INEENSTORTING DER PARTIJEN.
Wie zon *oe1: :::e In-iof-
kaartcnscliryvcr aljii
Onze lezers weten, dat wij meerma
len worden vereerd met ongeteekende
briefkaarten, waarvan de letters met
de hand zijn geteekend, opdat uit het
schrift niet kan worden opgemaakt
wie de schrijver is.
We hadden al reeds geinformeerd
bij Ongenae en Adam Baart of zij ons
wilden helpen achter den naam van
den schrijver te komen, maar blijk
baar konden zij geen inlichting geven,
want zij gaven ze ons niet,
We zijn nu te rade geworden, om
die inlichtingen te vragen aan mijn
heer J. J. F. van 'Zeijl, redacteur van
Zelandia, wiens persmanieren nog van
vroeger bekend zijn, en die indertijd
aan de drukkers leerde, hoe men
moet zetten het driehoekig teeken, dat
zich op na te noemen briefkaart be
vindt.
We ontvingen n.l. Maandagmorgen
weder een briefkaart met poststem
pel Hulst 16 Dec. 4—5 voormiddag.
Ze is dus Zondagavond in Hulst ge
post.
Het eigenaardige is steeds, dat die
kaarten worden gemaakt door een,
die blijkbaar Zondags den dag
des Heeren daarvoor tijd heeft.
Opdat ook onze lezers ons kunnen
helpen, laten wij de briefkaart hier
onder volgen. Het - eigenaardige nu
van deze is, dat de schrijver boven
elke lettergreep drie tippeltjes heeft
geplaatst in den=vorm van We moe
ten daarom denken, dat het den schrij
ver in zijn bovenkamer mankeert. Dit
laatste zal het onderzoek kunnen ver
gemakkelijken.
Voor het gemak van dit onderzoek
geven we van den briefkaartenschrij
ver de volgende beschrijving:
Iemand, die alleen Zondags tijd
heeft voor zijn heilig werken, in zijn
bovenkamer getroubleerd is, in Hulst
woont, aan politiek doet (wil in Juni
strooibiljetten verspreiden), en een
braaf katholiek man is.
De briefkaart luidt: aan Hendrik
van Dalsum, Hulst.
"Wat ik zoo al denk.
'k Wordt liever om een goeden raad,
snotneus uitgekreten,
Dan dat ik door een priesterhaat be
zoedel mijn geweten.
'k Heb liever, dat een kale fat giftpij
len naar mij schiet,
Dan dat IK door 'n oudwijvenblad,
gekomen was tot niet.
'kBen liever van een fijne kliek, die
eens zal zegevieren,
Dan dat men zegt, dat ik al riek, naar
rcvolutiemanieren.
Een huichelaar of ferrerist, zijn beiden
mij gelijk
Vrijmetselaar en socialist, 'k acht z'uit
dezelfde wijk.
Deze, mijne gedachten, hoop ik in
Juni 't volgend jaar, duidelijk uiteen
te zetten per strooibiljet.
Oostburg'-.
Nu het vaststaat, dat de heer
Yorsterman van Oyen in 1913 geen
KamereanJidatuur meer wen^cht te
aanvaarden, moeten de Vrijzinnigen
in het district Oostburg naar een
anderen c-andidaat omzien Wie
het zal zijn? "Wij weten van niets.
De candidaat der rechterzijde zal
zijn de heer mr. P, Dieleman, onze
bekende goede vriend, de advocaat
onzer vrienden Schets en van Waes-
berghe-Ambt?rapport, de bestuurder
van de Lippensbeetentram, die zijn
ambt van Gedeputeerde gebruikte
om voor zijne cliënten Lippens een
aanzienlijk provinciaal subsidie los
te krijgen.
o
1. Kamerverkiezingen.
Men meldt uit Gulpen aan de Tijd:
In de Zondagavond gehouden ver
gadering der R. K. Kiesvereeniging te
Valkenburg, aangesloten bij de Centrale
R. K. Kiesvereeniging in het district
Gulpen, werd het woord gevoerd door
den heer Jac. P. van Term. hoofd
redacteur van de „Limburger Koerier".
Nadat tot bestuursleden gekozen wa
ren de heeren F. de Schwartz en H.
Diederen, werd overgegaan tot het
kardinale puist der agenda het stellen
van een candidaat voor het Kamer
district Gulpen.
