Kechtzaken. heeft dan dat van twee Christenen. Want in ieder Turksch gerechtsge bouw vindt men altijd alsof zij daar een vaste betrekking beklecden, val- sche getuigen die voor klinkende munt alles, wat men maar wil, met een eed bevestigen. Het woord door een Mu zelman aan een Christen gegeven, heeft volstrekt geen waarde, en ik kan verzekeren, dat de Turken rijkelijk gebruik maken van de door de mos kee toegestane „reservatiomentalis". Voor de Muzelmannen is de eed, die op den Koran afgelegd wordt, heilig en ontastbaar. Toch zijn mij een groot aantal gevallen bekend, waarin ook deze eed openlijk ver kracht en gebroken werd, tweemaal kon ik den gewezen sultan Abdoel Hamid in hoogst eigen persoon op meineed betrappen. In sommige omstandigheid, bijv. wanneer de beroeps-eer in het spel is, kan men zich volkomen verlaten op het woord en de eerlijkheid van den Turk. Zoo zullen de „hamels" of bedienden, die een met diamanten bedekte dame in haar draagkoets naar een bal dragen, niet toelaten dat een haar van haar hoofd gekrenkt worde; en wanneer genoemde dame uit verstrooid heid een taschje met geld of andere kostbaarheden in haar draagkoets liet liggen zouden de hamels deze zaken eerlijk terecht brengen, er niet het geringste aan onttrekken en zelfs eene belooning voor hun eerlijkheid met fierheid van de hand wijzen. Maar wanneer een uur later bij diezelfde dame brand uitbreekt zullen dë „ha mets" verkleed als „toelombadschis" (vrijwillige brandweer mannen) terug- keeren en als een ware rooversbende stelen en plunderen ^wat hun voor de hand kwam, zelfs wanneer zij daar toe iemand moesten doodslaan. De Turk is gastvrij, maar slechts onder bepaalde omstandigheden, en ik zou niemand aanraden, in Anatolië of in Macedonië geheel alleen aan de deur van een Turk aan te kloppen, dat zou wel een beetje gevaarlijk zijn, en hem slecht kunnen bekomen. Nooit zou ik in Stamboel, zelfs als dokter, in den laten avond of des nachts, een mij onbekend huis bin nengegaan zijnen zelfs overdag moest ik vaak bepaalde voorzichtig- heidsmaatregelen in acht nemen ten opzichte van personen, die mij onbe kend waren. Onder de Koerden ech ter begaf ik-mij steeds zonder eenige aarzeling. Officieel drinkt de Turk geen alco hol, maar officieus staat de zaak wat anders, en de „raki" een soort van gekruiden brandewijn, vloeit bij stroo men. Ik kende Turken, die per dag vier a vijf liter raki dronken, en ik heb er anderen gekend, die zonder een spier van hun gezicht te vertrek ken, in één teug een waterglas vol cognac of chartreuse uitdronken. De Koran verbiedt, de „zwartachtige be dwelmende vloeistof" te drinken, de puriteinen lezen hier, „iederen gcgis- ten drank" de anderen echter hou den zich streng aan de letter, en dit zijn verreweg de meesten. Alles, wat niet echt Turksch is, ha ten en verachten de Turken. Wanneer die daar niet in vasten dienst is, zal het in den regel aan de .courant over laten te zorgen voor behoud van zijn auteursrecht door de bijvoeging „na druk verboden". De omstandigheden zullen het regelen, of de directie dan wel de auteur die zorg op zich neemt. In normale gevallen zai het verbod niet gesteld worden. Wil de directie een litteraire bijdrage niet voorzien van een verbod tot reproductie, dan zal zij daartoe op verzoek van den niet vasten medewerker verplicht kun nen worden. Practische moeilijkhe- heden zijn niet te duchten, ook, om dat het weglaten van het verbod geen ander gevolg kan hebben, dan dat het stuk in een ander dagblad of tijdschrift wordt overgenomen. Het geheele auteursrecht van het stuk gaat voor den schrijver daardoor niet verloren. 60. Vijftig jaar na den dood van den auteur vervalt de bescherming van het werk. Dan is het werk ge meen goed. Een erfgenaam van den auteur kan dus dan in geen geval meer eenig recht op het werk doen gelden. 