„Anistei'damscliü snufjes"
een Maatschappij opgericht, welke
zich ten doel stelt, kleine rijken op
oordeelkundige wijze te beheeren.
Volgens de prospectus, welke in de
Washington Post is overgenomen,
kunnen de meeste niet-Groote-Mogend-
heden zich slechts met moeite bedrui
pen, daar de algemeene onkosten van
wetgevende en uitvoerende macht zoo
zwaar op het budget drukken. Een
staat is ten slotte niet anders dan een
zaak, en een zaak die niet rendeert heeft
behoefte aan een nieuwe directie. De
Society for Economical Interests stelt
zich nn ten doel, eenerzijds de bron
nen van inkomsten te beheeren, an
derzijds de gelden voor onderwijs,
leger, waterstaat en gezondheidswezen,
op zakelijke wijzen te besteden. Aan
de prospectus ontleenen wij nog de
volgende bijzonderheden. Servië zou,
als modern bedrijf, 4 pCt. kunnen
opbrengen, terwijl Roemenië en Ni
caragua 12 pCt. konden uitkeeren na
vijf jaren. Voor Holiand vinden wij
o.a. een centrale van 1000000 K. W.
in de turfstreek, (electriciteit uit gas
van veen) drooglegging der Zuiderzee,
afschaffing van de Vloot, en doorvoe
ring van het beginsel, vrij vervoer
voor personen en afschaffing van
briefport.
o
Een voorspelling van een historicus.
Op het historisch congres te Londen
heeft de heer Bryce een interessante
rede gehouden. Hij wees erop, dat de
wereld zich beweegt naar de eenheid.
Vier eeuwen geleden werd de eerste
schrede op den langen weg afgelegd
(de o tdekking van Amerika), en de
tijd is niet ver meer, dat de heele
wereld door het Europeesche ras zal
worden beheerscht. Afrika is feitelijk
tusschen drie groote Europcesche
mogendheden verdeeld. De heele
waarde, met uitzondering van China
en Japan, behoort aan vijf of zes
Europeesche rassen. Acht groote mo
gendheden leiden de wereldpolitiek
hierbij komen slechts twee niet-Euro-
peesche landen in aanmerking. Ook
de Europeesche talen ontwikkelen
zich al meer en meer. Bryce voor
spelt, dat in het jaar 2000 er nog
slechts twintig talen zullen zijn over
gebleven. Op hef terrein der gods
dienst valt hetzelfde te constateeren
de kleine kerkgenootschappen lijden
aan bloedarmoede, de groote daaren
tegen worden machtiger. Bryce meent,
dat er over een eeuw nog maar drie
wereldgodsdiensten zullen zijn. Of
Bryce gelijk heeft De tijd zal het
leeren
on
verderfelijke rook.
De rook der fabrieksschoorsteenen
is van zeer nadeeligen invloed op de
gezondheid der menschen en op
planten. Men heeft daarom reeds vele
pogingen in het werk gesteld om
technici te bewegen, met hun weten
schap een methode uit te vinden,
waardoor de rook van vuur en de
chemische dampen onschadelijk wor
den gemaakt. In 1900 schreef de re
geering van Saksen een dergelijke
prijsvraag uit, maar door de volkomen
mislukking van toen, herhaalt zij nu
haar prijsvraag. Maatregelen en in-
kent dikwerf hetzelfde als vreesach
tig, omdat de geest vlug is in het in
zien en begrijpen „apprehend"
van zulk aanwezig en toekomstig
gevaar. Moed bestaat geenszins hierin,
dat men het gevaar onbekend is of de
grootte van het waagstuk en de macht
der tegenstanders te gering achtde
moed integendeel moet zorgvuldig
alle gevaren en berekent alles, wat
hij in de waagschaal stelt, is zelfs
geneigd die gevaren grooter te ach
ten dan zij schijnen te zijn, maar ten
slotte verzamelt hij toch zijne krach
ten en wacht den stoot rustig af of
gaat hem zelfs tegemoet.
Wie in den loop der eeuwen hun
leven lieten voor het geloof, gaven
van dien moed de edelste voorbeel
den, die de wereld ooit gezien heeft.
