Flick's
Cacao
MAAR EÉN DAALDERS CACAO BETER DAN ALLE ASDERE
No. 188.
Zaterdag 26 April 1913.
4e Jaargang.
Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst.
Richting: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van
persoon of partij.
VSRSÖHIJMT ELKRN ZATERDAG.
Gentschestraat C 7 te Hulst.
w?
Stichter: H. A. van Dalsum.
Bierkaaistraat A 28 te Hulst.
Gentschestraat B 4 te Hulst.
H0NTEN1SSE.
er is
de allerbeste.
DE TOL
REDACTIE:
Abonnement per drie maanden
NEDERLANDf 0.50.
BELOIEfr 1.20.
ANDERE LANDEN f 0.80.
- Abonnementen worden dagelijks aangenomen. -
Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven.
Het blad^ neemt geene verantwoordelijkheid voorden inhoud
van het Vrije Woord en voor dien van Advertentiën.
ADMINISTRATIE:
DRÏKKEKIJ:
Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur.
Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing
belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25.
JkcKingcn van Palsnisi f
o—
Er zijn enkelen, die zouden wil
len, dat van Dalsum lezingen ging
houden.
Onze gedachte is, dat de volkstak-
tiek van „zwijgen en doenu beter is.
We kennen allen het karakter
van de tegenstanders, en weten dat
zij in staat zijn zich Onder de aan
wezigen te begeven, zelf of door
spionnen van hen af te loeren of
zij soms sympathie gevoelen voor
van Dalsum, en zoo ja hen te be
zoeken met de christelijke uitnoodi-
ging ik heb mij voorzien van een
anderen Ieveranier, ik htb een anderen
tuinman genomen, ge zult me een
plezier doen als ge uw hypotheek
aflost, en zoo meer. Dit was het
resultaat van de lezingen in 1909.
Nu is 1913 geen 1909, maar
het is toch beter, dat de kiezers
z e 1 v e n propaganda maken o n-
der e 1 k a n d e r, eu dit gaat heel
gemakkelijk, daar ieder weet wie
van Dalsum is en ieder weet wie
Fruijtier is.
Maar daarom zullen de liefheb
bers van eeiie lezing er toch niet
bij verliezen
Het is nl. onze bedoeling om,
als we als Kamerlid mochten wor
den gekozen, te geven eene meeting
in de open lucht, om dan daar te
zamen vast, te stellen een volkswilpro-
grara. Alsdan zal daar ieder onge
dwongen uiting kunnen geven aan zijn
gevoelens zonder dus meer bevreesd te
zijn voor de dan verslagen volksver
drukkers met hun spionneu, en deze
meeting zal er eene zijn, waarvan
men nog langer met plezier zal
spreken als van de meeting, op 10
Juni 1909 gegeveu te St. Jansteen,
die nu na vier jaar nog zoo dik
wijls en zoo gaarne wordt opgehaald
in de gesprekken.
Eene dwaling in zake
Kiesrecht.
Onder de Twee Spreuken hebben
we gegeven eene stelling van de
katholieke Zelar.dia met als antwoord
eene stelling van Sint Thomas van
Aquine, den grooten Dominicaan der
Middeleeuwen bijgenaamd den Engel
der School.
Dit antwoord is voor ieder vol
doende.
Toch willen we nog iets bijvoegen.
In de Algemeene Beschouwingen
der Eerste Kamer over de Staatsbe-
grooting 1913 vonden we in het
Voorloopig verslag 6 blz 219 „Mi
nister Rink sprak het ook reeds uit,
dat algemeen kiesrecht niet een recht
is, maar een opdracht in het belang
van den Staat.
We vinden dus, dat de Katholieke
Zelandia zich stelt op precies het
zelfde standpunt als de liberale vroe
gere Minister van Binnenlandsche
Zaken Mr. Rink. En dit is merkwaar
dig, omdat Zelandia bijna elke week
schimpt op liberalen, en nog des te
eigenaardiger, omdat onze Christelijke
Regeering onze Grondwet, die liberaal
heet, wil veranderen in een Grond
wet, die Christelijk heet.
Wat blijkt hieruit
Dit
Dat de katholieke Zelandia en hare
partij, voor welke zij de woordspreek
ster is, in zake een van de eerste
grondstellingen van het Staatsrecht,
staat op het oudliberale stand
punt, dat echter door de liberalen zei
ven nu verlaten is, die zich hebben
gaan stellen op het echt katholieke
standpunt der eerste katholieke God
geleerden, dat van de volkssouverei-
niteit.
We verwijzen hiervoor naar onze
vroegere artikelen over „Er is geene
Tegenstelling", in brochurevorm over
gedrukt en verkrijgbaar bij Belinfante
in den Haag.