7o. Of iemand, die het recht van vertaling kocht, bevoegd is dat met anderen te deelen, hangt in den re gel af van bijzondere bepalingen van het koopcontract. Er kan door den verkooper verschil worden gemaakt tusschen vertaalrecht voor een bock of voor een courant bijvoorbeeld. Is zonder cenige verdere exceptie of voorwaarde -eenvoudig het verta'.ings- recht gekocht, dan is de kooper ge rechtigd, het gekochte" te exploiteeren men hen naar Westelijk Europa brengt en hen daar in aanraking iaat komen met alles wat Europeesch is en be schaving beteekent, dan zullen zij zeer spoedig de gewoonten, den hoed en de kleederdracht van den beschaafden Europeaan aannemenmaar zoodra zij weer te huis zijn, worden 99 pet. hunner weder precies dezelfde Tur ken, die zij waren vóór hun vertrek, en zijn zij nog even vijandig gezind jegens onze Westersche instellingen. -Als voorbeeld van Turksche vriend schap zou ik hier de handelwijze vermelden van twee Turken, wien ik velerlei belangrijke diensten bewezen had en die mij daarvoor met een overdreven dankbaarheid overstelpten, maar die, om bij sommige hooge kringen in een goed blaadje te ko men, mij bij den sultan van de meest alschuwelijke misdrijven betichtten. En dat alles alleen, omdat ik een „giaour", een dier honden of honde kinderen" was, voor welken men in Turkije slechts verachting over heeft. De overgroote meerderheid der Turken verafschuwt ons Westerlingen en regeeringspersonen hitsen het volk tegen ons op. Studenten, politieke vluchtelingen, officieren die in Euro- peesche regimenten gediend hebben, vervallen, zoodra zij in hun land te ruggekeerd zijn, weder in hun vroe gere fout. In Macedonië hebben Turksche of ficieren, die zoo pas nog de Duiische unitorm droegen, zich aangesteld als aanvoerders van rooverbenden, als bandieten en beulen, en in koelen bloede de gruwelijkste misdaden ge pleegd. Kortom, als veroveraars en heer- schers hebben de Turken nooit een andere wet gekend dan hun „bon plaisir", en zelfs de heiligste rechten hunner onderdanen roekeloos met voe ten getreden. 0 Steun voor de verkiezingen in 1913. De penningmeester van Recht en Orde Y heeft van een onbekende een gift van f100 ontvangen tot stijving der kas van Recht en Orde Y. Een mooi voorbeeld, dat op groote schaal dient nagevolgd te worden Want het valt niet te ontkennen, dat aan de kassen onzer Roomsch- Katholieke kieavereenigingen door de periodieke verkiezingen voor ge meenteraad, Staten en Tweede Ka mer in 1913 zware eischen zullen worden gesteld. Een krachtige propaganda kost veel geld. En krachtige propa ganda is noodig, willen we in onze Maasstad in 1913 een even schit terend figuur maken als bij de pe riodieke verkiezingen in 1909. Daarom moeten reeds nu van alle kanten de steunpenningeu toevloeien naar de slecht gevulde kassen onzer Hoomsch-katholieke kiesvere^nigin- gen! Elke gift, hoe klein ook, is wel kom zooals hij wil. Dan kan een recht verkrijgende bijvoorbeeld een feuille ton in meer dan één courant tegelijk laten verschijnen, ook in couranten van meer dan één uitgever, die het vertaalrecht samen koopen. 80. Kans op verlenging van den termijn van invoering der wet bestaat niet. De wet is reeds afgekondigd en houdt de bepaling in, dat ze met 1 November a.s. in werking treedtde toetreding van Nederland tot de Con ventie is reeds door onze Regeering aan den Zwrtserschen Bondsraad mee gedeeld. Al hebben de Kamers niet veel er over gedebatteerd, toch kan van overhaaste behandeling niet ge sproken worden waar het vraagstuk reeds zoovele jaren aan de orde was. 9o. Dat minister Regout in een par ticulier gesprek als zijn meening uit sprak, dat nieuwstijdingen en alge- meene berichten uit buitenlandsche bladen kunnen worden overgenomen zonder bronvermelding, bewijst, dat zelfs een minister zich kan vergissen. Art. 15 is duidelijk. In andere landen is dit Nederlandsche artikel evenwel niet toepasselijk. Buitenlandsche cou ranten kunnen dus berichten uit Ne derlandsche couranten op grond der Berner Conventie zonder bronvermel ding overnemen, waarbij echter be palingen ten opzichte van deloyale concurrentie, niet in de Berner Con ventie voorkomende, zijn in 2cht te nemen. Onze Nederlandsche wet bindt echtc-r ons. 