verder tituleerer, „ophelderingen in
alle zaken". De beurs-mannen en
„gokkers" komen imformatie vragen
omtrent het een of andere speculati-
fonds, bakvischjes trachten te weten
te komen, of zij zullen trouwen, en
zij ze gaan er gewoonlijk in club
jes naar toe blozen lichtelijk, wan
neer zij hooren, hoeveelkinderen ze
zullen krijgen. Dan komen er ver
schillende menschen met kwalen, die
meer vertrouwen stellen in het advies
van het medium dan in den raad van
den dokter.
Wij weten niet, of de spiritisten en
beroeps-mediums reeds een bond
hebben opgericht tegen de te erge
concurrentie. Bond of geen bond, het
is een feit, dat de solidariteit groot is.
Bij alle astrologen van beroep, enz.
is het honorarium één gulden per ad
vies. Uitgebreide adviezen kosten
twee vijftig. Buitengewone adviezen,
waarbij gecyferd moet worden, en
waarvan een schriftelijk rapport wordt
uitgebracht, kosten in den regel tien
gulden.
Voor eenige dagen zijn wij ook eens
op consult -gegaan. Het..was een be
kend medium, die zich Mr. van E.
noemt, maar in werkelijkheid een heel
andeern naam heeft. Meer dan eens
heeft bij reeds met de justitie kennis
gemaakt. Hij begint ermee, zijn klan
ten te fixeeren, en met zijn blauwe
lodderoogen schijnt hij menige bur
gerjuffrouw „met Amsterdamsche ac
cent", of er een of ander provincie-
dialect, leelijk gesuggereerd te hebben.
Zoo begonnen die menschen in „het
medium" een bijzonder groot vertrou
wen te stellen. Waarvan de listige
oplichter handig gebruik maakte.
Mr. van E. is een christelijke spi
ritist. Op zijn tafel ligt een geopende
bijbel, en wanneer men met hem in
zee gaat, slingert hij u eerst een aan
tal bijbelteksten naar het hoofd. Dit
schijnt zijn suggereerende kracht
te vergrooten, vooral, wanneer het fi-
nancieele adviezen betreft.
Het is nu ongeveer twee jaar gele
den, dat hij een eenvoudige juffrouw
uit een dorp in Noord-Holland wist
te bewegen, hem al haar geld in be
waring te geven. Bij hem, zoo rede
neerde de schurk, was het geld veel
beter bewaard. Bovendien zou hij dan
de efiecten op een geschikt oogenblik
verkoopen, opdat zijn klant er wat
aan verdienen zou. Hij heeft ze ook
verkocht, zonder er echter iets anders
voor te koopen; het geld heeft hij
eenvoudig opgestreken. Toen de juf
frouw later weer eens bij hem terug
kwam, herinnerde hij zich van het
geval niets meer. Toen begreep het
arme mensch, dat het in handen van
een ploert was gevallen. Zij ging naar
de politie, en het eind-resultaat van
de zaak is geweest, dat de juffrouw
niet haar geld terug kreeg, maar dat
Mr. van E. een paar maanden moest
„brommen".
Toen v/ij den specialiteit gingen
consuiteeren, zalen in het voorkamer
tje veertien menschen te wachten. Het
waren alle guldensklantjes. Er was
een beursman bij die twee vijftig be
taalde. Wij gaven ons kaartje af, en
toen hij het „journalist* las, begon hij
een beetje geheimzinnig te doen. Er
Tertuliaan schrijftKleederpracht ruikt
van hoovaardij als bokkebalsurn. Wat
voor een wijf was het, die de H. Jo
annes in zijne openbaring zag, ge
kleed in purper en scharlaken, en be
dekt met goud, edelgesteenten en
paarlen
Eene hoer, eene aartshoerNu,
wanneer eene vrouw zich prachtiger
uitdoscht, dan haar staat meêbrengt
en hare verdiensten kunnen goed ma
ken, wanneer men haar op straat zoo
buitengewoon opgepronkt ontmoet,
van achteren met een soort zadel, dat
tegen den duivel zegtzit op met
een blauwen sluier voor 't gezicht,
een fijnen uitgewerkten kraag om ha
ren hals, en met prachtige vederplui-
men op het hoofd, die zich als een
vaantje op den toren heen en weer
bewegen, wanneer zij haar kleed als
eenen staart naar zich toe trekt, met
hel hoofd wappert als een weerhaan,
met de voeten trappelt als eer. jong
veulen, de oogen in haar hoofd draait
als een valk, haar samengesnoerd
middeltje beweegt als een draaimo
len, dan is het geen wonder dat men
over zoo'n vrouwspersoon een min
der gunstig oordeel velt en men denkt,
dat het met haar niet pluis is, want
de H Cyprianus was reeds van dit
gevoelen„Optooiïng en kleeder
pracht passen niemand anders dan
gemeene en onbeschaamde vrouwen.
