w? No. 182. Zaterdag 15 Maart 1918. 4e Jaargang. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. Richting: Voer waarheid en voor reolit, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG. Gentschestraat C 7 te Hulst. Stichter: H. A. van Dalsum. Bierkaaistraat A 28 te Hulst. Gentschestraat B 4 te Hulst. Bericht. BE VOLKSWIL REDACTIE: Abonuemeut per drie tusunden NEDERLANDf 0.50. BELGIEfr 1.20. ANDERE LANDEN f' 0.80. - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voorden inhoud van het Vrije Woord en voor dien van Advertentiën. ADMINISTRATIE: DRUKKERIJ: Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25. Wie zich legem I April abonneert ontvangt de mummer* reeds vanaf 1 Maart, voor zooverre voorradig*. Rit met ltet ooft* op den komenden verkiezingstijd. HALVE WAARHEDEN ZIJN GEEN WAARHEDEN. In het Nieuwe Dagblad (Maasbode) vinden we overgenomen den vasten brief van een Zwitserschen bisschop, handelende over gehoorzaamheid aan den Paus, met als uitgangspunt het woord der Schrift„Onderwijst alle volken" en „Weid Mijne lammeren." Den inhoud kunnen we samenvat ten in deze punten 1. Waar oversten in de Kerk zijn, is hei ook Gods wil dat er onderda nen zijn die gehoorzamen. 2. Wie niet naar de Kerk luistert, zij u als een heiden of een tollenaar.... en daarmede wordt door Christus het doemvonnis uitgesproken over elk door liberalisme of Josephisme aan gestoken katholiek. 3. Valsch is het „Men kan zeer goed Katholiek zijn zonder clericaal te wezen", want binnen de Katho lieke Kerk behooren tot den clerus Paus, bisschoppen, pastoors en overige zielzorgers. 4. De Katholieken, die zich tegen de verordeningen en de maatregelen der kerkelijke overheid verzetten zul len zich voor den rechterstoel van Christus niet kunnen verontschuldigen. 5. Wie uit vrees van als „ultra- montaan" te worden beschouwd zich niet houdt aan het gezag door Chris tus aan den Paus van Rome opge dragen zal eenmaal moeten hooren „Wie Mij zal verloochenen voor de menschen, hem zal ook Ik verlooche nen voor Mijnen Vader." 6 Wie spreekt, dat de Paus en de bisschoppen wel een recht van be slissing hebben in godsdienstige en kerkelijke dingen, maar niet in so- ciaie en economische kwesties, heeft bewust of onbewust den katholieken bodem verlaten. 7. De vuurproef der ware, oprechte liefde tot den Paus bestaat niet in woorden, maar in de gehoorzaamheid van de daad aan al zijn wenschen, beslissingen en bevelen. Dit alles is de zakelijke inhoud, en deze inhoud heeft het Nieuwe Dagblad blijkbaar met ingenomenheid overge nomen, want anders neemt een Rot- terdamsche krant niet over een Vas tenbrief van een bisschop van Chur in Zwitserland. Welnu, wij aarzelen niet, om dezen inhoud te noemen als halve waarheid en dus als valsch. Juist is het uitgangspunt „Onder wijst alle Volken", maar.... waarin onderwijzen Christus voegt er bij „alles wat ik U geboden heb." En wat heeft Christus geboden Heeft hij geboden om te onderwijzen, hoe de volken zullen Ieeren lezen, schrij ven en rekenen, hoe zij zullen hun brood verdienen in landbouw, handel, nijverheid of ambt Immers neen Hij heeft geboden aan de volkea te onderwijzen welken weg zij moeten vulgen om tot den Hemel te komen. „Weid Mijne lammeren." Ook dit woord heeft Christus gesproken. Maar wie zijn deze lammeren? Zijn dat de menschen in hun vleesch en bloed, of zijn dat de zielen, die door den doop deelgenoot zijn geworden van Christus Kerk Immers alleen de zielen, want om de zielen te redden was Christus op aarde gekomen, niet om hen te redden in hun tijdelijke behoeften, hoewel Hij door woord