No. 165. Zaterdag 23 November 1912. 4e Jaargang. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. RichtingVoor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT RLKEN ZATERDAG. Gentschestraat C 7 te Hulst. w? Stichter: H. A. van Dalsum. Bierkaaistraat A 28 te Hulst. Gentschestraat B 4 te Hulst. Indische Brieven. Twee ^pronken. Voorteekens 1913. Hlijnlieer de deurwaar der Poppe. SE VOLKSWIL EEDACTIE: Abonnement per drie maanden NEDERLANDf 0.50. BELGIEfr 1.20. ANDERE LANDEN i 0.80. - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Yrije Woord en voor dien van Advertentiën. ADMINISTRATIE: DRUKKER IJ: Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f 0.25. Nederlandscli-Indië, de omgekeerde Wereld. Eereteekens zijn Schandeteekens. Uit mijn voorgaande brieven heb ik U dikwijls aangetoond dat de mi litair en met hem de gepensioneerde hier vrijwel miskend wordt. Dat gaat zelfs zoover dat de ge pensioneerde zijn eereteekens niet durft te dragen. Ik die er steeds trots op was te zijn Militair| kon nooit gelooven wat de gepensioneerden mij daaromtrent mededeelden. Een gepensioneerd onderofficier met de militaire Willemsorde zeide mij eens dat hij gedwongen was om dit eereteeken steeds te dragen (hij was bij de Staatspoor) en dat men hem steeds daarom als minderwaardig be handelde. „Wat iemand met de militaire Willemsorde hoor ik U vragen". Ja zoo deed ik ook, ik hield het ook voor Humbug. Toen ik reeds burger was vroegen mij dikwijls andere gepensioneerden waarom ik er zoo op voorstond „te zijn geweest Militair" en dat door het dragen van een eereteeken liet blij ken, „dat kan u nooit voordeel ople veren" zelden zij. Helaas gisteren moest ik het voor de eerste maal on dervinden. Men heeft hier ter plaatse een nieuwe kerk gebouwd, die werd gis teren ingewijd. Ik kleedde mij netjes in het zwart, en deed een stukje lint van een mijner eereteekenen op mijn rok. Tot mijn verwondering zag ik bij de dienst een predikant die ik in Europa waande, ik ging na de dienst naar hem toe en hij kwam met uitgestoken handen mij te gemoet, maar.... een kerkeraadslid die het stukje lint op mijn kraag bemerkt had, nam mij met een hoogst belee- digende blik van voeten tot het hoofd op, en keerde mij toen den rug toe. Gelukkig voor den man ken ik hem met naam niet, want anders noemde ik hem, men wist mij alleen mede te deelen dat hij n.b. een gepensio neerd zeeofficier was, dat ik zelf niet gelooven kan. De predikant dien ik er heden over sprak was ook van oor deel .dat de persoon zich zeer onbe leefd had gedragen, maar.... zeide hij „wees niet eigenwijs en doe dat lin tje van uw rok af". Nu dat kan hij begrijpen, van heden af draag ik steeds mijn zilveren medalje (model dan is ze goed zichtbaar) aan mijn horlogeketting. Ik heb trouwens liever met den Europeaan in Ned Indië niets te ma ken, wil hij mijn eereteekenen voor schandeteekenen aanzien dat moet hij zelf weten, dat is een kwestie van smaak, of gebrek aan gezond verstand. Met dank voor de plaatsing B. D. G. Wij stellen naar aanleiding van bo venstaande een vraag, en wel deze Is waar, dat een miïlitair eereteeken door de Europeesche burgerlijke maat schappij wordt geacht als een schan- deteeken, dan is deze houding le grof beleedigend voor ons dap per Indische leger, 2e. onbeschaamd jegens de Konin gin. in wier naam het eereteeken wordt overhandigd. En de vraag is dezels het geen zaak van den Minister van Koloniën in overleg met den Gouverneur Ge neraal van Batavia, dat deze althans de Europeesche burgerlijke ambtena ren aan het verstand brengen, dat zij wat meer respekt hebben voor de leden van ons koloniaal leger Wij stellen deze vraag aan die autoriteiten, omdat de heer de Graaf niet de eerste is die nu en vroeger in ons blad over dergelijke Indische misstanden schreef. Hoe eervol is het te behooren tot de Kliek o Tot de Kliek behoort alles, wat of ficieel is vroom en braaf, wat officieel behoort tot de steunpilaren van Kerk en Staat. Maar volgens het volksoordeel be hoort tot de Kliek alles wat is valsch, diefachtig en onbeschaamd. In den laatsten tijd gaat de Kliek buitengewoon over de tong, en er is eene genoegdoening onder de bevol king, dat steeds meer algemeen bekend wordt, dat het volksoordeel gelijk heeft dat in de Kliek geen vertrouwen des harten heeft kunnen stellen. Het is in den laatsten tijd gebleken, dat behooren tot de Kliek endoor de Kliek onder hare bescherming wor den genomen in het belang van straf feloosheid 1. Echtbreuk. 2. Valsche ambtsrapporten. 