Rechtzaken. verhuizersstroom uit Rusland en Oos tenrijk-Hongarije met de verbetering van den economischen toestand in de Vereenigde Staten van Amerika weder zijn volle kracht terugkreeg. De ree- derijen der geregelde lijnen zagen zich met hare eigen vloot 'veelal niet meer opgewassen tegen den aandrang tot verlading en droegen door het char teren van vreemde schepen niet wei nig bij tot vermindering van het aan tal schepen in de vrije vaart. Ook aan de stoomschepen der vrije vaart en aan de zeilschepen kwam onder deze omstandigheden de gunstige toestand der vrachtenmarkt ten goede. Ten gevolge van de gunstige scheepvaart toestanden en de hoogte der charter vrachten zijn intusschen weder tal rijke bestellingen door de reederijen der geregelde lijnen bij de scheeps werven geplaatst. De toeneming der baten uit industrie en reederij, tenge volge van de grootere bedrijvigheid, ging echter gepaard met eene buiten gewone stijging der productiekosten door de verhooging der loonen en der steenkolenprijzen, zoomede door het hooge prijsniveau der meeste grond stoffen en uitrustingsvoorwerpen. Een ernstige schok onderging de gelijkmatige ontwikkeling van een eco nomischen toestand in het voorjaar door de aan het einde van Februari uitgebroken en tot in April aanhou dende staking van ongeveer een mil- lioen mijnwerkers in Engeland, Schot land en Wales. Deze staking bracht alleen reeds door de winstderving der mijnen en de ioonderving der arbei ders, vooral echter door de belemme ring der bedrijvigheid op industrieel en scheepvaartgebied in Engeland, aan het economisch leven van Groot-Bii- tanr.ië een zwaren slag toe. Andere landen ondervonden den invloed der staking door de stijging der kolenprij- zen, zoomede door het overslaan der arbeidersbeweging op het Europeesche vasteland en Noord-Amerika. De werkstakingen in Duitschland waren echter slechts van korten duur. Het stopzetten van groote takken der En- gelsche industrie door de staking zal ertoe hebben bijgedragen den omvang van de goederenproductie en den uit voer van andere Europeesche indus trielanden te vergrooten. Na afloop der staking trad ook in Engeland eene grootere bedrijvigheid in. De Italiaansch-Turksche oorlog bracht vooral door de sluiting der Dardanel- len in het voorjaar aan het handels verkeer eene groote schade toe. De algemeene handelstoestand werd on gunstig beïnvloed door de in Octo ber op het Baikanschiereiland uitge broken verwikkelingen. De voor Ham burg zoo belangrijke handel met de Levant werd door den Balkanoorlog in hooge mate bemoeilijkt. Dat de handelstoestand;] in het al gemeen, in weerwil van dit alles, ge zond is gebleven, kan als het beste bewijs gelden voor den stabilen grond slag van den tegenwoordigen econo mischen bloei. Hieraan beantwoordde ook het verloop van het verslagjaar voor het Duitsche economische leven. De afzet van het Rijnsch-Westfaalsche kolensyndïcaat bereikte in den zomer en den herfst de volle aandeelcijfers Als ik tehuis teruggekomen ben, zal ik al mijn overredingskracht gebrui ken, om mijn vader te bewegen, u te weerstaan en uw zwijgen niet meer te betalen. Wij zijn er niet eens van overtuigd, dat u in het bezit van den wissel is. Waarschijnlijk was het waar, wat u ons eerst geschreven heeft, dat u hem eene andere plaats had gegeven en hem niet meer kon terugvinden." Ik weet niet, wat mij tot de laatste woorden aangezet had, of zij de al lergrootste gevolgen, goede of slechte, hadden, weet ik nog niet. Het eerste gevolg was, dat de pandjeshuishou der, zonder een woord te spreken, in de belendende kamer ging. Door de deur, die hij liet openstaan, zag ik hem op een gewone ijzeren geldkast toeloopen, die aan den wand tegen over stond. Uit een zak haalde hij een grooten sleutelbos te voorschijn, opende de kast, trok daaruit eene kleine ijzeren schuiflade en nam er een papier uit, waarmede hij in de kamer terugkeerde, waarin ik stond. Hij legde het papier op dc tafel tusschen ons, vouwde het uiteen en terwijl zijne,' groote grauwe gele hand voorzichtig de helft daarvan bedekte, wees