ontnomen de zedelijke grondslag
aan de burgertijke wetgeving door de
Koningin opgelegd aan het Nederland-
sche Volk.
Deze beslissing eischte naar streng
doorgevoerd recht, dat de dagen der
Regeering van het Ministerie de Mees
ter waren geteld, en inderdaad wa
ren zij spoedig geteldde Regeering
dier beslissing trad af met als gevolg
van de kwestie der Oorlogsbegrooting
en werd opgevolgd door het Ministe
rie Heemskerk.
2. Het Ministerie Heemskerk regeerde
zonder tegenspoed tot kort na de
beslissing, die de Minister van Justitie
de heer mr. Regout jjnam in de zaak
van Geen Gratie, welke was deze
Wij hadden als uiting van deugd
ons verontwaardigd over de heilig
schennis, waaraan een priester zich
schuldig maakte zichtbaar voor zijn
parochianen, en deze verontwaardi
ging werd aanleiding tot een strafpro
ces, bij welk wij als gekwalificeerd
beleediging werden veroordeeld tot
f 50 geldboete, die betaald werd door
de bevolking, omdat deze verontwaar
digd was, dat wij ten onrechte wer
den gestraft in plaats van dien
priester. Wij wezen toen dien
priester op de verantwoording aan
den Eeuwigen Rechter, en door dit
beroep op den eeuwigen Rechter
kregen we, weder als beleediging van
den aardschen rechter f 100 boete, die
weder door de bevolking werd be
taald. In dit strafproces was uitgeko
men, dat een burgemeester tegen ons
bij de Justitie had ingebracht een las
terlijk valsch ambtsrapport, en aaa de
zen burgemeester vroegen wij tot twee
maal toe in een Open Brief, om den
inhoud van zijn geheim rapport te
herhalen in het openbaar of waar te
maken. Maar deze burgemeester zweeg,
en daarop verzochten wij aan de
Koningin om dien burgemeester we
gens zijn valsch ambtsrapport te straf
fen en dit verzoekschrift plaatsten we
in de Volkswil. Door dit plaatsen in
de Volkswil heette het, dat wij dien
burgemeester hadden gesmaad als
ambtenaar in de rechtmatige uitoefe
ning zijner bediening en kregen wij
daarvoor f 300 boete, terwijl die bur
gemeester vrij uitging. Deze f300
werden opnieuw door de bevolking
bijeengebracht. Wij vroegen aan de
Koningin om gratie voor die f300 in
een verzoekschrift dat als motto had
en waarop ook de inhoud doelde:
„Het oordeel des volks is machtig in
mijn oog. Agamemnon, Koning van
Argos", v/oord genomen uit de Orestie
van Echylus. Op dit verzoekschrift
wer.d afwijzend beschikt en daarmede
liet wijlen minister Regout onze Ko
ningin beslissen dat Zij geen waarde
hecht aan het oordeel des volks, ter
wijl er ontstond eene zelfs internatio
nale gedachte dat in Nederland geen
recht te krijgen is. Op deze beslissing
volgde de eerste moeilijkheid der
Rechtsche Regeering: De verwerping
der Bakkerswet.
3. Twee leden van Gedeputeerde
Staten van Zeeland hadden dit hun
ambt gebruikt, om provinciaal belas
tinggeld te verkrijgen voor de zaak,
die zij zeiven rechtens bij de provincie
vertegenwoordigden. Zij overtraden de
Provinciale Wet met gevolg, dat zij
als Gedeputeerde door hun College
hadden moeten worden geschorst. Dit
gebeurde echter niet, waarom wij ons
wenden tot de Koningin om deze zaak
te brengen voor den Raad van State.
Maar Minister Heemskerk liet de Ko
ningin beslissen van geen termen, en
daardoor werd met vooropgestelden wil
aan den ;Administratieven Rechter ont
trokken eene beslissing over eene
zaak van Corruptie. Deze beslissing
eischte straf, en deze straf bestond in
de kwestie Ommen, waardoor het
vertrouwen werd verbroken in de
Rechtsche gelederen.
