De Volkswil
BIJVOEGSEL
van 19 April 1913.
Feuilleton,
MOED.
van
Hoe denkt de Katholieke Kiesver-
eeniging over het onderstaande rerslag,
waaruit blijkt, dat do Gereformeerden
(de partij mr. Diëleman) de room
se hen willen bekeeren als zijnde eigent-
lijk geen Christenen
We geven het verslag, zonder er
iets af of aan te doen, dat we lezen
in het Handelsblad van 11 April.
Evangelisatie ouder de Roonischen.
Wij lezen in de N. R. C.
„In ons Ochtendblad hebben wij
reeds een kort verslag opgenomen
van hetgeen in een afdeeling van het
Gereformeerde congres voor Evangeli
satie te Amsterdam over Evangelisatie
onder de Roomschen is gezegd. Men
had de pers verzocht er geen uitvoerig
verslag van te geven.
Wij kunnen, ons op het standpunt
van Gereformeerden stellende, dien
schroom om in de krant te zien al
wat op hun vergadering over dit on
derwerp was gezegd, wel eenigszins
voorstellen. Zij en de Roomschen zijn
bondgenooten in de politiek niet al
leen, maar hebben, naar dr.-A. Kuyper
menigmaal en onlangs nog dr. H. H.
Kuypet, in de Heraut hebben ver
klaard, den grondslag van het geloof
gemeen, staan elkaar in den geloove
nader dan de orthodoxe en moderne
Protestanten. En nu gaat een van de
twee partijen beraadslagen over het
wenschelijke, het noodige, het plicht
matige om de Roomschen te bekeeren,
en over de middelen die het best
daartoe zullen leiden. Het is inder-'
-daad haast stoutmoedig, dat men de
zaak behandelt. Maar ten slotte is
men toch bevreesd geworden, dat het
aan den overkant aanstoot zou geven,
als er te vee! van in de krant kwam.
Evenwel, de vergadering was en
bleef openbaar en wij meenen, dat
het ook in het openbaar belang is,
dat men wete wat er over deze zaak
■is verhandeld. Men verwachte echter
geen onthulling van erge dingen, die
er gezegd zouden zijnInderdaad is
er niets gezegd, dat voor Roomschen
onaangenamer kan klinken dan wat
;prof. dr. Bavinck daags te voren in
de aigemeenc vergadering van het
congres heeft gezegd, toen hij sprak
over „het Roomsche bijgeloof". Wij
■vonden dat zoo sterk gezegd uit
,den mond van een Gereformeerden
broeder, die toch ook het „stoelen
op één wortel" van dr. A. Kuyper
onderschrijft (of verwerpt hij dat met
,den Hervormden dr. J. Th. de Vis
ser dat wij de mogelijkheid on-
Naar wijlen Kardinaal Manning.
Als wij de bewoners van „vroolijk
Engeland" „Merry England" een
moedig volk zouden noemen, mogen
wij niet vergeten, dat alle natiën van
zich hetzelfde beweren. Waren ech
ter de bewoners van „vroolijk Enge
land" geen moedig volk, reeds lang
had het opgehouden blijgeestig te zijn.
Volgens Herodotus ontbrak den Mysiërs
de moed slechts lafaards werden
door hen overwonnen. „Een buit
voor Mysiërs" was een spreekwoord
en verwijt. Of de Mysiërs een blij
geestig volk waren, valt te betwijfelen.
Maakten weelde en verwijfde zeden
hen lafhartig, dan zeker waren zij niet
blijgeestig, want blijheid is de eigen
schap vau hooge en mannelijke natu
ren en alleen zulke naturen hebben
moed. Doorkruist Midden-Engeland
en aanschouwt zijn golvende koren
velden, zijne door volle stroomen ge
drenkte weilanden, waar het rund graast
en de kudde schapen zich te goed
doet, zijne groene bosschen, zijne
fraaie steden vol bedrijvigheid en ge
woel, zijne vredige en beschutte haar-
steden, en hebt gij oog en geest ver
kwikt aan deze tooneelen van vrucht
baarheid en veilige rust, denkt dan
aan de twee schilderijen van Land
seer in de National Gallery, die het
derstelden, dat onze verslaggever zich
had vergist. Maar het „Handelsblad"
had het ook (dat „Standaard" en
„Nederlander" het niet hadden, kon
een misschien onopzettelijke weglating
zijn), en toen wij de brochure van
prof. Bavinck Evangelisatie, uitge
geven te Utrecht bij G. J. A. Ruys
nasloegen, vonden wij de uitspraak
daar terug Het ongeloof van tegen
woordig gaat, gelijk altijd, van het
bijgeloof vergezeld. „Niet alleen het
bijgeloof der Roomsche kerk, dat met
zijn symboliek en kunst vele roman-
tisch-aangelegde naturen bekoort
maar vooral dat veelhoofdig moderne
bijgeloof, dat in de vormen van spiri
tisme en theosophie, van astrologie
en magie, van geestelijke en lichame
lijke kwakzalverij zich nestelt en uit
breidt in de centra van onze cultuur."
