De Volkswil
BIJVOEGSEL
van
van 14 December 1912.
Model lila.
De Pilsmuts
Aang'ift"Biljet ter invulling.
Model VI.
BULGARIJE.
Economische toestand in Bulgarije.
Hieromtrent wordt het volgende
aan een Duitsch consulair bericht
ontleend
De herfstzaken waren in Bulga
rije tegen midden Augustus in ver
band met de gunstige oogatresulta-
ten, zeer levendig begonnen, maar
werden spoedig door den politieken
toestand zeer ongunstig beïnvloed.
Met de mobiliseering is de han
del in Bulgarije volkomen tot stil
stand gekomen. Slechts aankoopen
ten behoeve van het leger vinden
tegenwoordig nog plaats. Yele par
ticuliere banken hebben hare werk
zaamheden sterk ingekrompen.
Met het oog op het afgekondigde
moratorium, dat tot 17/30 Decem
ber 1912 van kracht is, 'is de
inning van vorderingen op Bul-
gaarsche debiteuren op het oogen-
blik onmogelijk. Het grootste ge-
deölte der Bulgaarsche .kooplieden is
onder de wapens geroepen, terwijl
de weinigen, die overgebleven zijn,
hunne verplichtingen niet kunnen
nakomen. Er blijft dus voor de
buitenlandscbe crediteuren niets an
ders over dan het intreden van
meer geregelde toestanden af te
wachten.
De burgerlijke rechtbanken en no
tarissen hebben tijdens den duur
van den oorlogstoestand hunne
werkzaamheden gestaakt.
Handelsberichten
We namen dit bericht over om
te doen zien welke
oorlog medebrengt.
Aangifte voor plaatsing op de Kiezerslijst krachtens het bepaalde bij art. 1 b
Io., tweede lid der Kieswet (bewoning van één huis of gedeelten van een huis).
GEMEENTE
De ondergeteekende
wonende te wijk no.
hoofd van een gezin erk,aart
alleenwonend persoon
adat hij over het laatstverloopen dienstjaar in geene der Rijks directe
belastingen is aangeslagen
b) dat hij behoort tot de over het- laatstverloopen dienstjaar in de Rijks
directe belastingen aangeslagenen en het door hem ter zake van zijn aanslag(en)
verschuldigde heeft voldaan, doch die aanslag(en) niet onder art. 1, a
der Kieswet
dat hij echter voldoet aan het vereischte, gesteld bij art. 1 b, lo. tweede
lid, der Kieswet
dat hij toch op den 31sten Januari dezes jaars sedert 1 Augustus van het
een huis
vorige jaar bewoonde gedeelte van een huis
te
welk
huis
gedeelte
(met den daarbij behoorende grond en lokalen en bijgebouwen, niet ter be
woning bestemd) hij in huur heeft gehad van
tegen den werkelijken huurprijs van per
en dat hij bovendien over gemelden tijd in huur heeft gebruikt een stuk
gronds hetwelk hij in huur heeft gehad van
tegen een werkelijken huurprijs van per
Reden, waarom hij verzoekt geplaatst te worden op de Kiezerslijst.
Te den
üee i'e menschen elkander hunn-n
plagen.
Zouden meerderen het wagen, sa
menscholingen te houden, dan zou hij
al naar omstandigheden den keur
vorst verzoeken, soldaten ie zenden.
Onmiddellijk verliet de helft van den
gemeenteraad de zaal en deelde deze
oorlogsverklaring aan haar partij mede.
Het resultaat wasden geheelen
dag opgewondenheid, bespreking der
muts-kwestie, meer drinken aan beide
zijden. Geheel Hoornbokkel scheen
een legerplaats te zijn. Een of twee
uren voor den gewonen tijd hielden
de meesters met arbeiden op en be
gaven zich naar de herbergen. Het
eindresultaat van de besluiten der
mutsenpartij was: Tegenstand; het
verbod zal niet nageleefd worden
Kaatje zal de muts op het feest van
Kerkwijding dragen wel niet om er
mede naar de kerk te gaan, omdat
het stoornis verwekken zou, maar 's
namiddags.