Onder hen waren niet alleen mannen,
gehard in het kiijgsgevaar of gestaald
in 't openbaar leven, neen, de vrede-
lievendste, zachtzinnigste, in al't ove
rige de inschikkelijkste personen, heb
ben dien moed gehad. Onder hen
bevonden zich vrouwen van eiken
stand, onbeschaafde en beschaafde
ook knapen, manmoedig in de belij
denis van 't geloof en zwakke maag
den, onwrikbaar in de foltering. Zij
allen bezaten de rustige, berekende,
onbuigzame zielskracht, die wij moed
noemen. Het martelaarschap der hei
lige Petrus, Laureniius, Sebasiianus
heeft zijn wedergade gevonden in dat
van den li. Thomas var: Canterbury,
kardinaal Fisher en in de gemartelde
bisschoppen van Japan. De martel
dood van vrouwen en kinderen als
richtingen, die slechts voor roetvrije
verbranding dienen, komen niet in
aanmerking. Zulke methodes bestaan
reeds in groot aantal, maar zij blijken
gewoonlijk te falen.
o
Nieuwe proefnemingen met (ta
wichelroede.
Onder voorzitterschap van Ernile
Boinan, rector der Academie te Dyon
daagde gedurende de laatste dagen
van Maart te Parijs het 2de Interna
tionale Congres voor Experimenteele
Psychologie. Hier werd o.a. ook de
wichelroede besproken, Op 27 Maart
nam men eenige proeven in het Bois
de Vinceunes en in het park van het
kasteel Mirabeau. Deze werden o.a.
bijgewoond door Professor Viré, Bon-
gean als gedeputeerde van het Mi
nisterie van Landbouw, door de hoofd
ingenieur der stad Parijs. In het bois
de Vincennes werd de aanwezigheid
van onderaardsche holten geconsta
teerd. Probst, een der zoekers, be
paalde hier zelfs nauwkeurig de diepte.
In het park Mirabeau bij Argentuieil
werd naar verschillende in den grond
verborgen voorwerpen gezocht, de re
sultaten waren hier minder gunstig.
o
Electrische brand wond eu
Wanneer het menschelijk lichaam
in contact komt met een kortsluiting
tusschen twee geleidingen van ver
schillende spanning of met een ne-
venshiiting tusschen twee punten van
dezelfde draad, of met de afvoering
van een geleidraad naar de rarde,
dan ontstaat een clectfische braud-
brandwond, d. w. z. de huid en de
daarondergelegen weefsels verkolen.
Behalve de sterkte van den - stroom
zijn hierbij het geleidingsvermogen
der huid en de duur van het contact
van grooten invloed op den meer of
minder ernstigen aard van de wond.
Wanneer de huid vochtig is, geieidt
zij goed. De locale brandwond kan
dan zeer onbeduidend zijn, terwijl het
organisme ernstige storingen onder
vindt. Is de huid droog, dan biedt
het lichaam meer weerstand In dit
geval, büjft de electrische stroom ge-
iocaliseerd, de hooge temperatuur ver
oorzaakt dan een brandwond, waar
door de huid verkoolt, evenals het
daarondergelegen v/eefsel. Zoo be
schermt de ontstane brandwond in
zekere mate het lichaam voor verdere
storing. Een interessante proef levert
het bewijs: Wanneer men in een
stroom van niet te hooge spanning
een konijntje en een electrische lamp
inschakelt, dan brandt de lamp, maar
gaat na pl.m. 11/2 sec. weer uit, om
dat de stroom door den bij de brand
wond ontstane roof wordt onderbro
ken. Een zeer opvallend verschijnsel
bij brandwonden van electrischen aard
is hun geheel of bijna pijnloosheid.
Van belang is verder het feit, dat bij
zulke verwondingen geen trilien of
beven voorkomt, en dat zij vlug ge
nezen. Zijn echter edele deelen aan
getast, dan is de kans op genezing
natuurlijk minder groot.
o
Het ministerie van Onderwijs
in Argentinië heeft aan de Nationale
Sterrewacht te Cordoba een ruime
subsidie verleend, waardoor dit be
de H. Catharina, de H. Agnes en den
H. Panératius is herhaald in de arme
Zusters-missionarissen en hare ge-
loofsleerlingen, die in Corea en China
haar bloed vergoten voor het Christe
lijk geloof. Dat is meer aar» helden
moed, het is de moed van heiligen
uit de verte alleen mogen wij daar
naar opzien. De bestanddeelen ech
ter van den moed zijn in alle tijden
dezelfden een zuiver geweten, plicht
gevoel en zelfbeheersching.
Een rein geweten, dat geen smet
heeft weg te wrijven is de eerste
voorwaarde van moed.
„Nil conscire sibi, nulla pallescere
culpa."
„Onnatuurlijk doen
Baart onnatuurlijk wee bevlekte zielen
Bekennen 't doove kussen haar gehei
men."