Het „Roomsche bijgeloof?" in één
adem genoemd met spiritisme, theo
sofie, enz., door de Roomsche geeste
lijkheid zoo diep geminachtHet is
wel waar. Maar, wie weet? zijn er
weer anderen, die van Gereformeerd
bijgeloof spreken. -
Hoe dit zij, inleiding en debat,
gisteren op het congres over Evangelisa
tie onder de Roomschen gehouden,
lijkt ons wel de moeite waard om er
een uitvoeriger verslag van te laten
volgen
Ds. L. G. Goris te Zwolle sprak
gistermiddag in een sectievergadering
over den arbeid onder de Roomschen.
Spreker wees er op, dat de nood
zakelijkheid van Evangelisatie onder
de Roomschen nog te weinig gevoeld
wordt. Dit komt hierdoor, men veelal
de Evangelisatie onder hen niet zoo
noodig acht als onder ongodsdiensti-
gen of met Christus onbekenden. De
Roomschen, zoo redeneert men, ken
nen toch den naam Jezus, zij het ook
dat die kennis verduisterd en vervaagd
wordt door het leger van Heiligen,
die de aandacht in de Roomsche kerk
van den Christus afleiden. Toch is
deze Evangelisatie niet bloot een be
lang, maar ook plicht. Twee millioen
Nederlanders houden de gele vlag van
het Vaticaan hoog boven de vader-
landsche driekleur.
Alleen in de Zuidelijke provinciën
van ons land en in België bestaat er
iels van Evangelisatie onder de Room
schen, is het nog njet veel meer dan
een levensvatbare spruit. Er dreigt
groot gevaar van de stelselmatige
propaganda, welke de Roomsghe con
gregaties maken ohder de Gerefor
meerden. Deze congregaties werken
samen om aan haar geloofsgenoten
financieel en commercieel overwicht
opschrift dragen „V r e d e" en Oor-
1 o g". Onze krijtbergen, die rustig
op de blauwe zee staren, de groepen
van lammetjes en kinderen, met bloe
men getooid, en de roestige, verna
gelde kanonnen verraden ons het ge
heim van Engelands vroolijkheid, De
brandende woning met hare verbrij
zelde vensterramen, de wijngaarddran
ken, kamperfoelie en rozen van de
muren losgereten, het paard dat daar
in stuiptrekking ligt en de soldaat in
de schoonheid, kracht en frischheid
van den mannelijken leeltijd gesneu
veld dat alles op het doek ge
groepeerd en saamgebracht en als een
beeld van schrik ons aanstarend, zegt
wat midden-Engeland morgen zijn zou,
indien de Engelschen niet moedig wa
ren. Wanneer Engeland blijgeestig
werd en waarom het den naam.
van „vroolijk Engeland" draagt, valt
moeilijk te zeggen. Zeker is het, dat
er in zijne geschiedenis tijdperken en
lange tijdruimten zijn aan te wijzen,
waarin al heel weinig redenen tot op
geruimdheid bestonden. Er heerschte
luttel blijheid zegt Carlyle toen onze
Saksische voorvaderen onder de ze
ven Angelsaksische koninkrijken el
kander tot voedsel van kraaien en
wouwen in stukken hieuwen toen de
Denen ter plundering Theems en Hum-
ber opvoeren, toen de „roode koning"
en later koning John regeerden, of
toen de oorlog der twee Rozen woedde,
en Hendrik VIII op den troon zat.
Wanneer begon dan Engelands blij
heid en waarom was het blijde Het
antwoord hierop is niet gemakkelijk
te verleenen onder de leus: „Heel de
wereld onder de macht van Rome
Niemand weet niet, dat de Roomsche
Kerk, vooral bezuiden den Moerdijk,
de Gereformeerde Kerk zoekt te ver
dringen en op te slurpen. Er zijn daar
plaatsen, die meer en meer ultramon-
transch worden.
