HEI DOEL EEffi IIREEIE
I HEER HOMBACH i DE BOEREN.
„wordt gegeven onder de voorwaarden,
„naar welke de boerenbond streeft."
Zoolang kapelaan Buijsrogge en no
taris van Dalsum samen gingen, was
er een uitmuntende geest in den boe
renbond, doch politiekers begonnen te
vreezen dat de laatste populair zou
worden, wisten te bewerken dat ka
pelaan Buijsrogge naar Noord-Brabant
werd verplaatst, en brachten onkruid
in het werk, door onder de tarwe te
zaaien de politiek.
leder zal begrijpen dat de opzet van
het werk, hiervoor meteen enkel woord
aangehaald, was goed en was een daad
van vooruitzien. Als toch het plan was
uitgevoerd, zou er door zijn ontstaan
een rechtvaardige geest tusschen eige
naar en boer, en tusschen boer en ar
beider, zou de arbeider een behoorlijk
bestaan hebben gehad, en zou de boer
nooit werkvolk te kort hebben gehad.
Onverantwoordelijke personen, sto
kebranden, hebben dit plan weten te
gen te houden doordat de boerenbond
meer geloof hechtte aan zijn opgedron
gen en ingedrongen valsche vrienden
dan aan den goeden vriend van Dal
sum.
Wat deze laatste had gevreesd, is
gekemende krachtige arbeider trekt
voor een groot deel naar den vreemde
en de boer moet zijn werk doen, groo-
tendeels met vrouwen, kinderen en
grijsaards.
Wat een getob is het geweest in het
najaar 1912, en wie zal zeggen, nu de
heer Hombach is gekomen om het
restant van het werkvolk werk te ver
schaffen in de Engelsche beetenteelt,
hoe het zal zijn over enkele jaren
Ziet de boerenbond nu in wie was
zijn vriend, van Dalsum, of de ander?
Er komt nog meer.
De heer Wiessing heeft Zondag 18
Mei met een enkel woord te Hulst ge
sproken over een dreigend muntgevaar,
en hij was na veel studie gekomen,
reeds vóór jaren, tot dit resultaatdat
de landbouwcrisis in Nederland na 1870
een gevolg is geweest van het Neder-
landsche muntstelsel, en hij voorziet
over enkele jaren opnieuw een land
bouwcrisis, die dreigt van uit China,
als het plan doorgaat der Europeesche
grootkapitalisten om China te verplich
ten over te gaan tot den gouden stan
daard. En China is een land van een
400 millioen zielen. Wat dit beteekent
Ditdat het goud zeer duur wordt met
het gevolg, dat de producten, en met
name de landbouwproducten, zeer
in prijs gaan dalen.
Wij hebben over deze zaak nage
dacht, en zijn gekomen tot de conclu
sie dat de heer Wiessing gelijk heeft.
Het is misschien nog mogelijk dat
het gevaar voor den landbouw voorbij
gaat omdat de nieuwe president van
Noord-Amerika een eerlijk man is en
zich niet leent aan de grootkapitalisten,
maar wij hebben ons reeds vóór ee-
nigen tijd ingedacht in dit feitdat de
landen van Europa achter de schermen,
en hier daar zelfs openlijk, worden
geregeerd door het grootkapitaal, en
ieder kent het gezegde, dat enkele
bankiers beschikken over oorlog of
vrede door het noodige geld voor oor
log toe te staan of te weigeren.
Maar gaat het gevaar niet voorbij,
dan komt de boerenstand van onze
streek over eenige jaren te staan voor
deze twee feiten
Ie geen werkvolk,
2e minder ontvangen voor den oogst.
En reeds vroeger hebben wij ver
meld, dat Engeland heeft opgezegd te
gen enkele jaren, de suikerconventie
van Brussel, en wij voorzien ditdat
Engeland, dat nu ontvangt een groot
deel van de West-Europeesche suiker
en krachtig bezig is om tejkomen tot
een beetwortelsuikercultuur, zoodra
deze belangrijk is geworden, onze sui
ker niet meer verlangt. Dan zal onze
beetwortelsuikercultuur van Zeeuwsch-
Vlaanderen een grooten knak krijgen,
en dit, terwijl onze landbouw hier drijft
op de beet.