Het bestuur stelde voor den heer Ruys,
aftredend lid, candidaat te stellen. De
heer Ferdinand Hustinx beval op
verschillende gronden de candidatuur
van den heer Jules Schaepkens vaa
Riempst Jr., voorzitter der Kath. Kies
vereeniging te Maastricht, voorzitter
der K. v. K. en van den Maastricht-
schen middenstand aan, terwijl de
onderwijzer Diederen en anderen de
candidatuur van Jhr. Ruys verdedigde
en voorstelde hem candidaat te stellen.
Een tweetal eerw. geestelijken voerden
nog het woord een hunner vond het
tactischer, niet den heer Ruys, maar
den heer Schaepkens te candideeren.
want... de kiesvereeniging is geen
Ruys-kiesvereeniging
Er werden 78 stemmen uitgebracht
hiervan verkreeg de heer Ruys 49 en
de heer Schaepkens 26de overige
drie stemmen waren uitgebracht op
een tweetal personen.
Zondag 22 Dec. vergadert de Cen
trale Kiesvereeniging te Wijlrézoo
als bekend, zal de Centrale vóór 15
Januari den candidaat gesteld moeten
hebben.
—o
2. Kamerverkiezing 1913.
Men meldt uit Leiden aan het Hdbl
De geruchten dat de antirevolutio
nairen in dit district het volgend jaar
niet bereid zullen zijn bij eerste stem
ming met het aftredend lid dr. D e
Visser uit te komen, houden steeds
aan en het feit dat het dit najaar op
gerichte Christelijk dagblad voor Lei
den en omstreken, dat eerst een alge
meen christelijk standpunt innam,
zich tha is heeft ontpopt als een zuiver
anti-revolutionair orgaan, wijst dien
kant ook uit. Het is ook wel zonder
ling dat de kleine groep der Chr.
Historischen, die hier niet meer dan
300 a 400 stemmen kan uitbrengen
in de coalitie, te Leiden de eerste
viool zou spelen.
Trouwens voor vier jaar heeft het
reeds gespannen en de antirevolutio
nairen hebben toen alleen toegegeven
op voorwaarde dat men in 1913 niet
aan deze candidatuur zou gebonden
zijn.
TevresteiiïaehlL
Waarom zou ik om alles klagen
Wat won ik, vrienden, toch daar mee
Ik leer veel liever wat verdragen
En stel met weinig mij tevreê.
Een kruidje roer mij niet te wezen
Moet, dunkt mij, wel verdrietig zijn.
Zoo een wordt door geen mensch ge
prezen,
Want hij bezorgt slechts leed en pijn.
Geef liever mij een droge bete
Maar tevens wat tevredenheid,
Dan volle schotels, volle veten,
En met elkeen in haat en nijd.
Veel liever drink ik helder water
En voor een ander al de wijn
Dan ooit te wezen menschenhater
En slechts tevreden maar in schijn.
J. TEN NAPEL.
Kruiningen. Dec. '12.
lie vol vers.
Wij hebben dus Zaterdag, in den
gemeenteraad van Brugge, de onder
vraging* gehad van vriend Minnebo,
over de droevige gebeurtenissen van
de laatste tijden, 't is te zeggen dat
kwetsen en doodschieten van burgers
door politieagenten.
De daadzaak staat vast dat er bur
gers zijn gekwetst geweest, zelfs dood
geschoten, 't geen de rustige bevolking
van Brugge, onbegrijpelijk vindt en
niet aanvaarden kan.
o
De ondervraging van Minnebo, was
zeer redelijk en zeer kalm.
Duch het antwoord vanwege een
lid van 't collegia was brutaal en
barsch. Zelfs zaten verschillige groote
katholieke voorvechters gedurende deze
droevige bespreking te gekken en te
spotten.