hij met den vuilen wijsvinger van de andere hand naar het geschre vene „Aizoou gelooft, dat ik het pa pier verloren heb Neen, mijn beste juffrouw! Ziet uja! U behoeft niet al te dichtbij te komen, dat zijn kostbare dingen I Hier staat dwars over geschreven der syndicaatsleden. De groote staal fabrieken waren van tijd tot tijd nau welijks tn staat aan de vraag te vol doen en hoewel de in het voorjaar tot stand gekomen vernieuwing van het „Stahlwerksverband" slechts be trekking had op de z.g. Aproducten (hoofdzakelijk halffabrikaten, spoor- wegmaterieel en faconijzer) en de con- tigenteering -van de vervaardiging der B-producten, waartoe in hoofdzaak staaf- en plaatijzer, enz. worden ge rekend, op 30 Juli afliep, vertoonde zich ook voor deze producten geene verflauwing van de markt. Aan den uitvoerhandel der z.g. „zware" indus trieën en der daaraan verwante tak ken van nijyerheid, zooals de machi ne-industrie en de electrotechnische industrie, is in de eerste plaats de ontwikkeling van den Duitschen over- zeeschen uitvoer toe te schrijven. De op vele gebieden waar te nemen toe neming der industrieele bedrijvigheid kwam in Duitschland intusschen meer tot uiting in den vorm van uitbrei dingen van bestaande fabrieken dan in de oprichting van nieuwe. Wat den toestand van de geldmarkt betreft, valt op te merken, dat de rentevoet gedurende het geheele jaar hoog was. Ook de Duitsche landbouwers kun nen in het algemeen op een bevre digend jaar terugzien. De oogst was groot en hoewel de qualiteit door de aanhoudend natte weersgesteldheid gedurende den oogsttijd verminderd is, bleken rogge en tarwe gemakke lijker te realiseeren te zijn dan aan vankelijk werd aangenomen, daar de prijzen hoog bleven. De groote droogte van 1911 en de daardoor veroorzaakte voederschaarschte, zoomede de groote omvang, welke het mond- en klauw zeer nam, had tot eene sterke ver mindering van den veestapel geleid. Dientengevolge heerschte in de tweede helft van het verslagjaar weder een aanmerkelijk tekort aan vee en vleesch, zoodat en regeeringen en gemeente besturen zich genoodzaakt zagen in de groote steden maatregelen tot ver mindering van de vleeschduurte te nemen. Daar in 1912 de hooioogst overvloedig was en de weidetoestan- den gunstig waren, zal op eene uit breiding van den veestapel kunnen worden gerekend, hoewel natuurlijk geruime tijd zal verloopen, voordat deze uitbreiding zich bij het aanbod van vleesch zal doen gevoelen In overeenstemming met de bedrij vigheid in de industrie en den groo ten oogst was ook binnen Duitschland het goederenvervoer levendig en even zoo wezen de in- en uitvoer, in ver gelijking met het voorafgaande jaar, zoowel ten opzichte van de waarde als van de hoeveelheid, eene belang rijke stijging aan. De spoorwegbe- sturen waren weder veelal buiten staat aan de eischen van het goederenver keer geheel te voldoen, een misstand, welke zich steeds opnieuw zal voor doen, wanneer de besturen niet be sluiten reeds in tijden van gering ver keer meer te zorgen voor de uitbrei ding van het aantal transportmidde len en voor de dringend noodzake lijke uitbreiding der spoorweginrich tingen. Geaccepteerd, betaalbaar Christiana. j. M. Isaksen. Goed geschreven, niet waar Ik denk, dat consul Isaksen groote oogen zou opzetten, als hij in de gelegen heid was, dit papier te zien 1" Met een zwaar hart staarde ik het aan en werd door woede tegen den ellendeling aangegrepen. Indien ik een man geweest was, zou ik mij zeker op hem geworpen hebben, hem het papier ontrukt en hem gedood hebben. Hij had bepaald in mijne oogen gelezen, wat in mijn binnenste om ging, want hij legde ook de andere hand op den wissel en nam hem eens klaps van de tafel af. Hij hield hem samengevouwen in de gesloten lin kerhand. „Eenmaal zult ge berouw gevoelen over hetgeen gij mijn armen vader hebt aangedaan, die u nooit het min ste leed berokkend heeft," zeide ik. „Zaken .zijn zaken, juffrouw, en men stelt zich aan alles bloot, als men zich van een vreemden naam bedient. U moet mij echter verontschuldigen, want ik heb geen