Niemand heeft ook met het oppron-,
ken iets op, als alleen diegenen, welke
weinig van schaamte weten en dat
zijn de openbare hoeren." Hebt jullie
het verstaan, pronksters?
was nogal eens een journalist bij hem
geweest, en die had er toen in een
groot Amsterdamsch blad over geschre
ven. Het had zijn zaak weliswaar
geen kwaad gedaan, hij had er zelfs
nieuwe klanten door gekregen, maar
toch had hij liever, dat er maar niet
over hem geschreven werd.
Maar waarde heer van E., merkten
wij op, wij halen het niet in ons hoofd,
een reclame voor uw affaire te maken.
Wij willen slechts één ding van u
weten u weet, dat zooeven het Mi
nisterie-Heemskerk is afgetreden (de
spiritist zat te knikken, en wij pro
beerden ernstig te kijken). Nu zouden
wij van u willen vernemen, of aan
de crisis spoedig een eind zal ko
men. Wellicht kunt u voor een gul
den niet zeggen, of de heer Borgesius
weer met de vorming van een nieuw
cabinet zal worden belast. Dat hoeft
dan ook niet. Wij zullen daar zelf
wel fantasiënen over schrijven. Maar
nu in gemoede (en wij klopten den
slimmeling op de schouders), duurt
de crisis Tang
En het antwoord van Mr. van E.
was dat er op het oogenblik reeds
ernstige handelingen gevoerd werden
tusschen de koningin die volgens de
meeste beroepsmediums de meest in
vloedrijke persoon van Nederland is,
en Mr. Borgesius, maar dat de crisis
nog niet zoo spoedig geëindigd zou
zijn. De crisis was trouwens ook
gauw opgekomen. Mr. van E. had
er nog niets van gelezen in het och
tendblad. Zulke journalisten wisten
toch alles maar het eerst. En Mr.
van E. zuchtte.
Die middag-cdnsulten brengen de
Rozengrachtsche en Egelantiersgracht-
sche en Lauriergrachtsche geheim
kunstenaars het meeste voordeel aan.
Maar het is natuurlijk niet allemaal
zuivere winst. In de Amsterdamsche
volksbladen wordt geadverteerd voor
de goede zaak. Verder worden ge
regeld circulaires gestuurd. Maar de
meeste propaganda voor de consul
ten wordt gemaakt op de séances, die
gewoonlijk 's avonds om half negen
beginnen, en die tot middernacht du
ren. De lamp wordt voor deze ge
legenheid uitgedraaid, soms mag hij
heel laag blijven branden, Thans zit
men rondom een licht tafeltje, dat
zich straks zal gaan bewegen. De
mediums beginnen dan erg grie
zelig te doen. Men beeft met de
handen, men laat de oogen draaien,
men trilt, kortom, de heele zitting
staat in het teeken van de buitenis
sigheid, en van de aanstellerij. De
meeste bezoekers worden geïntrodu
ceerd, d.w.z. zij hebben er niets voor
te betalen, de leiders van de spiritis
tische zaakjes, moderne reclame-men-
schen, beschouwen het gewoon als
een propaganda-avond. De kans is
groot, dat later de heeren en dames
van den kring van dien avond om
consult zullen komen. Dan is er wel
iets te verdienen.
