Flick's Cacao No. 201. Zaterdag 12 Juli 1913. 4e Jaargang. G e we stel ijk en Algemeen Weekblad te Hulst. Richting: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT EXiïCRN SATERDACk Gentschestraat C 7 te Hulst. w? Stichter: H. A. van Dalsum. Bierkaaistraat A 28 te Hulst. Gentschestraat B 4 te Hulst. oas wei™ ut raad ea staten. aög eeasde bea0em1ag yaa gedepueerde states. ER IS de allerbeste. eea verkeerde gedachte. DE VOLKSWIL RKDACTIE: Abonnemeut per drie maanden NEDERLANDf 0.50. BELGIEfr 1.20. ANDERE LANDEN f 0.80. - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het bladneemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Yrije Woord en voor dien van Advertentiën, ADMINISTRATIE: DRUKKERIJ: Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25. Ons Imlic. O Wij verwijzen naar den Indischen brief in ons nr. van heden. En wij herinneren aan ons vroeger woord, dat Nederland geen enkel man heeft, die heeft het vertrouwen van het ge- heele Nederlandsche Volk. Wat zal dit moeten worden, als van Nederland groote, zeer groote offers zullen moeten worden gevraagd om ons Indië te behouden, want de teekenen zijn er, dat deze vraag zal moeten worden gesteld, wel nog niet heden maar zeker toch morgen, en ean staatsman moet vooruitzien Wie zal in Neder land deze vraag beantwoorden Zou iemand denken, dat deze vraag kan worden beantwoord door een kiesvereenigingpolitiek, of door een pers- en Kamerpolitiek van onderling wantrouwen en partijgeest? Wij zullen geen antwoord geven, alleen zeggen ditdat de tijd nadert, dat Nederland mannen noodig heeft.... en waar zijn die? O Onze belagers willen ons nu werpen uit den Raad van Hulst en uit de Staten, zoodra we moeten aftreden. Nu, ze mogen het gerust doen, wat geven wij om een titeltje De poging daartoe zal ons zeifs een genoegen zijn, omdat wij alsdan gelegenheid krijgeri een nieuw hoofd stuk te wijden aan ons onderzoek naar de Ziel des volks, vermits ons standpunt onveranderd blijft: „Dit alles is geschied, opdat de gedachten van velen zullen openbaar worden", terwijl wij weten, dat elk voik de regeering heeft, die het verdient. In 1910 ^opende zich de volksziel, deze sloot zich daarna, ouder het stelselmatig werken der politieke geestelijkheid, meer en meer, en is nu geheel versteend, hoewei er nog, toch betrekkelijk gering, zijn, .wier ziel nog klopt, en zelfs wier ziel nog warm klopt. Er is hier in de laatste jaren een groote rol gespeeld door de ziele- herders, en waarvoor zij aan den- Kenner van harten en nieren eenmaal, met beschaamde kaken, rekenschap zullen moeten afleggen. ]&Taar 3'amt*fa. O Vriend Jan de Boy hij machtigde ons zijn naam te noemen vernam in Terneuzen, dat daar en ook in Sas vap Gent een praatje heeft ge- loopen,' dat van Dalsum van plan is hier vandaan te gaan, en naar Canada te trekken. Ons antwoord is eenvoudig ditwe hebben niet gedacht noch aan het een noch aan het ander, wij blijven eenvoudig in Hulst notaris, en daar mede uit. Trouwens, als we hier vandaan gingen, zouden onze vijanden te vroeg juichen, omdat zij er dan van af zouden komen nog vóór wij de noodige artikelen hebben geschre ven van „Wie niet hooren wii, moet voelen", van welke artikelen de heeren Dieleman en Fruijtier en ir hen de geestelijkheid, er reeds een hebben gelezen. Wat alleen onze gedachte is, ze is dezedat, als we eens mochten krij gen een e e r 1 ij k e n Minister van Justitie, we bij deze zouden willen beproeven het recht te krijgen, dat ons te voren door kwaden wil is ge weigerd. o Naar het schijnt, zijn enkele zeer vrome bladen er niet over te spreken, dat wij als Statenlid hebben doen vallen als Gedeputeerden de heeren Dieleman en Fruijtier. Wat die bladen zich al durven te veroorlooven Enkele vragen Is van Dalsum de gekozene van de Katholieke of van de Rechtsche Partij Hij is de gekozene van d e n w i 1 d e s volks, en die heeren zijn de geko zenen van den wil der geeste- 1 ij k h e i d. De geestelijkheid