tijd meer." In de laatste paar minuten had ta melijk hevig gedruisch geheerscht bui ten de kamer in het magazijn van den pandjeshuishouder. Men vernam de toornige stem van een beschonken man, die vloekte en schold en die door een ander op kal- men toon werd toegesproken. Het gedruisch werd voortdurend hevigerhet had den schijn, alsof de dronkaard met zijne vuisten verschei- Voor Hamburg was de groote be drijvigheid op reederijgebied natuur lijk van groote algemeene beteekenis. De met de toeneming van het ver keer intredende belangrijke verhoo ging van de loonen der havenarbei ders had intusschen eene verdere ver hooging der havenkosten tengevolge, welke voor de Hamburgsche toestan den niet zonder bedenken zijn. Ook de verhooging der vrachttarieven, welke de reederijen met het oog op de toeneming van hare eigen onkos ten hadden ingevoerd, brengt voor den handel eene verdere bemoeilij king der concurrentie, vooral bij den afzet naar die landen, waar de bin- nenlandsche industrie de markt meer en meer zelf begint te voorzien. Evenals in het havenverkeer heerschte ook in de Hamburgsche industrie over het algemeen eene groote levendig heid. De scheepsbouw, de belang rijkste tak van nijverheid te Hamburg, had vele orders voor den bouw van nieuwe schepen en had van tijd tot tijd met moeilijkheden te kampen om het noodige aantal voldoend geschool de arbeiders te verkrijgen. De be drijfsresultaten der werven zullen, in weerwil van de groote bedrijvigheid, door het stijgen der onkosten, belang rijk benadeeld zijn. Op den Hamburgschen handel werd door de levendige goederenbeweging een gunstige invloed uitgeoefend, hoe wel niet op alle branches in gelijke mate. De industrieën, die het mate rieel voor de vele nieuwe spoorwe gen en haveninrichtingen in Zuid-Ame- rikaansche en andere overzeesche lan den leveren, hadden het grootste aan deel in de toeneming van den Duit schen export naar deze landen. Aan den export van verschillende takken der Duitsche industrie van afgewerkte fabrikaten werd afbreuk gedaan door het in den laatsten tijd steeds meer aan den dag tredende streven van veie fabrikantenbonden, om gezamenlijk bemoeilijkende handelscondities in te voeren, zonder dat voldoende reke ning wordt gehouden met de concur- reerende buitenlandsche industrie. Vele bestellingen worden hierdoor aan het buitenland gegeven. In den uitvoer handel, zoowel als bij den uitvoer, is de concurrentie met andere plaatsen op velerlei gebied verscherpt. De snelle toeneming van vele takken van den Hamburgschen invoer, zooals van metalen, zuidvruchten, enz., bewijst, dat de invoerhandel van Hamburg in den laatsten tijd aanmerkelijke vorde ringen heeft gemaakt. (Handelsberichten). o— Een onbegrijpelijke houding. De N. R. Ct., maakt melding van een wonderlijke kwestie. In Januari van het vorige jaar werd ter eere van den kinderschrijver P. Louwerse in zijn geboorteplaats Oost en West Souburg een monument ge- plaats op het Oranje plein in de kom der gemeente. De ambachtsheer van Oost en West Souburg, de heer Schorer, in Den Haag, meent nu, dat de ge meente niet recht heeft, dit monument aldaar te plaatsen volgens zijn inzicht heeft hij alleen recht, boomen te plan ten en te rooien, gras te zaaien en dene voorwerpen begon stuk te slaan, waarmede de kamer was opgevuld. Het gelaat van den bleeken jonge ling werd in de deur zichtbaar. „Hier is een beschonken man, die raast en er op zweert, dat u hem be drogen heeft en nu wil hij alles, wat hij in zijne macht kan krijgen, kort en klein slaan. Ik alleen kan hem het hoofd niet bieden „Ik zal hem zoo dadelijk buiten de deur zetten," antwoordde de pandjes huishouder haastig. En als men zijne vierkante, plompe gestalte met de breede naar voren gebogen schouders bekeek, zou men zich zeiven hebben gelukgewenscht, niet in de plaats van den beschonken man te zijn. „Kom mede, juffrouw 1 ik zal u langs een anderen weg uitlaten." Hij liep snel voort en de belen dende kamer binnen, waaruit hij den wissel gehaald had en wenkte mij vervolgens toe. Daar bevond zich eene deur