Het is een merkwaardig verschijnsel
in het openbare katholieke leven van
Nederland, dat, zoo ook hier, onder
katholieke vlag steeds wordt bestre
den en geminacht de eigen leer,
zoodra deze is aangenomen of over
genomen onder een andere vlag.
En dit gaat niet alleen zoo in het
groote, zoo gaat het ook in het kleine.
Zoo omtrent het kleineWe lezen
soms, dat in den R. K. Volksbond te
Hulst lezingen worden gehouden, die
beantwoorden aan de katholieke leer,
terwijl ze voor doel hebben, om een
soort verkiezingsrede te zijn tegen de
aanstaande candidatuur van Dalsum,
die juist staat op het zuivere stand
punt der katholieke leer.
Van waar dit vreemde verschijnsel
Hier vandaan.
Dat het eene eigenaardigheid is die
vooral schijnt te liggen in het karakter,
dus gevolg van de opvoeding van de
katholieke geestelijkheid, van niet te
kunnen waardeeren de praktijk van de
eigen leer, zoodra deze praktijk wordt
beoefend door een ander. Deze
eigenaardigheid vindt hierin haar oor
sprong, dat die opvoeding gaat om
buiten het werkelijke leven en dat
in die opvoeding het zwaartepunt
wordt gelegd in den eerbied aan het
gezag, dat is in den eerbied aan hen
z e 1 v e n. Deze eigenaardigheid kent
reeds het Evangelie, te vinden bij Mar
cus 937 v. „Joannes echter nam het
woord en zeide tot HemMeester,
wij zagen iemand iri uwen naam dui
velen uitdrijven, die ons niet
volgt, en wij hebben het hem ver
boden, omdat hij ons niet
volgt. Maar Jesus zeide „Verbiedt
het hem nietwant er is niemand die
kracht doet in mijnen naam en dan
spoedig op mij smalen kan. Want wie
niet tegen u is, is voor u."
Deze eigenaardigheid heeft nog an
dere oorzaken, zooals de moeielijk-
heid voor een boekengeleerde, die leeft
in wat. hij uit boeken, dat is uit het
verledene heeft geleerd om te begrij
pen het volksverstand, dat leeft in wat
het uit ondervinding, dat is uit het
heden leert.
Een ware leider moet daarom ken
nen de kennis van het volksverstand,
en den wil des volks toetsen aan het
verledene en aan de groote levensbe
ginselen der maatschappij, hij kan geen
staatsman zijn als hij niet is tegelijk
een historiekenner, en omdat hij dit
laatste moet zijn, moet hij hebben een
breeden blik. Deze breede blik had
dr. Schaepman, en wij zijn overtuigd
dat, als dr. Schaepman nog leefde, hij
ons en de Volkswil niet zou hebben
veroordeeld maar gezegend.
Om terug te komen op het kies
recht hij zou hebben onderschreven
de leer van St. Thomas, en hij zou
hebben veroordeeld de leer van Ze
landia.
Wij voor ons onderschrijven nog
heden wat wij schreven in 1909 in
onzeDe Kamercandidatuur Honte-
nisse 1909:
„Het algemeen stemrecht in een
„parlementairen Staat als Nederland,
„is niet een zaak van beginsel, maar
„wel van beleid n.l. om te zorgen, dat
„het algemeen belang niet in handen
„komt van menschen, die geen ver
antwoordelijkheidsgevoel hebben. En
„nu is voor mij deze vraag: Eischt
„dit beleid in den tegenwoordigen
„tijd van onze samenleving, waarin
„bestaat leerplicht, waarin militieplicht
„zonder uitsluiting van den werkmans-
„zoon, waarin de regeering voor zaken
„van staatsbeleid advies inwint bij
„arbeidersverenigingen, waarin vrij
heid van drukpers, van vereeniging
„en van vergadering, waarin straks
„verplichte verzekering tegen invalidi-
„teits- en ouderdomsgebreken tegen
„bijdragen ook van den werknemer,
„niet het toekennen van het stemrecht
„aan allen, die deel namen aan deze
„Staatsplichten Mijn antwoord is
„bevestigend."
Juist omdat Nederland is een parle
mentaire Staat, is het algemeen stem
recht in beginsel erkend, doordat
de Staat wordt geregeerd door een
Koning samen met een volksvertegen
woordiging, die wordt geacht het
Nederlandsche Volk te vertegenwoor
digen, dat is het volk van eiken rang
en stand en kunne en ouderdom.
Voor de uitoefening van het
kiesrecht moeten eehter regelingen
worden gesteld, en deze regelingen
zijn bijna overal anders wat bewijst,
dat ze slechts zijn onderwerp van
beleid.
