De Volkswil I mm VRIJSTER- BIJVOEGSEL van van 28 Juni 1913. Oogst berichten. 1 Feuilleton. Van alles wat. NEDERLAND. Stand der landbouwgewassen op 10 Juni 1913. Het hieronder volgende overzicht van den stand der land bouwgewassen op 10 Juni is, onder medewerking van de rijkslandbouw- leeraren, samengesteld naar gegevens, verstrekt door de correspondenten van de directie van den Landbouw. Dank zij het groeizame weer in Mei hebben de wintergewassen zich flink ontwikkeld. Alleen de rogge levert over het geheel geen zwaar gewas op. Het zaaien der zomergewassen werd nogal eens door regen onderbroken, zoodat vooral op zware gronden veelal laat gezaaid is. Bij het gunstige weer in Mei stond echter ook het laat ge zaaide spoedig boven en groeide welig op. Vandaar, dat ook de zomergewas sen er voor het meerendeel gunstig voor staan. Er is voorts in de weiden overvloed van gras, terwijl de hooi oogst buitengewoon groot belooft te worden. Het warme weer in Mei, gepaard gaande met vele regen- en onweers buien, bemoeilijkte intusschen ook in hooge mate de onkruidbestrijding, hetgeen nog verergerde, toen begin Juni het weer bepaald regenachtig werd. Over sterke vervuiling van de velden worden dan ook vele klachten vernomen, terwijl de vele regens in begin Juni voor verschillende gewas sen schadelijk dreigden te worden of, reeds zijn geworden. In het Zuidwesten des lands, waar veel meer regen is gevallen dan in het Noorden en Oosten, worden hier door de vooruitzichten van den oogst aanmerkelijk minder gunstig beoor deeld dan elders. De onweersbuien in Mei gingen gepaard met zware regens, waardoor sommige welige perceelen graan tegen den grond geslagen zijn. Zelfs het lange gras ligt hier en daar plat tegen den grond. Ook viel op verscheidene plaatsen hagel, waardoor nogal schade werd aangericht. In vele jaren hebben de emelten niet zooveel van zich doen spreken als dit voorjaar. Schier in alle pro vinciën werd door deze larve schade aangericht, het meest echter in het Oosten van Gelderland en Overijsel. Daarentegen werd van de fritvlieg- larve, die in het vorige jaar de haver teisterde, weinig of niets vernomen. Droog weer is thans voor alle ge wassen gewenscht. O Mijnheer Jeremias Zoetemelk was verloofd. In geheel Muizenberg werd over niets anders meer gesproken. Allen in het plaatsje, die er zich op be roemden, een hondenneus te hebben, moesten vlakweg verklaren, dat de ge beurtenis hun volkomen verrast had. Men was een en al verbluftheid. En dit te meer, omdat mijnheer Jeremias Zoetemelk, zonder nog te spreken van zijn lam been, ook reeds om de groote „brandkast" op den rug door niemand vooreen Adonis werd gehouden, Vooral mevrouw Sidderlïng,die op de Woens- dagsche dameskransje verklaard had, dat er geen pot zoo scheef was, of er bestond nog wel een deksel, dat er op paste, moest dit weten, daar het reeds meer dan eenmaal was voorgevallen, dat de inwoners van Muizenberg in de duisternis haar man voor den pas veiloofde hadden aangezien. Ook de ouderdom van den vrijer mijnheer Jeremias telde negen en veertig lentes leverde niet de hoofdoorzaak voor de verwondering, omdat een man met grooten geldzak als huwelijkscandidaat nooit te oud is. Doch mijnheer Zoete melk was gierig, verschrikkelijk gierig en hebzuchtig. Voor een stuivertje liet hij op zijn hoofd een paal aanpunten en voor een daalder met een schoen- .makersHs cpn <r-it rjnn- h°:dn cch.