mums im Flick's Cacao No. 186. Zaterdag 12 April 1913. 4e Jaargang. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. Richting: V^oor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. ?2RSCHIJMT ELKEN EATEUDAG. Gentscliestraat C 7 te Hulst. w Stichter: H. A. van Dalsum. Bierkaaistraat A 28 te Hulst. Gentscliestraat B 4 te Hulst. ER IS de allerbeste. BE VOLKSWIL REDACTIE: Abonnement per drie maanden NEDERLANDf 0.50. BELGIEfr 1.20. ANDERE LANDEN f 0.80. - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad^ neemt geene verantwoordelijkheid voorden inhoud van het Vrije Woord en voor dien van Advertentiën. ADMINISTRATIE: DRUKKER IJ: Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25. Het Vlaamsche Volk moet zwijgen o De aartsbisschop van Kamerijk (Fransch-Vlaanderen) heeft opnieuw aan de geioovigen verboden het lezen van De Stem van Vlaanderen, orgaan van den Franschen priester-afgevaar digde Abbé Lemire. Die aartsbisschop herrinnert er aan dat hel niet is in de kerkelijke kro niek, in het niet vermelden van onze delijke feiten, dat bestaat het katholieke blad, maar nog in zijn oprechten, kieschen en voortdurenden eerbied jegens de vertegenwoordigers van God op deze wereld. En om de lezers te helpen tot de gehoorzaamheid (het dus niet meer lezen van De Stem van Vlaanderen Le Cri des Flandres moeten de geioovigen overdenken en begrijpen dit woord van den Zaligmaker „Het zijn niet zij die zeggen „Heere Heere", die zullen binnengaan in het rijk der hemelen, maar hij die den wil doet van den" Vader die in de hemelen is." Het is eigenaardig dat ook in de drie andere deelen van het oude Vlaanderen de bladen, die opkomen tegen de onderdrukking van de Vlaam sche bevolking, onderdrukking in zoo velerlei vormen, door de bisschoppen veroordeeld zijn geweest en vervolgd en welhet orgaan van priester Daens in Aalst, in 0( st-Vlaanderen, door den bisschop van Gent, dat van priester Fonteijne in Brugge, West- Vlaanderen, door den bisschop van Brugge, en dat van Van Dalsum in Huist, Zeeuwsch-VIaanderen, door den bisschop van Breda. En wat een tweede eigenaardigheid is, eigen aan al die vier deelen van het oude Vlaanderen, dat in al van deze vier deelen de katholieke be volking wordt onderdrukt in taal, ze den en stoffelijke belangen en rechten onder katholieke vlag door zooge naamde „goede" katholieken. En een derde eigenaardigheid, eigen aan al die vier deelen, is deze: dat „goede" katholieken de bescherming genieten van de katholieke geestelijk heid eii van den bisschop van het gewest, en dat deze bisschoppen het uitleggen als trappen op het bischop- pelijk gezag als hun kleed wordt ge raakt, doordat die „goede" katholieken daarachter bescherming zochten als zij geen kans meer zagen zich te kunnen verdedigen tegen de door hen verdrukten uitgesproken wanrheid. Terwijl nog een vierde eigenaardig heid is, dat twee andere bladen die de Vlaamsche volkszaak vooistaan, Het Recht van Advocaat Hector Plan- quaert en Het Vlaamsche Volk van Demarret in Belgisch Limburg, even eens niet alleen slechts zeer matig maar in het geheel niet de gunst ge nieten van de geestelijkheid van het bisdom Mechelen. Wat bewijst dit alles Het bewijst zeer veel, het bewijst dat er in de katholieke geestelijkheid die haar ambt uitoefent in en onder de katholieke bevolking van het oude Vlaanderen weinig volksliefde te vin den is. Wat zou nu van dit laatste toch wel de oorzaak zijn? Zou dit komen, omdat de katho lieke Vlaamsche bevolking niet deugt of afgedwaald is Ware dit zoo, dan zou het de taak dier geestelijkheid zijn om .het verlo ren schaap op te zoeken, want dat is het voorbeeld, aan haar door den Goeden Herder gegeven. Maar niet wordt het verloren schaap opgezocht, waaruit moet volgen, dat de katholieke Vlaamsche bevolking niet is een verloren schaap. De oorzaak moet een andere zijn, en werkelijk is ze een andere. De oorzaak isdat die katholieke onderdrukkers van de katholieke Vlaamsche bevolking, welke de be scherming genieten als „goede* ka tholieken, hun aanknoopingspunt vin den in de katholieke kiesvereeniging, en deze laatste erkent het politiek gezag der bisschoppen. Door dit politiek gezag te erkennen zijn die „goede" katholieken gehoor zaam, en omdat ze gehoorzaam zijn aan het gezag wordt het door de vingers gezien, ja desnoods goedge praat, als diezelfde „goede" katholie ken zich storen noch aan alle noch aan eenige der Tien en der Vijf ge boden. De aartsbisschop van Kamerijk be roept zich voor het goed recht der politieke gehoorzaamheid op het woord der Schrift, dat niet