Wij zouden wenschen, dat iedere
boer deze zaak eens ernstig overweegt
en zich afvraagt, is het niet een daad
van zelfbehoud voor ons zeiven, als
wij een volksvertegenwoordiger hebben,
die in zich heeft de vereischten van
een staatsman, die in staat is en heeft
getoond den wil om de levensbelan
gen van ons bestaan te dienen
Dat deze staatsman niet is de heer
Fruijtier behoeven wij niet te zeggen.
En begrijpt nu ieder want deze
zaak is slechts een onderdeel van het
staatsbelang dat het niet aangaat
om als Kamerlid iemand te kiezen om
dat hij „van de partij" is, maar dat
het is wel degelijk een zaak van be
lang om zich als kiezer af te vragen,
of de candidaat is een man van ken
nis.
Het vorenstaande was geschreven,
als wij lazen in een bericht uit Peking
(hoofdstad van China) dato 24 Mei
1913"„Wegens het succes van de uit
schrijving op de leening der vijf mo-
„gendheden, hebben de Fransche,En
gelsche en Duitsche banken beslist
„om spoedig uit te geven de leening
„voor de munthervorming."
Als een land den gouden muntstan-
daard invoerd wil het dit zeggen, dat
de Staatsbanken tot zekerheid van hare
verbintenissen (metaal- en papiergeld)
in hare kelders opstapelen gouden sta
ven of munten. De hoeveelheid goud
in voorraad bepaalt den koers van het
geld in den handel. Als nu de Euro
peesche banken haar goudvoorraad
naar China sturen voor die hervorming,
wordt het geld in Europa duur.
Uw pliclil.
Nergens was de willekeur zóó groot,
nergens werd het volk kunstmatig zóó
dom gehouden als hier in Zeeuwsch-
Vlaanderen. Het leek eene plaats bui
ten de wereld, die van al de beroe
ringen der laatste eeuwen niets bemerkt
had, waar nog toestanden heerschten
uit, ja uit de middeleeuwen, waar de
knechtschap bestond, waar het volk
slechts geschapen scheen ten profijte
van enkele heeren.
Maar, duurt het soms lang, ieder
volk krijgt ten slotte den man, dien
het noodig heeft. Zoo kreeg Zeeuwsch-
Vlaanderen van Dalsum. Hij, wiens
hart slechts voor het volk te kloppen
scheen aanvaarde terstond den strijd
vóór het geknechte volk tegen de ty-
rannieke heeren. Hij, wetend dat die
strijd moeilijk zou zijn en dat zijne tegen
standers elk middel, hoe laag ook, zou
den te baat nemen zoo het hem maar
kon schaden, hij aarzelde toch geen
oogenblik. Hij wierp zich op voor het
volk en hij blééf, hij bleef strijden
ook al zetten de heeren de gevange
nisdeuren voor hem open.
Want nekken konden zij hem niet.
Daarvoor was hij te sterk, te krachtig
door zijne liefde voor allen, die ver
drukt werden en gebogen gingen on
der zware lasten.
Die liefde is zijn kracht, waartegen
elke aanval te pletter zal loopen.
Thans is hij door de wil van het
volk, candidaat van de Tweede Kamer
en nog geniepiger, nog slinkscher dan
vroeger spant de heerschersbent tegen
zijne persoon samen. In hem hopen
zij het volk te treffen, de zinneloozen
die meenen, dat zoo een op wien het
volk zijn idealen bouwt, kan worden
vernietigd.
Het volk van het district Hontenisse
moet daarom zonder eene enkele aar
zeling zich scharen onder van Dalsum's
banier. Pal moet het staan tegenover
de lagen, hem door zijne tegenstanders
gelegd. En het moet begrijpen dat al
leen dóarom van Dalsum zoo fel wordt
bestookt, omdat zijn richtsnoer is
liefde voor het volk.