'lOo. Wanneer een uitgever van een blad van een anderen uitgever Men waohte dus niet met geven, tot de dagen der verkiezingen op komst zijn, maar geve reeds nu, opdat onze kiesvereenigingen nog in den loop van dit jaar, en in het komende voorjaar zich goed kunnen voorbereiden, voor den zwaren strijd die haar in Juni 1913 te wachten staat. N. Dbl. te Rott. 0 De oorlog en tfë handelsrelatiën. Bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam is ingekomen een schrijven van de Kamer van Koop handel van het Koninkrijk Servië te Belgrado, waarSij onder mededeeling, dat de Wet betreffende het morato rium in dat land in werking is getre den, wordt verzocht ter kennis van be langhebbenden te brengen, dat zoodra de toestand in Servië weder normaal zal zijn geworden, de handelaren al daar een aanvang zullen maken met het volledig nakomen hunner verplich tingen jegens hunne handelsvrienden in het buitenland. De Kamer te Belgrado spreekt daar bij namens de Servische kooplieden de hoop uit, dat hunne handelsrela tiën in den vreemde alsdan zullen medewerken hun die afwikkeling ge makkelijk te maken. Het origineele schrijven van de Ka mer te Belgrade ligt voor belangheb bende ter inzage aan het Bureau der Kimer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam. Standaard. 0 Door den Balkan-oorlog. Men schrijft uit Limburg aan het Hhld. Aan verschillende steen- en pan- nenfabrieken wordt tengevolge van de ongeregelde aflevering van steenkolen door de Duitsche kolenmijnen reeds de terugslag gevoeld van den Balkan oorlog. 't Ophouden van spoorweg- waggons schijnt de oorzaak te zijn, dat de mijnen de contracten slechts met moeite nakomen en tusschentijd- sche bestellingen onuitgevoerd laten. Reeds zijn er fabrieken, die slechts de helft der ovens kunnen stoken, of wel geheel stil liggen. 0— Beleed iging. De heer E. van Everdingen, te Haarlem, de candidaat van de S. D. A. P. bij de jongste Raadsverkiezing in district 111 aldaar, heeft, gelijk ge meld, een aanklacht ingediend tegen de „Nieuwe Haarlemsche Courant." Het nummer van dit blad van Za terdag bevatte, naar aanleiding van de Raadsverkiezing van deh vorigen dag, (wee artikelen, die de heer Van Ever- di ïgen beleedigend en in strijd met de waarheid acht. In ee i hoofdartikel, getiteld „De af loop der herstemming in district III", wordt in den aanhef omtrent den heer Van Everdingen geschreven De meerderheid der stemmende kiezers in dis riet III een meer derheid van 6 stemmen heeft den Haarlemschen Raad bewaard voor de schande, den agitator van een geïllustreerd blad ontvangt of een premieroman om onder zijn abonnés te verspreiden, dan zullen de gewone regelen van het recht moeten uitma ken wie, zco er inbreuk op het auteurs recht gemaakt wordt, aansprakelijk is. Degeen, die verspreidde, zal degeen zijn, die inbreuk maakte, maar hij zal dan een actie kunnen instellen tegen dengeen, van wien hij het blad of den roman ontvangen heeft. Bij contract kan, om moeilijkheid te voorkomen, dit vooraf worden bepaald. 110. Onder de nieuwstijdingen of gemengde berichten zullen wel te ver staan zijn bijschrijvingen van iets dat gebeurd is, zakelijk verteld, informa ties, mededeelingcn omtrent bepaalde dingen. Een mop, een anecdote kan theoretisch beschermd wezen, maar practisch zal niemand een actie in stellen evenmin als iemand dat doet, aan wien een lucifer of een speld is ontstolen, tenzij de maker der anec dote of mop een ergzuur mensch is 12o. Of, als een Engelsche schrij ver bijvoorbeeld vergunning geeft zijn werk in het Vlaamscli te vertalen, na tien jaar niet m:er het Nederlandsche vertalingsrecht bestaat, is een taalkun dige kwestie. We hebben echter met België een tractaat over het auteurs recht en daarin staat dat men het Vlaamscb en Hollandsch als één be schouwt. In 't