Eerst wanneer uit de Nederlandsche
Grondwet verdwijnt de gedachte, dat
het Nederlandsche Volk zich zelf re
geert, ja, dan is de toekenning van
de kiesbevoegdheid niet meer een
recht maar een voorrecht. Deze ge
dachte wil onze Christelijke Regeering
uit de Grondwet doen verdwijnen door
het laten vervallen van artikel 109 „De
wetgevende macht wordt gezamenlijk
door den Koning en de Staten-Gene-
raal uitgeoefend", en wel door de
wetgevende macht alleen te geven aan
den Koning bij de Gratie Gods.
Maar het schrappen van dergelijk
beginsel (art. 109) is terugkeer tot den
tijd van het vuist- en zwaardrecht, tot
den tijd van het „wee den overwon
nene" van het heidensche Rome. Dat
dit heidensche beginsel (wij nemen
aan uit onwetendheid) herleeft als een
christelijk beginsel en als een katho
liek beginsel is wel een groot bewijs,
dat waar is een ander woordzij
aanbidden wat zij verwerpen, en zij
verwerpen wat zij aanbidden, nl. zij
wijzen af met de daad wat zij leeren
met het woord, en dit, omdat zij van
het eigen woord wel kennen de let-
ler maar niet den geest.
Het algemeen stemrecht heet te zijn
een socialistisch beginsel. Het is ech
ter een beginsel, dat voortvloeit uit
de katholieke staatsleer die gegrond
is op de erkenning van de door den
Schepper ingeschapen sociale natuur
des menschen.
Twee Spreuken.
De kiesbevoegheid is geen recht
maar een voorrecht, dat door de
Overheid aan de ingezetenen g e-
schonken is.
Zelandia 16 April 1913.
Omdat de wet den mensch regeert
met het oog op het algemeen welzijn,
behoort het dus niet aan de persoon
lijke rede om de wet te maken, maar
aan de rede van het volk of van zijne
vertegenwoordigers.
Omdat het doel eigen is aan allen,
hebben allen het recht om te
regelen wat het doel voorbereidt.
Sint Thomas van Aquine.
De Oud—Katholiek heeft het vol
gende
Be paus volgens de echl-Roomsche
opvatting.
Het integraal-katholieke tijdschrift
Rome van 1 April jl. bevat een
paasch-artikel, dat eindigt met deze
ontboezeming
„Nooit heeft de kerk voor een crisis
gestaan gelijk nu, maar dan zal zij
ook nooit aan die crisis ontkomen,
zoo niet de katholieken in gesloten ge
lederen zich rijen om den Petrus, die
thans de kerk bestuurt, en zonder
critiek of bedilzucht naar zijn woor
den en vermaningen luisteren.
Hoe nauwer het contact met hem
is, des te inniger zal in ons de geest
van Christus leven, des te grootscher
en onoverwinnelijker zal de macht der
katholieke kerk uitstralen naar buiten.
In hem immers ontspringt de cen
trale levensbron.
Uit hem wellen voortdurend de
stroomen van het nieuwe leven, dat
op den Paaschmorgen heerlijk kwam
oprijzen over de aarde.
Van hem ontvangen wij geloofsmoed
en strijdenslust.
Van zijn lippen hooren wij de woor
den des eeuwigen levens.
In hem zien wij den Christus der
verrijzenis.
Hij vertolkt voor ons het eeuwige
lied van 's Heeren opstanding.
In hem zien wij het lichtende visi
oen, de E p i p h a n i a Domini, de
openbaring des Heeren, even blij en
vol verrukking als op den dag, toen
Christus aan Simon verscheen..."
De Volkswil, volgens haar grond
regelen in zake godsdienst goed
roomsch, protesteert tegen vorenstaand
stuk, en wel
tegen het tijdschrift Rome redac
teur de vroegere hoofdredacteur van
de Maasbode en tegen de Oud-
Kathoiiek en haar gevolgtrekking, alsof
wat daar staat is echte roomsche taal.
En waarom
Omdat het vorenstaande niet is
roomsche taal maar bijzantische ho-
veiingstaal, dat is afgoderij jegens een
mensch.
Wat is de zaak?
Het is roomsche leer, 1. dat de
Paus is de leider van de Roomsche
kerk doch niet is de kerk
zelve (weid Mijne schapen Mijne
lammeren), welke kerk bestaat uit
schapen en lammeren die zijn van
„Mij", dat is van Christus, hij is als
leider dus herder van eens an
ders eigendom.
2. dai hij in dit leiden ondervindt
den b ij stand van den Heiligen
Geest, en dus ontspringt niet in
den Paus de centrale levensbron
van de-ze centrale levensbron is de
Paus de verklaarder, zonder
meer.
3. dat hij als priester is u i t-
d e e I e r van de Sacramenten met de
daaraan verbonden genadegaven, dat
uit deze Sacramenten vooit-
durend wellen de stroomen van het
nieuwe leven, van deze genadegaven
ontvangen wij geloofsmoed en strij
denslust, maar van den Paus z elven