Die liefde, welke zijn bestrijders
nooit hebben gekend, nimmer hebben
gevoeld. Het volk, dat zij slechts duld
den als slaaf.
JUSTUS.
Moet dit zijn om uitvoering te ge
ven aan de wil des volks, of moet dit
zijn om den wil des volks te smoren
Onze officieele partijen stellen deze
vraag niet voor haar leden, maar vra
gen alleen is hij van onze partij
En wie bepaalt deze partij
Dat is een heel klein hoopje men-
schen, die hun wil als partijwil op
leggen aan de kiezers, die vaststellen
program of geen program, en in laatste
instantie bestaat dit kleine hoopje men-
schenöf uit enkele groothandelaars
en geldbanken, wier wil uiting zoekt
in enkele groote bladen der Nederland-
sche koopsteden Amsterdam en Rot
terdam, en dit alleen voelen voor den
handel in buitenlandsche
producten, óf uit enkele dominés óf uit
enkele katholieke geestelijken, gesteund
door enkele advocaten. Ziedaar d e
partij.
Voor Frankrijk is het feit, dat het
geheele openbare leven daar staat
onder leiding van bankiers, onder ver
melding van feiten en noemen van
namen, op eene niet tegen te spreken
wijze bewezen in de brochure „De
Democratie en de Financiers", uitgave
van W. ten Hoorn, Amsterdam, prijs
10 cent.
Is het voor hem, die dit overweegt
nog te verwonderen, dat alle officieele
partijen tegen ons staan, omdat wij
tegen den wil van enkelen, die den
hunne aan de kiezers o p 1 e g g en
stellen den wil des volks? Dat is dus
de wil en het belang van allen.
Daarom staan wij als Nederlander
tegenover den partijman, is ons stand
punt breed, dat van den laatste eng.
Om terug te komen op de vraag,
wat is het doel eener kiesvereenigirig
dezer dagen werd ons nog verklaard
door een, die goed bekend is met de
strooming onder de bevolking van het
kanton Hulstals iederwerd
vr ij gelaten, zou van Dalsum
worden gekozen met nage-
noegalgemeene stemmen.
Mogen we daarom de vraag niet be
antwoorden op deze wijze het doel
eener k ie s v e r e e n i g i n g is
om den wil des volks te
smoren?
WIE STEMT VOOR MIJ STEMT
VOOR GOD. F SI l IJ T I E II.
o—
Op 25 Mei 1913 werd te Nieuw-
Namen gehouden eene vergadering,
waarin optrad, gelijk hij meer optreedt,
ais spreker de heer Schelfout onder
wijzer aan de school van pastoor
Schets, en waarin tegenwoordig was
gelijk hij meer als dan tegenwoordig
is, onze goede en vrome heer Fruijtier,
aftredend Kamerlid.
Men deelde ons mede, dat de heer
Fruijtier aldaar heeft verklaardge
moet niet stemmen voor mij, ge moet
voor mij stemmende stemmen voor
God.
Heeft de heer Fruijtier alzoo ge
sproken, dan heeft hij gesproken in
de lijn van de Katholieke Kamerleden
mr. Aalberse en mr. v. Best die, zooals
bekend, aan hun gehoor voorhouden,
dat het dezen zomer gaat bij de ver
kiezing om voor of tegen Christus.
Wij zouden niet gaarne durven
veronderstellen, dat de heer Fruijtier
niet meent wat hij zegt, en dus mogen
wij aannemen, dat hij beschouwt als
Godgewijde daden de volgende daden
en verzuimen
1. dat hij met zelfbewusten wil
zweeg, toen indertijd de kwestie
Kroondomein ter sprake kwam in de
Tweede Kamer, terwijl hij wist als
oud-domeinpachter, hoe de zaak in
elkaar zat
2 dat hij het niet beschouwde als
een ongeoorloofde daad het schrijven
van een briefje aan het Kamerlid
Passtoors, waarin langs wegen van
geheime briefwisseling indertijd de
heer M. Verhaak, werd zwart gemaakt
deze zaak bekend uit Geoorloofde
Daad.
