Van alles wat. Ontvlied de boozen, maar haat nie mand. Spreek spaarzaam met de grooten, bedachtzaam met uws gelijken, op recht met uw vrienden, zachtzinnig met de kleinen, teeder met de armen. Vlei uw broeder niet, want dat is verraad plegen. Als uw broeder u vleit, hebt gij te vreezen dat hij u bederft. Geef steeds gehoor aan uw gewe tendat is uw rechter. Lenig de smarten der armen. Iedere zucht, die uw hartvochtigheid hun ontwringt, is een vloek, die op uw hoofd nederdaalt. Heb achting vooi den vreemden rei ziger; zijn persoon moet u geheiligd zijn. Vermijd de twisten, voorkom de beleedigingen, gehoorzaam steeds aan de rede. Als gij over uw toestand bloost, dan zijt gij hoogmoedig. Denk er om, dat het niet de betrekking is, die den mensch onteert, maar wel de wijze, waarop hij zijn plichten vervult. Lees en doe er uw voordeel mee zie toé en volg na; peins en werk; tracht in alles nuttig te zijndan ar beidt gij voor uzelven. Beoordeel de daden der menschen niet lichtzinnig; prijs weinig, keur nog minder atvergeet niet, dat om de menschen goed te kunnen beoor- deelen, gij de harten moet kunnen doorgronden en de oogmerken na sporen. Eerbiedig de vrouwen maak nooit misbruik van haar zwakheid en sterf liever dan haar te onteeren. Verheug u wanneer gij vader wordt, maar besef de belangrijkheid uwer roeping. Wees voor uw kind een trouw beschermer. Zorg dat het u tot zijn tiende jaar vreest, dat het u tot zijn twintigste liefhebbe, en dat het u tot zijn dood eerbied toedrage. Wees tot zijn tiende jaar zijn mees ter, tot zijn twintigste zijn vader, tot zijn dood toe zijn vriend. Denk steeds om uw kind eerder goede beginselen in te prenten, dan goede manieren te leeren. Het moet u een verlichte rechtschapenheid en niet een wufte behaagzaamheid ver schuldigd zijn. Maak er liever een eerlijk dan een behendig mensch van. De man is de Kracht, de vrouw is de Schoonheid. Hij is de Rede, die voorheerscht. Zij is de Wijsheid, die tempert. In ieder huis, waarin de man ge- noegeu schept in het bijzijn zijner vrouw en de vrouw in het bijzijn van haar man, heerscht volkomen geluk. Bemin uw vaderland heb eerbied voor het hoogste gezag in den Staat. Gehoorzaam aan de bestaande wetten." Wij hadden deze regels ook gelezen in de Gids, door ons in no; 176 ver meld, maar deze regels hebben ons niet weerhouden om te zeggen en te besluiten :de duisternis schuwt het licht. Die regels trouwens bewijzen nog iets anders en wel hoezeer waar is wat indertijd een groot wijsgeer, de H. Thomas van Aquine, verklaarde dat de ziel van eiken mensch van nature Christelijk is, vermits de bovenvermelde regels als „wetboek" aangenomen door eene Orde, die al leen natuurmenschelijk wil zijn en anti-christelijk is, bewijzen, dat Chris tus in Zijn leer en in Zijn persoon ook in Zijn mensch-zijn beantwoordt aan het hoog-menschelijk ideaal, daar die regels van „zedelijk wetboek voor Vrijmetselaren" niet anders zijn dan gewone christelijke deugden. Ais er onder de menschen een streven was van, inplaats van elkan der te verketteren, elkander te nade ren in datgene dat zij gemeen hebben, dan zou blijken, hoezeer er meer misverstand is dan kwade wil, en dat, als men den persoon van Christus wilde niet in wat de menschen er van gemaakt hebben maar zooals Hij wer kelijk is als voorbeeld zoowel voor het menschelijk ideaal als voor het bovenna tuurlijk ideaal, dan zou men kunnen blijven twisten over de vormen en over de toepassing, maar er zou toch zijn een christelijke éénheid althans tusschen de bewoners van eenzelfde vaderland. Zijn 80'" Ministerie. O Louis Teste schrijft in de Patriote, dat het nu in Frankrijk opgetreden Ministerie Barthou is het 80ste dat daar is van af zijne geboorte onder het ministerie van den maarschalk Soult. En hij schrijft verderdat in die 80 ministeries er zijn geweest van elke partij en van elke kleur, doch dat on der geen