rechts, die openstondzij gaf toegang tot eene soort keuken, die evenwel voor dit doel niet scheen te werden gebruikt. De pandjeshuishou der had het vertrek bepaald tot slaap kamer voor zich zeiven ingericht, daar alle andere vertrekken met alle mo gelijke voorwerpen waren gevuld, zoo als ik u reeds verhaald heb. Eerst begaf hij zich naar de ijzeren kast en legde het kostbare papier op zijne plaats. Ik volgde hem met de oogen. Intusschen steeg het gedruisch bui ten in het kantoor tot tumult. Men hoorde het kletteren als van gebroken te hooien op gemeentegrond. De ambachtsheer wenscht nu, dat de ge meente dit monument wegruimt en hem schadeloos stelt voor het gras, dat op die plaats had kunnen groeien. Hij heeft de gemeente in rechten aan gesproken. Indien de heer Schorer in zijn recht is, wat wij geenzins betwijfelen, mag toch gevraagdWas er oorzaak tot een zoo piëteitloos optreden o De afbraak van do kerk te Schore. Een belangstellende schrijft aan de „N. R. Ct." De gecombineerde vergadering van kerkvoogden en notabelen der Her vormde Kerk te Schore heeft beslo ten, gelden te verzamelen voor den bouw van een nieuwe kerk, en tot het afbreken van de bestaande. Weder zal dus een oud monument op Zuid-Beveland verdwijnen. Deze kerk is toch een van de weinige oude die men nog op Zuid-Beveland vindt. Vóór de reformatie was zij de kapel van het klooster Jeruzalem te Bieze- linge. Men kan haar stichting vast stellen tusschen 12001250. Reeds in 1250 bezat deze kerk het patroons- recht. De kerk te Schore heeft in den loop der eeuwen haar oorspronkelijke ge daante eenigszins verloren hoe men er toe gekomen is een gedeelte van het kruis (het was vroeger een kruis kerk) weg te breken, en hiervoor een school in de plaats te zetten, is mij onbekend. Deze school die later door een nieuwe schoof vervangen is, op een beter terrein, zou thans opge ruimd kunnen worden. De noordzijde van het kruis is nog aanwezig deze dient voor kerkeraads- kamer. Het is te hopen, dat het kerkbe stuur, eer het tot afbreken overgaat, nog een deskundige raadpleegt, of restaureeren niet mogelijk zou zijn. Van zelf zal de burgemeester van Schore, die naar ik meen tot de kerk voogden behoort, op de rechte plaats wel kennis geven van de beraamde opruiming van dit monument. M. Crt. -o— Het AntwerpBche Schepencollege beraamt plannen voor een viering van den vijftigsten jaardag van de vrijmaking der Schelde. In het jaar 1863 werd n 1. bij de Con ventie van Brussel tusschen Neder land en België de Scheldetol afge schaft, waardoor voor Antwerpen een tijdperk van nieuwen bloei aan brak „De oude Sinjoren (Antwerpe naars)" zegt de „Nieuwe Gazet", „zullen zich nog herinneren hoe in 1863 de Kamer van Koophandel het heuglijk feit vierde. Heel de stad was bevlagd en of schoon het feest midden in de week gegeven werd, was op alle werk huizen en bureelen het werk stil gelegd. In den vroege morgen had den de pontonniers van het leger een brug over de Schelde glazen. De pandjeshuishouder wierp de kastdeur weder toe en voerde mij door ee keuken, ontsloot de deur en stiet mij op tamelijk onzachte wijze naar buiten. Ik stond in het trapportaal van den keukeningang des huizes. Aan den anderen kant was de sleutel weer om gedraaid, waarna men het verwijde ren van zware voetstappen hoorde. Ik gevoelde mij zoo ongelukkig en was zoo wanhopig over het misluk ken van mijn voornemen, dat ik mij gedurende eenige oogenblikken de krachten voelde ontzinken. Ik leunde tegen de stijl van de deur er kon er niet toe besluiten heen te gaan. Daar binnen in de andere kamer, slechts weinig schreden van mij verwijderd, lag het ongelukkige papier, dat voor mij zoo kostbaar was. Eensklaps schiet mij de gedachte door den geest kon ik maar door de keukendeur naar binnen komen. Ik herinnerde mij zeer duidelijk, dat de pandjeshuishouder den sleutelbos in de kast had laten steken. Ik legde de hand op den klink van de deur. De deur ging openik tuimelde bijna de kamer binnen, zoo onvoorbereid was ik daarop. In zijn haast moest hij den sleutel slechts haif hebben omge