Posterijen.
Van alles wat.
bij de aanvoerders, eene vaderlands
lievende opoffering getoond, die eigen
leven gaarne veil had, ontberingen en
moeite met geestdrift verdroeg, geen
gevaar ontzag, waar het gold het wel
zijn des vaderlands.
Die offervaardigheid, zoowel in de
voorbereiding als in de uitvoering, is
eene onmisbare factor, maar eene
factor, die, zooals deze oorlog ons
leert, bergen kan verzetten en ook een
klein volk in staat stelt het hoofd te
bieden aan de grootste overmacht.
De Balkanvolken hebben niet ge
redeneerd tegen het overmachtige
Turkije is niets te doen, ze zijn niet
bij de pakken neer gaan zitten, neen,
ze hebben gewild, ze hebben gehan
deld, ze hebben zich voorbereid, hun
offers gebracht en ze hebben gezege
vierd.
Twee spreuken.
Het is niet om de krant, het is al
leen maar om hem finantieel te bena-
deelen.
Kapelaan Ongenae.
Door den nijd des duivels is de
dood in de wereld gekomen, en die
hem toebehooren volgen hem na.
Wijsheid 224, 25.
Het verwaarJoosde kind.
O
Nooit kuste moeke mij de koon
Als zusjelief, haar hartedief,
Want ach ik was veel minder schoon
En drong ik vleiend m'aan haar knie
Naast zusjelief, haar hartedief,
Ik kreeg geen kus, maar zusje drie
Dan sloop ik weg en klaagde luid,
Want zusjelief, moes hartedief,
Drong mij mijn moeders hartjen uit.
Ik deed mijn best moe te behagen
Als zusjelief, haar hartedief,
Maar ach, ik zoude nimmer slagen.
Hoe zalig is het schoon te zijn 1
Ongelukskind, dat niemand mint,
Dan waart g'ook moekes kindekijn.
Dat moest gij in uw jeugd reeds leeren,
Ongelukskind, dat niemand mint,
Dat moeders zonschijn moest ont
beren.
Als 'k moeke eens aan 't harte vloog
Ongelukskind, dat niemand mint,
En zei, dat z'in mij zich bedroog.
Ik dorst 't nietOch, was ik maar dood
Ongelukskind, dat niemand mint,
Dat 't grafje voor mij zich ontsloot.
Soms voeld'ik wel eens nijd in 't hart
Om zusjelief, moes hartedief,
Doch had dra van mijn wangunst smart.
Ik mocht ten laatste zegepralen,
Want zusjelief, moes hartedief,
Werd ziek en zwak haar schoon ging
dalen.
Besmetting wasemde uit haar mond
En zusjelief, moes hartedief,
Ontvlood elk, die eens iief haar vond.
Doch ik week niet van zusjelief,
Gelukkig kind, door één bemind
Door zusjelief, moes hartedief.
J. TEN NAPEL.
Kruiningen, 10 Dec. 1912.
Lafhartige „Sport''.
In het „Weekblad voorlndië" treffen
wij van de hand van een medewer
ker, die zich O f o e i teekent, het
volgende stukje aan, dat al een heel
bizondere kijk op het Indische familie
leven geeft
„Wij lezen uit de Soerabaiasche
bladen, dat daar verleden maand
maar eventjes veertig aanvragen om
echtscheiding waren ingediend, en
op den dag, dat de courant verscheen,
waren er al vier nieuwe weer bijge
komen. Vermoedelijk denken de
scheidlustigen Laten we er gauw bij
zijn vóór de nieuwe Hollandsche wet
op de echtscheidingen ook in Indië
wordt afgekondigd. De kranten maken
grapjes op de Soerabaiasche echt
scheidingsmanie. Het is dan ook heel
grappig. Ja, o, zoo ^grappig Maar
wat voor verborgen leed er achter zit,
en wat voor toekomst-ellende, vooral
voor kinderen, dat hoort men maar
zelden. Gebroken levens, vrouwen, die
den hellenden weg afgaan, kinderen,
die hun vader of hun moeder ver
liezen, o, wat is dat grappig
Indien men zoo'n beetje achter de
coulissen van Indische echtscheidings
drama's heeft gtkeken (en welke jour
nalist heeft dat niet?) dan weet men,
dat in acht van de tien gevallen een
zoogenaamde „huisvriend" er den ge-
bruikelijken „verrajers" rol in speelt.
Bij iemand als „vriend" in huis ko
men, handjes drukken, hartelijkheid
en gastvrijheid ontvangen, en dan „en
passant" iemands vrouw in haar
zwakke zijde treffen en 't hoofd op
hol brengen, is tegenwoordig „re?u".