enkel ministerie zijn belas ting zelfs maar met één centiem is verminderd. Raad. Niet zoo nijdig, lieve meid, Anders raakt ge in korten tijd Uw beminn'lijk blosjen kwijt. En wanneer Ge eens leelijk bent, Komt er zekerlijk omtrent U geen knappe jonge vent. Dus niet nijdig: maar wees goed. Dat geeft rooskleur aan je bloed En maakt Uw gezichtjen zoet. Anders is hét, lieve meid, Als ge in volle majesteit Een meest'res des huizen zijt. Zie, dan moogt Ge nijdig zijn, Spuwen uit gal en venijn Zonder scha voor Uw aanschijn. Schimpen, schelden, moogt Ge dan Eiken dag van vorend an Want Ge hebt er een „een man". Die, als hij U acht en eert, En een beetje mee regeert, Gauwkes an U „more s" leert. PEERKE DEN BELG. Adi'ianopel gevallen. O— Woensdag is Adrianopel stormen derhand door de Bulgaren veroverd. Hoewel hieromtrent geen cijfers be kend zijn moeten de verliezen aan menschenlevens zeer groot zijn en dit aan weerszijden. De bevelhebber van Adrianopel heeft, vóór de over gave, alle militaire gebouwen in brand laten steken en in de lucht laten vliegen, waardoor ook vele andere gebouwen in brand zijn geraakt. Alzoo is dus A. eindelijk gevallen na een beleg als 't ware reeds van af den eersten dag van den Balkan oorlog. De val van Adrianopel. De „Südslawische Korrespondenz" meldt de volgende bijzonderheden omtrent den grooten aanval van het Bulgaarsche belegeringsleger op Adri anopel „Het algemeene vuur uit de belegeringsbatterijen begon Maandag om half een 's nachts en duurde drie uur lang met de grootste hevigheid voort. De Turken beantwoorden het vuur zeer zwakjes, hetgeeH men be schouwde als een bewijs, dat de be legerden slechts over zeer weinig mu nitie te beschikken hadden. Om half vier 's nachts steeg aan de oostzijde tegenover het fort - Mastak het vuur van de belegeringsartillerie op. De infanterie rukte met de gevelde bajo net op tot den stormaanval. Het Turksche garnizoen bood wanhopigen tegenstand, trok zich echter ten slotte voor de overmacht terug. Een Turk sche afdeeling, die den aftocht dekken moest, werd afgesneden en gevangen genomen. Omtrent de verliezen, door beide partijen geleden, wordt het volgende uit Sofia aan de „National Ztg." ge seind „In de algemeene geestdrift en vreugde, die te Sofia heerschen we gens den gelukten algemeenen storm aanval op Adrianopel, mengt zich de vrees, dat de overwinning gekocht is met geweldige slachtoffers ook aan Bulgaarsche zijden. Omtrent de ver liezen der Bulgaren wordt door het legerbestuur niets gepubliceerd en deze geheimhouding versterkt den indruk, dat het aantai dooden en gewonden zeer groot moet zijn. Uit particuliere berichten, die hier binnengekomen zijn, blijkt, dat vooral bij het begin van den stormaanval op de oostelijke forten de Bulgaarsche infanterieregimenten door het vuur der Turken als weggemaaid zijn. Geheele compagnieën werden in de pan ge hakt, voor zij den vijand konden be reiken, die een hagel van geweer- en machine-geweerkogels op de soldaten liet neerdalen. Toen de Bulgaren de oostelijke forten veroverd hadden en de buitgemaakte kanonnen op de vluchtende Turken en de overige Turk sche stellingen richtten, leden de Turksche troepen eveneens verschrik kelijke verliezen, die door de ontplof fingen van de munitie-magazijnen nog vergroot werden." Uit Adrianopel zijn gruwelijke bij zonderheden geseind over de laatste wanhoopsdaden der Turken. De ont ploffing der munitiedepots had met kolossale kracht plaats. Reusachtige vlammen sloegen omhoog tegen den nachtelijken hemel, toen het morgen rood aanbrak. Door rondvliegende stukken muur werden tal van personen gedood of vreeselijk verminkt. Sjoekri pasja iiet alle kazernes en openbare gebouwen in brand steken. Spoedig geleek de stad op een vlammenzee, waaruit de bewoners in waanzinnige angst trachtten te ontkomen. Het hartverscheurend geschreeuw der ge wonden en der door de vlammen