M. Minnebo vroeg, en had het recht
en de plicht van te vragen, in naam
van de brugsche bevolking, bijzon
derlijk in naam van het werkvolk,
waarom er tot Brugge, sedert een tijd
van hier, zoo geweldig en roekeloos,
op het klein volk gekapt en gescho
ten wordt
—o
Een jongeling krijgt een kogel in
het rechterbeen, zonder eenige schuld
Verders wordt een jongeling, een
kind nog, doodgeschoten
Elders eene vrouw, eene moeder
van 5 of 6 kinderen, wordt in den
hals geschoten en met sabels gekapt
En onlangs wederom, een brave jon
geling doodgesehoten
Zijn wij hier in Turkije of in Rus
land
Zal men hier in Brugge niet meer
gerust over de straat mogen gaan, en
ahijd moeten vreezen, hier of daar
eenen kogel door het hoofd te krijgen
Zal men in Brugge, bij de minste
volksbeweging of gelijk welk volks
feest, in alle 'huisgezinnen, moeten
verschrikt zijn, van alle oogenbiikken,
het lijk van een dierbaren vader of
moeder, van een geliefd kind, ie zien
binnenbrengen
o
En dat alles in eene stad die men
zegteene katholieke stad te zijn
In alle geval eene stad van zeven
groote parochiën en zeven hooge ker-
ketorens, waarop dan kruisen prijken
van een God van goedheid en van
liefde
In eene stad waar de groote mees
ters zijn Bisschoppen en geestelijken,
met al dat katholiek is of gebaart
katholiek te zijn, en de verdedigers
van den godsdienst
In eene stad, dus en bijgevolg waar
anders niet zou moeten heerschen dan
broederlijkheid en goedheid
Daar in die stad, heerscht nu het
schrikbewind
Heerschappij en grootheid en macht,
en bate en voorrecht voor de rijkaards,
en voor het kleine, het arme volk,
haat en nijd en sabelkappen en kogels
Er is maar een dingen meer te kort
in Brugge, en 'tis dat men voortaan
op de muren van de stad zou plak
ken, niet meer: behandelt de dieren
met zachtheid, maar: behandelt de
dieren met zachtheid en schiet het
arme volk maar dood
o—
Ik vroeg in die bespreking in den
gemeenteraad, als geruststelling voor
de bevolking en als troost voor de
zoo diep getroffen familiën, enkel en
alleen, den volgenden wensch uit te
drukken
De gemeenteraad drukt zijne deel
neming uit in de droefheid die
de familiën, waarvan spraak, ge
troffen heeft en wenscht dat het
schepencollegie nieuwe voorzor
gen zou nemen, opdat de politie
met de grootste voorzichtigheid
zou te werk gaan, ten einde de
rust onder de bevolking te doen
terugkeeren.
Maar dat kon over het hart niet
van onze rijke hertelooze bewaarders
Roepen en tieren, grollen en grein-
zen, 't is al dat er uitkwam
Een woord van medelijden met de
slachtoffers en de diep bedroefde
bloedverwanten NIETS
Bekommernis om beter voorzorgen
te nemen WAT GEEFT HEN DAT
Wij zuilen het_kort zeggen
Nietwaar, heeren bewaarders, wat
geeft u dat bloed, het is toch maar 't
bloed van het arme volk, van 't kra-
puul, van 't schuim van de bevolking,
van de appachen, zooals uwe heilige
gazetten, het arme volk maar altijd
noemen
Goed zoo, weledele heeren barons
Goed zoo, heilige en andere rij
kaards en woekeraars 1
Het volk raapt de handschoe op
Gij hebt nu revolvers om het arme
volk onder den hiel te houden en in
slavernij
Dat wapen moogt ge hebben
Maar onthoudt het wel, het werk
volk van Brugge heeft ook zijn wa
pen.... geen wapen om bloed te ver
gieten maar zijn edele wapen zijn
stemrecht
En de dag is nabij, dat het dat wa
pen zal afschieten tegen u en het zal
goed mikken Onthoudt dat goed
Priester Fonteyne.
(De Volkseeuw van 15 December.)
De oorlog- in den StaBkan.
De Balgareu voor Tsjataldzja.
De Parijsche correspondent van het
Handelsblad schrijft
Wat tot dusverre niet meer dan een
vermoeden geweest waseen neder
laag van de Bulgaren voor Tsjataldsja,
die oorzaak werd dat ze vervolgens
op dat punt den aanval met zoo wei
nig kracht doorzetten, wordt thans
bevestigd door een correspondentie
van een Fransch officier, kapitein
Alain de Penennrun, in het laatste
nummer van de „Illustration Hij
volgde aan den Bulgaarschen kant de
operaties tegen de stellingen van Tsja-
taldja den 17en, 18e en 19en No
vember, en vertelt, dat de Bulgaren
bij die gelegenheid een zware neder
laag leden. Den eersten dag werden
de regimenten van prins Boris en van
groot-hertog Wladimir van Rusland
door de Turksche artillerie vreeseiijk
gedund den tweeden en derden dag
werd de derde divisie, die een aan
val deed op de dorpen Lazarkeui en
jenidzekeui, met groote verliezen te
ruggeslagen en bij vergissing nog door
de eigen artillerie beschoten.