Op de verschillende Jordaan-gracht-
jes wonen nu met elkaar reeds ze
ventig exploitanten van de „Geheim
wissenschaften." Alle zaakjes schij
nen goed te gaan. Men kan het zich
haast niet voorstellen. Is het niet
treurig, niet in-treurig.
V-eel versierd en opgeschikt
Heeft de kuischheid vaak verstrikt.
Maar helaas deze gekkinnen gaan
maar hun gang ofschoon er ook
nog zooveel gevaar in steekt, en
zoude eerder kans zien om een moor
wit te wasschen, dan zulk een mode
pop, de overtollige bespottelijke klee-
ren van 't lijf te praten.
Vrouw Secretaris blijft gekkin,
Vrouw Datiljo is 't niet min
Maar de gebochelde Sybille,
Die langs de straat steeds loopt te
drillen,
Smijt deze beiden nog op zij
En wint het in de pronkerij.
Haar dienstmaagd doet voor haar
niet onder
In kleederpracht, want 't is een
wonder,
Zoo mooi als zij steeds gaat ge
kleed
Zij heeft japonnen bij de vleet,
En zelfs nog op gewone dagen
Ziet men haar witte rokken dragen
En witte kousjes van katoen,
Ik weet niet waar zij 't van kan doen.
Doch al dat pronken met de kleercn
Is, om zich spoedig te engageeren
't Is om een man en anders niet
Dat al die pronkerij geschiedt.
O hoe dikwijls hoort mer. overal
klagen, dat er zoo weinig geld om
handen is, dat de verdiensten zoo ge
ring zijn, dat men zoo'n bedroefd
beetje inbeurt en, (ik moet er waar
lijk om lachen toch heeft men al- i
tijd geld genoeg om zich nieuwmo
disch te kleeden en alle soorten van
In Amsterdam is de bevolking zeer
verlicht
De Godsdienst m het
Balkan-Schiereiland.
o—
De geweldige oorlog op den Bal
kan heeft den laatsten tijd levendige
beiangestelling gewekt voor dit schier
eiland en zijne bewoners. Wij zullen
trachten onze lezers wat nader met
hen in kennis te brengen, vooral met
hunne godsdienstige geschiedenis.
't Is voorzeker eene bedroevende
gedachte, dat de Christenen in Tur
kije en de Balkanstaten, voor wie wij
zooveel sympathie gevoelen, niet zijn
onze broeders in het Geloofde over
groots meerderheid behoort tot de z.g.
O/thodoxe of Rechtzinnige Kerk,
welke niet in gemeenschap met Rome is.
De geschiedenis van het ontstaan
dezer betreurenswaardige scheuring is
in het kort als volgt
Toen de Romeinsche keizer Con-
stantijn in 330 zijn hof van Rome
naar Byzantium verplaatste en daar
het grootsche Constantinopel bouwde,
werd deze stad ook op kerkelijk ge
bied van grooter beteekenis. Voor
heen een onbeduidend bisdom groeide
het allengskens aan tot een partriar-
chaat en werd de voornaamste zetel
der Kerk in het Oosten. En ofschoon
het gedurende de eerste acht eeuwen
den Paus van Rome als wettig hoofd
der Kerk van Christus bleef erkennen,
reeds toen was het naijverig, reeds
toen ontstond er meer dan eens een
wrijving tusschen het nieuwe en het
oude Rome tusschen Oost en West
want de Oostersche bisdommen ston
den daarbij meestal aan de zijde van
Constantinopel', tegenover de La-
tijnsche of Westersche Christenen,
die zij als onmiddellijke onder
danen van Rome beschouwden.
In de negende eeuw eindelijk kwam
de eerste groote scheuring, welke
echter in het geheel nog geen
twintig jaren duuide: en na de tweede
verbanning van den beruchten Pa
triarch Photius in het jaar 886 was
Constantinopel weer met de Kerk van
Rome vereenigd en bleef zulks ge
durende meer dan 150 jaren.
De gemeenschap met Rome werd
voorgoed afgebroken in het jaar 1053,
door den Patriarch Michael Caerela-
rius.