draaid. Ik had slechts een enkel oogenblik noodig, om tot een juist inzicht van de zaak te komen daar stond de kast met den sleutel er in en den daaraan hangende sleutelbos. Ik sloop naar binnen en op de kast en om 11 uur trokken al de troe pen van het Antwerpsch garnizoen de brug over. Het was een prach tig schouwspel. Toen de troepen in de stad te ruggekeerd waren, kreeg het pu bliek verlof over de brug te gaan. Heel Antwerpen heeft dien dag den linkeroever betreden. Des avonds had op de Schelde een groot Yenetiaansch feest plaat». Een onafzienbare stoet van allerlei vaartuigen, bevlagd en geïllumi neerd tot in de toppen der masten, voer heen en weer voorbij de stad. Aan „Koperen Loo", een reusach tige maagd van Antwerpen, die in den stoet werd medegevoerd, viel het leeuwenaandeel der toejuichin gen ten deel. Nog maar zelden is zulk een schoon vuurwerk op den linkeroever afgestoken," Arr. Rechtbank te Middelburg. Uitspraak van 17 Januari, bedreiging met eenig misdrijf tegen het leven L. K., 33 j., grondwerker, Waarde, tot 7 d. gev. straf, de eisch was 14 d. verduisteringC. S., 25 j., varens gezel, zonder vaste woonplaats, con*; form den eisch tot 2 m. gev.straf oplichting G. v. d. W., 27 j., koop man, Middelburg, tot 6 m. gev.straf. d.e eisch was 3 m. diefstalH. A. M. L.. 21 j., kok, Vlissingen, gedetineerd te Middelburg, tot 9 m. geA. straf, met aftrek van het voor-arrest, de eisch was 6 m. met minderingL. K., 20 j., dienstbode, Souburg, tot 7 d. gev. straf, de eisch was f 18 b. s. 12 d. h., en J. V., dienstbode, Goes, conform den eisch tot f 14 b. s. 4 w. tuchtschool diefstal met geweld J. B. L. S. d. R„ 52 j., schoenmaker, Lierre (België), B. B., 17 j., zonder beroep, Cruijbek» (België) en F. S., 20 j., Niel (België), alleu gedetineerd te Middelburg, de le tot 3 jaren, de 2e tot 5 jaren en de 3e tot 4 jaren gev. straf, allen met aftrek van het voor-arrest, de eisch was voor ieder 5 jaren gev. straf met mindering mishandeling: E. J. M. C., 25 j., arbeider, Oostburg, tot 14 d. gev. straf, de eisch was 1 m., J. D., 21 j., land bouwersknecht, Biervliet, G- J. B., 18 j., werkman Neuzen, en A. P., 47 j., werkman, Domburg, allen tot f 15 b. s. 15 d. h., de eisch was voor eerst genoemde f 20 b. s. 2o d. h. en voor beide laatstgenoemden f 25 b. s. 25 d. h. niet voldoen bëvel ambtenaarC. R., 37 j., schipper, Werkendam, met bekrachtiging van het verstek vonnis dd. 13 Dec. j.l. conform de vordering tot f 10 b. s. 10 d. h. vernieling: A. L. d. P., 21 j., schil dersknecht, A. G., 18 j., en T. K. 23 j., schippersknecht, Zierikzee, ieder to; f 10 b. s. 10 d- h., de eisch was voor ieder f 20 b. s. 20 d. h. toe. Het gedruisch in het magazijn was heviger dan te voren, doch ik wierp zelfs geen blik in die richting. Terwijl alle overige gebeurtenissen van den dag helder en duidelijk jn mijne herinnering voortleven, weet ik nauwelijks meer, hoe ik de kast open de en het papier vond. Ik kan nauwelijks langen tijd noodig gehad hebben om weer voor de deur te staan met bonzend hart en knik kende knieën, maar met het kostbare papier vast in de linkerhand gedrukt. Juist strekte ik de rechterhand uit om de deur te openen, toen deze open-» ging, d. w. z. langzaam geopend werd, Onwillekeurig trad ik achteruit en het was meer toeval dan berekening van mijn kant, dat ik mij in een oog wenk achter de deur bevond en voor den binnentredende onzichtbaar was. Ik drukte mij tegen den wand en tus schen eenige kleederen, die daar hingen. Eene vreeselijke gedachte schoot mij door den geestje wordt betrapt en als een dief behandeld, als men het papier bij je vindt. Ik was nauwe lijks tot geregeld denken in staat. Mijne rondtastende hand zocht eene bergplaats en vond er eeneik stak het papier in den zak van een der kleedingstukken, waartusschen ik mij verborgen had. De deur was intusschen blijven openstaan, zonder dat iemand binnen trad desniettemin hoorde ik de adem haling en het lichte kuchen van een persoon, die op den drempel scheen te staan. Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1913 | | pagina 6