af gesneden vluchtelingen mengde zich in het gebulder van de, met Turksche kanonnen schietende, Bulgaren. De hongersnood was in de laatste dagen reeds tot het toppunt gestegen. Brood was, ook voor de hoogste prij zen, niet meer te krijgen. De bevol king moest hare toevlucht nemen tot de uiterste middelen om den honger nog wat te stillen. Tal van mannen en vrouwen stierven van uitputting. Sjoekri pasja vuurde onvermoeid de bevolking tot volhouden aan. Met grooie koelbloedigheid trad hij op tij dens de paniek, die er ontstond bij de bestorming van de oostelijke forten. De „Presse Centrale" seint uit Sutia, dat aldaar het gerucht loopt, dat ge neraal Soekri pasja bij den intocht der Bulgaarsche troepen in Adrianopel zelfmoord gepleegd zou hebben. Men zegt, dat hij na het bevel te hebben gegeven om de kruitmagazijnen in de lucht te doen vliegen, zich naar het hoofdarsenaal had begeven en dat hij na de ontploffing onder de puinhoopen bedolven werd. Een bevestiging van dif bericht is tot nu echter niet ont vangen en is onjuist gebleken. Omtrent de voorgeschiedenis van den algemeenen aanval wordt uit Sofia het volgende aan de „Südslawische Korrespondenz" gemeld „De offici- eele mededeelingen van het ministerie van oorlog over het begin van den algemeenen stormaanval op Adriano pel hebben hier de grootste verbazing gewekt, daar men niet meer geloofde aan belangrijke oorlogsoperaties. Dat het toch zoo ver gekomen is, moet toe geschreven worden aan den wensch van de leidende Burgaarsche militaire kringen, die in de verovering van de vesting met de wapens een quaestie van prestige zagen. Uit goed ingelichte kringen wordt medegedeeld, dat koning Ferdinand tot het laatste toe geweigerd heeft nieuwe offers voor de verovering van Adrianopel te brengen, daar deze stad toch aan Bulgarije ten deel zou val len. De militaire partijen drongen er echter op aan, dat de belegering van de vesting ten einde zou gebracht worden en zij motiveerden dit verlan gen in de eerste plaats met de toe komstige positie van het Bulgaarsche leger in den Baikan, daar de misluk king van de belegering in Adrianopel den tegenstanders voortdurend reden zou geven om kritiek te oefenen op de bekwaamheid van de Bulgaarsche militaire aanvoerders. Te Sofia was na het bekend wor den van de verovering de geestdrift buitengewoon groot. Alle klokken luidden. De scholieren en studenten trokken met vaandels en vlaggen door de stad. Voor de gezantschapsgebou wen der Baikanstaten kwam het tot groote demonstraties, 's Avonds zou in de cathedraal een Te D e u ni gezon gen worden. Omtrent de politieke beteekenis van den val van Adrianopel schrijft de „Berl. Lokal Anz." van hedenavond, waarschijnlijk officieus „Voor de di plomatie is alleen de vraag van be lang, welken invloed de val van Adria nopel op de pogingen van de groote mogendheden zal hebben tot beëindi ging van den oorlog. Allereerst dient opgemerkt, dat de Balkanbondgenoo- ten nog geen officïeele verklaring heb ben afgelegd, dat zij het met de voor stellen der mogendheden eens zijn en deze voorstellen beschouwen als een geschikten grondslag voor vredeson derhandelingen. Wel zijn er berichten, dat de indruk, dien de nota's op de regeeringen der Baikanstaten gemaakt hebben, gunstig is. De val van Adrianopel, welke stad door de groote mogendheden toch aan Bulgarije was toegekend, zal in den toestand geen verandering brengen, want een verzwakking van Turkije beteekent deze val niet. In elk geval is er voor de mogendheden geen aan leiding om verandering in haar hou ding te brengen." Uit Sofia werd hedeiraan de „Natio nal Ztg." geseind „De generale staf heeft besloten, om zoodra de belege ringstroepen eenigszins op hun ver haal gekomen zijn, deze, ongeveer 40,000 man, met den trein naar Tsja- taldja te zenden om de daar staande divisies zoo te versterken, dat zij in aantal de troepen der Turken