De vertwijfeling van Mackbeth moge
ons aangrijpen, maar vertwijfeling is
geen moedmoed is vol hoop en
rechtschapenheid, waarvan men be
wust is. Zelfs de physieke moed
wankelt als de zedeiijke verlamd is
de physieke toch is maar een wapen,
door den zedelijken moed gehanteerd.
Een tweede vereischte is het plichts
gevoel de zending eens apostels, de
trouw eens Christens, gehoorzaamheid
van een onderdaan, de ridderlijkheid
van een soldaat dit alles, veree-
nigd met ieders plicht in de menig
vuldige toestanden en beroepen des
levens schept ons een doel, waarvoor
wij levtfn en sterven kunnen.
langrijk astronomisch station in staat
zal zijn een reusachtige spiegel-teles-
coop te construeeren, die een diame
ter van H/2 M. heeft; het is de groot
ste van het Zuidelijk halfrond. In
Cordoba heerscht in den nacht meest
wolkeloosheid.
0
Planten zielen.
Na de psychologie der misdaad,
de psyche van het dier. Na de
p.-yche van het kind thans de ziel
van de plant. Dr. Barnstaple ver
telt hierover een en ander in de
Agricultural World, en uit zijn
proeven blijkt wel. dat wij onze
huisplanten allerminst als onbezielde
redelooze wezens moeten beschouwen
Integendeel, een eenigszins ge
voelige plant houdt er meer stem
mingen op na dan een gezonde
dokwerker, een fijnbesnaarde be
gonia heeft een ongenietbaar hu
meur, terwijl tenslotte de primula's
van Dr. B in 70 van de gevallen
even kribbig konden optreden, als
een oude juffrouw die beleedigd is
De primulas zouden dan nog hun
gemoed luchten, door het karakteri
stieke eczeem dat zij kunnen op
wekken, maar wat b v. orichideeen
in stilte lijden, moet volgens dezen
botanicus ongelooflijk z ju In zijn
betoog komt bij ten slotte tot de
volgende stellingen.
1. Bijna elke plant gedijt goed
of sleehtR al naar gelang het lem-
perant van den kweeker hem al of
niet lijkt 2. Cultuurplanten zijn
buitengewoon gevoelig aan de hand
van den verzorger. 3 Verschil
lende planten hebben buien van
weerzin, waarbij de groei sukkelt, en
buien van goeden wil, waarin zij alles
doorstaan. 4 Ken kweeker bereikt
eerst goede resultaten, wanneer hij
met de psyche van zijn planten, in
de pas weet te blijven.
Hoe vreemd ook alle3 moge lijken,
in de colloidaalchemie en in de
metallurgie zijn reeds lang verschijn
selen bekend, welke geheel op de
kenmerken van het ons bekende
leven gelijken.
—0
Een staudbeelden-bosch.
De Parijsche Gau.ois debiteert een
geestigheid met betrekking op het
groo:e aantai beelden, dat in ^Parijs
staat. De groote geesten zijn er.twee
of meermalen vereeuwigd, terwijl er
bijna geen plein meer is, waar niet
eenige mindere goden gehuldigd wor
den. De „Gaulois" wenscht, dat er
een eind komt aan die standbeeiden-
oprichtingskoorts, en geeft als reme
die den raad, dat niemand vereeuwigd
worde, voor hij 50 jaar dood is, of
dat de gemeenteraad van Parijs tel
kens als men om toestemming komt
vragen, uitroept, evenals de conduc
teur in een volle tram „All e plaat
sen bezet
Voegt nu daarbij de deugd van
zelfbeheersching. Moed bestaat niet
in het afwezig zijn van vrees, maar
hierin dat men de vrees meester
is. Onder de dapperste mannen wa
ren er, die het diepste besef van 't
gevaar hadden en de hevigste vrees
gevoelden voor zijne noodlottige ge
volgen. Maar die vrees deed hen ter
rechter- noch ter linkerzijde zwenken.
Het gevaar, dat zij kenden en vrees
den, gingen zij rechtstreeks te g.emoet.
De spanning der zenuwen, de ge
jaagde klopping van 't hart en het
beven de$ lichaams zijn geen
teekenen van lafheid. De dappere en
de lafaard hebben dit met elkander
gemeen beiden zijn van nature aan
dergelijke ontsteltenis onderhevig. Hun
verschil ligt in den uitslagde dap
pere overwint zijn vrees, de lafaard
wordt door haar overwonnen.
