No. ITT. Zaterdag 8 Februari 1913. 4e Jaargang. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. Richting'Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. FEHSÖHÏJMT ELKEM ZATERDAG. Gentschestraat C 7 te Hulst. W? Stichter: H. A. van Dalsum. Bierkaaistraat A 28 te Hulst. Gentschestraat B 4 te Hulst. Open Brief AAN DE NOTARISSEN M NEDERLAND. DE REDACTIE: Abonnement per drie maanden NEDERLANDf 0.50. BELGIE fr 1.20. ANDERE LANDEN f 0.80. - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad^ neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Yrije Woord en voor dien van Adverteutiën. ADMINISTRATIE: DRUKKER IJ: Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke .vermindering. Dienstaanbiedingen contant f 0.25. Geachte Ambtgenooten Hier in Zeeland wordt tegen Uw ambtgenoot notaris van Dalsum in Hulst een schandelijk «pel gespeeld. En dit al» het ware reeds vanaf den zelfden dag dat hij op 24 Maart 1903 werd benosmd tot notaris te Hulst. Als hij zich na zijne benoeming presenteerde aan den toenmaligen Officier van Justitie bij de Recht bank van Middelburg den heer mr Mathon, en hij aan mr. Mathon vurtelde, dat hij in Arnhem veel had gedaan voor sociale zaken, wercj die Officier boos en zeide op hooien toon tot notaris ran Üalsum „Ik, Officier van Justitie, verbied U, no taris, om iets anders le zijn dan notaris." Doch als hij enkele dagen later zich presenteerde bij den toenmali gen Minister van Justitie den heer mr. Loeff, zeide deze Minister ge heel uit eigen bswtgiug tot hem „lk wensch U, naait uw notariaat, een zegenrijken werkkring." Als hij zich als notaris vestigde, werd hem aanbod gedaan van een belangrijk kantoor om voor dit kan toor op de gebruikelijke wijze de notaris te zijn. Doch hij weigerde op de gebruikelijke wijze notaris te zijn, omdat deze gebruikelijke wijze bestond in het samendeden met den rentmeester enz. van wat de notaris aan een pachter verdient, en omdat deze wijze in strijd is met de eer en waardigheid van en met de wet op het notarisambt. Deze weigering werd door de ad ministratiekantoren enz beantwoord met ^wij kennen hem niet1, en steffelmatig gaat dit „wij kennen hem niet" door tot op den dag van heden. Maar notaris van Dalsum liet zich niet trappen, hij organiseerde hier het landbouwcrediet, hij ver- eenigde den boer in boerenbonden, hij liet voor zijne rekening proce- deeren dat het landsgebruik van elk jaar de pacht uit niet op de wet is gegrond, hij nam ter hand de be langen van de kleinen en verdruk ten en verdedigde hen tegen hunne belagers, ten slotte stichtte hij een eigen blad omdat het blad waarin hij schreef werd omgekocht tot ver raad tegen hem. Omdat hij zich niet liet trappen en bleek zich te kunnen verdedigen, vereenigden zich de rentmeesters tegen hem met de politiek, de po litiek met de bureaucratie, deze met de Justitie, en steeds nauwer wer den de netten gespannen om een notaris te vernietigen die de mis daad had begaan om te willen zijn een eerlijk en een onafhankelijk man, te willen zijn een ambtenaar vol gens eer en geweten Maar telkens als de vijanden dach ten het net volledig dicht te heb ben, werd het net door hem ver scheurd Ten slotte is de Kamer van Toe zicht op de Notarissen te Middel burg gekomen om mede te werken tot zijne vernietiging Tegen deze daad van die Kamer van Toezicht roept hij in le. het protest van de Neder- landrohe notarissen. 2e. het protest van de Neder- landsehe Pers, De ondergrond is deze, dat notaris van Dalsum een Volksman is in de goede beteekenis van het woord, die door zijn optreden hier heeft tot stand gebracht een zeer groot goed voor het algemeen en voor honderden, mis schien duizenden, in het bizonder, en door dit voortdurend, ja dagelijks, ver spreiden van weldaden door raad en daad, heeft hij gewonnen het hart van onze bevolking hier, de achting tot ver over de grens, ja tot ver over de gre is van ons werelddeel. Het is tegen den Volksman, dat de Kamer van Toezicht opkomt, het is de Volksman dien zij wil vernietigen vóór de Kamerverkiezing van dit jaar, omdat de algemeene verwachting is, dat hij dit jaar Kamerlid wordt voor Hontenisse krachtens den wil des volks, om op deze wijze te voren deze verkiezing tot Kamerlid te voorkomen. Wat hier wordt