3. Eerroof langs geheime wegen. 4. Eerroof langs den weg van ka tholieke kranten. 5. Verraad van vrienden. 6 Verraad van patroons. 7. Broodroof door wetsverkrachting, onderkruiperij en huisbezoek. 8. Diefstal van openbare kassen. 9. Meineed voor de Rechtbank. 10. Verbod om te lezen christelijke en oprechte taal. Bekroond door de mannelijke en vrome daden van 11. Mishandeling van een grijsaard. 12. Zedeloosheid tegen kleine meis jes. En dan te bedenken, dat deze zelfde kliek ons en onze vrienden durft te betitelen met: neem al het uitvaagsel van 20 gemeenten, durft te zeggen wie de Volkswil leest is niet goed katholiek Ieder ziet nu in, dat men wordt overreden niet door een equipage maar wel -door een vuilniskar. En deze vuilniskar geniet de hooge bescherming van ministers der Kroon, van de geestelijkheid en de bischop- pen van Nederland, van de Christelijke partijpolitiek Maar is het nu te verwonderen, dat er een steeds grootere klove komt tusschen de oprechte bevolking, staande aan onze zijde, en de overheden en slippendragers staande tegen ons en onze rechtzinnige bevolking Neen, te verwonderen is het niet, te verwonderen is het alleen, dat onze bevolking zich zoolang zonder tegen spraak heeft laten vertrappen, in hare heiligste gevoelens door de Kliek en hare aanhangers. Maar toch weder niet te verwonde ren, omdat onze bevolking bevreesd is voor de wraak dezer booswichten, omdat zij bij ondervinding weet, dat deze booswichten onder vrome vlag in handen hebben het dagelijksch brood van boer en ambachtsman, en zij el kander bijstaan en voorthelpen, omdat zij bij ondervinding weet, dat, wie openlijk zou durven afkeuren de da den dier booswichten geëer- en ge broodroofd wordt tot zelfs in zijne kinderen en familieleden, zelfs onwaar dig wordt geacht de Sacramenten te ontvangen alsof om waar te maken het woord zij zullen u uit de syna gogen bannen. Gode zij dank dat steeds kleiner wordt't getal dergenen, die in de Kiiek hun vertrouwen stellen, omdat allen die oprecht zijn en onwetend haar steunden in haar opzet, haar doorzien in hare ware gedaante. Er is een tijd geweest waarin het als eervol en voordeclig werd ge'acht tot de Kliek te behooren, waarin deze menschen voerden het hooge woord in krant en in vergadering en in bijeen komst deze tijd is nu voorbij. Het zijn nog slechts enkelen, die durven te zeg gen dat zij tot de kliek behooren, want de oogen gaan open, en behooren tot de Kliek wordt nu door ieder be schouwd als eene schande. Deze verandering in de gevoelens is de groote hervorming welke in onze streek is tot stand gebracht on der de katholieke bevolking, en deze verandering is geweest een Godswerk met als taktiek dit alles is geschied, opdat de gedachten van velen zouden openbaar worden. De Kamerverkie zing van 1913 zal openbaren onder hoevelen deze hervorming vruchten heeft gedragen. Wij kennen hem niet. H. Maertens. Nooit heb Ik u gekend. Matheus 723. Eene kleme vraag. —o Niet onder de menschen zelf, maar nu en dan in een krant, wordt ge zegdwij, katholieken, moeten dezen winter ons best doen, opdat van Dal- sutn in 1913 aan Fruijtier niet het voetje light, Wij komen er heelemaal niet tegen op, als de voorstanders Fruijtier hun uiterste best doen, hetzij r.u hetzij dezen winter of later, doch waar wij wel op tegen komen is het beliegen der kiezers. We zullen eenige vragen stellen Bracht Fruijtier, of bracht een Fruijtier-man, hier de sociale bewe ging Beschermde een Fruijtier, of be schermde een Fruijtier-man, de land- pachters tegen onderkruipers Maakte Fruijtier, of maakte een Fruijtier-man, de menschen, zooals men het hier noemt, geleerd Hoeveel deed Fruijtier, of deed een Fruijtier-man, voor de Volkswelvaart Was Fruijtier, of was een Fruijtier- man, een voorbeeld van leven voor het district? Vindt rie kiezer bij Fruijtier, of bij een Fruijtier-man, raad in rnoeielijke zaken Waarin bestaat het v o or de kie zers verschrikkelijke feit, als van Dalsum Kamerlid mocht worden Ziet, wij willen gaarne doen wat Tromp indertijd deed bij Duinkerken Tromp bracht aan den weggeslopen Spaanschen admiraal kruid en lood op dat hij toch maar naar buifen zou komen om te vechten. En het is daarom, dat we die vra gen stellen, opdat de Fruijtier-man- nen door het stellen en beantwoorden van deze vragen de kiezers op hun hand zullen houden of krijgen. En als zij deze vragen niet durven te stellen of te beantwoorden moeten zij wel erg benauwd zijn, doch dan moeten zij ook in zich zeiven keeren en voortaan hun mond houden. In Ommen staan Antirevolutio nair vereenigt met Katholiek tegen Christelijk Historisch. In Katwijk, dat een christ.