zij die roepen Heere, Heere, maar zij den wil doen van den Hemelschen Vader het rijk der hemelen zullen binnengaan. Deze woorden zijn te vinden bij Matheus 7: 21, maar hebben heelemaal geen betrekking op het politiek gezag van de bisschoppen of van iemand anders. Zij hebben be trekking op die valschaards welke zich uitgeven als dienaars van- en ijveraars voor God maar het niet zijn, blijkende dit niet zijn uit hun gedrag. De zaak isdat de bisschoppen niet hebben eenig politiek gezag van Gods wege, daar zij van Gods wege slechts hebben een godsdienstig ge zag maar geen wereldlijk gezag „Mijn Rijk is niet van deze wereld." En nu zou het op zich zelf practisch van weinig belang zijn, maar practisch is dii het gevolg, dat, als de geestelijk heid verlangt gehoorzaamheid in po litieke zaken, dit practisch neerkomt op godsdienstige gehoorzaamheid aan katholieke leeken, die zich met de verkiezingen bemoeien. Dit laatste stuit het katholieke volk tegen de borst en wel het oprecht geloovige volk. Dit laatste komt op den duur in twijfel, of de geestelijkheid het wel goed voor heeft, en het zijn sterke beenen noodig om in dezen twijfel staande te blijven. Gelukkig daarom de katholieke be volking, die in haar midden mannen heeft, die de waarheid durven te zeg gen en te dienen, omdat door deze mannen het geloof, door de geeste lijkheid ondermijnd, levendig blijft in de zielen. Wie weet, of het niet een Gods zegen is, dat deze mannen te vinden zijn in alle deelen van het oude Vlaamsche land, en wel als eene be looning, dat de Vlaamsche bevolking ten allen tijde trouw is gebleven aan het katholieke geloof. En wij zijn verplicht het zoo aan te nemen, om dat op deze wijze het geloof levendig blijft in de bevolking terwijl het een ernstige crisis ondergaat in andere katholieke streken, waar het geloof niet is zoo eenvoudig en zoo oprécht en geheel verpolitiekt is. In het verdere Nederland is het katholieke geloof geheel en al verpo litiekt. Zoo hebben we nu weder gelezen, dat de bisschop van Haarlem heeft voorgeschreven, dat de priester onder de Heilige Mis moet bidden voor het welslagen van de Juniverkiezing, en dat is dezelfde bisschop, die klaagt, dat het geloofsleven zoodanig ver zwakt is, dat in de steden Amsterdam en Rotterdam 70 pCt. en meer katho lieken een gemengd huwelijk aangaan. Dit laatste komt er van, als de gods dienst wordt behandeld als een we- reldsche zaak, als dwang treedt in de plaats van de liefde, als de stem wordt gesmoord, die spreekt van godsdienst is geen handelszaak. Het Vlaamsche Volk moet zwijgen zeggen de bisschoppen van het Vlaam sche land: het Vlaamsche Volk echter zal niet zwijgen, het zal spreken en blijven spreken, en al sprekende zal hei zijn een lichtbaak in de duister nis van dwang en ongeloof, het zal zijn een lichtbaak voor den wil van Paus Pius Xdat hij bij de uitoefe ning van zijn ambt z e 11 s niet de geheime bedoeling wil hebben, alsof hij daarbij wereldlijke doeleinden of partijbelangen wil dienen. (Encycliek van 4 October 1903). Er is misschien geen tijd ge weest gelijk de onze, waarin de ka tholieke godsdienst in de Nederland- sc'n en Vlaamsch sprekende bevol king zulk een crisis doormaakt als onze lijd, en wel te meer ernstig, omdat deze crisis niet het uiterlijk heeft van een openlijke vervolging, maar het karakter heeft van een on zichtbare sleepende teringziekte. De kringziekte heeft dikwijls de blos op de wangen, heeft niet de eigen erken ning dat hij ziek is en uitteertzoo gaat het ook met het katholieke ge loof in Nederland en in Vlaamsch België, en de Nederlandsche en Vlaam sche bischoppen zijn zelfverblind en zien den vijand in hem die den vin ger legt op de wonde, en den vriend in hem, die de wond overdekt met de bloemen van vleierij en poliiieke macht, maar de wonde, het stervende geloofsleven, besmet meer en meer de nog gezonde deelen van het lichaam. Dat de oogen toch eens wilden opengaan vóór het te laat is. Be Toekomst. We lezen, dat de Toekomst te Mid delburg met 1 April 20 jaar bestond, en daarvan 17 jaar onder redactie van J. de Lange. We vinden dit een belangrijk feit, omdat het bewijst een les ook voor de vijanden van de Volkswil dat spot, hoon, eer- en broodroof, dwang, plagerij en vervolging door overheden, enz. onmachtig zijn om een blad te nekken, dat onder leiding staat van een of van meer mannen, die staan en blijven staan op hun recht. En waarvoor wij respect hebben is ditdat een man, een gewone werk man, zeventien jaar lang belang loos de redactie waarneemt van der gelijk blad en dit nagenoeg elke