Maar waar bleef toch de muts en
waar bleef Jorg De eerste moest
men bepaald hebbenvan Jorg zou
men nog wel afstand kunnen doen.
De torenwachter had zijne vrienden
wel moeten mededeelen, wat Jorg ge
daan had. Volkomen onbegrijpelijk
was echter, dat hij nog niet was te
ruggekeerd. De meesten waren van
meening, dat hij wel zou moeten
wachten, voordat hij bij den keur
vorst komen mocht en dit zou wel
eenige dagen kunr.en duren.
Oorenkees was de meening toege
daan Jorg is geen dippelemathij
weet de heeren niet te behandelen."
En een ander sprak de meening uit
„Misschien schrijft men hem heel uit
voerig." Maar de muts! Het feest
van Kerkwijding stond voor de deur
en als men de muts niet had
Dat moest afgewend worden. De
torenwachter zeide„Een muts moe
ten wij hebbenzij mag kosten, wat
zij wilzij mag komen, van waar zij
wil Dat is eene eerezaakDaar
om reed het mutsen-comité op een
wagen in suizenden galop naar de
stad naar de oude nicht, die de muts
geschonken had en voerde haar mede
naar een winkel van hoofddeksels.
Hier werd hetzelfde exemplaar van
een blauwe pelsmuts met rose linten
uitgezocht, gekocht, betaald, de oude
nicht werd naar huis gezonden, in
snelsten draf teruggereden en de ge-
heele mutsenpartij brak in gejubel uit
over het nieuwe exemplaar.
Het feest van Kerkwijding brak aan.
Kaatje had den gehee en nacht nau
welijks geslapen. Wat had zij gebe
den en geweend, dat God toch de
schande van haar mocht afwenden,
onder het oog van alle menschen met
de muts te moeten verschijnen, onder
het oog van alle menschen haar muts
te moeten zien afnemen door den
kommandant. Gedurende de gods
dienstoefening bad zij in den angst
haars harten, wat zij kon. Zij was
evenwel niet bij machte de harten
Kiesrecht.
Model V a.
Aangifte voor plaatsing op de Kiezerslijst, krachtens het bepaalde bij art.
1 b, 2o., eerste lid, eerste gedeelte, der Kieswet (ééne dienstbetrekking).
GEMEENTE
De ondergeteekende
wonende te wijk no.
verklaart
adat hij over het laatst verloopen dienstjaar in geene der Rijks directe
belastingen is aangeslagen;
b) dat hij behoort tot de over het laatstverloopen dienstjaar in de Rijks
directe belastingen aangeslagenen en het door hem ter zake van zijn aanslag(en)
verschuldigde heeft voldaan, doch die aanslag(en) niet va]jen onder art. 1 a
der Kieswet;
dat hij echter voldoet aan het vereischte, gesteld bij art. 1 b, 2o., eerste
lid, eerste gedeelte der Kieswet;
dat hij toch op 31 Januari dezes jaars sedert 1 Januari van het vorige
jaar als
in dienst was van
en dat bet door hem in die dienstbetrekking over het laatstverloopen
jaar genoten inkomen, toepassing van art. 2 der Kieswet, met inberip
van
het door art. 1 b, 2o., gevorderd bedrag bereikt.
Reden, waarom hij verzoekt geplaatst te worden op de Kiezerslijst.
Te den
Aangifte voor plaatsing op de Kiezerlijst krachtens het bepaalde bij art.
1 b, 2o., eerste lid, tweede gedeelte, der Kieswet.
GEMEENTE
De ondergeteekende
wonende te wijk no.
verklaart
adat hij over het laatstverloopen dienstjaar in geene der Rijks directe
belastingen is aangeslagen
b) dat hij behoort tot de over het laatstverloopen dienstjaar in de Rijks
directe belastingen aangeslagenen en het door hem ter zake van zijn aanslag(en)
verschuldigde heeft voldaan, doch die aangeslag(en) niet va^gn onder art- 1 a, der
Kieswet
dat hij echter voldoet aan het vereischte, gesteld bij art. 1 b, 2o, eerste
lid, tweede gedeelte, der Kieswet
dat hij toch op 31 Januari dezes jaars sedert 1 Januari van het vorige
jaar als inwonende zoon werkzaam was in het bedrijf van
zijn vader
uitgeoefend door zijne moeder, genaamd
zijne ouders
dat hij daarin verrichte de navolgende werkzaamheden
en dat hij daarvoor over het laatstverloopen jaar een iukomen heeft genoten
in geld van
benevens
Reden, waarom hij verzoekt geplaatst te worden op de Kiezerlijst.