en daad de lichamen spijzigde en van kwalen genas. Zeer juist is het, dat in de kerk, evenals in elke gemeenschap, er zijn die bevelen en er zijn die gehoorza men, maar onjuist is het, de woor den bevelen en gehoorzamen te ge bruiken in een anderen zin, dan in de richting van het doel waartoe be velen en gehoorzamen dienenhet doel moet zijn van wettig gezag in wettige verlangens, en mag zich niet uitbreiden tot wettig of onwettig ge zag in onwettige verlangens, want dan is gezag geen gezag meer maar wil lekeur. Zeer juist is het, dat ieder Katho liek naar de keik moet luisteren, er staat ook geschreven „Wie u hoort hoort Mij", maar de stem der kerk waarnaar de katholiek moet luisteren moet zijn de stem die spreekt dc taal van Christus, en Christus sprak het wee, wee uit over die leidslieden van het Joodsche Volk van dien tijd, welke hunne menschel ij ke overle veringen aan de geloovigen voorstel den als geboden van God. Zeer juist is het, dat tot den clerus behooren Paus, bisschoppen enz., maar onjuist is het, alsof men geen goed Katholiek kan zijn zonder clericaal te zijn. Het is niemand minder dan onze Paus Pius X die de grootste an- ticlericaal is en wel door zijn leuze van „Alles herstellen in Christus", omdat hij daarmede reeds op den eersten dag van zijn Pausschap den strijd heeft aangebonden tegen het streven der geestelijkheid, om het kerkeiijk ambt te gebruiken tot berei ken van wereldlijke doeleinden of par tijbelangen, en het is juist dit gebrui ken van kerkelijk ambt en godsdienst voor die belangen dat heet het cleri- calisme. Zeer juist is het, dat de katholiek, die zich verzet tegen de verordenin gen en maatregelen der kerkelijke overheid zich voor Christus niet kan verontschuldigen, maar onjuist is het van deze overheid, als zij verordenin gen voorschrijft en maatregelen neemt die niet behooren tot haar taak, die door deze willekeur schadelijk zijn voor geloof en zeden. Alsdan is het verzet geen verzet maar plicht, en is het gehoorzamen aan die willekeur geen gehoorzaamheid maar valschheid. Zeer juist is het het, dat een katholiek zich niet voor zijn geloof mag schamen jegens de wereld, dit zou zelfs zijn karakterloos en dom, maar onjuist is het en onwaar door te beweren, dat Christus zal verloo chenen wie zich schaamt voor den naam van „ultramontaan". Deze naam op zich zelf is goed, maar met dezen naam worden ook wel genoemd die katholieken, wier godsdienst bestaat in drijverig, hatelijk optreden onder den naam van godsdienst, en het zijn deze drijvers welke dikwijls worden uitge scholden als ultramontaan. Voor deze drijvers echter geldt niet de lofspraak der Schrift maar het vloekwoord der SchriftIk ken u niet. Geheel onjuist is het, alsof wie spreekt, dat Paus en bisschoppen recht van beslissing hebben, dus hun gezag als zoodanig mogen en moeten doen gelden, in sociale en econo mische kwesties niet katholiek meer is. Dit oordeel wordt weersproken door wat we hiervoor aanteekenden bij waarin onderwijzen. En al moge het juist zijn, dat aan elke han deling des menschen vast zit een daad van zedeleer, als Christus had ge- wiid, dat de sociale en economische kwesties ook kerkelijke kwesties zou den kunnen zijn, dan zou Hij in de erfeniszaak welke bij Lucas te vinden is, wel een ander antwoord hebben gegeven dan dit, dat Hij daarmede niets te maken had. Zeer juist is, dat de ware gehoor zaamheid jegens den Paus bestaat in de daad van doen, en niet in het schoone woord van zeggen en prijzen, cn juist daarom is het zoo juist, dat de politieke geestelijkheid alsmede de leeken die den godsdienst