„Dit échec nu vervolgt de cor
respondent viel samen met dat van
het regiment van prins Boris in het
centrum. De verliezen waren zeer
zwaarsommige compagnieën, ver
telt mij een gewonde, hadden al hun
officieren en gegradeerden en bijna al
hun manschappen verloren. Men noemt
mij een compagnie van het 29a regi
ment waarvan maar 13 man overble
ven. Men begrijpt daaruit zeer goed
de aarzeling die bij de aanvoerders
ontstond, welke naar het schijnt den
dag te voren nog overtuigd waren,
dat ze slechts weinig weerstand van
de zijde der Turken zouden ontmoe
ten, en die nu plotseling voor een
nieuw Plewna stonden.
„Dit jlaatste gevecht, waarom men
twee dagen te voren nog bijna lachte,
zoo gemakkelijk scheen het naast de
geweldige inspanning van Kirk-Kilisse
en Bunarhissar, is zóó geweest, dat
het de aanvalskracht gebroken heeft
van de beide tot dusver zegevierende
legers, en de Bulgaren ademloos, mach
teloos, weerloos achterliet. En toch
herhaal ik, dat dit échec had kunnen,
ja had moeten vermeden worden.
Op geen enkel oogenblik in den
slag van Tsjataldja heb Ik een aan
val gezien, een echten aanval, vooraf
gegaan door een concentratie van het
artillerievuur en gevolgd door een on
ophoudelijk opdringen der infanterie,
Waarom Omdat, buiten de ziekte,
de epidemie, de cholera, die trouwens
zonder twijfel nog erger onder de
Turken huishielden, aan de Bulgaren
de geestdrift en de moed ontbraken
die ben tot dusver overwinnaars had
den gemaakt. Deze menschen zijn
uitgeput; de élan die hen tot Tsja-
taldzja gedreven had kon hen des
noods nog wel tot Konstantinopel
brengen, maar alleen op voorwaarde
dat geen enkele dam tegen hen werd
opgeworpen. De Turken echter, tel
kens aangevuld met nieuwe contin
genten, die uit de diepten van Azië
kwamen, schijnen hun moed herkre
gen te hebben tegenover het buiten
gewone gevaar dat den Islam bedreigt.
Gisteren hebben ze niet alleen front
gemaakt, maar ze hebben de Bul-
gaarsche regimenten uit de stellingen
geworpen die deze eerst veroverd
hadden, en deze eenvoudige beweging
heeft den waren weerstand, het veto
aangegeven, dat de poort van Stam
boel voor de uitgeputte Slaven sluit.
„Het Bulgaarsche leger zal Kons'an-
tinopel niet binnentrekken, want het
heeft nu niet meer den noodigen strijd
lust om dezen laatsten sprong te
doen, en het beste wat het kan doen
is onderhandelen. Een strcng-mili-
taire redeneering zou zijn dat men
koppig moet zijn, den aanval hervat
ten en doorzetten tegen en in weer
wil van alles. Maar dan zou men
dien moeten beginnen met dezelfde
geestdrift en het tot het eind door
zetten, in weerwil van het échec van
de 3e divisie en de ramp van het
4e regiment van prins Boris. Men
had dan ook vooral den aanval niet
mogen onderbreken vandaag, en hem
laten ontaarden in „dit nutt^looze ka
nonvuur, waarvan het laatste gerom
mel thans verstomt, terwijl de Bui-
gaarsche officieren droevig het hoofd
buigen, denkende aan den schoonen
droom die verslagen is. Tsaar Fer
dinand zal zijn roo le laarzen niet dra
gen in de opnieuw christelijk gewor
den Sophia, er» nooit zal het Ser
vische leger kampeeren aan de oevers
van den Bosporus."
Gewestelijk Nieuws.
O
IIULST.
Het Concert van Apollo.
Het begon Zondag om 6 uur en
eindigde om 12 uur, was als ge
bruikelijk zeer druk bezocht, en er
heerschte een prettige stemming,
op het laatst zelfs een geestdriftige
stemming. Er kan, zouder eenige
uitzondering, worden gezegd, dat er
door allen goed werd gespeeld
Hadden we in het eerste gedeelte
comische voordrachten alsNaar de
mert geweest, van F. de Silva, Jan
Kap en zijn maat, van A. Buijsse
en J. de Kok, Het Lijfrentekantoor
van F. de Silva en A Aarens,
Manus Pet van J de Kok, het
Huwelijkskantoor van Janus Lijm-
graag, door A. Buijsse, R. Neefs,
J. Schuerman en B. Temmerman,
en een tragi-comische van A Buijsse
en Em. de Boij, in het tweede ge
deelte, na de pauze, kregen we
een gevoelig gespeeld drama, getiteld
Vergeven en Vergeten, van ten
groote zedelijke strekking, waarin
met name Tamboer (B. Temmer
man) vertolkte de zedelijke groot
heid die kan wonen in den armen
man van het verongelijkte Vlaam-
sche landvolk.
