De Volkswil BIJVOEGSEL van van 1? Mei 1913. Op de Zwijnenjacht. Vun alles wat. Het Vrije Woord voor Abonnés. o Lil 'l kicsdislricl Honlcnisse. Heer redacteur ik ben zoo vrij 't onderstaande aan te bieden ter plaat sing in uw veelgelezen blad „De Volkswil". Naar aanleiding van 't een en ander gezegde over de verkiezingen kan ik 't niet nalaten mijn pen op te nemen en eenige welgemeende maar steeds overtuigende woorden tot de geachte kiezers van ons district in overweging te geven, want de tijd nadert buiten verwachting. Nog slechts enkele we ken zijn wij verwijderd van de verkie zing der Tweede Kamer waar onein dig veel van afhangt voor onze alge- meene belangen zoowel tijdelijke als geestelijke, onze geestelijke op de eerste plaats. Als wij geachte kiezers ons best doen onzen volkscan- didaat onzen grooten man maar niet alleen voor Zeeland maar terzelvertijd voor geheel Nederland den Edelachtbare heer Hendrik Albert van Dalsum op zijne plaats te brengen door ons streven mogen wij gerust zijn een edel' werk verricht te hebben. Zal dan niet door ons 't onrecht hem aangedaan eenigszins vergoed zijn Was niet zijn burgerrecht als 't ware ontnomen, zijn leven geknakt, zijn eer en goeden naam verdacht, zijn brood geroofd en door wien dat alles Door boosdoeners, laag gemeen uitvaagsel van volk, neen, ik kan 't als 't ware niet plaatsen maar 't is mijn plicht maar hoe treurig, dat alles is geschied door personen die zich den naam van echt katholiek durven toe passen. Moet men dat niet echt treurig noe men, werd hij niet beladen met alle fraaigheden van volksopruier, priester vreter, ondermijner van gezag, en meer van die fraaie woorden te veel en schandig ze te noemen. Maar wat heeft nu eigentlijk die goede man ge daan als de rechte en zuivere waar heid gesproken en geschreven Wij herinneren ons allen nog goed de straf processen wat mr. Dieleman zeide men mag een schurk geen schurk noe men en pastoor Schets zegde indertijd waarheid baart haat. Begrijpt u lezers? Op de eersts plaats wil ik in 't kort behandelen onze godsdienstige belan gen. Ik acht onzen grooten man tot alles in staat om deze rede nen dat 't niet zijn wil maar de wille Gods door de wille des volks is dat hij gekozen wordt. Wie spreekt in dien geest Niemand dan hij alleen. Neemt andere candidaten gelijk van welke richting van voorheen en thans, ze zijn allen ongedwongen en partij mannen die zich moeten gedragen {Hoe ik heilig verklaart werd.) o— Dc mooiste sport is zeker wel de jacht op groot wild, in Indië waar het terrein steeds zeer geaciden- teerd is. Bij mijn aankomst had men gezien dat ik in het bezit was van een goed geweer, spoedig kwamen eenige jagers kennis met mij maken en noodigden mij dan ook uit om aan een groote jachtpartij deel te nemen. Natuurlijk deed ik dat zeer gaarne, en zoo was ik met de Zondagjagers bekend geworden. Ik noem hen Zon dagsjagers om reden zij op andere dagen geen tijd hadden om te jagen, daar velen van hen als klerk bij den Assistent-Resident of Postkantoor werkzaam waren, maar op Zondag waren zij dan ook beslist jager, de naam Zondagsj ager dus niet als woord te gebruiken. De Zondag is wel een dag van rust en kerk gaan, maar als hier in zoo een groote plaats, (die er n b. een stedelijk or kest op na houdt) geen priester, noch predikant, noch zendeling is, dus al- geen kerk, dan komt van een rustdag niet veel, andere genoegen zijn er ook niet, en al wil nu de Zon dag zijn, een rustdag, dan wil dat nog niet zeggen „ccn dag do-d zijn." Door naar de partij waar zij aanveibonden zijn. Dat behoejt hij niet te doen daar geen partij erkent, hij is wel een de gelijke katholiek, ja zelfs uit een stuk dat bewijst duidelijk zijn strijd, dat hij 't koord bij 't goede eind heeft want hij handelt