°en- Tarwe. De stand is in Zeeland vrij goed, in Z. Noord-Brabant vrij goed tot goed, elders goed of zeer goed. Rogge. De stand van de rogge, hoewel niet bepaald onbevredigend, is toch minder goed dan in de laatste jaren gewoonlijk het geval was. Het gewas staat dikwijls wat hol, het stroo is veelal kort en de aren zijn niet zwaar. De stand is vrij goed op het zand in het Westerkwartier, Drente en Overijsel, in Gelderland en in westelijk Noord-Brabant. Elders is de stand goed. Gerst. De stand van de winter- gerst loopt in Zeeland nogal uiteen. In het westelijk deel van Zeeuwsch- Vlaanderen laat het gewas veel te wenschen. Dooreengenomen is de stand in deze provincie vrij goed. In de andere provinciën, waar de ver bouw van beteekenis is, is de stand goed. De zomergerst staat er overal goed voor. Haver. Van de granen belooft de haver verreweg het meest. Het gewas staat overal gezond en welig te velde. Wel zijn sommige zware perceelen door de regens gedeeltelijk gaan legeren, maar bij droog weer zullen de halmen zich wel weer op richten. De stand is overal goed of zeer goed. B o o n e n. De stand van de boo- nen loopt nogal uiteen. In Groningen, waar de teelt het meest wordt aan getroffen, wisselt de stand van vrij goed tot zeer g.oed. Voorts is de stand in westelijk Noord-Brabant, Utrecht en Limburg vrij goed, in Zeeland en de Betuwe vrij goed tot goed. Elders is de stand goed. Erwten. Ook het erwtengewas laat zich nogal verschillend aanzien. In Zeeland, waar de erwten het meest verbouwdgworden, zou eene voortzet ting van de regenachtige periode van begin Juni het gewas spoedig nood lottig worden. De stand is er vrij goed, evenals in Friesland, West- Noord-Brabant en in de Betuwe. In Noord-Holland, waar de gevreesde knopmade zich reeds begint te ver- toonen, staat bet gewas overigens goed. Ook in Groningen en Zuid-Holland is de stand, hoewel plaatselijk zeer verschillend, dooreen genomen goed. Bruine boonen. De stand is in Zeeland en Noord-Holland goed, in Zuid-Holland vrij goed tot goed, in Noord-Brabant vrij goed. Vlas. Het vlas is goed aangesla gen en heeft zich naar wensch ont beenen boren. Hij at zoo weinig, dat men zijn gebeente voelde klapperen bovendien noemde hij het slapen op stroo, dat driejaar oud was, de hoogste zaligheid. En nu wilde deze man eene vrouw nemen, wat naar men weet veel geld kostHet was dan ook nauwe lijks te gelooven Toch moest het even wel waar zijnhij had het persoonlijk aan zijne huishoudster verteld Men was echter niet alleen verbluft men had ook reden, om minder op zijn gemak te zijn. In Muizenburg was het getal huwbare jongelingen zeer klein daarom had men dan ook mogen ver wachten, dat mijnheer Zoetemelk, in dien hij tot den echtelijken stand mocht besluiten, zijne keuze zou doen onder de huwbare jongedochters zijner va derstad, en dit wel te eerder, omdat hij te Muizenberg zijn aardig vermo gen bijeenverzameld had. Waarmede? dat is moeilijk te zeg gen. Mijnheer Jeremias Zoetemelk was met een heel klein winkeltje begonnen. Hij nam daarbij tegen een prijs, wel ken hij zelf bepaalde, van de boeren boter, kaas, eieren, later ook rogge en aardappelen in betaling aan en verkocht deze artikelen tegen een anderen prijs welken hij eveneens zelf bepaalde, weer aan de Muizenbergers. Hij be lastte zich voor zijne klanten „alleen uit vriendschap" met den verkoop hun ner warenleende geld, maar even eens „alleen uit vriendschap", want de tien procent, die hij daarvoor nam, moest hij dan ook den vriend betalen, i die hem het geld voor dit mensch- lirvend doet ter Imnd omd-d wikkeld. In Zeeland is het gewas zeer ongelijk. Brand is nogal voorgekomen en de zware perceelen begonnen reeds van den regen te lijden, zoodat over het geheel de stand niet meer dan vrij goed is. In Noord-Holland, Zuid-Holland en West-Noord-Brabant is de stand goed, in Groningen goed tot zeer goed. Kanariezaad. De stand is overal goed. Blau wmaanzaad is in het zuiden des lands ongeregelmatig op gekomen. Daardoor is de stand in Zeeland en Noord-Brabant slechts vrij goed. In Groningen is hij vrij goed tot goed, in Friesland, Noord- en Zuid-Holland goed. K a r w ij. De karwij heeft zich over het algemeen beter ontwikkeld dan zich aanvankelijk liet aanzien. De stand is in Groningen, Noord-Holland, Zuid-Holland en West-Noord-Brabant vrij