week weet te maken tot een pittige krant. Dit bewijst, dat er onder den werk man ook te vinden zijn van geest, en wij zouden wel eens willen leeren kennen de namen van redacteuren van andere bladen, die trots vervol ging en meerdere onaangenaamheden, 17 jaar lang belangloos weten te strij den voor eenig ideaal. Het ideaal van de Toekomst is het behartigen van de belangen en rech ten der arbeiders langs zoogenaamden revolutionairen weg. Wij zeggen zoogenaamd revolutionairen weg, want wij vragen ons af, of de weg die meermalen wordt gebruikt door zoogenaamde vrome of beschaafde bladen, die van eerroof (b.v. Tijd, Ze- landia, Nieuwe Zeeuwsche Courant), of van beleedigend doodzwijgen (de „burgerlijke" polemiek jegens de waarheid), of die van broodroof (ver bod van af den kansel of in biecht stoel of door werkgever of grond eigenaar om te abonneeren) soms een wettige weg is Wij wenschen de Toekomst geluk met haar volhardingsvermogen, en, al zouden wij niet gaarne alles onder schrijven wat zij te lezen geeft doch dit zal zij omgekeerd ook wel zeggen omtrent de Volkswil wij wenschen haar toe volhardi ïg en bloei. Opgedragen aan ondank baren en valschaards. Gelukkig hij. die acht geeft op den arme en ellendigeten dage des onheils zal de Heer hem redden. De Heer behoede hem, en spare zijn leven, en make hem gelukkig op aarde, en geve hem niet prijs aan den lust zijner vijanden. De Heer kome hem te hulp op het bed zijner smarten Gij keerdet heel zijne legerstede om in zijne krank heid. Ik, ik zeideHeere, ontferm u over mijgenees mijne ziel, want ik heb tegen U gezondigd Mijne vijanden wenschen mij kwaad toewanneer zal hij toch sterven er. zijn naam vergaan En komt er een binnen om mij te bezoeken, hij huicheltzijn hart ver gadert zich boosheid hij gaat naar buiten, en spreekt er van. Te zamen mompelen tegen mij alle mijne vijandenzij verzinnen kwaad tegen mij. Een boos stuk hebben zij tegen mij besloten die slaapt zal niet weder om opstaan Zelfs mijn gemeenzame vriend, op wien ik vertrouwde, een die mijn brood at, heeft de verzenen tegen mij opgeheven. Maar Gij, o Heer, ontferm U mij ner, en richt mij op en ik zal het hun vergelden. Daaruit weet ik, dat Gij mij toege negen zijt, dat mijn vijand niel zal juichen over mij. En mij, mij hebt ge om mijn on schuld in bescherming genomen, en mij voor uw aangezicht gesteld in eeuwigheid. Geloofd zij de Heer, de God van Israël van eeuwigheid tot in eeuwig heidZoo zij het! Zoo zij het! 40 Psalm van David. Lezen en trekken. Dezer dagen vernamen we, dat een gezaghebbend man verklaardehet lezen van de Volkswil is vrij, maar het trekken is verboden. Juist, zoo is ook de geschiedenis. Op den inhoud weet zelfs de meest vrome, zetfs de grootste fanaticus, niets te zeggen, en op van Dalsum zelve nog minder. Maar zijn persoon staat aan som migen in den weg, en, omdat die sommigen niet tegen hem op kunnen in zaken van geest en van hart, moet hij langzaam worden uitgemoord door broodroof. Daaromhem stelselmatig onthou den als notaris zaken waaraan wat te verdienen is, en hem ondermijnen in zijn krant door verbieden de Volks wil te trekken uit vrees, dat hij door een of veel abonnementen wat zou kunnen verdienen aan de krant, en als dit niet het geval is, dan moet hij er geld op toe leggen. Deze laatste gedachte „de krant kost hem geld toe" is de innige hartsvreugde der sommigen, maar deze moeten zich toch niet al te vroeg verheugen. Al zou er geld bij moeten, dit zou toch niets aan de zaak hinderen, omdat het bedrijfskapitaal van de Volkswil bestaat in het Godsvertrouwen van zijn stichter, en dit vertrouwen is nog nimmeren zal nooit worden beschaamd. Ziedaar de onmacht van de daad en van de gedachtehij zal er wel geld op toe moeten leggen. Er staat zoo weinig in. We vernamen dezer dagen dat iemand verklaarde omtrent de Volks wil „er staat zoo weinig in." Dit oordeel was niet of wel vleiend zooals men het wil opvatten. We weten niet precies, wat nu wel werd bedoeld met „zoo weinig", maar wat we wel weten, dat deze opmer king in zooverre juist is, dat de Volks wil er niet naar streeft om straat nieuwtjes op te zoeken of om klets praatjes te willen. Zou die man, die beweert van „zoo weinig" dan willen, dat we de Volks wil gingen vullen met de belangwek kende berichtendat de Koningin voor prinses Juliana poppengoed heeft gekocht in Amsterdam, dat de Konin gin en Prins Hendrik een rijtoer heb ben gemaakt in den Taunus, dat Prins Hendrik thee heeft gedronken bij Kei-

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1913 | | pagina 1