gewoonweg volgens voorschrift van zijne Heiligheid! den Paus in zijne vermaning aan zijne geestelijke en door encyclieken en dekreeten en welk katholiek blad heeft zijne bewering in dat het op zicht weerlegd Niet een. Dus zijn strijd is te prijzen, in plaats van af tekeuren. Zijn schrijven en levens wijze is volgens vreemsche polemiek volgens H. Paulus. Met groote eer bied voor zoo een achtenswaardige candidaat wil ik aanbekende en on bekende kiezers zijn eerlijke handel en wandel aan zijn vriend en vijand bekend maken om reden dat niemand zich kan beroepen had ik dat gewe ten dat van Dalsum zoo een flinke man was had ik vast en zekere mijn stem op hem uitgebracht. Hoe is on zen volkscandidaat zijn levensregel. Hij begint een buitengewoon Gods vertrouwen, was dat zoo niet hij was reeds lang gevallen. Zijn streven is aan den opperherder gelijk zijne gees telijken verbiedende zich met de po litiek te veel in te laten veel minder door onzen Godsdienst die zoo ver heven is politieke doeleinden te be reiken. Zijn privaat leven is dat Eerlijke, rechtvaardig, nedering. behulpzaam, toegevend als 't eenigsinds kan, hij deelt vrengd en smart, bemint zijn naaste meer dan zich zeiven, geeft overvloedig van arme verdrukte we duwen en wezen, en wezen, helpt troost, ta zelfs heeft hij wezen op zijne kosten laten studeeren, helaas zijn gering inkomen, nogveel om te vermelden. Kent iemand zijns gelijke geachte kiezers ik niet. Dus allen overtutgd met wien men te doen heeft een uitverkoren vat Men zegde wel eeng maar hij is toch gestraft door kerkelijk en burgerlijk gezag. Zijn die straff.-n rechtvaardig? Ik zeg gewoon weg N.... De kerkelijke straf houd ik er voor dat onze Hoog eerwaarde Bisschop is misleid door een paar warmhoofdige priesters en een paar baantjesjagers. Moet hij daarom ge- ëxcomiceerd worden. Verre zijn van daar. Indien onze geëerbiedigde Bis schop een nieuw onderzoek instelde direct zijn straf werd ingetrokken. Geachte lezers waar u met den toe stand op de .hoogte als ik zoudt u allen mijn gevoel deelen en strijden met hem voorwaarheid en recht zon der aanzien van persoon of partij. Ik ben zoo vrij Fruijtier den candidaat der christelijke partijen in overweging tegenover te geven. Wien is Fruijtier? Hij is een partijman dat is ook 't eenige wat men er zeggen zeggen kan, hij stemt gedwongen want was hij voorheen een voorstander der vrijzin nige partij waar mede zijn doel niet te bereiken was met links dan rechts, bereikte hij zijn doel. Als ik mij niet vergis heeft hij 12 jaar zitting achter zich wat heeft hij gedurende die reeks jaren gedaan tot volksverheffing Letterlijks niet, zelfs niet voor zijn vootmalig bedrijf ik wil zeggen land bouwbedrijf. Is 't niet duidelijk be wijs dat die man niet op zijn plaats zit. 't Bewijst genoeg dat 't htm ont breekt aan kennis van zaken en rede neering dat hij niet dan verdedigen daardoor staat hij benede de Schelde bekend als piet de zwijger dus mag men dien naam hem toepassen. Jk gevoel mij verplicht een groote daad in 't daglicht te stellen dat is de tramkwestie bepleit in zitting gede puteerde stakn van Zeeland een rent- loos voorschot van f20000 van de provincie lot leed van alle belasting betalers en tot voordeel van de ont werpers. Wie kwam daarop tegenop? Van Dalsum met Hombach die men zeker niet mag vergeten in de ver kiezingen provinciale staten van Zee land. Nu de de volkscandidaat gewogen. Hij weegt als Goud tegenever lood wat verschil zal men zeggen als 't ware ongelooflijk toch zuivere waar heid zonder wat bij of af te doen, nog voor een of ander. Wordt hij niet dergelijks lastig gevallen, ja zeifs door tegenstrevers om inlichtingen te verstrekken. Dat doet hij met ware liefde aan iedergelijk. U moet weten hij erkent geen vijandschap, hij han delt gewoon weg volgens de leer van onzen Goddelijken Zafigmaker bemint uwe naasten als u zeiven en doet goed aan die genen die u haten en bid voor hen die u lasten en vervol gen. Zoo is 't werkelijk volgens onzen heiligen Godsdienst. Wat is zijn werk geweest. De misbruiken die er bestonden in zijn ambt uitteroeien nogthans dat hij voorzag groote schade te moeten leiden op financieel gebied toch alles getrotseerd. Wij heeft hij gedaan ten voordeele der landbou wers. 