goed, in Zeeland vrij goed tot goed, in Friesland goed. Aardappelen. Uit verschillende streken wordt bericht, dat de aardap pelen onregelmatig zijn opgekomen. Vele velden vertoonen een grooter of kleiner aantal leege plekken. Overi gens laat het gewas zich over het geheel gunstig aanzien. Alleen in Zee land, waar men het onkruid niet steeds meester kan blijven, en in Limburg is de stand vrij goed. Elders is de stand overal goed, in sommige stre ken, als in Friesland en Noord-Hol land, zelfs zeer goed. De fabrieks aardappelen staan er eveneens goed voor, hoewel vele velden reeds de gevolgen van de vele regens in begin Juni beginnen te vertoonen. Droog weer is vcor de verdere ontwikkeling der aardappelen zeer noodig. Suikerbieten. De bleten staan nogal ongelijksommige velden had den van ziekten en vetterij te lijden, terwijl men in het zuiden des lands, tengevolge van de vele regens, groote moeite heeft om de planten opeen te zetten en het gewas zuiver van on kruid te krijgen. De stand is in West-Noord-Brabant en Gelderland vrij goed, in Groningen vrij goed tot goed, elders goed. Uien. De uien staan over het geheel eenigszins dun, hc-tgeen wordt toegeschreven aan het gebruik van minder kiemkrachtig zaad. Ook de kroefziekte komt hier en daar voor. De stand is in Zuid-Holland matig tot vrij 'goed, in Noord-Holland en 1 Zeeland vrij goed. Cichorei. De stand is in Gro ningen en Friesland goed, in Zuid- Holland op de klei matig, op het zand goed. Roode klaver. Behalve in Gro ningen, waar reeds in het voorjaar vele dunne velden klaver voorkwamen, zoodat de stand niet meer dan vrij goed is, levert de roode klaver overal eene zware snede. De stand wordt dan ook algemeen goed of zeer goed genoemd. De witte klaver levert ook veel voeder. Daarentegen staan de lucernevelden er in Zeeland over het geheel vrij slecht voor, terwijl zij ook in Zuid- Holland veel te wenschen overlaten. hij zelf, daaraan behoefde niemand te twijfelen, volstrekt geen geld had. Hij bezorgde de boeren fourage-artikelen en fokvee, uit belang voor den land bouwenden stand, kqcht van zijn klan ten „ver boven den marktprijs" het slachtvee schreef op bestelling brie ven, verzoekschriften en belastingre clames verslond de kunst oude uur werken te repareeren en tafelgereed schap van nieuwen glans te voorzien en weefsels van mogelijke soorten van vlekken te reinigen met een vloeistof, waarvan hij het geheim bezat; boven dien kon men zich op Woensdag en Zaterdag door hem laten scheren. Ei genlijk ook wel op iederanderen tijd doch de Muizenbergers die voor dit doel bij hem kwamen was voldoende als mijnheer Jeremias hun tweemaai in de week duidelijk maakte, dat het voorrecht der mannen, een baard te bezitten, ook zijn schaduwzijde heeft. Aldus wist de ondernemensgezinde koopman langzamerhand geld te slaan uit alles, waarmede hij in aanraking kwam. Weliswaar had het opmaken der boeken bij het einde van het jaar aanvankelijk geen groote winst aange wezen. Dat was evenwel langzamer hand beter geworden en nu bedroeg de winst uit de vele zaken in eene maand meer dan anders in een jaar en de gelukkige eigenaar kon in zijn vuistje lachen. Hij lachte evenwel niet; hem kwam het somtijds voor, alsof zijne verdiensten hoe meer hij bijeen schraapte, hem steeds minder bevre digden. En daarbij waarom moest hij Inch'f1 nj?Ti">nd rif '-."Hl diarvoo'' Weiland. Omtrent geen enkel gewas luiden de berichten zoo onver deeld gunstig als omtrent 't gras. De warme dagen in Mei, telkens afge wisseld door regenbuien, waren dan ook voor den grasgroei buitengewoon voordeelig. Het vee heeft overal volop voedsel, 'n vele weiden kunnen de dieren het gras zelfs niet kort genoeg houden, zoodat er veel vertrapt wordt, vooral op laag gelegen weiden. De stand van het weiland is overal zeer goed, op sommige plaatsen zelfs uit muntend. Hooiland. Ook op het hooiland