Bovendien, wij mogen den Room
sche niet aan zijn lot overlaten, waar
het Katholicisme alleen zijn kerk uit
zet, met verwaarloozing van den
Christus.
Op deze gronden betoogde spr.
niet alleen het belang maar ook den
plicht voor Gereformeerden van Evan
gelisatie onder de Roomschen.
Van Jeruzalem beginnende, zoo ver
volgde spr., ga ook deze Evangelisatie
eerst tot de naaste omgeving. Als er
daar weinig te doen valt, en veraf
geen voldoende krachten zijn, of als
de nood omvangrijke hulp vraagt, be
hoort men anderen te steunen, dus
den kring uit te breiden. Deze Evan
gelisatie moet overwegend zijn in
Brabant en Limburgover deze pro-
viciën moet zich de hulpbieding uit
het Noorden uitbreiden.
Organisatie is voor dit werk on-
misbaai Rome immers is een mas-
saa' geheel. Een onderdrukkende macht
van den staat, die in het belang van
zekere religie een andere religie tracht
onmogelijk te maken, zal niemand
meer verdedigen. Wij hebben dat ge
kend in ons vaderland, maar uitkom
sten heeft het niet gehad, en het
wordt nu vrijwel algemeen veroordeeld.
Deze arbeid behoeft kerkelijke organi
satie en ambtelijken dienst. Reeds lang
vóórdat men de noodzakelijkheid van
zending onder de Joden heeft ingezien,
was de Evangelisate onder de Room
schen noodig geweest, als zijnde even
zeer Schriftmatig.
Ter bevordering van dezen arbeid
is goede voorbereiding der ambtsdra
gers onmisbaar.
De voorstelling, die de Roomsche
geestelijkheid, vooral in de Roomsche
streken, van alle Protestanten geeft,
maakt, dat de Gereformeerde colpor
teur in de oogen van die Roomschen
erger is dan een goddelooze en een
landlooper. Ziet nu de Roomsche, dat
de Gereformeerde Maria niet smaadt,
maar haar evenzeer als hij zeif erkent
als de moeder van Christus, en dat hij
deelt in zijn geloof in de Godheid
van den Zoon en in de Drieëuheid,
dan zal de Roomsche, ondanks zijn
geestelijken, naar hem luisteren.
In overwegend of bijna uitsluitend
Roomsch gebied kan alleen vruchtbaar
worden gewerkt in verbinding met de
verzorging van de verstrooide lidma
ten der Gereformeerde Kerk (diaspora).
Vele Roomschen, vooral vrouwen,
hebben een goed wetenschappelijk
arsenaal. Daarom moeten zij, dse zich
met deze evangelisatie bezig houden,
er voor zorgen dat zij goed onderlegd
zijn in de kerkeraadsieden en gemeen
tenaren veel goed doen, omdat de
predikanten zoo moeilijk met de
de Roomschen in aanraking komen.
De Heilige Schrift, die voor de
Roomschen verboden leciuur is, moei
onder hen worden gebracht, omdat
zij op zoovele pqnten.de Roomsche
leerstukken weerspreekt. Nu heeft de
te geven.
Maar niet moeilijk is het te zeggen,
wat onze vroolijkheid knakken en on
ze blijgeestigheid versmoren zou. Men
spreekt van steden en vlakten in
Duitschland, die sinds den dertigjari
gen krijg er niet weder bovenop ge
komen zijn. De steden werden niet
herbouwd, en op de slagvelden schiet
geen koren uit. Sedert eeuwen niet
meer heeft de voet des vreemdelings
Engelands bodem geschonden. Geen
vijand kan het, als wij God en ons
getrouw blijven. Verzakqp wij ech
ter een dezer twee plichten, geen ram
pen zoo groot of - het schijne on
zen hoogmoed en ons zelfvertrouwen
nog zoo ongeloofelijk zij kunnen
ons treffen. Onze getrouwheid jegens
God bestaat hierin, dat wij Hem als
onzen Wetgever en hoogsten Rech
ter erkennen de getrouwheid jegens
ons zeiven behoort in den moed van
ons volk te bestaan. Wat is dan
moed De Grieken hebben daarvoor
twee woorden het eene beteekent de
volkomenheid aller deugden en tevens
de enkele deugd van moed het an
der uitsluitend de bijzondere eigen
schap van moed. Beide woorden
hebben tot wortel iets dat het man
nelijk karakter of mannelijkheid aan
duidt. De Romeinen noemden den
moed deugd virtus; ook dit
woord heeft eene dubbele beteekenis.