Als men, bij een goed vriend aan
huis komende, zijn horloge of zijn
portemonnee steelt, s men een dief.
Maar zijn vertrouwen misbruiken, en
zijn vrouw stelen, zonder égard voor
den man of de kinderen, dat mag,
dat is kranig 1
Indien men er eens een beteren
moraliteitsstandaard op na ging hou
den en individuen, die op zoodanige
wijze vriendschap bezoedelden en
gastvrijheid reciproceeren, uit onze
clubs en gezelschapskringen bande,
zooals men dieven bant en misbrui
kers van vertrouwen, wij gelooven
dat het aantal echtscheidingen zien-
derwijze zou verminderen. Er is thans
- en dit is 't vooral wat vrouwen
aantrekt een soort valsche roman
tiek om echtscheidingen heen, die
scheidende vrouwen een soort aure-
ooltje van durf, of mooie passie, of
flinkheid geven. Breekt die roman
tiek in flarden, toont het meestal zeer
vulgaire achter de coulissen en het zelfs
wel eens grof dierlijke dat er eigenlijk
hoofdschotel is, stelt bezoedelde vriend
schap en laaghartigen diefstal aan den
kaak, en de pret is er ai heel gauw
af. De fout van thans is, dat de mo-
reele standaard niet zuiver is."
Revolutie en Evangelie.
o
Op verzoek van meerderen hebben
we uit den Haag laten komen enkele
onzer bekende brochures over die
zaak, uitgegeven door den Boekhan
del v/h Gebrs. Belinfante, en overal
in den solieden boekhandel verkrijg
baar gesteld. Ze kunnen op ons kan
toor en op het bureau Volkswil wor
den verkregen voor 50 cent per exem
plaar. De beste aanbeveling bestaat
hierin, dat die brochure, evenals ons
vroeger schrijven over die zaak, na
genoeg geheel wordt doodgezwegen,
hoewel ze raakt het hart van geheel
ons staatkundig leven. „Over de
waarheid twist men niet, men neemt
ze aan of verwerpt ze" zeide eens
Pius IX tot Bismarck.
Het Vrije Woord, voor
Abonnés.
o
Malang, 13 Nov. 1912.
Mijnheer de Redacteur 1
Dat de koloniaal niet alleen in Indië
miskend wordt maar ook in Neder
land bleek weer duidelijk uit de Volks
wil no. 158, waarin overgenomen een
stukje uit „De Tijd". Daar immers
schrijft weer zoo een nul, iemand die
op geen enkel feit kan wijzen dat tot
algemeen nut is.
„Geen pastoor of kapelaan of hij
(van Dalsum) heeft hun gezag onder
mijnd door persoonlijke aanvailen, of
wel, als hij kans zag, hun karakter,
hun familie, of goeden naam beklad,
of door verloopen sujetten tot zelfs
uit Oost Indië laten verguizen en
bespotten in zijn schendblaadje", enz.
Met dat verloopen sujet uit Oost
Indië bedoelt dat verwijfd jongmensch
niemand anders dan mij. Iemand dus
die uit vaderlandsliefde koloniaal is
geworden, die zich hier een goede
positie verworven heeft, is een ver
loopen sujet.
Wat zegt Hare Majesteit de Konin
gin daar wei van kan die toelaten
dat haar dienaren die voor Haar hun
bloed vergoten hebben, met zulke
mooie namen betiteld worden
Zoo een pamflet laat mij natuurlijk
koud, maar als dat verloopen sujet,
want dat. is hij zelf, (hij gooit vrees
lijk veel met zijn naam te grabbelen)
liegen kan, dan kan ik het ook. Daar
gaat dan mijn proef
De pastoors en kapelaans vooral
uit het bisdom van Breda zijn allen
brave menschen die de geboden van
God en den paus behoorlijk opvolgen,
die veel werken van barmhartigheid
doen, die nooit iemand benadeelen,
die nooit weduwen en weezen ver
drukken, en die ten slotte allen in de
hemel zullen komen, omdat ze nooit
gelogen hebben. Het Hoofdstuk Math.
23 is voor hen niet van toepassing,
reden waarom ik voorstel dit een
voudig uit het Evangelie te schrappen.
Ziezoo nu heb ik ook eens gelogen,
jammer dat ik nier weet tegen wie,
ik heb er nog 1000 Gld. voor over
om een reisje naar Hulst te maken en
mijn collega leugenaar zoodanig aan
mijn hart te drukken dat hij nooit
meer in staat zal zijn tegen mij op te
liegen.