4. De bisschoppen van Nederland
lieten bidden voor het welslagen der
verkiezingen, en dit met voor doel
den zegen Gods af te smeeken voor
het behoud der Rechtsche Regeering.
Maar daardoor oefenden zij hun ker
kelijk gezag uit om te dienen wereldlijke
doeleinden en partijbelangen, brachten
zij in de katholieke geloovigen een geest
van farizeesch fanatisme, handelden zij
met vooropgezetten kwaden wil tegen
de leuze van het Pausschap van Pius
X, en „Qui mange du Pape, en meurt".
In de Volkswil van 1 Februari 1913
legden wij dat bidden dan ook uit
als een bidden voor den val van
het Christelijk Ministerie, wat zes
maanden later ook uitkwam tegen
ieders gedachte maar niet tegen
onze gedachte.
5. In ons bekend „Er is geen
Tegenstelling" hadden wij wetenschap
pelijk en op grond van zuiver recht
aangewezen den weg, om in Neder
land te komen tot eene andere partij
verhouding, vermits de bestaande in
Nederland valsch is, nl. die van poli
tieke partijverhouding op den grond
slag van kerkgeloof. Dit werk wordt
doodgezwegen „ce n'est que la vérité
qui blesse", maar achter onzen rug
en in stilte wordt de zaak op verzoek
van wien ons onbekend veroordeeld
tot den Index. Deze daad deed over-
loopen de boosheid van de inmenging
der katholieke geestelijkheid van Ne
derland in de wereldlijke politiek, en
als 't ware op denzelfden dag viel
de Rechtsche meerderheid in de Ka
mer tot minderheid.
Ons standpunt is dat God de we
reld regeert, met als middel door den
vrijen wil des menschen, die zich
moet houden aan de ingeschapen en
door het volksverstand gekende na
tuurwet, uitvloeisel van de Eeuwige
wet, welke Eeuwige Wet loopt als
een draad door de geschiedenis, en
door het leven van volkeren, perso
nen en families. Wordt naar deze
eeuwige wet gehandeld, dan geeft
God Zijn zegen, zoo niet, dan geeft
Hij zijn straf, om door straf weder
terug te komen tot de verlaten wijs
heid des volksverstands. En ons stand
punt is verder, dat de zaak van het
staatsgezag bestaat in het handhaven
van den rechtsvrede in de maatschappij.
Deze rechtsvrede was gestoord door
de beslissing genoemd in het geval sub
1, hierdoor vervulde het Ministerie de
Meester niet meer haar taak van
rechtsvrede zij werd gestoord door
de beslissingen genoemd onder 2 en
3 hierdoor vervulde het Ministerie
Heemskerk niet meer haar taak van
rechtsvrede zij werd gestoord niet
alleen in de maatschappij maar in de
harmonie tusschen kerkelijk en bur
gerlijk gezag door God in de maat
schappij geschapen door de beslissin
gen genoemd onder 4 en 5 hier
door werd niet alleen gestoord maar
werd zelfs ondermijnd die rechtsvrede.
Dan is verder ons systeem als
geen recht te krijgen is bij het hoog
ste gezag onder de menschen, dan
doen wij beroep op het gezag van
God, en het is krachtens dit
beroep op God dat gevallen
is de Rechtsche Regeering.
Door de Linksche Regeering was
gehandeld tegen de zedelijke waarde
van de burgerlijke wetgeving, door de
Rechtsche Regeering was gehandeld te
gen de zedelijke waarde van het publieke
recht, door beide te zamen was ge
handeld tegen het volle recht in de
maatschappij, terwijl door de kerke
lijke overheid was gehandeld tegen
het harmonisch recht jegens de
maatschappij.
Hiermede is ontstaan op het gebied
van den rechtsvrede als taak der
Overheid in Nede^een toestand van
verwarring, en d^e toestand van
verwarring is werkelijk de tegenwoor
dige toestand in Nederland.