gebruiken voor tijdelijke zaken of ambten, leven in een geest van onwil tegen de wen schen, beslissingen en bevelen van den Paus. En in Nederland heeft deze onwil zich geopenbaard in een der- gelijken graad, dat, met name in onze streek cr geen enkel oprecht katho liek meer is of hij is van dezen on wil overtuigd met zijn hart en met zijn hoofd en met zijn geloof. Het is treurig en verschrikkelijk, zooals tegenwoordig wordt gewerkt met halve waarheden, en dat de volle waarheid te zeggen of er naar te doen tegenwoordig moet zijn zuik een groote daad van moed, terwijl ze integen deel niet moest zijn een daad van moed, maar een heel gewone daad, als eene daad die van zelve in een voudigheid spreekt. Deze geestestoe stand wijst er op, dat in ons Neder land, en in het bizonder in ons ka tholiek Nederland, de tijd is terugge keerd waarvan Johannes spreektve len geloofden in Hem, maar uit hoofde van de Farizeën beleden zij het niet, om niet uit de synagogen gebannen te worden. Tegen de halve waarheden de volle waarheid. Dit zij de leus van ieder Nederlander, geloovig of niet, die het wel meent met de toekomst van ons Vaderland, met de toekomst van het Christelijk Geloof in Nederland. H. A. VAN DALSUM. Toch niet zoo. o— In het Vrije Woord lezen we, dat ran Dalsum met het meeste recht tot de ondankbaren zou mogen zeggen „gij hebt mij veracht, nu veracht ik u a Dit woord is niet juist. Wij zouden dit recht hebben, als we in ons doen voor anderen ons zeiven zochten, maar nu we hierin niet ons zeiven zoeken doch slechts om i n onzen naaste God te dienen, nu komt niet aan ona maar aan God toe om daarvoor te loonen en te straffen. En dan wij staan op het stand punt van de Navolging van Chris tus En Christus was op aarde gekomen niet voor de rechtvaardi gen maar voor de zondaars, en van de zondaars wilde hij, ter wille van hunne ziel, hunne harten winnen Daartoe ging Hij al weldoende rond en dit terwijl Hij wist, dat deze zelfden, na hem eerst te hebben toe geroepen het Hosanna, slechts en kele dagen later zouden roepen Kruisig Hem. En toch vergat Hij aan allen, ja deze vergiffenis was zijn laatste woord „Vader vergeef het hun, "want zij weten niet wat zij doen.a En dan lag over ons gewest niet zichtbaar het teeken der ver werping toen wij onzen arbeid be gonnen Als toch in eene bevol king zijn gestorven de naastenliefde, en het rechfc, als de godsdienst niet anders meer is dan eene zaak van uiterlyks vormen en geen vruchten meer geeft van geest »h van waar heid, als zelfs in hoofden en har ten verloren is gegaan het gevoel voor persoonlijk geleden onrecht, dan is deze bevolking gestorven naar de ziel. En wie durft te zeggen, dat dit niet zoo was toen wij hier kwamen in Hulst Welnu de valschaard* en de ondankbaren wat doen die anders dan door hun gedrag het bewijs te leveren, dat zij nog leven in het teeken der verwerping, dat zij geen deel willen hebben aan den zegen Gods, die in den laatsten tijd zicht baar gaat over de zielen onzer be volking, doordat de slavenziel van deze is geworden een measchenziel, waarin de menschelijke gevoelens weder leven Wij kunnen deze slavenzielen niet verachten, zij ver dienen medelijden. De Mreek in Zaani*laft'. o— Notaris van Dalsum kocht, zooals bekend, in begin 1912 van drie eige naren een kreek onder Zaamslag in den Groot Huissenpolder met de be doeling, deze droog te malen en tot weiland te maken. In den zomer ligt deze Kreek ge woonlijk voor een deel droog, en de landbouwers Dekker waren gewoon aan hun vee, weidende op de aan grenzende weiden, niet te beletten hun vee ook te laten loopen