-histo- risch Kamerlid heeft, zijn de katho lieken voornemens met een eigen candidaat te komen op grond, dat zij meer kiezers hebben dan christ- hist, en antirevolutionair samen. Jhr. v. Karnebeek, Kamerlid Yoor Utrecht, heeft geweigerd toe te tre den tot het Linksche Concentratie program, en nu worden in het Utrechtsch Dagblad de menschen opgeroepen tot een comité, om in 1913 jhr. van Karnebeek testellen als onafhankelijk candidaat. Prof. mr. Treub, Kamerlid voor Assen, moet van die Linksche Con centratie niet veel hebben. In de Kamer is het tegenwoor dig een groot schandaal door den den onwil der meeste Kamerleden om ernstig zaken te doen. Al die voorteekena voorspellen ditdat er in 1913 eene ineenstorting zal komen van alle tegenwoordige partijgroepeeringen, zoowel links als rechts; dat ieder in 1913 zal zoe ken zijn eigen weg, en uit die mi sère zal men niet kunnen komen tenzij door aanneming van het program van de Volkswil Geen tegenstelling tusschen Revolu tie en Évangelie. Dit is een stout woord zal ieder zeggen wie zijn oogen openhoudt en nadenkt zal zeggen dat dit stout woord is een waar woord. De bekende zaak in Hulst. Er is wegens de zaak, die wij niet wenschen te noemen, veel ver ontwaardiging onder de burgerij van Hulst. Wij denken dat de zaak zóó is Als de dokter aan het kind had kunnen ontdekkeD, dat het licha melijk was mishandeld, dan zou er zijn geweest eene aanwijzing. Maar zcover is de zaak niet ge komen, doordat het kind dadelijk te veel lawijt ging maken Nu er geen aanwijzing is kon de Rechtbank niet veroordeelen dan als er twee getuigen zouden zijn geweest van boven de 16 jaar. De rechtbank moet hebben om te veroordeelen, een overtuigend èn een wettig bewijs. In de bewuste zaak kan de Rechtbank, evenals de burgerij van Hulst, hebben een overtuigend be wijs, maar het wettig bewijs (twee getuigen, nu er geen aanwij zing is) ontbreekt. En waar dit ontbreekt en als de Officier van Justitie na instructie overtuigd is dat hij het wettig bewijs niet kan leveren, dan zit er niets anders op dan zelf vrijspraak te vragen. Het is voor de rechtsovertuiging des volks soms wel hard, dat een dergelijke zaak niet kan worden gestraft, maar ieder moet toch toe geven, dat het een gezonde rechts regel isovertuigend èn wettig be wijs. Wel heeft dit voor gevolg, dat de meest wraakroepende zonden val len buiten het bereik van den we- reldschen rechter, maar voor het geloovig gemoed is er toch een troostdat er nog een eeuwige rechter bestaat. Wij hebben dit willen zeggen, omdat er menschen blijken te zijn, die nu beweren, dat de bewuste „onschuldig" is. Schuld of onschuld beoordeelen wij niet, want we weten van de zaak niet meer af dan wat ieder weet, maar we achten het toch goed om deze opmerkingen te maken tot onderricht. O Wij vernamen, dat een vroegere be diende van deurwaarder Poppe in een winkel had verklaard, dat notaris van Dalsum zou worden geschorst wegens een geschil met Poppe. Toen we dit hoorden haalden we de schouders op, doch ons wordt van verschillende zijden medegedeeld, dat een dergelijk praatje algemeen is. Nu dit zoo is, willen we zeggen wat er van aan is. Deurwaarder Poppe heeft een klacht ingediend tegen notaris van Dalsum bij de Kamer van Toezicht over de notarissen. En deze Kamer verzocht daarop, dat we bij twee harer leden zouden komen in een kamer in het hotel de Graanbeurs te Hulst. Toen we de oproeping kregen be grepen we er niets van, doch we za gen dan weldra waarover het ging. En de zaak }s deze Deurwaarder Poppe had zich eenige vrijheden veroorloofd, en de man te gen wien verzocht ons, daarover een klacht te schrijven aan den heer Of ficier van Justitie, wat we dan ook deden. Omdat deze man niet kon schrijven teekende hij met een kruisje, en wij teekenden naast dit kruisje bij wijze van echterkenning. Het gevolg van deze klacht was, dat deurwaarder Poppe bij dien man was of kwam, dat hij zich zelfs zoo danig beijverde, dat de reden van de klacht voor dien man geheel verviel. En nu, om een reden die deur waarder Poppe niet wilde zeggen 'wij denken dat ze ook moeilijk kon worden gegeven diende hij een klacht in tegen ons. De juiste inhoud van deze klacht kennen we niet, doch uit het onder houd met de leden der Kamer van Toezicht bleek ditdat de grondslag van de klacht is: dat notaris van

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1912 | | pagina 1