De eene geeft de hoogste, persoon
lijke voortreffelijkheid te kennen, en
de andere de bijzondere eigenschap
van onversaagdheid en zielskracht.
Hier wederom ligt in 't grondwoord
Apologetische Veieeniging Petrus Ca-
nisijs te Nijmegen de Évangeliën uit
gegeven. Van dit boekje, voorzien van
hei imprimatur der Roomsche kerk,
kan dus uitnemend gebruik worden
gemaakt.
Ten slotte betoogde spreker, dat
alle hulpmiddelen voor Evangelisatie-
arbeid bij dit werk van dienst kunnen
zijn
Er werd een vrij langdurige discus
sie gevoerd.'
Ds. Warner uit Brussel, beval ook
gebruikmaking van het boekje der
vereeniging Petrus Canisius aan, om
dat het bij de Roomschen vertrouwen
wekt. Op den omslag immers prijkt
het kruis. Dat vertrouwen doet zoo
veelalleen daarom heeft een predi
kant ergens in België een kruis op
zijn kerk laten zetten.
Een der aanwezigen maakte er be
zwaar tegen, dat van Gereformeerde
zijde in Brabant dikwijls het werk
onder de Roomschen wordt begonnen
daar, waar de Ned. Hervormde Kerk
al bezig is. Dit maakt onder de
Roomschen een slechten indruk van
verdeeldheid.
Ook werd opgemerkt dat, wil men
zijn invloed niet verliezen, men vooral
niet beginnen moet mét de groote
controversen. Gewezen werd er voorts
op, dat de Roomsche kerk meer en
meer wordt een kerk van Maria-ver-
eering en priester-vereeringdaarom
vooral werd evangelisatie onder de
Roomschen zeer noodig geacht.
Prof. Lindeboom betoogde de wen-
schelijkheid, dat jongelui zoo opgeleid
worden, dat zij ook invloed kunnen
oefenen op de Roomsche geestelijk
heid daartoe moeten zij vooral in de
controversen ingewijd worden. Katho
lieke geestelijken beschikken dikwijls
over een groot aantal argumenten,
waarvoor niet goed-onderlegden ge
makkelijk zwichten.
De inleider beantwoordde eenige
der gemaakte opmerkingen. In hei al
gemeen meende hij, dat men op dit
terrein ontmoetingen met Hervormden
moet vermijden. Als men echter ziet
hoe de hervormden in dit opzicht
doen tegenover ons, aidus spr.als
men ziet dat zij afgedwaalden in hun
kerk halen, waar zij den Christus
evenmin vinden als men de verbaste
ring der Hervormde Kerk ziet, dan is
het maar beter om tegen haar op te
treden, en krachtig op te treden.
De behandeling van het onderwerp
was hiermede afgeloopen."
üiSciue berichten.
Een proeftocht met een reddings
boot te Egmond aan Zee slaagde naar
wensch.
In 's Hertogenbosch besloot de Ge
meenteraad een belasting van 8 pCt.
der ontvangsten te heffen op Bios
coopvoorstellingen.
Een winkelier te Bussum kreeg. 3
jaar wegens in brand steken van zijn
huis.
De Engelsche kiesrechtvrouwen ont
wikkelen zich meer en meer tot mis
dadigsters.
het denkbeeld van man en mannelijk
heid v i r. Maar geen dezer uit
drukkingen is gelijkbcteekenend met
ons „c o u r a g e", „moed". Zij druk
ken hoofdzakelijk uit dapperheid en
onversaagdheid in oorlogsgevaren, of
zielskracht in 'r verdragen van pijn
en smart. Dit is meer een physieke
eigeischap van onbevreesdheid, van
standvastigheid, zooals deze zich in
tijden van ruwe woelingen en voort-
durenden krijg in opperhoofden en
kampvechters openbaart en ontwik
kelt. De wortel van „courag e"
cor geeft aan dit woord een
dieperen en verhevener zin. 't Is van
lateren oorsprong en schijnt het La-
tijnsche ras eigen te zijn.
De Italianen noemen het corag-
g i o of „grootheid van hart" de
Spanjaarden co rage; de Franschen
courage, en van deze laatsten heb
ben wij, Engelschen, het overgenomen.