over treffen." Ook de tegen Gallipoli opereerende detachementen zullen versterkt wor den. Daarna zullen de operaties aldaar met kracht voortgezet worden." Handelsblad. Wat een zeeman alzoo overkomen kan Den 7en Februari j.!. diende voor de Kings Bench te Londen een eisch tot schadevergoeding tegen de „Ser vice Maritime de Treport", wegens het verlies van een partij mineraal water. De volgende, van een onbe grijpelijke zorgeloosheid getuigende, bijzonderheden omtrent de zeeramp, die het verlies veroorzaakte, kwamen daarbij aan het licht. Het stoomschip „Hardy" verliet Tre port met 'een groote lading mineraal water, geconsigneerd aan de klagers messrs. ingrain Royal te Londen. Onder de lading bevond zich ook twee ton metalisch natrium (het hoofd bestanddeel van chloornatrium of keu kenzout), dat de eigenschap heeft om bij gewone temperatuur water te ont leden onder vorming van waterstof gas. Bij deze werking ontstaat warm te, waardoor het waterstofgas onder ontploffing vuur kan vatten. De ver zenders schijnen den kapitein niet met den aard van de stof, of van de eigen schap er van, bekend te hebben ge maakt, ja, zelfs niet te hebben toege zien op de wijze van berging en ver pakking. Immers toen eenige kisten, waarin het natrium verpakt was, levendig raakten, kwam een er van al gauw met water in aanraking en vloog in brand, waarop de kapitein lustig de brandspuit er op richtte, met het ge volg, dat, onder een reeks ontploffin gen, meerdere kisten vuur vatten. Snel besloten, beval de kapitein, a! dat ge vaarlijke goedje maar in zee te wer pen, maar, als betooverd, sprongen verscheidene kisten, bij aanraking van het zeewater, binnen boord terug, en veroorzaakten brand. Er volgde een ontploffing, die het schip in het {mid den deed scheuren en tot zinken bracht. De stuurman verdronk. De kapitein en de manschappen werden meer of minder ernstig gewond. De eisch was toewijzing van 5.410 p. st. aan de klagers, met de kosten. Het Nederl. Zeewezen. o AMERIKA. Een lesje om ter liarte te nemen I Het is bekend dat Staten, die geld noodig hebben en van het buitenland moeten opnemen, als zekerheid den vreemdelingen een grooten invloed toe moeten kennen in den gang der binnenlandsche zakén. Zoo is er al lang sprake van de z.g.n. „zes-mogend- heden-leening" aan China. President Taft hechtte er erg aan, dat Amerika in deze leening zou deelen. Anders echter denkt President Wilson. De Amerikaansche regeering meent, dat de voorwaarden voor deze leening, aan China gesteld, een inbreuk op de administratieve onafhankelijkheid van China zijn, en meent, dat deze zou kunnen leiden tot een verplichting van Amerika, om in de binnenlandsche aangelegenheden van China tusschen- beiden te komen. Als eisch wordt gesteld de hefffing van enkele verouderde en zwaar drukkende belastingen onder het be heer van vreemde ambtenaren. Dat zijn voorwaarden, aldus presi dent Wilson, die in strijd zijn met onze regeeringsbeginselen. Het eenig belang van Amerika in China is het behoud van de open deur en het ver gemakkelijken van den handel is eisch, maar niet op deze woekerende, uit zuigende manier. Diplomaten in dienst van financieels operaties schijnt president Wilson in het land der oppermachtige dollarko ningen niet meer te dulden en.... de zes groote mogendheden kunnen dit lesje ter harte nemen!.... o Een Indisch persdelict. De correspondent van het „Han delsblad" te Batavia seint „ln de zaak tegen den hoofdredac teur van net „Soer. Handelsblad", M. vari Geuns, wegens dien aanvallen op den reident vari Soerabaja, Eindhoven (seder benoemd tot directeur van binnenlandsch bestuur), werd door het openbaar ministerie geëischtzestien maanden gevangenisstraf, f 600 boete benevens het verbod om verder het redacteurschap uit te oefenen 1 Gelijk meen weet, was tegen den heer Van Geuns eene vervolging in gesteld wegens den vorm van de door hem op het beleid en de handelingen van den toenmaligen resident van Soerabaja, bij gelegenheid van de Fe- bruari-relletjes van het vorige jaar, geoefende critiek. o— Voor den rechter. In een politiebureau stonden dezer dagen een buitengewoon dikke visch- vrouw en een zeer magere barbier, voor den commissaris om zich te verantwoorden wegens een burenge rucht, waarvan zij de oorzaak waren. 