3. dat hij zweeg toen hij, staande
tusschen zijne vrienden deze op den
Katholiekendag te Hulst den heer van
Dalsum met voorbedachten wil en
vooruitberaamde daad gruwelijk be-
leedigden, tot ergernis van allen
4. dat hij medewerkte tot het con
tract gesloten met vader en zoon
Verhaak, en door den heer Jos. van
Waesberghe op 9 Juni 1909 voorge
lezen te Graauw, waarbij de Zeeuw-
sche Koerier in vollen strijd overloopt
tot de partij Zelandia
5. dat hij zijn ambt van Gedepu
teerde gebruikte om te verkrijgen
f 920.000 Zeeuwsch belastinggeld
voor de tram, waarvan hij zelf was
oprichter, aandeelhouder, Commissaris
en bestuurslid, die hij persoonlijk
rechtens bij de provincie vertegen-
digde en onder voorwaarden, welker
nakoming hij zelf moest beoordeelen
6. dat werd gedoofpot de zaak
van verbetering van de visschershaven
van Clinge, omdat van Dalsum die
had gebracht op een goeden weg.
Ziet, dit, en meer zaken, zijn dus
daden en verzuimen die men als kiezer
niet mag beoordeelen, men moet als
kiezer stemmen „voor God", dat is
dus, dat men moet stemmen voor den
heer Fruijtier als een Gode welgeval
lige daad.
Het is een Gode welgevallige daad,
dat de regeerders in acht nemen het
eerste woord van het boek der Wijs
heid „Heb de gerechtigheid lief, gij
regeerders der aarde". Als de heer
Fruijtier had verklaardik heb de
gerechtigheid lief, mijn geheele leven
is daarvan een bewijs, en als de kie
zers daarvan zouden zijn overtuigd,
dan, ja dan zouden de kiezers ver
plicht zijn om hun stem uit te bren
gen op den heer Fruijtier, en zou dit
zijn een Gode welgevallige daad. Maar
zou het dit ook zijn, als de kiezers
niet alleen niet deze overtuiging had
den, maar zelfs eene overtuiging van
het tegendeel Deze vraag zelve en
hare beantwoording laten wij over aan
den heer Fruijtier als eene zaak van
zelfoordeel.
De heer Fruijtier, als gedeputeerde,
wilde niet hebben, dat een onder
wijzer administrateur werd van de
Volkswil, hij wil wel een onderwijzer
hebben die voor hem spreekt, om
er dan persoonlijk nog een woordje
bij te voegen. Is dit gerechtigheid of
willekeur of iets anders En moet
deze man zijn en blijven de vertegen
woordiger van eene bevolking, die
al deze en nog meerdere dingen weet
Deze vraag moet worden beantwoord
door de kiezers.
De aanbeveling van den
heer Kaan.
Wij weigeren aan geen abonné het
Vrije Woord, en namen daarom op
het stukje geteekend P.
Maar wij willen iets zeggen.
De liberale partij werkt blijkbaar
ernstig met voor doel, den heerWel-
leman, haar candidaat in Hontenisse,
in herstemming te brengen met den
heer Fruijtier.
Nu, wij nemen dit niet kwalijk,
zelfs niet dat zij tracht door een
„Vrijzinigen Bondsdag" te Hulst stem
men te winnen ten koste van van
Dalsum in Hulst.
Maar wie nu denkt dat wij, door het
geven van -de hand, ons laten nemen
den geheelen arm, kent niet ons en
ons volk. Ons volk wil van Dalsum
in de Kamer hebben, en daarom
wil het ook de middelen: voor wat
hoort wat.