algemeen zou men dus kunnen zeggen, dat tot nu toe, met betrekking tot auteursrecht, steeds de opvatting is gehuldigd een Vlaamsche vertaling is een Hollandsche vertaling. den beruchten Matrozenbond, die onze marine ondermijnt, den uit 's lands zeedienst verwijderden op ruier van het personeel der oorlogs schepen, in zijn midden te moeten ontvangen. En in een feuilleton „Zaterdagavond praatjes" heet het van den heer Van Everdingen Gelukkig is de opruier van het zeevolk, de man, die uit de marine is weggejaagd, niet in den Raad geko zen. Onze Raad was dan toch blijk baar net even te goed om zulk een heerschap onder z'n leden te tellen. De heer Van Everdingen verklaart, en hij kan dit bewijzen met zijn pas poort, dat hij ontslag heeft genomen uit den zeedienst en niet is ontslagen. Dat is in 1899 geweest, lang voorde Matrozenbond zich begon te roeren. 0 O n d e r w ij z e r. Vindt gij mijn vraag moeilijk? Leerling. In 't geheel niet, meester, maar het antwoord er op. —0 Zaak Bohreusteiü-Gioranni. Jhr. B. J. G. van Behrenstein, jour nalist te 's-Gravenhage, heeft hooger beroep aangeteekend van het vonnis van de Rechtbank te Middelburg van 18 October jl., waarbij hij wegens beleediging van den vroeger pause lijken zaakgelastigde Giovanni in de „Middeiburgsche Courant" werd ver oordeeld tot f10 boete subsidair 10 dagen hechtenis. De officier van ju stitie bij genoemde rechtbank kwam mede van het vonnis in hooger be roep. 0- Drooglegging. Men seint aan de Standaard uit de Lemmer In de gehouden vergadering van volmachten van het Waterschap de Zeven Gristenijen en de stad Sloten is besloten tot drooglegging van het Lemsterhop. Dit hop is 265 .H. A. groot en is het gedeelte van de Zui derzee, liggende tusschen Lemmer en Kuinre. De zaak D. van Eyk. De Vierde Kamer der Rechtbank te Amsterdam heeft Dirk van Eyk, ge boren te Amsterdam op 7 October 1871, vroeger commissionnair in ef fecten, overeenkomstig den eisch van het O. M., veroordeeld tot drie jaren gev. wegens oplichting van den landbou wer A. A. Ramondt te Sluiskil in de gemeente Neuzen, voor een bedrag van f 60,000. De Rechtbank overwoog, dat be klaagde gehandeld heeft met oogmerk tot wederrechtelijke bevoordeeling en die wederrechtelijke bevoordeeling daarin was gelegen, dat hij, teneinde drijvende te blijven, voortdurend de beschikking trachtte te krijgen over groote geldelijke bedragen, terwijl hij wist dat bij de slechte firiancieele omstandigheden der firma geen voor uitzicht bestond die gelden terug te geven, zoodat een belangrijk nadeel voor de betrokkenen het gevolg moest wezen. Zeker is 't echter niet dat men dit in het vervolg steeds, zonder uitzondering, als vaste regel zal toepassen 13o. Het auteursrecht berust niet bij den stenograaf, die een voordracht gestenografeerd heeft. De auteur kan met hem in onderhandeling treden over het uitgeven. Het recht om de voordracht te publiceeren heeft de stenograaf echter niet, heeft uitsluitend de auteur. Een korter zakelijk ver slag mag een courant steeds publi ceeren. De stenograaf heeft de feite lijke macht om de rede in druk te laten verschijnende redenaar, die improviseerde, heeft de feitelijke macht niet. Dit belet niet, dat het recht bij^den auteur verblijft; hij zal echter bij den stenograaf moeten te- ïecht -komen. Zonder toestem ming van den auteur zal een blad niet van een ieder een stenografisch verslag mogen opnemen. 14o. Het overnemen uit buiten landsche vakbladen zal in de praktijk wel niet die moeilijkheden medebren gen, die men er van verwacht. Men kan trachten die artikelen op goed- koope wijze te verkrijgen. Evenzoo zal het gaan met litteraire bijdragen. Vraag en aanbod zullen zich regelen. 15o. Bronvermelding zal wel vol doende zijn als ze zoo geschiedt dat geen verwarring kan ontstaan met an dere bladen. Ieder geva' moet echter afzonderlijk beoordeeld worden. 