't Volgend gesprek vond plaats. CommHeb jij dien man uitge scholden VrouwIk heb alleen, omdat hij altijd zijn zeepsop op mijn gootplank gooit gezegdLaat dat staan magere kribbenbijter. Comm Eien verder De man invallendeToen heb ik natuurlijk gezegdVoor jou, dikke rolpens De vrouw invallende Uwé begrijpt, toen hij rolpens zei werd ik nijdig, ik ben een veel te fatsoenlijke vrouw om mij door zoo'n Spaansche riet te laten verdeclineeren. Wat denkt zoo'n leeiijke droogstok wel. Die snoet- schraper zegt alles wat voor zijn mond komt. De heele buurt weet, dat hij een magere zwietkanarie is, meneer de commissaris. Als u die kale slier- persie beter kende, zou u wel weten, dat een fatsoenlijke vrouw zich door een schuimslikker, zooals hij, niet kommandeeren laat. Eeuwig en altijd gooit die baardviller zijn vuil zeepsop op mijn gootplank, en toen ik hem er wat van zeg, begint hij te schel den. 't Is om razend te worden Maar ik laat me niet door zoo'n lat veraffronteeren. Daar kon ik dagwerk van hebben als ik naar de pijpen van zoo'n drogen zeepsmeerder wou dan sen. Dat nooit, meneer de commis sarisEer dat ik me door dien uït- gemergelden scheerriem, dien door trokken hengelstok laat verschandali- seeren, moet er heel wat anders ge beuren. Zoo'n misselijke stokvisch met 0-beenen durft mij rolpens te noemen. Zou je zoo'n platgeslagen puitaal niet in zijn nek nemen Maar daar is die akelige zeepmug veel te mager voor. Uwé kan doen wat u wil, meneer de commissaris. De agent heeft me meegenomen, omdat hij zei, dat ik schandaal en rumoer maakte, uiaar als uwé een eerlijk man is, zal uwé begrijpen, dat ik de vrouw er niet naar ben, om mezelf in 't se- rijbel te helpen door zoo'n schriel mirakel van een slappen scheerdoek uit te schelden. Die rolpens van hem laat ik niet op me zitten. Ik zal het voor den koning weghalen als 't noo dig is, maar die sla-schuim-over-den- duim zal de kast in zoowaar ik een knappe vrouw ben- De commissaris verwonderde zich en doet het nog, dat er voor een bar bier zooveel scheldwoorden te vinden zijn in zoo weinig tijd. Volk. o— Waarde fan geld. Voor een Engelsch goudstuk ter waarde van f 12 kan bijna een vijfde minder worden gekocht dan 18 jaar geleden. Deze berekening werd on langs gemaakt door de arbeidersaf- deeling van het Engelsche Ministerie van Handel en Nijverheid, ten be hoeve eener officieele commissie van onderzoek naar de positie van het Erigelsche postpersoneel. De koop- waarde van dat goudstuk berekend naar de prijzen van 23 der voornaam ste verbruiksartikelen, was, gedurende den tijd als volgt 1895 12 1896 12 1897 11.55 1898 11.10 1899 11.60 1901 11 1902 10.95 1903 1904 10.80 10.80 1907 ,10.55 1909 10.35 1910 10.15 1911 10.20 1912 9.75 Sinds 1895 geeft dal een vermin derde koop waarde van 18.8 pCt. Juist als in Nederland 1 o Algemeene dienstplicht in Engeland. Lord Roberts heeft een voordracht over den algemeenen dienstplicht ge houden. Meer dan 3000 personen v/oonden de vergadering bij. Lord Roberts verklaarde, dat het tegenwoor dige militaire systeem in Engeland vol onrechtvaardigheden is. Men ge bruikt de goedwilligheid van een aan tal arbeiders, terwijl de jonge ledig- gangers in clubs hun tijd verdrijven. Het is treurig, dat de soldatengeest gedegenereerd wordt, doch zulks is nog niet het geval, integendeel in Zuid-Afrika had spreker "lieden aan gevoerd, die op het slagveld helden waren. De socialisten hebben gezegd,

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1913 | | pagina 2