heeft in zake ver kiezingen geen recht om haar wil op te leggen aan de kiezers, haar wil is hierin daad van onwettig gezag dus daad van willekeur. Op dit gezag van den wil der geestelijkheid had de heer Fruijtier zich beroepen in de besloten kiezers vergaderingen om hem en -den heer Dieleman en de anderen te stemmen-. Zoo dikwijls hadden wij er beroep op gedaan, dat de geestelijkheid daar mede handelt tegen de leer en den wil van den Paus van Rome, maar al ons beroep werd beantwoord door hoon of door spot. We hebben nu eens beroep gedaan op de leer van het strafrecht. Dit is de heele geschie denis. En de leer van het „Wie niet hooren wil moet voelen", zal nog wel meer in toepassing worden gebracht. De kracht van onrecht en willekeur. o Ze is deze: dat ze straffeloos blijven, vermits het verzet er tegen zich slechts be paalt tot woorden en niet wordt om gezet door daden, omdat het in onze maatschappij nu eenmaal gebruikelijk is, dat hij, die zich door daden ver zet tegen onrecht en willekeur wordt genoemd een revolutionair, een anar chist, of zoo iets. Maar ook voor deze daad van ver zet vreezen niet het onrecht en de willekeur, omdat deze tegen geweld dadige daden van verzet als wapen hebben de macht der wet en van den sterken arm. Wat door het onrecht en de wille keur worden gevreesd, dat is: de kalme, wettige daad van verzet. Deze geeft geen vat, en is in staat om op den duur het onrecht en de willekeur te dooden. Maar al hebben het onrecht en de willekeur geen vat tegen een wettige daad van verzet, zij, de ongerechtig heid, geeft geen kamp, en stelt als tegenweer tegen de wettige daad, de verdachtmaking en de laster, om de kracht der wettige daad te breken. Doch de wettige daad gaat haar gang, sterk wegens haar goed recht, en stelt tegenover de verdachtmaking en de laster het wapen van de waarheid. Het wapen der waarheid kwetst, maakt het onrecht en de willekeur toornig, en deze toorn doet de wer ken der ongerechtigheid een vooreen of sommige of alle tegelijk in het strijdperk treden tegen het wapen der waarheid. De waarheid echter slaat af al deze werken van ongerechtig heid, zal ze allen overwinnen wel niet volledig op deze wereld, vindt hare volledige overwinning op den Oor deelsdag, en Hij, die de Waarheid zelve is, staat Zijn strijder bij in den nood. Op dezen dag zal de strijder voor de waarheid de eer genieten openlijk te triomfeeren over a! zijne belagers, zal de waarheid triomfeeren in het Rijk des Lichts en der Liefde, zal de ongerechtigheid knarsetanden in het Rijk der Duisternis en van den Haat. Wij hebben hiei genoemd den loop van zaken en de eindafrekening in den strijd, dien wij te voeren hebben met onze belagers. Wij hopen voor hen, voor het behoud hunner zielen, dat zij tot zich zeiven komen vóór het laatste uur op deze aarde voor hen geslagen is. En wij zeggen aan onze vrienden, die wel eens hun hart vast houden van angst voor het leger der ongerechtigheid dat wordt aangevoerd tegen den éénen man vrees niet voor ons, wij zijn in Gods hand en niets is in staat ons te deren, en bedenk, dal des te grooter wordt het leger en des te venijniger het scherpt zijne wapenen des te grooter ook wordt onze eer voor het oog van God en des te meer zal voor het oog der menschen gerechtvaardigd worden en blijken het goed recht van ons Gods vertrouwen. Nu zie ik, dat er toch een God bestaat. o Van verschillende zijden hebben we vernomen, dat ditzelfde woord is ge sproken toen werd vernomen, weike slag van Dalsum had toegebracht door zijn stein als Statenlid bij de benoeming van de leden van Gede puteerde Staten. Ja vrienden, er bestaat een God, niema.