Het slot was een spektakelstuk
,Naar de Taptoeu, waarbij zelfs de
grootste isegrim zijn lachen niet kon
houden.
Buiten hefc programma gaf nog
mejuffrouw Florence Boone, onder
accompagnement van den heer van
Delft en den heer Boone als violist
meerdere zangstuksjes, waarvoor zij
den welverdienden dank inoogstte
van de toehoorders, en speelde de
heer van Delft op de piano de
Notaris van Dalsummarsch, wat aan
leiding werd tot een algemeen rae-
dezingen der woorden.
Apollo heeft eer gehad vaff haar
werk, wat een aanmoediging is
voor haar in het algemeen en voor
alle medewerkers in het bizonder.
Proces-verbaal tegeu het Kamerlid-
Duys.
Aan „Het Volk" van Zaterdag ont-
leenen wij het volgende bericht
Wij deelden reeds mede, dat het
Kamerlid Duijs vervolgd wordt, omdat
hij in een openbare vergadering ge
zegd zou hebben, dat de burgemeester
van Zaandam herhaaldelijk liegt en
bedriegt.
In „De Telegraaf" van 2 December
werd geschreven door een correspon
dent
„Nadrukkelijk wensch ik er op te
wijzen, dat 't proces-verbaal ambts
halve is opgemaakt en dus geenszins
op verzoek van den burgemeester,
jhr. Elias. zelf. Deze heeft in het
publiek geuite mondelinge of schrifte
lijke beleediging, voor zoover mij be
kend, nimmer bij den strafrechter
aanhangig gemaakt en bemoeit zich
ook niet met deze zaak."
„De Telegraaf" heeft zich mede tot
den heer Duijs gewend om inlichtin
gen deze deelt o.a. mede
„Voor den rechter-commissaris te
Haarlem verklaarde Zaterdag de in
specteur, dat door hem geen proces
verbaal zou zijn opgemaakt, omdat
hij, hoewd de woorden op zich
zelf beleedigend waren, ze i n het
verband, waarin ze werden gebe
zigd geen beleedigend karakter had
den. Het werd hem evenwel tot
tweemaal toe gelast. Eenmaal n a-
m e n s den burgemeester door den
commissaris en nog eens persoonlijk
door den burgemeester".
o
De Amerikaansche „rechters" en
„generaals".
Men weet, dat de Amerikanen ver
zot zijn op titels en dat duizenden
Yankees de woorden Colonel, Captain
en zelfs General voor hun naam voe
ren, zonder hiertoe eenige bevoegd
heid te hebben. De meest geliefde
titel is echter die van „judge" (rech-
tet).
Op een der transatlantische booten
verbaasde een Europeaan, die te mid
den van een troepje Amerikanen stond
zich cr over, dat zij bijna alle krijgs
lieden of overheidspersonen bleken
te zijn. Hij vroeg aan een hunner,
een jonge man, die herhaaldelijk als
„general" werd aangesproken, hoe het
mogelijk was, dat men op zoo jeug
digen leeftijd reeds zulk een hoogen
rang in 't leger bekleedde. Maar de
Yankee hielp hem uit den waanIk
ben niet bepaald een „general of the
army", antwoordde hij-: „Zoo? wat
dan wel vroeg de Europeaan. „Ik
ben general-dealer (handelaar in aller
lei dagelijksche artikelen)" antwoordde-
de Yankee onverstoorbaar. „Bent u
dan misschien ook geen rechter?"
vroeg de ander lachend a :n een „judge",
die er niet erg magistraal uitzag.
„Zeker" luidde het antwoord, ik ben
een „judge of horses" (paardenkenner).
o—
Het woord Gods.
Een oud man ging eens de wijde
wereld in, om het Woord Gods te
zoeken. En to:n hij nu aan den;
avond de oogen naar den hemel op»
hief en de vele duizenden sterren zag
schitteren, toen werd 't hem helder,
dat de hemel een boek is, en dat de
sterren niet anders zijn dan lichtende
letters van het Woord Gods.
„Schooner dan hier kan ik het
Woord Gods niet lezen", dacht de
grijsaard. Maar toen hij een volgenden