Te den
N.B. Of a of b doorhalen.
week te bidden.
De namiddag brak aan. Volgens
gewoonte trok jong en oud naar bui
ten, naar den stadstuindaar was
muziek en dans, het geheele stadje
verdrong zich op de weide.
Voor het huis van den torenwach
ter had zich het mutsen-comité ver
zameld het overige deel van de par
tij was reeds vooruitgegaan naar het
feestterrein. Binnen in de kamer van
den torenwachter had nog eerie kleine
scène plaats. Toen hij met de muts
op Kaatje toetrad, opdat zij het hoofd
deksel zou opzetten, knielde zij voor
haar vader neder en omknelde bid
dend en smeekend en bitter weenend
zijne voelen „O vader, lieve vader,
dwing mij daartoe nietlaat het ach
terwege
Een vloek was het antwoord. Hij
rukte zijn kind omhoog en drukte
haar zelf de muts op het hoofd.
Kaatje moest naast hem op de straat
loopen in de richting van den stads
tuin. Een groote optocht kwam ach
teraan, en allen keken nieuwsgierig
naar het doodsbleeke, arme Kaatje,
die nu het feestterrein betrad met haar
licht gekleurde feestmuts op het hoofd.
Ook de kommandant was erhij
zat in eene eerefent. Zooeven had
men hem in het oor gefluisterd, dat
de dochter van den torenwachter, door
tal van menschen gevolgd, juist was
aangekomen en dat zij de verboden
muts op het hoofd droeg.
Hevige toorn begon zich van hem
meester te maken bovendien zorgde
zijne vrouw er voor, dat zijne woede
en verbittering voortdurend aangroei
de. Nu kwam de stoet de tent van
den kommandant voorbij. De blik
ken van de mannen der mutsenpartij
waren spottend op den stedelijken
kommandant en diens gemalin ge
richt. Kaatje zag bijna niets meer
haar vader moest haar bij de hand
geleidenvan droefheid en schande
durfde zij nauwelijks opzien. Nu
stonden zij tegenover den komman
dant.
Deze was opgestaan, zijne vrouw
eveneens.
Juist wilde hij gaan spreken, toen
zijne gemalin, die zich zelve nooit
bedwingen kon, op spottenden en
luiden toon over de menigte uitgalmde,
terwijl alle anderen vol verwachting
zwegen „Zoo Kaatje, is dat nu de
gestolen muts ?u
„Wat gestolen, gestolen hoorde
men eensklaps onder de menschen
mompelen. „Wat heeft de vrouw van
den kommandant gezegd De schoone
muts is dus gestolen ?a
Ja, gestolen is ze, verklaarde nu
de kromme Lize, die in de voorste
rij stond, met giftigen blik en radde
tong. Ja hoort maar menschen,"
ratelde zij verder, „gestolen heeft zij
de pelsmutsDadelijk heb ik wel
gedachtwaar mag zij het ding toch
vandaan hebben..,." Zij kon er ech
ter niets meer bijvoegen.
De torenwachter had de laatste
woorden vernomen. „Wié zegt, dat
mijn kind gestolen heeft schreeuwde
hij met eene stem, die door merg en
been droegtegelijkertijd wierp hij
DÜITSCHUND.
Mijnwezen in hel li uhrgebied.