Wat betreft het te houden muziek
concours in HulstLaat ik de vol
gende raad geven
„Ga eerst eens luisteren naar m u-
z i e k, alvorens dat te doen, laat niet
zien in welken treurigen toestand de
Harmonie- en Fanfaregezelschappen
in Zeeuwsch-Vlaanderen zijn. De jury
kon u wel eens uiilachen, de prijzen
zouden toch allen naar België gaan.
Vier jaar geleden hoorde ik het
beste gezelschap uit Zeeuwsch Vlaan
deren. Ik zal den naam niet noemen.
Zij speelden de Fantaisie uit „Guil-
laume Tell van Rosir.i. Hei Alle
gro vivace 152 werd zoo langzaam
gespeeld als Andante, en dat nog wel
waar de trompetten en pistons een
signaal hebben zoo saai, niet afge-
stooten enz. en daar waar de corno's
en alto's in de 4e maat in moeten
vallen zoo twijfelachtig en onvast, dat
Rosini 2ich als hij het gehoord had,
zich in zijn doodkist omgekeerd zou
hebben. Van een ander korps zag ik
de Directeur in de Ouverture „La
Dame de coeur van Duval, het allegro
in twee kwarts maat, in vieren slaan,
of op deze wijze wel 144 verkregen
werd weet ik niet, maar betwijfel het
toch.
Moet ik hier nog bijvoegen welke
moeite ik zelf gehad heb om de hoogst
gemakkelijke Ouverture „Mignonette"
van Bouman in te studeeren, neen
Iaat ik het niet doen, ik wil het korps
daar niet mede te kort doen. Wil
men concours houden, laat dan eerst
uw korps eens een jaar of wat door
een vakman leiden, en niet door iemand
die een beetje piano, viool of orgel
speelt, en vooral lees eens aandach
tig de Gids voor kapelmeesters door
M. J. H. Kessels dan zullen uw oogen
wel opengaan.
B. D. G.
Kapelmeester-Componist.
Die beleediging in hef blad „De
Tijd" heeft een staartje. Hoewel wij
nog niet weten wanneer de klacht te
gen de Tijd voorkomt zoo is het
toch zeker dat de klacht z a 1
voorkomen. En de klacht tegen de
Nieuwe Zeeuwsche Courant, die
een gedeelte van het schandalig stuk
uit de Tijd had overgenomen, komt
voor op Vrijdag 3 Januari 1912 om
10 uur voor de strafzitting van de
Rechtbank van Middelburg.
Red. Volkswil.
o—
Men moet maar durven
Ds. R. v. d. Kamp hield te Axel
eene rede „De Politiek der Vrijheid"
waarin ZEerw. o. a. de navolgende
treffende woorden bezigde. Niemand
kan ontkennen dat de bestaande coa
litie haar einde nadert. De Antirevo
lutionairen en de Roomsch-Kalholieken
konden het best met elkander vinden.
Maar de Christeiijk-Historischen zijn,
zooal niet in hun leiders, dan toch in
hun groote massa ontrouw geweest
enz. benevens nog, deze voor de Chr.
Hist, te slikken bittere pil als het
zoo gaat dat wij moeten geven, ons
werk, onze organen, onze kie
zers en ons g e i d en dat alle baan
tjes en betrekkingen voor de Chr.
Hist, zijn, dan bedanken wij er voor.
Dan liever geen coalitie met de
Chr.Historischen en in het slot zijner
rede Toch moeten we uitspreken,
dat we ons niet als slippend.ragers der
partij laten gebruiken. Geen coalitie
met partijen die wel baantjes willen
hebben, doch niet willen heipen, kan
dit niet anders, dan weg met de
coalitie en in ons isolement onze
kracht gezocht.
Wij nemen aan dat Ds. v. d. Kamp
geen vreemdeling is in Z. Vlaanderen.
Zijn Eerw. heeft te Axel als predi
kant gediend en zijne vrienden zul
len hem zeker voldoende hebben in
gelicht. Ook omtrent den toestand
hier, die hem deze woorden in den
mond hebben gelegd. Wanneer een
spreker optreedt in eene streek om
voor zijne partij kiezers te winnen,
dan verwacht men van hem dat hij
zijne woorden aanpassen zal om vooral
ten eerste de medekiezers niet te prik
kelen en slechts datgene in toepas
sing te brengen wat in de streek waar
men optreedt werkelijk ook van toe
passing is. Het meerendeel der kie
zers immers ziet niet verder dan dat
gene wat in hun eigen omgeving is
waar te nemen, en waar zij zich zelve
het best van die waarheden kan over
tuigen.