Het beteekent mannelijkheid, dapper
heid, onversaagdheid, onbevreesdheid,
niet in zoover dit alles uit een ge
voel van physieke kracht of uit on
gevoeligheid voor gevaren en smart
voortkomt, maar uit de zedelijke ge
woonte van zelfbeheersching, die met
koel overleg het dreigend gevaar in
heel zijne uitgestrektheid overziet, zijne
gevolgen voor de toekomst nauwkeu
rig berekent en dan toch in den plicht
onwrikbaar pal staat, totdat deze ver
vuld is.
Bij de Grieken en Romeinen woog
het minder verheven begrip van macht
en sterkte het zwaarstin de christe
lijke wereld treedt dat van zedelijke
De Duitsche Rjjksdp.g had slechts
drie dagen noodig voor de algemeene
beraadslagingen over ha voorstel,
om het Duitsche legu te vergrooten
tot 900.000 man.
De Czaar van Rusland heeft aan
den Koning van Montenegro geschre
ven, om toe te geven en dus het beleg
van Scutari op te geven.
Uit Zuid-West-Afrika is boter aan
gevoerd in Duitschland.
Dezen zomer wordt een internatio
naal katoencongres gehouden in Sche-
veningen.
Indië zond f22.000 voor de liberale
Kamerverkiezingpropaganda.
In Rotterdam klom een jongen achter
op den trein, viel en werd overreden
en op slag gedood.
De Rechtbank van Amsterdam gaf
3 maanden aan den penningmeester
van het Landelijk Anti. Militaristisch
comité voor opruiing door middel
van den soldatenalmanak.
De Rechtbank van Groningen ver
oordeelde een boer wegens dieren
mishandeling, doordat hij een koe had
vervoerd met overvolle uiers.
Er moet een serum zijn ontdekt
tegen kanker
De tram Hulst-Walsoorden gaf over
1912 7 pCt. dividend na ruime af
schrijvingen.
Met den vlashandel van gezwingeld
vlas wil het nog niet vlotten.
In Rotterdam is een tweede kapel
ingewijd voor landverhuizers.
Er is bij de Vereeniging van Ne-
derlandsche gemeenten in studie een
plan om te komen tot schoolbioscopen.
Er is door de socialisten in de Kamer
een wetsvoorstel ingediend, om den
tijd van stemmen te bepalen van 8
tot 8 (in plaats 5) uur.
Men is voornemens een motoromni-
busdienst in te voeren tusschen
Zulphen en Deventer.
De suikerfabrieken in Egypte heb-
heb in 1912 goede zaken gemaakt.
Er is tusschen Oldenburg en Bremen
eene overeenkomst getroffen tot uit
dieping en verbreeding van den Wezer.
Pastoor Schets is heelemaal niet
bang voor de Kamerverkiezing, maar
wel voor de Statenverkiezing.
Van alles wat.
O—
Maatschappelijk Staatsbeheer.
Uitgaande van de veronderstelling,
dat de kleine bedrijven door de groo-
tere moeten en zullen worden ver
drongen, heeft een combinatie van
Amerikaansche en Engelsche financiers
grootheid, die zich in lijdelijke kalmte,
en onwrikbare standvastigheid open
baart, op den voorgrond het hoogste
begrip van innerlijke kracht is een
zwakheid, die door lijden overwint,
en sterkte die in het standvastig ver
dragen van leed onderdrukt wordt.
En dit bereikt men nimmer door de
kracht van den arm noch door het
ongevoelig hoofd, maar door groot
heid van hart. Moed heeft spieren
noch zenuwen, 't is een zedelijke
deugd. Zijn verheven voorbeeld is
goddelijk, en dat heeft in de denk
beelden en de taal der menschen eene
verandering gebracht.
Moed is dus een eigenschap van
het hart. Neerslachtigen en flauw-
haFtigen „spreken wij een hart in t
lijf". Hier is sprake van zeltbeheer-
sching. Men' kan zich de deugd van
moed eigen maken door opvoeding,
doch haar in stand houden dat doet
slechts de wil. Zoo is 't niet gesteld
mei physieken moed. Wie hem be
zit, heett geene aanmoediging noodig,
wie hem mist, kan door geene op
wekking moedig worden. Soms is
een sterk lichaam met een zwakken
geest vereenigd niets kan de vreeze
die daar huist, verjagen. Maar een
zwak lichaam met een krachtigen
geest, vermag alles. De lafaard in
Clan Q u h c 1 e was voor geene re
deneering vatbaar. De vrees over
mande hem. Zulk een panische schrik
is onvrijwillig. De wil is hem niet
meester. Het is een krankheid van
zedelijken en phvsieken aard. Het
woord „apprehensive" betec-