Men verweet een koning van Spanje,
dat hij vóór den strijd beefde. Zijn
antwoord luidde. „Mijn lichaam beeft
bij de gevaren, waaraan mijn geest
het wii blootsteilen." Een soldaat is
da'i het moedigst, zegt men, wanneer
hij te midden van een kogelregen pal
blijft staan zonder het vijandelijk vuur
te beantwoordengetrouw aan zijn
plicht beheerscht hij zich uit gehoor
zaamheid jegens het gezag. Op een
verloren post wordt hij tot den strijd
geprikkeld en gedwongen en hij ver
geet zichzelf. Maar stil en beweging
loos in het vuur te staan, is een daad
van de hoogste wilskracht. Van eene
dergelijke wonderbare gehoorzaamheid
heeft de manschap van het rampspoe-
Paulsen coutra Marconi.
Men bericht ons uit Kopenhagen
De wetenschappelijke leden der En-
gelsche parlementaire commissie voor
onderzoek van Marconi-verdragen,
waren dezer dagen in de Deensche
hoofdstad, om aldaar kennis te nemen
van het systeem-Paulsen voor draad-
looze telegrafie. Zooals men weet,
bestaan er in Engeland plannen, om
van Marconie tot Paulsen over te gaan.
DeEngelsche commissie woonde eenige
proeven met twee reusachtige gene
ratoren in een electrische centrale te
Kopenhagen bij en bezichtigde het
station bij Lyng-by. Zooals Paulsen
en zijn medewerker, Prof. Petersen
uitlaten, viel bij de Engelschen groote
tevredenheid op te merken. Na het
bezoek aan Denemarken vertrok de
commissie naar Duitschland om te
Berlijn een „Tdefunken"-station te
bezoeken.
Er bestaan plannen voor een ver
binding Parijs-Washington met het
systeem-Paulsen. Te Parijs wordt de
Eiffeltoren als station gebruikt, die
onlangs geregelde verbinding met
Amerika weten te krijgen.
o
Uit het leven van een groot pliilosoof
De groote p'nilosoof Herbert Spen
cer heeft in zijn leven steeds kunnen
opmerken, hoe weinig de groote
menigte zich om ware wetenschap
bekommert. Jarenlang werkte hij aan
zijne boeken, maar wanneer hij ze
het licht wenschte te doen zien, dan
was er geen uitgever te zien, die de
risico op zich nam, en was hij ge
dwongen, zelf de drukkosten te dra
gen, wat hem 1200 p.st. kostte. Een
gilt, hem door eenige Amerikaansche
vereerders aangeboden, stelde hem
in staat al zijn werken te publiceeren.
Ais mensch was Spencer een heel
ander type, dan de leek zich gewoon
lijk van een wijsgeer voorstelt. Hij
verzorgde zijn lichamelijke ontwikke
ling, deed aan sport en reisde veel
in de Schotsche bergen. Den zomer
bracht hij aan zee door. Van eerbe
wijzen was hij allerminst gediend.
Meermalen werden ordeteekenen hem
door buitenlandsche vorsten aangebo
den, door hem van de hand gewezen.
0
De witte lucht,
In „Die Naturwissenscbaften" van
Fe.br. 1913 geeft A Sehmauss uit
Miiachen een uitvoerige verklaring
van het Verschijnsel der „Tiübung
der Atmosphare", welke door som
migen als de spelbreker van den
zomer 1912 beschouwd wordt Het
schijnt thans een uitgemaakte zaak
te zijn, dat de vulkaan Katmai op
Alaska, welke van 6—8 .Juni ge
werkt heeft, de onmetelijke hoeveel
heid stofdeeltjes uitgeblazen heeft
Volgens [lellma«n bestaat er even
wel geen verband tusschen de doffe
lucht en den slechten zomer in het
j'aar 1783 had een gewelde uitbar
sting op Ysland plaats, en toch
volgde daarop een buitengewoon
heete zomer.
dige transportschip „Birkenhead" blijk
gegeven, toen zij schouder aan schou
der op 't verdek stond, terwijl het
vaartuig aan 't zinken ging. Er was
geen hoop op redding, elke poging
bleek nutteloos, wanorde zou de ramp
maar bespoedigd hebben. Zich daar
in de volmaakste orde en stipste ge
hoorzaamheid onderwerpen was de
verhevenste zedelijke daad, erkenning
van den plicht als hoogste wet. Dat
is de moed van soldaten en matrozen
de moed in den strijd tegen legers of
stormwind.
Schitterende bewijzen van moed
worden ook aan den dag gelegd door
hen, die hun leven op 't spel zetten
om dat van anderen uit brandgevaar
en watervloeden te redden. Elke af-
deellng der brandweer heeft helden
op haar lijst en kan spreken van da
den, die bij 't bedwingen van de
vuurvlam heldenfeiten werden.