Nu spijt het mij dat de geachte
spreker is in gebreke gebleven, om
bij de bewijzen die hij daarbij aan
voerde op andere plaatsen, de rollen
om te keeren voor deze omgeving,
waar juist wij Chr. Hist, op hetzelfde
standpunt staande als Ds. v. d. Kamp
deze woorden tot de onze maken. In
geval Ds. v. d. Kamp daartoe niet in
staat mocht zijn, dan zullen zeker
zijne vrienden in Z. Vlaanderen wel
eens willen beantwoorden waar? en
wanneer hier in deze streek het
werk, organen, kiezers en
geld voor baantjes en betrekkingen
voor de Chr. Historischen zijn aange
wend, waar liet tegendeel zóó dui
delijk in alle opzichten is gebleken,
dat door deze Regeering alle baantjes
en betrekkingen aan Antirevolution-
nairen en Roomsch-Katholieken zijn
vergund. Mij althans is geen enkele
benoeming bekend, die door een Chr.
Hist, is gekregen, hoewel er verschil
lende burgemeesters, leden der Staten...
ja zelfs op het gebied van Gemeen
teraad werd in een onzer groote ge
meenten de groote massa der A. R.
met of zonder hare leiders ontrouw.
Het is daarom dat wij Chr. Hist,
de wijze woorden van Ds. v. d. Kamp
gaarne tot de onze maken, met dit
verschil dat inplaats van Chr. Histo
rischen gelezen worde Antirevolution-
nairen.
Met dank voor de plaatsing hoop
ik M. de R. aan het motto van uw
blad te beantwoorden door deze re
gelen daarin op te nemen.
Een Chr. Hist abonné van
uw blad, D.
T.
o
Mijnheer de Redacteur.
Jan Content vraagt weer maar eens
plaatsing voor zijn stukje in de Volks
wil, wat weder wel niet geweigerd
zal worden. Bij voorbaat mijn dank.
Onze goede Sint heeft ze weer allen
eens bedacht, de een wat meer, de
ander wat minder, al naar gelang het
hem goeddacht.
Maar wat mij verwonderde, dat onze
goede Sint zooveel goed uit St. Nico-
laas (België) mee naar hier brengt,
net of ze dat hier aan hem niet wil
len verkoopen.
Dikwijls heb ik me afgevraagd
„Hoe zou dat komen Zou onze
goede Sint weten dat het hier zoo
treurig gesteld is met onze winke
liers, dat ze gaarne met de Volkswil
mede zouden gaan, en toch maar niet
durven.
Wanneer ge dan zoo den vooravond
van dat feest de straten eens doortrok
om naar de étalages te kijken, kon
inen zoo zien dat de winkeliers met
een zuur gezicht stonden kijken
omdat de goede Sint de zakken voor
hen zoo gesloten hield.
Zelfs hoorde ik voor een winkel,
waar niets anders als speelgoed enz.
voor de kleinen te verkrijgen is, zeg
gen „Hier moeten wij niet zijn, hij
moet maar zien, dat hij het aan de
fijnen kwijt raakt, hij adverteert in
Zelandia, en in de Volkswil niet, dan
heeft hij de voorstanders daarvan
en dat is nog al wat niet noodig."
Ziezoo, dacht ik bij mijn eigen, dat
is nog eens flink gesproken. Ik moet
hen volkomen gelijk geven, dat ze
die lui, welke de Volkswil, of liever
bet uitvaagsel verachten, niets meer
laten verdienen, dan zullen ze later,
als de kliek ineengesmolten is, kun
nen zien wat voor streken zij uit
haalden, en zullen zij het uitvaagsel
als lieve vrienden willen beschouwen.
Het is wel erg, maar ik moet het
toch zeggen, het deed me plezier dat
de Volksvrienden hun inkoopen liever
in den vreemde deden, dan bij hun
belagers en belasters, maar moge dat
een les zijn voor de winkeliers, dat
zij verkeerd doen met lieve vriendjes
te kennen, dan zullen zij later met
blijder gezichten achter de toonbank
staan.
JAN CONTENT,
—o
Sas van Gent, 12 Dec. 1912.
Mijnheer de Redacteur
Mag ik zoo vrij zijn eenige regelen
plaatsruimte te vergen in uw blad
In de Zeeuwsche Koerier van 7
Dec. staat te lezen, dat het een ware
stormloop begint te worden voor
nieuwe lezers van dat blad.
In zwerpjes van drie, vier komen
ze aan.
Geen post gaat voorbij of ze krij
gen nieuwe zieltjes.
Ze doen slechts een greepschilders,
schoenmakers, arbeiders, herbergiers,
landbouwers, enz.
Het is toch belachelijk nietwaar, om
zoo iets onder de oogen van het
beterwetende publiek te brengen.