gedaan is een aan-r slag op zijn recht van Staatsburger, is een aanslag op de eer van het notaris ambt, is een aanslag op de vrijheid vari drukpers. Ambtsgenoot en en Ferszwijgen wegftns dezen aanslag is een misdaad ik roep U toespreek en protesteer. Uw eigen verstand zal U den weg wijzen, en het advies van Prof Treub (bijlage no. 4.) zult U wel aanvaar den als beslissend. In het bijvoegsel van dit nummer vindt U het artikel, door de Kamer van Toezicht aangehaald, hieronder laten wij volgen de volledige corres pondentie over de zaak in kwestie. leder kan dus oordeelen met de stukken in de hand. Deze stukken laat ik volgen 1. Middelburg, den 16 Dec. 1912. No. 162. De Kamer van Toezicht op de No tarissen cn Car.didaat-Notarissen te Middelburg roept U bij deze op om voor haar te verschijnen op Maandag zeven Januari 1913, des voormiddags te c-lf uur in het Gerechtsgebouw te Middelburg, teneinde te worden ge hoord omtient het hoofdartikel in de „Volkswil" van 7 September 1912, getiteld „Corruptie in- onze Christe lijke regeering De Kamer van Toezicht voornoemd. getB. W. F. Kronenberg, Voorzitter. W. H. Snocck Hurgronje, Secretaris. Aan den Heer H. A. van Dalsum, Notaris te Hulst. 2. Hulst, 3 Januari 1913. Bij Uw schrijven van 16 December 1912, No. 162 ben ik opgeroepen om voor U te verschijnen op Maandag zeven Januari 1913 des voormiddags te elf uur ten einde te worden gehoord omtrent het hoofdartikel in de „Volks wil" van 7 September 1912 getiteld „corruptie in onze Christelijke regee- ring?" In antwoord daarop dee! ik U mede le. dat ik in den kalender niet kan vinden een dag van „Maandag zeven Januari 1913". Ik vertrouw, dat u mij déze on wetendheid zult willen vergeven. 2. dat ik over Uwe oproeping advies heb gevraagd van Prof. mr. M. W. F. Treub, ook aan U wel niet on bekend. Déze schrijft mij, met machtiging om van zijn advies gebruik te maken naar mijn goeddunken„dat, als U mij naar aanleiding van dat artikel een waarschuwing mocht geven „de „Kamer van Toezicht de grenzen van „haar bevoegdheid geheel te buiten „zou gaan, „een toepassing geven aan „art. 50c der wet op het Notariswef, „welke met letter en geest daarvan „te eenenmale in strijd is", en „een „niet te dulden inbreuk maken op de „vrijheid van drukpers ook voor den „notaris." U zult mij ook wel willen vergeven als ik zeg, dat dit advies mij voor komt juist te zijn. getH. A. van Dalsum Notaris. Aan dé Kamer van Toezicht op de Notarissen Middelburg. Middelburg, den 3 Januari 1913. Naar aanleiding van Uw schrijven d. d. heden, deel ik U mede dat U wordt opgeroepen om te verschijnen voor de Kamer van Toezicht op dc Notarissen en Candidaat-Notarissen te Middelburg, op Dinsdag den zevenden Januari 1900 dertien, des voormid dags te elf uur. De Secretaris van de Kamer van Toezicht voornoemd. getW. H. Snoeck Hurgronje. Den heer H. A. van Dalsum, Notaris te Hulst. 4. 'sGravenhage 18 December 1912. Den Heere H. A van Dalsum, Notaris te Hulst. WelEdeleHeer In antwoord op Uw verzoek om advies naar aanleiding van dc door U ontvangen oproeping van de K v. T. op de Notarissen en C.-N. te Middel burg om voor haar te verschijnen ten einde te worden gehoord omtrent het hoofdartikel in de „Volkswil" van 7 September 1912, getiteld: „Corruptie in onze christelijke regeering", heb ik de eer U het volgende mede te deelen. Ik heb in de eerste plaats het mij toegezonden geïncrimineerde hoofdar tikel gelezen. Zonder mij te bege ven in eene beoordeeling van de po- litieke waarde van dat artikel staat voor mij buiten allen twijfel dat Gij met het schrijven daarvan niets hebt gedaan, wat met Uw ambt van nota ris ook bij de ruimste opvatting van de grenzen daarvan iets hoe genaamd heeft uit te staan. (Het is u niet onbekend dat ik behoor tot hen die een zeer ruime opvatting van de grenzen van het notarisambt voor staan.) De door U ontvangen oproeping schijnt dan ook eenigszins zonderling. Voor uwe handelingen als redacteur en uitgever van een blad zijt Gij zoolang Ge met Uwe artikelen blijft buiten beschouwingen die Uw ambt raken, en dat was zeer stellig het ge val aan de K- v. T. op de Nota rissen geen verantwoording schuldig. De leden van de K. v. T. hebben natuurlijk het recht ieder voor zich dat artikel om politieke