staat eene zware snede gras te velde, hoewel volgens het oordeel van som mige rijkslandbouwleeraren de hoe veelheid ondergras niet zal meevallen. De hooioogst, die dit jaar vroeg valt, is reeds begonnen en waar men vroeg maaide, heeft het gras reeds van den regen geleden. Vooral in Friesland, alsook in Zuid-Holland, is hierdoor al vrij wat hooi beschadigd. Ook heeft men daar reeds veel gras inge kuild. De hoeveelheid hooi zal in elk geval zeer groot zijn, de hoedanigheid zal geheel afhangen van het weer in de eerstvolgende weken. (Mededeeling van de Directie Y3n cjen Landbouw.) O— Een nieuw infanterie-geschut. Uit Frankrijk vernemen wij het volgen de. Er is hier de uitvinding vaneen nieuw infanterie-geschut bekend geworden. De werking is veel moorddadiger en veel zekerder dan wat tot nu gebruikt werd. De nieuwe kogel dqorbqorde pantserplaten op een afstand van 1000 1200 M. terwijl de krachtigste ko gel van voorheen platen van gelijke dikte op niet meer dan 600 M. door boorde.' o— Hp oorsprong der Staten. In een belangwekkend werk onder zocht Rudolf Holsti, een Fin, of het waar iö, wat men gewoonlijk beweert, dat de Staten oorspronkelijk doqr het onderwerpen van den een aan den ander, dus dpur oorlog,- ontstaan zijn, en dat daarop het beginsel van ge hoorzaamheid aan de overheid berust. Zijn resultaat is volkomen afwijzend door geleidelijke vreedzame ontwikke ling heeft zich de politieke samenle ving en maatschappelijke orde ge vormd. 0— Het conserveer en van hout door middel van electriciteit. In „Cosmos" publiceert Dr. Nodon zijn jongste onderzoekingen omtrent het conserveeren van hout door elec triciteit. Bij deze methode kan het hout geconserveerd worden op de plaats, waar het geveld is, men heeft geen kostbaar en lastig materiaal noo dig, en evenmin moet het hout lange tijden drogen. Het gehakte hout kan reeds na enkele weken gebruikt worden. Het procédé berust op de transforma tie, die de electrische stroom cellulose doet ondergaan. Het in balken ver deelde hout ondergaat op de plaats zelf de electrische behandelingde ietsZijne klanten, ten minste een groot gedeelte van hen, lachten toch ook nietintegendeel, als zij aan hun weldoener dachten, bromden zij iets, dat wel wat geleek op „keelafsnijder," „halsomdraaier", „schoft" en nog meer zulke meer duidelijke en hoffelijke complimentjes, in hun baard, of zij gingen zelfs zoo ver, zooals boer AAei- erdors bij zich zelf gezworen had, bij zekere gelegenheid de kwitantie bij mijnheer Zoetemelk met den stok op zijn rug te schrijven. De verlovingsgeschiedenis kwam den goeden Muizenbergers ook ie:ds daar om zoo raadselachtig voor, omdat men tot dusverre nooit bemerkt had, dat mijnheer Zoutemelk belangstelling ge voelde voor het vrouwelijk geslacht in het algemeen en voorde schoone ver tegenwoordigsters daarvan in het bij zonder. Hoe zou dat ook mogelijk ge weest zijn, daar hij niet eens een hart bezat, als men tenminste geloof mocht slaan aan het oordeel van de over- groote meerderheid zijner medeburgers. Wij weten niet, of het oordeel niet te hard is, in elk geval is dit waar; in dien mijnheer Jeremias werkelijk een hart bezat, was het steeds in een groo ten zak met ijs verborgen. En daar ging me nu die man naar eene anderé plaats en verloofde zich. Hoe was dat gekomen De concurrentie is een miserabel ding. De een gunt den ander niets, ja, als de menschen tevreden waren met het verwerven van datgene, het- j welk voor het onderhoud van hun li chaam maar ge'd, T'd en balken worden plat op een soort stel lage gelegd, tusschen iedere laag brengt men een vochtig electroden-veld, waar door gedurende 10 uur een wissel stroom gevoerd wordt. Onder den in vloed van dezen stroom ondergaat de cellulose en de van deze afkomstige stoffen evenals het sap een scheikun dige verandering, die ze immuniseert tegen de verrotting. Bovendien verliest het