De tijd van de Zeeuwsche Koerier
voor reclame te maken is voorbij,
want de menschen bedanken er voor
om zich nogmaals beet te laten nemen.
Zij hebben nu een blad „De Volks
wil", daar zijn ze verzekerd van wat
ze hebben, en hoeven ze niet bang
te zijn dat het zal gaan draaien als
een windmolen.
En dat de Volkswil hier, in de
plaats zelf waar de Zeeuwsche Koerier
verschijnt, veel gelezen wordt, behoef
ik niet te zeggen, dat za! de redactie
zelf ook wel weten.
Ik voor mij heb nog niets van ai
die drukte gewaar geworden, en ik
zie wel dat alles zoo maar stilletjes
z'n ouden gang gaat, en als ge dan
let op de bezorging der couranten
per post, dan kan ik begrijpen dat
ze verschillende middelen moeten
aanwenden om hun zieltjes die er nog
overgebleven zijn te behouden.
Mijn dank voor de plaatsing.
Een abonné van Uw blad.
2 Kamerverkiezingen.
De Vrije Liberalen te Veendam be
sloten zich niet aan te sluiten bij de
centrale vrijzinnige organisatie in dit
district. Wel kan men zich vereeni
gen met de beide voorloopige candi-
daten voor de Tweede Kamer van die
organisatie, de heeren jhr. mr. dr. E.
van Beresteyn en H. Snijders.
3 Kamerverkiezingen 1913.
Evenals de werkliedenvereniging
te Delfzijl heeft nu ook de wel een
paar honderd leden tellende werklie
denvereniging Harmonie te Appinge-
dam besloten niet mede te werken
tot de oprichting van een verkiezings
comité voor de candidatuur-Schaper.
(N. R. Ct.)
4. Amsterdam Vil.
Het weekblad „Land en Volk" meldt,
dat men in Amsterdam Vil bezig is
een Voikskiesvereeniging op te rich
ten, die met een eigen candidaat voor
de Tweede Kamer zal uitkomen. Men
bericht aan dat blad, dat aan drie be
kende democraten gevraagd is of zij
in 1913 een eventueele candidatuur
tegen een vrij-Iiberaal in Amsterdam
VII zouden kunnen aanvaarden; alle
drie hadden hierop bevestigend geant
woord.
Nieuwjaar.
Met het oog op den grooten ioe-
vloed van poststukken bij de jaars
wisseling wordt het publiek verzocht
voor het binnenland bestemde brieven,
briefkaarten, prentkaarten, visitekaart
jes en circulaires, welke men bij
voorkeur op 1 JANUARI wcnscht te
doen bestellen, te voorzien van twee
elkaar schuin snijdende strepen, ge
trokken over de gehcele ad'reszijde,
en die stukken reeds op 26, 27 of
28 December ter post te bezorgen.
Zij kunnen dan tijdig voor de bestel
ling worden gereedgemaakt, blijven
tot 1 Januari op de kantoren van be
stemming bewaard en worden zooveel
mogelijk op dien dag in de bestel
lingen opgenomen.
Óm in het binnenlandsch verkeer
voor 1 cent te kunnen worden ver
zonden, mag op prentkaarten, behalve
het adres, niet anders worden geschre
ven dan de naam, de woonplaats en
het beroep van den afzender en de
dag der afzending. Op visitekaartjes
mag alleen door enkele letters de re
den van de toezending worden aan
geduid, als: g., p. en derge
lijke.
O—
De Rijkspolitie ia Zeeland.
Er is sprake van onregelmatigheden
bij de Rijkspolitie in Zeeland. Onze
correspondent te Midddeiburg schrijft
ons daarover het volgende
Reeds een paar maanden geleden
werd door den officier van justititie
alhier een onderzoek aangevangen naar
handelingen die voorgekomen zouden
zijn bij het aanschaffen van materiaal
en benoodigdheden voor de rljkspo-
litievaartuigen in het district der rijks-
veldwacht dat alhier zijn hoofdplaats
heeft.
Meerdere rijksveldwachters werden
uren lang aan een scherp verhoor on
derworpen. Tot nu toe echter werd
van de uitkomst van het onderzoek
niets openbaar. Wel werd aan den
inspecteur der rijksveidvvacht, op diens
verzoek, tijdens het onderzoek een
verlof van twee maanden toegestaan,
terwijl thans een der onder htm
staande brigadiers eervol ontslag is
verleend,
Handelsblad.
- o—
MUNCHEN. 12 Dec. 1912. Prins
Regent Luitpold van Beieren is heden
morgen. te 5 uur in den ouderdom van
91 jaren overleden.