op het droogloopende gedeelte. Van Dalsum liet in het voorjaar 1912, zoodra de gesteldheid het eenigszins toeliet, door den landmeter van het kadaster de kadastrale gren zen aanwijzen, en op deze kadastrale grens plaatste hij palen met prikkel draad aan elkander verbonden. Op Maandag 10 Maart 1913 werden de palen met draad aan de zuid- en noordoostzijde over een lengte van ongeveer 1200 meter aan de zijde dus der landbouwers Marinus Dekker en Willem Dekker, pachters of ge bruikers van twee boerderijen van den heer Christiaan Ridder de Ghel- linck d'Elseghem te Zwijnaerde (België) uitgetrokken, en het draad op meerdere plaatsen doorgeknipt. Als er één eerlijke koop is geweest, dan het is het wel geweest deze koop vaö die Kreek door notaris van Dal sum, maar hij schijnt tegenwerking te I moeten hebben in alles, zoodra er maar eenig uitzicht bestaat, dat hij aan eenige zaak iets zou kunnen ver dienen. en dit vooruitzicht was hier aanwezig door de wijze, waarop hij de waardelooze kreek aanpakte om er waardevol land van te maken. Var. Dalsum, die niet gewoon is zich te laten trappen door eenige kerkelijke of burgerlijke overheid, is evenmin van plan zich te laten trap pen door een paar Zaamslagsche boe ren of door een belglschen adeüjken grondeigenaar. We zullen dus eens zien, hoe de Rechtbank denkt over de artikelen 333 en 350 van het Wetboek van Straf recht, en over artikelen 1388 en vol gende, met name over art. 1401 van het Burgerlijk Wetboek. Deze artikelen luiden Art. 333. Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordeelen, hetgeen tot afbake ning der grenzen van erven dient ver nielt, verplaatst, verwijdert of on bruikbaar maakt, wordt gestraft met gevangenstraf van ten hoogste twee jaren. Art. 350. Hij die opzettelijk en wederrechtelijk eenig goed dat geheel of ten deele aan eeB ander toebehoort, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden. Art. 1401. Elke onrechtmatige daad, waardoor aan een ander schade wordt toegebracht, stelt dengenen door wiens schuld die schade veroorzaakt is in de verplichting om dezelfve te vergoeden. Terwijl wij ter naricht van degenen die er belang in stellen nog bijvoe gen Landen, die liggen, aan loopend water, bevaarbare meren en aan de stranden der zee, kunnen door aan spoelingen aangroeien, en kunnen ook afnemen in grootte (art. 651, 652 B.W.), maar dit geldt niet voor vijvers, en tot den aard van vijvers behoort ook een binnenpolderkreek. Voor deze bepaalt art. 653 B. W. „Aanspoeling heeft geen plaats ten aanzien van vijvers. De eigenaars derzelve behouden steeds den grond die door het water bedekt wordt, wanneer het tot die hoogte gekomen is dat de vijver zich daarvan ontlast, ofschoon ook de hoeveelheid van het water naderhand weder afneme. Zoo ook, omgekeerd, verkrijgt de eigenaar van den vijver geen recht op de landen aan den oever gelegen, die door zijn water, bij buitengewone hoogte van hetzelve, overdekt worden". En het feit staat vast, dat het water van de Kreek steeds loopt tot aan de kadastrale grens, en op meerdere plaatsen zelfs over de grens, wat met name op den 10 Maart 1913 duidelijk te zien was, zoodat de daders zich nooit kunnen beroepen op eigendoms recht door verjaring, omdat daarvoor zou noodig zijn, dat gedurende min stens dertig jaar de Kreek of eenig ge deelte daarvan droog zoumoetenhebben gelegen, wat niet waar is en wat zij zeiven ook wel weten, en met name met eigen oogen hebben gezien en met eigen natte voeten hebben on dervonden op dien bewusten tienden

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1913 | | pagina 1