Het derde kwartaal 1912 wa3
voor het mijnwezen in het ressort
van dit consulaat zeer gunstig, het
geen wel blijkt uit de hieronder
volgende resultaten der mijuen, voor
zooverre deze openbaar worden ge
maakt. Tengevolge van de hoogere
winsten konden ook hoogere divi
denden worden verdeeld. De vraag
bleef onveranderd zoo groot, dat
het kolensyndicaat zijne leden het
volle contingent aan kolen kon la
ten leveren, zelfs nog grootere hoe
veelheden kon accepteeren en van
de hand doen. In cokes is het
niet zoover gekomen, doch de pro
ductiebeperking kon worden ver
minderd. De gunstige resultaten
waren verder het gevolg van een
goeden afzet van de bijproducten,
van de hoogere prijzen der kolen
en cobe3 en van de gunstige trans
port-mogelijkheid. Deze laatste is
in het vierde kwartaal door het
groote gebrek aan wagens aanmer
kelijk slechter geworden. De divi
denden zijn reeds bij verschillende
mijnen verhoogd, terwijl dit bij an
dere spoedig zal volgen Koningin
Elisabeth verhoogde het dividend
reeds met 100, Graf Bismarck met
100, Doratfeld met 25 Mark.
Met het Turksch- leger op den
terugtocht.
De correspondent van „Aftenposten"
Franz von fessen schreef van de linie
van Tsjataldzja. De corr. der „N. R.
Ct." meldt o.a. het volgende uit zijn
verslag
Maar droevig, vreeselijk droevig is
zulk een terugtocht. In mijne ooren
hoor ik nog steeds het doffe dreunen
van de vluchtende troepenmassa's.
De wielen van de kanonnen boren
zich diep in de modder en het zes
span poogt ze vrij te maken. Officie
ren rijden vooruit, en barsche bevelen
klinken. Manschappen helpen de
paarden een handje, en trekken aan
de dissels. Uren lang kan de artillerie
op dezelfde plek blijven staan, als
vastgegroeid in de grijze modder op
de naakte velden, waar de noorden
wind hoonend schijnt tc fluiten: Te
rug, terug
Een rij wagens, bespannen met os
sen en buffels, strompelen verder. De
geduldige dieren verplaatsen voor
zichtig de hoeven tusschen de zware
kleiklompen, en hunne ruggen dam
pen in de klamme, koude lucht. Te
vergeefs schreeuwt en roept de koet
sier om de vaart le bespoedigen.
Het is, alsof de zware, plompe wielen
nooit kiaar zijn met de omwenteling,
waarmede zij begonnen zijn, en on
afgebroken knarsen en kraken zij als
in den uitersten nood: Terug, terug!
Een troep zwaarbelaste kameelcn
stappen tegen een vetgübberigc helling
op. Men gevoelt zich zoo oneindig
rechts en links allc-s overhoop. Een
vreeselijk tumult ontstond.
Nu stond de torenwachter tegen
over den kommandant, „Wat wilt
ge V' vroeg de van toorn bevende
kommandant.
„Gerechtigheid schreeuwde de
torenwachter, voor mij en mijn kind 1"
„Gerechtigheid.... die zult ge heb
ben," was het antwoord. „Beul, bosch-
wachterDe handboeien hier
Breng den aanvoerder in arrest Na
korten strijd lag de torenwachter ge
boeid op den grond en eenige minu
ten later was hij in de gevangenis
opgesloten, welke zich in het raad
huis bevond.
Zijne partij had werkeloos toegeke
kenhet woord gestolen had allen
met lamheid geslagen eer.e dievegge
wilde zij niet helpen. Aldus werd de
leugen van Kaatje gewroken.
Kaatje had het gebruik harer zin
nen verloren toen zij het woord ge
stolen vernambewusteloos viel zij
in de armen der omstanders en zag
niet, hoe men haar vader naar de ge
vangenis sleepte, evenmin voelde zij,
dat de gemeentebode de banden van
haar muts losmaakte en haar het hoofd
deksel ontnam.
De pelsmuts werd naar het raad
huis gebracht en in de gemeentekas
weggeborgen. Verscheidene personen
waren tijdens het tumult gekwetstde
kromme Lize moest men echter naar
huis dragenzij bloedde geweldig
uit den mond. De torenwachter had
haar met een stomp op den grond
geworpen en in het gedrang had haar