In de volgende eeuwen werden
Oost en West wederom met elkander
in aanraking gebracht door de kruis
tochten, welke er evenwel niet toe
bijdroegen om verbetering te brengen
in de onderlinge betrekkingen. De
Byzantlijnen achtten zich verongelijkt
en hunne rechten miskend door de
stichting van Frankische vorstendom
men in het H. Land. De Westersche
Kruisvaarders daarentegen wantrouw
den en haatten den Griek, van wiens
trouweloosheid zij meer dan eens het
slachtoffer werden. De wrijving tus
schen beide partijen bereikte haar
toppunt, toen de deelnemers aan den
vierden Kruistocht op aangestoken
van Venetië in 1204 Constantinopel
plunderden en er een Westersch of
Latijnsch keizerrijk stichtten, dat na
valsche vlechten, kanten, strikken en
linten te koopen, o wat een dwaas
heid 1 Menige spiisneus verandert
dikwijls zeven malen in de week haar
kapsel en wanneer het Zondag is, is
haar zotskap nog niet naar de mode
gemaakt. Zoo gaat het* ook met de
rokken en andere kleeren
Nu draagt men korte, dan weer
lange
Nu zwieren lokjes langs de wangen,
Dan moeten ze weer zijn ontbloot.
Nu draagi men glad gestreken huiven
En morgen weder hooge kuiven,
Die spits staan als een suikerbrood.
Nu moet het weer in and're vouwen,
Dan draagt men wijde of nauwe
mouwen,
Nu weer japonnen kakelbont,
Die dagelijks van stof verand'ren
Die modes volgen op malkander
En de een boort de ander in den
grond.
Bestendigheid is niet te vinden,
Gekkinnen wiss'len als de winden.
Hoe vele kleeren hebben sommige
dames al niet in hun kasten hangen
Men zoude haast denken, dat zij des
duivels garde-robe hadden En nog-
tans zit menige gmevrouw of jonge
dame er meê verlegen, welk kleed zij
met Paschen of Pinksteren zal aan
trekken. O ja, zij heeft kleeren ge
noeg, in overvloed, maar o jammer I
daar is geen enkel kleed meer van
I naar de mode. Zij heeft een prach
tig kleed van het fijnste atlas, maar
I 't is bedroefd 't is al te ouderwetsch.
57 jaren weer door de Grieken om
vergeworpen werd.
Op drie verschillende Kerkvergade
ringen werden sinds pogingen gedaan
om de geschillen tusschen Constanti
nopel en Rome bij te leggen en een
einde te maken aan de scheuring. Het
tweede Concilie van Lyons in 1274,
en het derde van Florence in 1439,
brachten werkelijk een tijdelijken te
rugkeer tot stand. Doch in beide ge
vallen bleek laier, dat de Grieken zich
alleen onderworpen hadden in de
hoop, dat de Westersche Staten hun
dan huip zouden verleenen tegen
den opdringenden Turk: toen de
verwachte hulp uiibleef, vielen zij
weer in de vroegere scheuring terug.
De laatste keizer van Constantinopel
was de heldhaftige Coistantijn XII.
Bestookt door de Turken onder Ma
homed den Veroveraar, die reeds tot
onder de muren van Constantinopel
was doorgedrongen, richtte hij eene
bede om hulp tot Europa. Helaas,
geen enkel Westersch rijk had edel
moedigheid genoeg om aan dien op
roep gehoor te geven, behalve Paus
Nicolaas V en de republiek Genua,
die echter slechts een paar schepen
met een onbeduidend legertje konden
zenden. Toch wilde Constantijn niet
hooren van overgave, ofschoon de
Turk hem persoonlijk de gunstigste
voorwaarden aanbod. Hij beslout met
zijn klein leger van nog geen 5000
man tot het uiterste weerstand te bie
den aan den overmachtigen vijand,
die met 150 galeien en 288000 sol
daten voor de stad lag.