Dit duidelijke Hollandsche woord
Als op 13 Juni onze drie candida-
ten Buijsse, van Dixhoorn en Kramer
bij eerste stemming worden gekozen
voor de Staten, en dit kan, en als
van Dalsum op 17 Juni in herstem
ming komt voor de Kamer, dan zul
len wij en zal ons volk niet ongene
gen zijn om den heer Kaan, komt hij
in herstemming, aan te bevelen en te
kiezen voor de herstemming. Wij
toch bevelen ook den heer de Muralt
aan voor Oostburg, onze aanbeveling
heeft toch wel hare waarde, en wij
weten wel hoe de liberale leiders
denken over de kansen.
Gelijk wij zeiven, gekozen of niet
gekozen zijnde, vrij blijven en ons
niet aansluiten bij een der bestaande
partijen, zoo blijft ook elke volkswil
man vrij nu en later. Noch wij noch
ons volk wil geacht worden deel te
maken van eenige partij, wij willen
juist door ons te plaatsen op het
breede standpunt van het algemeen
belang ingaan tegen het bekrompen
partijbelang.
YERGISSIAGEY I\ ZELAADIA.
o
Ons vrome blad heeft in zijn no van
28 Mei het volgende bericht
Statenverkiezing.
In hare laatst gehouden algemeene
vergadering d.d. 25 Mei j.l. besloot de
A.-R. kiesvereeniging Nederland en
Oranje te Axel, met algemeene stem
men de 4 aftredende leden der Prov.
Staten voor het district Hulst Fruijtier,
Dumoleijn, IJsebaert en Dieleman te
proclameeren als hare candidaten voor
de a.s. verkiezing voor de Prov. Staten.
Het wil ons voorkomen, dat hier
twee vergissingen zijn, en wel
1. 25 Mei 1.1. was op een Zondag.
Vraaghield die A.-R. Kiesvereeniging
op Zondag een dergelijke vergade
ring Zoo ja, is dit dan niet een beetje
in strijd met haar leer? Zoo neen, hoe
komt Zelandia er dan aan, om zooiets
te berichten, toch niet om haar vrien
den onaangenaam te zijn
2. De heer Dumoleijn treedt niet af,
wel de heer Hombach.
Is dit eene gewone vergissing of is
dit een gewilde vergissing ten koste
van den heer Hombach
Wij constateeren dit alleen, omdat
Zelandia enkele malen zulk een grooten
mond opzette toen zij meende in een
ander blad als we ons wel herin
neren tegen het Terneuzensch Volks
blad een drukfout te hebben ontdekt
omdat dit aanhaalde het blad De Tijd
terwijl het moest zijn het blad Van
onzen Tijd.
Van de notarissen.
Het blijkt, dat er enkelen zijn, die
den stap van de Broederschap van no
tarissen niet goed begrijpen.
De zaak is in het kort deze.
In de Volkswil van 7 September
1912 was verklaard, hierop neerko
mende, dat de Minister den naam der
Koningin had gebruikt om de corrup
tiezaak van de Z. VI. Tramwegmaat
schappij de geduputeerde heeren
Dieleman en Fruijtier hadden dit hun
ambt gebruikt om f 920.000 Zeeuwsch
belastinggeld te krijgen voor de zaak
die zij als bestuur zelf vertegenwoor
digen te doofpotten.
De Kamer van Toezicht op de no
tarissen te Middelburg vond daarin aan
leiding, om notaris van Dalsum te
waarschuwen, bewerende, dat hij den
naam van de Koningin er had moeten
buiten laten.
Deze diende daarvoor een protest
in bij de Nederlandsche notarissen.
En nu protesteert de Broederschap
der Nederlandsche notarissen ten voor-
deele van notaris van Dalsum tegen
die waarschuwing, terwijl verschillende
Juristen (advocaten) er ook hun af
keurend oordeel over geven, en met
name de heer advocaat mr. Levy te
Amsterdam, die zelfs schreef dat, als
die Kamers van Toezicht geen onder
scheidingsvermogen hebben, zij zei
ven onder toezicht moeten worden
geplaatst.
Oostburg.
Volgens eene advertentie in de
Zelandia zullen in het Kamerdistrict
Oostburg ten voordeele van den Heer
mr. P. Dieleman op verschillende
plaatsen optreden drie Katholieke Ka
merleden, de heeren Fleskens, van
Best en baron van Wijnbergen.