Deze toestand van ver
warring zal in Nederland,
met vallen en opstaan, een b 1 ij-
vende toestand zijn, totdat
wordt ingezien, zoowel Rechts
als Links, de eigenschuld.
En niet eerder zal deze eigen schuld
worden ingezien, zoolang niet worden
erkend deze twee allereerste beginselen
van het Natuurrecht
le. dat een politieke partijverhou
ding op den grondslag van den gods
dienst dwaling is.
2. dat de taak der Politiek niet be
staat in het dienen van partijbelangen
maar in het dienen van het algemeen
belang.
En deze erkenning moet blijken,
door in de Grondwet vast te leggen
als Nederlandsch rechtsbeginsel, dat
de Kerkgenootschappen niet hebben
te tornen aan de uitoefening van de
grondwettelijke rechten der burgers,
en dat niet in het trekken van de
gemeenschap maar in het dienen van
de rechtsverhouding het algemeen be
lang bestaat.
Deze erkenning is de erkenning van
de grondregelen van de Volkswil, is
de erkenning van de conclusie van
„Er is geen Tegenstelling".
Deze erkenning zal niet spoedig
komen, daarvoor zijn de koppen te
hard, maar de erkenning moet ko
men, en des te langer de erkenning
uitblijft, des te meer zal worden ge
schaad het algemeen belang van Ne
derland. Voor deze schade zullen de
harde koppen verantwoordelijk zijn,
de Volkswil zal voortzetten haar taak
van ie zijn de roepende in de
woestijn, en gelijk het verledene
en het heden haar hebben ge-
gewroken, zoo zal ook de toekomst
haar wreken, totdat zij niet meer is
een roepende in de woestijn maar zij
is erkend als een werk van heil en
een staatsmanswerk, dat in zich bevat de
grondslagen en middeien voor onzen
tijd om Nederland te maken tot een
land, waarin een klein volk groot kan
zijn.
De Volkswil is geen krant maar
een daad, en deze daad zal worden
geheel vruchtbaar, omdat alles wat
uit liefde geschiedt geheel vrucht
baar zal zijn, en deze daad is
geboren uit de liefde tot God, uit
de liefde tot het Vaderland, uit de
liefde voor het recht in en jegens de
Maatschappij, en omdat zij uit liefde
handelt mag zij alles en kan zij
alles, en zij kan alles, omdat zij God
vreest, en „God doet den wil van die
Hem vreezen."
De Politiek van de Volkswil is dus
een daad, en wel een daad van Gods
wil in dienst van den vooruitgang
van het Nederlandsche Volk. Deze
daad brengt de zegen Gods, maar
wordt ze miskend, dan zal zij brengen
zegen voor den een en straf voor den
ander, gelijk zich reeds openbaart
hier in ons gewest.
H. A. VAN DALSUM.
Aietigverlilaring van een huwelijk.
o—
De Croix, een Fransch katholiek
blad, vermeldt, dat het nummer van
7 Juli 1913 van de Acta Aposto-
licae Sedis bevat het eindvonnis van
de rechtbank van de Rota (een ker
kelijke Rechtbank te Rome), waarbij
als nietig werd verklaard een hu
welijk, besloten tusschen graaf Boni
de Castellane en mejuffrouw Gould.
De gronden zijn
1Als vaststaand bewezen feitdat
mej. Gould niet was getrouwd dan
met den formeelen wil die bij het
proces door getuigen was bewezen,
om zich van de echtscheiding te be
dienen als haar dit goed dacht, en
dat zij daarom niet katholiek was
geworden maar protestant was ge
bleven omdat dit haar de echtschei
ding zou vergemakkelijken.
2. Als overweging rechtens dat
tusschen christenen het huwelijks
contract altijd samen gaat met het
Sacrament; is er geen Sacrament
dan is er geen huwelijk, geen
waar huwelijkscontract. De wil
om te trouwen onder voorwaarde,
dat het huwelijk niet onontbindbaar
is, is een wil tegen het huwelijk