Den 6den April 1453 hadden de
Turken het beleg om Constantinopel
geslagen en tot 29 Mei hield de stad
zich staande. Dien morgen woonde
keizer Constantijn de laatste plechtige
H. Dienst bij in de Aya Sophia en
ontving er de H. Communie. Het
is een troost te weten, dat die laatste
plechtigheden in de vermaarde Kathe
draal wettig en in vereeniging met
Rome gevierd werdenhet was nl.
nog in het tijdvak van verzoening,
volgend op het bovengenoemde Con
cilie van Florence.
Dien avond waren de Turken heer
en meester in Constantinopel, waar
zij een verschrikkelijke slachting aan
richtten. De keizer zelf was gevallen
met het zwaard in de hand.
Nu begon voor de Grieksche Kerk
eene nieuwe periode, ni. onder Turk-
sche overheersching.
De Turken maken geen onderscheid
tusschen godsdienst en politiek. Ver
overen is bekeeren en omgekeerd.
Overwonnen volken worden naar hun
godsdienst in twee klassen verdeeld
K u f f a r s als afgodendienaars de
zen worden eenvoudig voor de keuze
gesteldbekeeren tot den Islam of
sterven en Kitabis of „men
schen van het Boek", de Joden en de
Christenen, die ook een door God ge
ïnspireerd boek bezitten. Dezen wor
den geduld maar moeten belasting
betalen aan de Mahomedanen ,en hen
dienen.
Eigenaardig genoeg werd de macht
van deri Patriarch door de Turken
uitgebreid, tenminste in één opzicht
hij is nl. het erkende hoofd van
alle Orthodoxe Christenen, en heeft
Zij heeft zelfs een zeer schoon wit
zijden japon, die haar over de hon
derd daalders heeft gekost, maar he
laas meester Sartorius heeft het on
der den hals niet ver genoeg uitge
sneden en daarom is het niet volgens
de mode. Zij moet derhave nog maar
een tijd lang bewarrenmaar een
nieuw taffen kleed, waarvan de el tien
rijksdaalders kost, dat is de rechte
mode. Zij geeft daarom den man
zoovele suikerzoete woordjes en weet
hem zoo lang en zoo vleiend om den
mond te praten, dat zij den armen
slokker er eindelijk toe overhaalt en
hij haar permissie geeft, om zulk een
kleed dan maar voor haar te laten
maken, al moet zijn jaarlijks trakte
ment er ook bij in den loop blijven.
Pas heeft zij nu de toestemming van
haren man gekregen, of terstond moet
de snijder aan den gang en moet het
zoo spoedig mogelijk kant en klaar
maken, opdat, wanneer zij er soms
nog iets aan zoude willen veranderd
hebben, het dan nog bij tijds kan ge
beuren. Het moet absoluut voor den
eersten Pinksterdag klaar zijn, want zij
wil daarin ten Hoogtijd gaan ja het
moet klaar zijn tegen dien tijd, al
zoude de snijder er ook op Zondag
aan moeten werken. O die rampza
lige pronkzuchtZoodra het nu klaar
is, nadat het reeds meer dan tien malen
naar den snijder was gebracht om er
nog een ditje en datje aan te veran
deren, gaat zij in haar nieuwmodisch
kleed naar de kerk, zet zich op den
deftigsten stoel neer, zit zoo breed als
een pauw en durft aan de communie-
macht over hen, ook in tijdelijke aan
gelegenheden. Van den anderen kant
echter moet hij herhaaldelijk gevoelen,
dat hij niet van tel is bij de Turken.
Hij wordt naar willekeur aangesteld
of afgezet door den Sultan. Deze
aanstelling gaat altijd gepaard met
kostbare geschenken aan den Sultan,
hetgeen aanleiding gaf tot twee mis
bruiken-: eer stens lokken deze ge
schenken den Sultan aan om dikwijls
patriarchen af te zetten en een ander
aan te stellen en vervolgens begon
nen de patriarchen, om daarvoor de
benoodigde gelden bijeen te krijgen,
kerkelijke waardigheden en beneficiën
te verkoopen.