't Pachtcontract wat tot heden voortleeft ten voordeelen der land bouwers. Was 't zoo als voorheen alleen in Zeeland werden jaarlijks ontelbare landbouwers verplicht hun zaak te verlaten door gedwongen hoogepacht of verkoop. Htt eenige wat hij wil dat is eenige splitsing in groote zaken wat zeerbillijk is en zeer aan te bevelen voor de goede samen leving. Ten tweede boerenbond, boe renleenbank. Wat een verdrukking en dwang die vroeger algemeen heer sten en eens district, bedenkt kroon domein, zaakwaarnemers zaken heeft hij niet verdrukking verpletterd. Ik zeg rondweg ja, is hij niet bekom merd met onze noorderburen, heeft hij niet bewezen door zijn onderzoek naar 't Veer Kortgene Wolfaartsdijk. Durft hij niet met den rechten naam te noemen hier beneden de schelden is 't een wingewest? Ik zeg een af gelegen en verlaten ook zeer nadeelig en gepaard met veel ongemakken voor grens-bewoners. Was hij onze ver tegenwoordiger dan was hij in de gelegenheid gesteld onze belangen van nader bij te behartigen. Ik moet eindigen maar heb nog stof te be- handvlen maar zou te veel plaats ver gen maar hoop en vertrouw door mijn welgemeenden en overtuigende woor den iedereen opgewekt te hebben tot plicht en besef. Kan en mag hij dan geen aanspraak maken op elke partij. Wij moeten allemaal uit een mond antwoorden, ja, op allen steun des partijen kan hij rekenen volgens hun eigen voordeel maar niet minder uit plicht besef. Dit zijn de gedacten van velen die zich gerust mogen noemen echte maar steeds welgemeende katholieken. O Een mijnbouw-museum te Freiberg (Saksen). Nog voor het einde van dii jaar zal de eeuwenouden mijn te Freiberg in Saksen, die zoo goed als uitgeput is, zijn eind bereiken. Als aandenken wil men in Freiberg een museum oprich ten. Daar wil men alle herinneringen verzamelen en zoodoende een over zicht verkrijgen van de ontwikkelings gang en de geschiebenis van het mijn wezen. o— Een handig professor. Sedert het begin van dit jaar doceert er aan de universiteit Klausenburg een nienwe professor voor Fransche Taal en Letterkunde. Nog vijf jaar geleden was Pr. Ludwig Karl een onbekend leeraar aan de H.B.S. te Raab. Het be wijs van bekwaamheid voor zijn hoog ambt leverde hij met een boekje, dat in een volksuitgave verskheen en over Parijs handelde. Volgens de onthul lingen van een collaga blijkt, dat 42 bladzijden van het 72 pagina's dikke boek zeer getrouw, doch zonder bron vermelding zijn overgenomen uit Ge orge Gains „Promonades dans Paris", de rest is afkomstig uit Claritie's „Pa ris et ses environs. o— Aqutania, de nieuwe Engelsclie mailboot. Dezer dagen is een Engelsche me dedinger van de Duitsche „Vaterland", de Aquitania, van stapel geloopen. Evenals de beroemde LuSiitania en de Mauretania, die te huuner tijd groot opzien baarden in de koopvaardij is hij het eigendom van de Sunard Line Oy, en doet dienst tusschen Europa en de Vereenigdo Staten. Van de en orme afmeting dezer drijvende st ad, staat men nu niet eens meer perplex. De Aquitania meet 275 M. in de lengte, 29,60 M. in de breedte het kan een tonneninhoud van 47,000 ton bevatten. Hij kan 23,5 knoopen loopen. Met 660 passagiers eerste klas, 690 tweede, 1900 derde en dan 972 koppen bemanning is de boot eivoi. o— Radium buiten Europa. Tot