En wat onze reddingsbooten ieder
jaar op onze kusten doen, behoort tot
de verhevenste voorbeelden van men-
scheiijke onversaagdheid, die de we
reld 00 t bewonderd heeft. Daar zijn
physieke en zedelijke moed in den
noogsten graad vereenigd en de een
steunt den ander. Het schijnt een on
dankbaar werk te zijn vergelijkender
wijs na le gaan, wanneer zulke hel
denmoed zijn toppunt bereikt, doch de
volhardende vastberadenheid, om uren
lang op de zware, wilde zee op en af
tegen de golven te kampen, vordert
een zelfbeheersching, waarmede eenige
oogenblikkeltjke daden, hoe heldhaf
tig deze ook mogen zijn, ternauwer-
0
Amsterdam onderste-boven.
Men schrijft ons uit (le hoofd
stad
De toestand is nu iets beterde
diepe kuil op den Dam is weer
dichtgeworpen, het Leidscheboscbje,
dat heeleraaal overhoop lag, is weer
in orde, en ook het Vondelpark,
waarvan men een vijver gedempd
heeft, zal spoedig „rebuilt" zijn.
Wanneer dus straks de vreemde
lingen komen voor zoover de
hotels ze kunnen herbergen
Zal Amsterdam er waarschijnlijk niet
zóó ruine-achtig uitzien als in den
zomer van 1912, toen de vreemde
ling bijna in den waan werd ge
bracht, dat wij een langdurig bom
bardement hadden moeten doorstaan.
Maar... alles is nog geen rozen
geur en maneschijn. De Stadhouders
kade en de Nassaukade, onze fraaie
buitensingels, staan nog steeds in
het teeken van de belegering. Men
graait er diepe voren, gedeeltelijk
nog volgens de ouderwetsche met
hode, waarvan de elementen polder
jongen en spa zyn, gedeeltelijk op
een geheel moderne wijs, n.l. met
een machine, waarvan ik u de be
schrijving maar zal sparen water
bouwkundig ingenieur ben ik niet,
en met de hersenen van een
Durchschnitt-mensch is van zoo'n
gecompliceerde machine geen hendie
te snappen. In de lange sloot, die
zóó diep is, dat alle in den Bal
kanoorlog gesneuvelde recruten er
wel in begraven zouden kunnen
worden, worden buizen gebracht,
waardoor men het drinkwater wil
doen stroomen. Waar dit water
vandaan moet komen en waar het
heengaat, ik weet het niet met mijn
arme hersenen.
Het spreekt vanzelf, dat de re
spectievelijke heeren des huizes, die
langs de Nassaukade of de stad
houderskade hun tenten hebben op
geslagen, het gedoe lang zoo aardig
niet vinden als de meer afdalende
termen van hun kinderreeksen, die
zich in het zand kolossaal verma
ken Le „oude heeren" protesteeren
er wel eens tegen, b v. op de soos
■of op de (ram, en de omwonende
neringdoenden vinden het een
„schande". „Maar vecht eres
tegen den bierkaai D
0—
nood vergeleken kunnen worden hier
toch is niet alleen sprake van moe
dige handelingen, maar van de aan
houdende geestkracht der onversaagde
opoffering. Op 't punt van moed is
er overeenkomst, wegens den langeren
duur moet er verschil zijn.
Er is ook een staatkundige moed,
die namelijk de openbare meening
trotseert en „het getier van burger
scharen" civium ardor pra-
va iubentium". Er worden man
nen gevonden, in den oorlog helden,
die beven voor de verbittering van
het volk. Vele staatslieden volgen
den stroom, anderen treden hem in
den weg en werken er tegen op.
De grootste zedelijke lafheid vindt men
bij de volksmenners. Zij vleien het
volk en drijven steeds mee met het
vooroordeel of de onwetenheid der
meerderheid. Zij durven haar niet te
genspreken uit vrees voor hare gunst
of welwillendheid te verliezen. Geheel
hun levensloop is een simonia
linguae een woeker met de
tong een vrijage om volksgunst,
en een inkoop van toejuichingen door
vleitaal en door 't verzwijgen van on
aangename waarheden, die zij moes
ten zeggen en verdedigen.
In onzen tijd heeft men meer dan
gewonen moed noodig om zedelijke
en godsdienstige waarheden voor te
staan. De wereld spant geene licha
men meer op de pijnbank maar zij
heeft zedelijke pijnbanken en folter
tuigen een Little-ease tot ver
fijnde volkomenheid gebracht.
Slot volgt.