-d mag daaraan twijfelen, en, en deze God is niet alleen barmhartig, Hij is ook rechtvaardig en laat niet met zich spotten. Hij is lankmoedig, voor 's menschen ongeduld dikwijls te veel geduldig, maar Hij weet den tijd, en als Hij siaat, slaat Hij goed. Indien onze belagers zich niet be- keeren zullen er nog wei meer slagen worden uitgedeeld, en gelukkig voor hen, als ze nog kunnen worden uit gedeeld door middel van den ver tegenwoordiger van den wil des volks. Indien zij hun zin mochten krijgen, dat wij over eenigen tijd worden uitge worpen uit Raad en Staten om hen niet meer te kunnen controleeren en slaan in hun ongerechtigheid, dan zulien zij de slagen niet meer indirect door den wil des volks doch direct ont vangen uit de handen van God, en deze slagen zijn doodelijk en on herstelbaar. Eene bloemlezing. o Naar het schijnt, zijn er veel men schen boos tegen van Dalsum, al thans volgens couranten wordt hij genoemdverrader, renegaat, figu- ranr, malcontente, politieke vrijbui ter, en dit omdat hij bij de benoe ming van Gedeputeerden links stemde in plaats van rechts, liet is alles fraai. En als wij rechts hadden gestemd, zouden wij 'door diezelfde fraaie lui zijn uitgelachen door geen gebruik te hebben gemaakt van de éénige gelegenheid om strafrecht uit te oefenen. We waren geen vriend van de getroffen heeren dus konden we hen niet hebben verraden. We waren geen afvallige van hunne partij want de politiek katholieke partij met de godsdienst als politiek middel om ambt of geld of eer te behalen hebben we nooit erkend. We waren geen figurant want een figurant doet niets en wij doen steeds. We waren geen malcontente want we zijn altijd zeer tevreden zoowel by lief als leed. En zouden wij vrijbuiter zyn, om dat wy geen gevangenisnummer dra gen maar vrij man zyn Al dat schelden is dus niets dan comedie en een uiting van machte- looze woede. o— Fr is gezegd: als van Dalsum nu niet gebruik maakt van zyn po sitie in de Staten, om als conditie te stellen, dat hij zelf Gedeputeerde of Eerste Kamerlid wordt, dan is hij geen knip voor zyn neus waard Niet- zoo vlug oordeelen, als u blieft. Een notaris kan geen Gedepu teerde zijn, of hij moet omslag nemen als notaris (art. 53 Prov, Wet), en om Eerste Kamerlid te worden, moet men behooren tot de hoogstaange slagenen, en zoover hebben wij het nog niet kunnen brengen. En daarenboven ligt het niet in ons karakter, om eenige positie te gebruiken voor eigen voordeel. Verzinsels. O Behalve van vriend de Boy ver nemen tty van verschillende zyden, en zelfs kwamen vrienden van ons over om er naar te vragen, dat er praatjes gaan, alsof wjj le van hier vertrekken, 2e de Volkswil laten gaan. Het zijn beide zuivere verzinsels, uitgestrooid door wie is ons onbekend, maar zeker niet door vrienden dus door vijanden. Wat wy hopen is dit: dat wy door den nieuwen toestand in den Haag en in Middelburg recht zullen kunnen krijgen, en waar wy ook wel eens aan hebben gedacht doch nog zonder vast plan om de Volkswil te doen uitgeven, geheel blijvende ons eigendom, in een der groote Hollandsche plaatsen, om haar te maken van een gewestelyk blad tot een Algemeen Nederlandsch blad, indien wij een compagnon kunnen viuden met kapitaal om deze zaak uit te voeren. Voor onze abonnés zou dit hetzelfde zyn, of zij de krant over de post ontvangen van uit Hulst ol van uit bv. Amsterdam. Onze dorpstyrannen zullen wel begrijpen, als zij dit lezen, dat zij verstandig doen kalm te zijn, anders krijgen zy slaag. Kleinzielige wraak. O Wij vernemen van meerdere zijden dat, uit wraak wegens onze Stem als Statenlid bij de benoeming van Gedeputeerden, er opnieuw een cam pagne zal worden begonnen tegen de Volkswil om haar abonnés af handig te maken. Wy zeggen dit: laten ze gerust hun gang gaan, maar laten zy hierin zyn gewaarschuwd dat wij een nieuw hoofdstuk zijn begonnen ge titeld „Wie niet hooren wil, moet voelen", en dat zy door te doen wat zy voornemens zyn te doen zich z e 1 v e n zeer ernstig in de vingers zullen snyden. Zijn aan abonnés soms personen bekend die, na deze waar schuwing, dwang uitoefenen om de Volkswil te doen opzeggen, dan verzoeken wy opgaaf van deze per sonen met opgaaf van datums en getuigen.

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1913 | | pagina 1