Blijkbaar wordt gedacht aan het
Schriftuurwoord„De liefde bedekt
vele zonden."
Alleen twijfelen wij wel eenigszins,
of die heeren Kamerleden dit woord
begrijpen in zijn juiste beteekenis.
Wij weten niet alles wat er gebeurt,
maar tot nog toe lazen we alleen van
katholieken die voor den heer mr.
Dieleman optreden. Zouden zijn eigen
partijgenooten soms geen moeite voor
hem doen
Zaterdag werd in Hulst verspreid
een strooibillet van Waardichter
(Stekene), volgens hetwelk de heer
Hombach flinke loonen betaalt voor
het werken in de suikerbeeten op
gronden zijner administraties in Enge
land, en dat hij het volgende jaar
500Ü arbeiders zal noodig hebben
voor 12000 gemeten suikerbeeten.
Hoewel dit iets goeds is voor onzen
arbeiderstand, als het ten minste niet
is overdreven en Waardichter, welk
een flinke vent hij ook is, is niet al
tijd nu precies zulk een groot wis
kundige, twijfelen we naar hetgeen
we zooal hebben vernomen of het
in den smaak valt van onze boeren,
die dan kans beloopen om in den
beetentijd zonder werkvolk te zitten.
Wij althans hebben vernomen, dat
vele boeren het nu niet zoo heel aan
genaam vinden.
We vermelden dit niet om iemand
aangenaam of niet aangenaam te zijn
maar alleen om te openbaren dat er
over wordt gesproken.
Het Vrije Woord voor
Abonnés.
o
Sas van Gent, 28—5—1913,
Mijnheer de Redacteur
Onderstaande zult u zeker wel een
plaatsje geven in uw veelgelezen blad
nietwaar? Bij voorbaat mijn dank.
Volkswilmannen, de tijd nadert, nog
maar enkele dagen, en de groote slag
moet geleverd worden, de genadeslag,
om voor goed verlost te worden uit
de heerschappij van de nog gedeelte
lijk bestaande kliek. Alle pogingen zul
len door hen nog in het werk gesteld
worden, om de laatste stelling te be
houden, maar ook die moet door een
groote overmacht vernietigd worden.
Reeds te lang zitten wij onder den
knoet van een clubje alleenheerschers,
die niets anders beoogen dan, wanneer
u hun zin niet wilt doen, om u te nek
ken en te broodrooven. Bewijzen daar
voor aan te halen is onnoodig, want
die zijn hier, en ook in het land van
Hulst genoeg bekend. Is het al niet ge
noeg, dat er honderden, ja duizenden
zijn, die niet openlijk voor hun meening
durven uit te komen omtrent onzen
strijder voor waarheid en recht, den
WelEdGestr. heer notaris van Dalsum
En dat moet er uit. Wij moeten too-
nen dat wij van die middeleeuwsche
toestanden niet gediend zijn, dat wij
mannen zijn van een vrij land, waar
de slavernij niet gekend mag zijn.
Maar Volkswilmannen, laat u niet
bedriegen, want op een geniepige wijze
zal er gewerkt worden, want reeds
nu worden er al van die onderonsjes
vergaderingen gehouden om te over
wegen welke middelen er aan de hand
moeten gedaan worden om het volk
te b e d r i e g e n. Dc geestelijken zul
len wel opgezweept worden om huis
bezoek te doen, en de predikstoelen
zullen het ook moeten ontgelden. Past
op voor valsch onderteekende strooi
biljetten en gedenk op den vooravond
der laatste Statenverkiezing die mooie(?)
couranten die rondgezonden werden.
Laat u niet verleiden door mooie be
loften en valsche voorspiegelingen,
schijnheiligheid enz., want wees er ver
zekerd van, mochten zij zegevieren,
dat er menige flesch champagne zou
knallen op de gezondheid van het be
dotte, domme volk. Dan zullen zij u