sap zijn gomachtige en hygrosco- pische eigenschappen, die een snelle droging bemoeilijken. Verder wordt het hout harder, het krijgt meer weer standsvermogen en is gemakkelijker te bewerken. Te Bordeaux heeft men proefnemingen gedaan met deze nieuwe methode, die zeer goed geslaagd zijn, o— De rijkdom aan organisme der zeeën. De Zuid-pool-expeditie aan boord van de „Deutschland" heeft gedurende den tocht over den Atlantischen Oce aan onder leiding van prof. Lohmann, die de reis tot Buenos-Aires meemaakt, biologische onderzoekingen gedaan. De methode, reeds in 1910 door de „Michel Sars" gevolgd, bestaat uit water van grootere diepten 50, 200, 300, 400, M.) op te halen en dat ver-» volgens met een centrifuge te behan delen, Daarna wordt het dan met de microscoop onderzocht. Op deze wijze verkrijgt men betere resultaten dan met gewone netten. De onderzoekin gen van de „Deutschland" bevestigen die van de Hensens-expeditiein de warme, tropische zeeën komen minder organismen voor dan in de zeeën der gematigde zone. De tropische water zone, begrensd door de parallel op 30 gr. N. breedte en die op 20 gr. Z. breedte, is vijfmaal mjnder bewolkt dan de gematigde zeeën. Het ver schil tusschen kustwater en volle zee kan zeer groot zijn. 15 M. water be vatte nabij Kiel 50 maal meer orga nismen dan jn vqlle tropische ?ee, De grootste dichtheid der plantaar dige organismen komt niet voor op 50 M., zooals men tot nog toe meende, maar aan de oppervlakte. Het ver schil is zeer groot in de wateren der gematigde zóne, maar zwakker in de tropische zeegn, Kieten tonnetjes in plaats ran bloempotten. Sedert langen tijd gebruikt men in Australië en in de Kaapkolonie voor het planten van verschillende acacia- en eucalyptus-soorten, riet-tonnetjes. Daarvoor snijdt men het riet van de soort Arundo Donax boven de knoo- pen op bepaalde hoogte door. Deze riettonnetjes nemen minder plaats in en zijn minder breekbaar dan de ge wone bloempotten. Ook zijn ze zeer geschikt voor het transport over groote afstanden. o De schilder Ignacio Zuloaga heeft aan het geboortehuis van Goya te Fuente de Todes (Aragon) een ge denksteen doen aanbrengen. Daar het huis in zeer vervallen toestand verkeert, zal Zuloaga de noodige geldmiddelen bijeen trachten te bren gen, om het te restaureeren en er een museum in op te richten. o— altijd opnieuw geld. Ieder jaar moet er zooveel en zooveel „ter zijde" kun nen gelegd wordenanders is men niet tevreden. Dit had mijnheer Zoete melk honderd en meer malen zijn klan ten voorgejammerd en, als men er hem opmerkzaam maakte, dat hij toch ook elk jaar een aardig sommetje in zijn kous stak, bij hoog en bij laag ge zworen, dat hij niets kon overleggen, daarbij bromde hij zoo iets van „arme bloedverwanten" en „de rechterhand mag niet weten, wat de linker doet." in zijn baard. Achteraf glimlachte hij echter. Wie kon met hem concurree- ren Niemand. Zeker er waren te Mui zenberg een. paar barbiers, een horlo gemaker, benevens eenige winkels en soortgelijke dingen meer. Op deze alle had hij echter dit vooruit, dal hij al deze ondernemingen in eene hand vereenigdedat zij alle in elkander grepen en dat deed niemand hem ge makkelijk na; een Muizenberger in het geheel nietdie kende hij daar voor te goed. Een vreemdeling zou hij wel bijtijds achter het net doen vis- schen. En desniettemin scheen nu toch een donkere wolk aan den rooskleu- rigen hemel zijner toekomst op te klimmener was een concurrent ko men opdagen en daarbij nog wel een gevaarlijke concurrent. Het was mijn heer Simon Pittenbijter van Rattenheu- vel. Jeremias kende den ouden vos reeds uit vroeger dagen. Hij wist, dat mijnheer Pittenbijter een genie was, j die evenals hij, uit alles geld wist te slaan. Het ergste van alles was echter, dat zijn toekomstige concurrent ron-

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1913 | | pagina 5