nu toe werd het kostbare Ra dium uitstluitend in Europa geprodu ceerd. Thans is in Australië het eerste quantum Radiumbromide van 98,4°/o zuiverheid uit inheemsche ertsen bereid. Elke week kan 40 milligram gewon nen worden. o zorg voor drijvers". „Ingih" zeide Krono en verdween. Nog dien zelfden dag bracht ik de vrienden op de hoogte, en werd be- sfoten er twee dagen aan te wagen, het was juist Paschen, dus twee dagen vrij. Ik wil den Koning schieten zeide ikallen lachten, „waarom lachen jelui toch, vroeg ik, Mijnheer zeiden ze wij zijn allen Indo's en wij gelooven ook wat die javaan zeide, want wij weten uit ondervinding dat deze niet kwetsbaar is, wij gelooven niet zooals de javaan dat het een reïncarnatie is van Ka a-Goembaran (lees mijn opstel de rijst) maar wij hebben dat ondervonden, natuurlijk dat begreep ik, zou een oud zwijn met een dikke huid geeft niet veel om een schot loopers. „Wij zullen zien" zeide ik nog eens. De Zondng brak aan, en daarmee de jachtpartij, wij vonden als drijvers op de afge sproken plaats. Met een autohoera gingen de drij vers door suikerriet, een kudde van zwijnen voor zich uitjagend, ree'ds lang had ik kans gehad een klein beest schieten, maar liet het liever aan de anderen over. Daar staat plotseling op vijftien schreden van mij vandaan op de zoom van den riettuin de ko ning, ik dacht eerst een jonge buffel te zien, te meer daar hij op het voor- i hoofd een witte vlakte niet over om naar een andere riettuin te vluchten, PraqtUcli. Onder het opschrift„Praktische Hollanders" schrijft de Nieuwe Gazet: Vanwege den qeer concul-generaal der Nederlanden ontvangen wij het volgend schrijven „De Centrale Commissie voor de tentoonstellingen in 1913 in Nederland te houden, heefd mijn tussehenkomst verzocht om de Antwerpsche pers ge regeld artikelen te doen toekomen be treffende genoemde tentoonstellingen. Ik voldoe hiermede aan dit verzoek en hoop dat u een en ander onder het oog van uwe lezers zult willen brengen. Hoogachtend, De Consul-Generaal der Nederlan den. Natuurlijk zouden wij volgaarne aan het veralngen van den achtbaren con sul voldoen, maar de vier stukken, die men hem ons doet zenden... zijn alléén in 't Fransch Nu vaart er onze scheurmand weeral 't best mee. Onze redactie is geen vertalings bureel. o Platina erts en de Oeral. Dr. H.C.Holtz bestudeerde onlangs eenige plantina-ertsen uit den Oeral. Hij ontdekte daarbij een zekere onre gelmatigheid, die het toe bracht, aan het bestaan van een nieuw metaal in deze erts te gelooven. Wanneer men werkelelijk de waarheid van dit feit constanteert, dan zal het aantal ele menten van een platinamijn dat toch al vrij aanzienlijk is, nog met een een heid stijgen. Men kent reeds platina, iridium, rhodium, palladium, osmium, goud, koper, ijzer en lood. o— Om kinderen veiligheidemaatregelen te leer en- De Brooklyn Rapid Transit Company heeft in overleg met het Amerikaansche Museum voor veilig heid besloten gedurende zes maan den in de openbare scholen van Brooklyn over veiligheid in de stra ten te spreken Twee personen zul len lezingen houden in iedere school, vlug schriften zullen aan de kinde ren gegeven worden, die zij thuis met hun ouders kunnen bespreken. De lezingen zullen opgeluisterd worden door allerlei voorbeelden en platen, die op grafische wijze aan- toonen.hoe de kinderen wel en hoe zij niet uit de tram moeten stappen, hoe zij over moeten steken enz. o De electriciteit in de geneeskunde. Het was reeds lang opgemerkt dat het bedienend personeel in elec- trische centrales veel gezonder bleef dan de arbeiders in aanverwante vakken, met slaagde er tot nu toe in de oorzaak te vinden. J. Uiggins schrijft nu in de Monitor, dat hem gebleken is dat de electrische stroo mingen welke van de dynamos