Tegenwoordig bestaat de Orthodoxe
Kerk uit zestien afzonderlijke, onaf
hankelijke zusterkerken, welke alle
denzelfden godsdienst belijden en
denzelfden eeredienst volgen (ofschoon
in verschillende talen), en welke alle,
met uitzondering der Kerk aan Bul
garije, met elkander en met den pa
triarch'' van Constantinopel gemeen
schap onderhouden.
Toch zijn de onderlinge betrekkin
gen tusschen de verschillende zuster
kerken verre van vreedzaam. Integen
deel, verschillende dezer onafhanke
lijke kerkgenootschappen zijn het ge
volg van oneenigheid en ontevreden
heid. Onder de Orthodoxe Christenen,
onderworpen aan den Griekschen pa
triarch van Constantinopel, waren zeer
vele Serviërs, Bulgaren en Roemeniërs,
behoorende tot het Slavische ras en
bezield met levendigen haat tegen de
aanmatigende Griekenvooral daar
deze laatsten gewoonlijk door den
patriarch voor de best-betaalde en
belangrijkste kerkelijke waardigheden
werden aangewezen. Zoolang de Turk
oppermachtig was moesten zij zich
dat alles laten welgevallen, daar de
Turk alleen den patriarch van Con
stantinopel als hoofd der Orthodoxe
Kerk erkende. Doch zoodra deze
Slavische rassen in de laatste eeuw
gedeeltelijk onafhankelijk werden en
de koninkrijken Servië, Roemenië en
Bulgarije vormden, wierpen zij het
gehate juk van den Griekschen pa-
triach af en vormden zich tot onaf
hankelijke kerken.
Het geloof der Orthodoxe kerken
is in de meeste punten gelijk aan het
onze. De voornaamste punten van
verschil zijn de volgendehouden
hunne gemeenschap voor de eenig
ware Kerk van Christus en verwerpen
het oppergezag van den Paus; de
H. Geest komt voort alleen van God
den Vader en niet van den Zoonde
verandering van Brood en Wijn in
het Lichaam en Bloed van Christus
heeft plaats niet wanneer de priester de
woorden der Consecratie uitspreekt,
maar bij de aanroeping des H. Gees-
tes welke er in hunne Liturgie op
volgtten laatste loochenen zij de
Onbevlekte Ontvangenis der H. Maagd,
terwijl zij omtrent het vagevuur van
meening schijnen, dat de dooden
slapen tot den dag des Oordeels,
wanneer de goeden ten hemel en de
boozen ter helle gezonden worden.
Volgens Adrian Fortecue's boek:
The Orthodox Eastern Church.
bank nauwelijk op hare knieën te gaan
zitten, uit vrees, dat zij haar prach
tig kleed zal bederven. O, die ver
vloekte mode, Weet gij niet, o mo
degekkinnen wat de dichter zegt
'k Noem ze allemaal gekkinnen,
Die, veranderlijk van zinnen.
Stadig naar een nieuwe stof
Haken van het Fransche hof
En hun eigen land verzaken,
In de wijs van 't kleeren-maken.
O mode hoe hoog zijt gij geste
gen Welke dwaasheden, zotheden,
en gekheden begint gij niet alle da
gen Het zoude mij geenszins ver
wonderen, wanneer alle kunstenaars
en meesters in 't vak door zulke va
riabele speculaties op eene kunstige
meesterachtige wijze gek werden 1
Want, om van alles maar niet te spre
ken, let maar eens op die wonder
lijke spitse schoenen welke zij dragen
O wat rare leesten moeten hiertoe al
niet gebraikt worden De nieuwste
mode van Parijs moet er aan geloo-
ven. En gelijk de vrouwen onstand
vastig in hunne hersens zijn, zoo ook
in hnnne voeten, want nu moeten
hunne schoenen van zwart verlakt
leer zijn, morgen van wollen stof, nu
rood, den geel, dan wit, dan bruin,
dan weer zwart nu eenkleurig, dan
veelkleurig, enz., enz., enz., daar is
geen oog op te houden O die mode
die modehoevele jongedochters en
vrouwen offeren zich door haar aan
den duivel op 1
Wordt vervolgd