16o. Het recht van uitgave of ver talen vervalt 50 jaar na de verschij ning van het werk, a s de rechtheb bende een vennootschap is, die niet Jïe arme daglooner. O Een arme daglooner was zwaartil lend en moedeloos. Hij had 'n vrouw en 7 jonge kin deren en voor hun onderhoud slechts den eerlijken arbeid zijner handen. Altoos weer op nieuw folterde hem de gedachrtezoo ik sterf of ziek word, wat zal er worden van mijn vrouw en kinderen. Voor hem geen oogenblik meer van onvergald genoe gen, want er knaagde iets aan zijn hart, zooals een worm knaagt aan het leven der vrucht, waarin hij verscho len is. Eens dat onze werkman op het land werkte, treurig als altijd en terneer geslagen door zijn vrees voor de toe komst, zag hij 'n paar vogels 'n boschje in vliegen, er weer uitkomen en niet heel lang daarna er weer in vliegen. En toetredend zag hij twee nestjes zitten naast elkaar en in elk meerdere jongen, pas uit den dop gekropen, nog heelemaal zonder veeren. Hij begaf zich weer aan den arbeid, maar kon toch, zooals dat meer ge beurt, niet nalaten van tijd tot tijd op te kijken naar de vogels die kwamen en gingen, voedsel brengend aan hun broedsel. Maar zie, als weer een der moeders komt aangevlogen met vollen bek, schiet een havik toe, grijpt het arme schepseltje, dat nu vergeefs poogt zich los te werken uit de klauwen van den roofvogel en de lucht doet weergalmen van snijdende kreten. Op dat gezicht krimpt het hart van den daglooner meer ineen dan ooit te voren„de dood van de arme moeder zal ook de dood zijn van hare kinderen 1" En hel verlicht grijnst hem zijn eigen toestand weer tegen. „Ook de mijnen hebben niemand als mij. Wat zal er van hen komen zoo ik ben weggenomen." Zijn dag was verder somber droef geestig en den nacht bracht hij slape loos door. Den volgenden morgen bij zijn komst op het veld moest hij toch even gaan kijken naar de jongen van den vermoorden vogel. „Er zijn er zeker reeds 'n paar dood" en hij spoedde zich naar het struikgewas. Tot zijn verwondering vond hij alle springle vend geen enkelen scheen er onder geleden te hebben. „Daar moet ik meer van weten" en hij verschool zich. En jawel, al spoedig hoort hij het ge- tjïlp-ïn-koor van het jonge volkje en toekijkend ziet hij de tweede moeder in der haast het voedsel aanbrengen, dat zij is machtig geworden en er was voor alle en de weesjes werden niet vergeten. Toen verhelderde het strakke gelaat van den werkman. In een duidelijk bceid zag hij de woorden van de H. Schrift geillustreerd„Worden niet twee musschen verkocht voor een penning? en toch zal niet één van haar op den grond Vallen zonder uwen Vader." En nu herinnerde hij zich ook de daaraan toegevoegde woorden, die in de kerk zoo dikwijls langs hem heen waren gegaan „En van u zijn de hoofdharen alle geteld. Vreest dus niet: gij zijt meer waard dan vele musschen." En nu begreep hij ze. Zijn verder leven was vroolijk en zonnig omdat hij vertrouwde op God. sterft. (28, tweede lid). 17o. Bij een boek, dat in afleve ringen is verschenen, geldt voor het berekenen van den tienjarigen termijn, binnen welken eene geautoriseerde vertaling moet zijn verschenen, om het vertalingsrecht niet verloren te doen gaan, als dag van verschijnen die, waarop de laatste aflevering Is gepubliceerd. 18o. Kans dat Nederland nu nog van een of meer bepalingen van de Berner Conventie los komt, is niet aanwezig. Verandering is alleen mo gelijk, zoo die op een herzienings conferentie der Berner conventie na mens Nederland wordt voorgesteld. De bepalingen zullen echter meeval len, ook voor kleine landen als Ne derland. Denemarken en Zweden zijn nu al vele jaren aangesloten bij de conventie en hebben nooit gewenscht er weer af te komen. De Voorzitter sloot te vijf ure de bijeenkomst met een luide toegejuicht woord van hartelijken dank aan den inleider, die met zooveel kennis van zaken, zoo helder en met zooveel geduld en volharding, voor Je talrijke aanwezigen een duistere zaak had be licht. 0

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1912 | | pagina 6