ook in de lucht uitgaan, zeer gunstig maar de drijvers naderden, een hond zat hem reeds op de hielen, en.... hij kwam op de vlaktenu pas durfde ik schieten, want had ik vroeger ge schoten dah had ik eene vriend kun nen treffen, tegelijk met het schot viel de varkenskoning dwars door zijn kop gegaan. Ik trotsch op mijn heldendaad, vroeg aan de javanen of zij nog geloofden aan de onkwetsbaarheid van den var kenskoning, als antwoord namen zij mijn geweer van den grond op, en begonnen het te kussen, en daarna kusten ze mij de handen, ja zelfs een wou w.ij op zijn rug door de kam pong dragen. Maar de doekoe sawah, de priester det landbouwers zeide dat het niets hielp want dat de geest nu op een ander zwijnen overgegaan was. „Sapoenika dados gantos djiwo mawi handapan sannes". Tot heden toe als ik nog in de kampong kom dan word ik daar met den grootsten eerbied ontvangen, en kromos kruipen voor mij in het stof, en dan beduid ik hun dat ik daar niet van gediend ben, en wij allen 'gelijk zijn ongeacht of onze huid wit of zwart is, of wel dat mijn inkomen grooter is, dat geld niet, den mensch maakt enz. niets helpt, ik ben een heilige blanda, met een heilig geweer, maar dat weet Mijnheer zelf niet, zeg krommo. Arme domme javaan. B. D. O. op dien dag dan te jagen doet men goed, want men verlost de Javaan van dieren die zeer veel nadeel toebrengen aan zijn gewasen. Ongeveer een half uurtje loopen van de hoofdplaats hadden wij ons jachtveldde inlanders zagen ons zeer gaarne komen, en boden ons hunne hulp steeds gul aan. Menig zwijn was door ons gezelschap reeds neergelegd; tot op zekere keer wij moeten hooren „hier zijn geen zwijnen meer", wij keken vreemd op, maar, nog vreemder toen wij hoorden dat er een tijger in de buurt was, die be halve varkens ook runderen luste, en reeds twee stuks had weggehaald. „Nu" zeide ik dan zullen wij je van den tijger verlossen, terwijl ik een patroon in het geweer bracht en de bajonet kpzette, maar de ons anders goed gezinde javanen weigerden te drijven „adjirik bang" zeiden ze, wij besloten dus om dien tijger tijger af te wachten en bonden 's avonds een geit aan een haak en wachten in de manneschijn het monster af. Ti gm twee uur zagen in den mor gen zagen wij een zwarte schaduw, met twee lichtjes op de geit toeslui- pen, dat was hij dus, krampachtig hielden wij de geweeren vast, mijn hart bonsde geweldig want op mij moest alles vertrouwen, ik was de eenige met een getrokken geweer en voorzien van Marine bajonet, terwijl de anderen slechts gladloopen hadden en met loopers geladen patronen. De andere vrienden stonden blijk baar ook voor de eerste maal voor zulk groot wild, want uit zenuwach- tigheiu trok reeds een af, en toen branden alles los, de afstand was nog te groot om met loopers het dier te dooden, het monster maakte recht- omkeers en met een snelheid die een wielrijder hem zou benijden nam hij de vlucht. Wel zoud ik hem nog eenige kogels na, maar tief in een half donkeren nacht wij keerden voor de eerste maal met leege handen huis waarts. Gedurende een maand waren er geen zwijnen meer, en ook de tijger liet zich niet meer zien, wij hadden reeds naar een ander jachtveld uitge zien, toen er een bericht kwam. „Koelo Njoewoen" werd er aan mijn deur geroepen, ik kwam voor en daar stond een javaan dié ons dikwijls geholpen had en de gescho ten zwijnen bij ons tehuis gebracht „Wahdoro, sapoenika wouten handapan kata ing griko, wouten Rodjo". Mijnheer nu zijn er weer veel zwij nen daar, en met een koning. „Met een koning nu die moeten wij hebben" zeide ik, „botten waged doro". (Niet mogelijk Mijnheer) de koning is niet kwetsbaar, „dat zullen wij zien, zeide ik, wij komen Zondag,

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1913 | | pagina 5