of andere re denen, af te keuren, maar indien de Kamer, als college van toezicht over de notarissen in haar ressort, U op grond van het schrijven en publicce- ren van dat artikel eene waarschuwing mocht toedienen, zou zij de grenzen van haar bevoegdheid geheel te bui ten gaan, een toepassing geven aan art. 50, c, der wet op het notarisambt, welke met letter en geest daarvan te eenenmale in strijd is en een niet te dulden inbreuk maken op de vrijheid van drukpers ook voor den notaris. Ge moogt van dit advies het ge bruik maken dat U goeddunkt. Hoogachtend Uw dw. getTreub. Middelburg, den 8 Januari 1913. No. 164. De Kamer van Toezicht op de No tarissen en Candidaat-Notarissen te Middelburg roept U bij deze op om voor haar te verschijnen op Dinsdag den 28en Januari 1913, des voormid dag te elf uur, in het Gerechtsgebouw te Middelburg, ten einde te worden gehoord omtrent het hoofdartikel in „de Volkswil" van 7 Septembnr 1912, getiteld „corruptie in onze Christe lijke regeering." De Kamer van Toezicht voornoemd, getB. W. F. Kronenberg, Voorzitter. W. H. Snouck Hurgronje. Secretaris. Aan den Heer H. A. van Dalsum, Notaris te Hulst. 6. Hulst, 12 Januari 1913. Aan de Kamer van Toezicht op de Notarissen, Middelburg. Bij Uw schrijven van 8 dezer no. 164 roept U mij op om voor U te verschijnen op Dinsdag 28 Januari 1913 cm 11 uur, ten einde te worden gehoord omtrent het hoofdartikel in de Volkswil van 7 September 1912, getiteld „Coruptie in onze Christelijke regeering." Daar deze oproeping mij zeer vreemd voorkomt verzoek ik U mij even te berichten, op wiens verzoek U dit gehoor wenscht te doen houden. getH. A. van Dalsum. 7. Redactie Hulst 27 Januari 1913. Volkswil. Aan de Kamer van Toezicht op de Notarissen, Middelburg. Ik heb de eer U te berichten, dat ik van U nog geen antwoord mocht ontvangen op mijn schrijven aan U van 12 dezer, waarin ik u verzocht mij even te berichten op wiens ver zoek U mij wenscht te hooren. Om reden ik daaruit moet beslui ten, dat Uwe uitnoodiging op nie- mands verzoek is gedaan, zult U mij wel willen veroorloven de goede mee ning te hebben, dat mijn eer mij voorschrijft, mijn eer als gentleman, uwe uitnoodiging voor gewone kennis neming aan te nemen. getH. A. van Dalsum Stichter van de Volkswil. 8. Middelburg, den 31 Januari 1913. No. 167. De Kamer van Toezicht op de No tarissen en Candidaat-Notarissen te Middelburg Gelet op haar besluit, genomen ter vergadering van den 7 Januari 1913, waarbij de heer H. A. van Dalsum, notaris te Hulst zal worden opgeroe pen om te verschijnen in haar verga dering van 28 Januari 1913, ten einde gehoord te worden naar aanleiding van het in het nommer van 7 Septem ber 1912 no. 154 van „de Volkswil" opgenomen hoofdartikel, getiteld „Cor ruptie in onze Christelijke regeering ?M Overwegende dat genoemde notaris, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter vergadering is verschenen Overwegende dat naar het oordeel der Kamer door de opname van be doeld hoofdartikel door voornoemden notaris een handeling is gepleegd, strijdig met de eer en de waardigheid van het notarisambt, in zooverre daarin wordt beweerd „dat een daad van corruptie door het hoogste burgerlijk gezag in Nederland in bescherming wordt genomen" Gezien artikel 50 c der Wet op het Notarisambt waarschuwt dien notaris te dier zake. Aldus besloten ter vergadering van. de Kamer voornoemd, den 28 Januari 1913. get B. W. F. Kronenberg, Voorzitter. W. H. Snouck Hurgronje, Secretaris. Dit zijn de stukken, waarop ieder nu kan oordeelen. Nog een enkele aanteekening. 1. Negentienhonderd jaar geleden gaf Paulus voor antwoord Zie Handelingen 25:16: „Het is het ge bruik der Romeinen niet iemand uit te leveren, voordat de beschuldigde zijne beschuldigers roor zich heeft gezien, en in staat gesteld is zich tegen de aanklacht te verdedigen". En in het jaar 1913 in het Christe lijke Nederland wordt iemand opge roepen om te worden uitgeleverd zon der te mogen weten wie zijn bescliul- gers zijn. Dit is geconstateerd door bijlagen sub 6 en 7. We zijn dus na 19 eeuwen nog achteruit gegaan op het gebied van het recht 2. Notaris E. B. Dumoleyn te Hontenisse houdt reeds vijftien jaar

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1913 | | pagina 1