No. 163. Donderdag 9 November 1912. 4e Jaargang. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. Richting': Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG. Gentschestraat C 7 te Hulst. w? Stichter: H. A. van Dalsum. Bierkaaistraat A 28 te Hulst. Gentschestraat B 4 te Hulst. Blfmi GEKOZEN ft IS DE VOLKSWIL REDACTIE: Abonnement per drie maanden NEDERLANDf 0.50. BELGIEfr 1.20. ANDERE LANDEN f 0.80. - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Vrije Woord en voor dien van «Advertentiën. ADMINISTRATIE: DRUKKER IJ: Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25. Fransche Revolutie en Evangelie. o We plaatsen hieronder eene circu laire van den boekhandel tot verkoop van een geschrift van ons. We drukken die circulaire over, omdat ongetwijfeld vele onzer lezers er belang in stellen. Boekh. vh. Gebr. Belinfante Uitgevers Kneuterdijk 3, 's Gravenhage. L. S. Zooeven is bij ons verschenen een belangrijk vlugschrift, waarop wij in het bijzonder uwe aandacht vestigen, nl. Er is geene tegenstelling tnsschen do beginselen ran de Fransche Revolutie' en die van liet Evangelie door H. A. VAN DALSUM stichter van „De Volkswil." De schrijver stelt hierin in het licht hoe de Kerk en de Staat niet tot taak hebben te trachten elkaar te overheer- schen.doch integendeel op harmonische wijze ieder een eigen leven te leven, ieder in de richting door hun eigen taak aangegeven. Hij wijst verder op den verderfelijken invloed ontstaan in het staatkundig en openbaar leven, dat geheel wordt beheerscht door de te genstelling van Revolutie en Evange lie. Het misverstand dat in dezen ge- dachtengang volgens schr. is ontstaan, brengt bij hier onder de aandacht van belanghebbenden en belangstellenden, en biedt hij hun ter overweging aan. De heer van Dalsum biedt zijn ge schrift ter overdenking aan allen die instemmen met het woord van Konin gin Emma toen de Regentes de re geering overdroeg aan Koningin Wil- helmina „Dat Nederland groot zij in alles, waarin ook een klein volk groot kan zijn". In dit geschrift worden achtereen volgens behandeld Inleiding tot de beginselen der Droits de l'homme et du citoyen. De rech ten van den mensch en van den bur ger. Volkssouvereiniteithet begin sel van het Staatsgezag zetelt in het volk zelf, niet in den drager van het Staatsgezag. Gelijkheid voor de wet sluit niet uit de natuurlijke en sociale ongelijkheden. De burgerlijke vrij heid de vrijheid die de maatschap pij aan den burger moet laten. De persoonlijke vrijheidwaarborg tegen daden van willekeur tegen den per soon des burgers. De vrijheid van meening en van godsdienstafschaf fing van den godsdienst als staatsin stelling. De vrijheid van drukpers waarborg van de regeering van het volk door het volk De vrijheid van het eigendomsrechtveroordeelt de willekeurige verbeurdverklaring. Oorzaken van de dwaling der stelling „tegen de Revolutie het Evangelie" lo. het oordeelen zonder te gaan naar de bronnen 2o. het in de Revolutie leggen van beginselen die er niet in liggen opgesloten 3o. den godsdienst willen bevorderen door staatsgezag en politieke partijverhouding 4o. niet kennen van den Christelijk.:;» c.ods- dienst. Staetzucht in de Kerk hui chelarij en versteening des harten Eisch des tijdsscherpe scheiding van kerkelijk en wereldlijk gezag. De Fransche Revolutie is geweest een werk in Gods hand. De beginse len van den modernen tijd zijn de oude beginselen van het nutuurrecht, levende in het gezond verstand des volks.De Christelijke geest volgens Guizot. Er is geen verschil doch misverstand in de staatkundige tegen stellingen. Nederland staat op een tweesprong. De werkelijkheid in Nederland is beschamend. Het goed recht van een volksbeweging langs nieuwe banen. Groen van Pinsterer had voor oogen de uiterlijkheden niet het innerlijke van de Fransche Revolutie Hoe kan een leek de sleutelen heb ben van het Hemelrijk De strijd tusschen Geloof en Ongeloof kan niet worden beslist door overwinning of nederlaag bij een stembus. Het Evangelie heeft niet ten doel den weg te wijzen, hoe de menschen hun tij delijke belangen moeten leiden. De twee eenige beginselen uit he,t Evan gelie met betrekking tot de maatschap pij naastenliefde en rechtvaardigheid. De verklaring van de rechten van den mensch en van den burger is geen maken maar een erkennen van deze rechten. De aanranding van de natuurlijke rechten van den mensch is een aanranden van het recht Gods, dat geschonden wordt in Zijn schep sel. De Revolutie schafte niet den godsdienst af, maar bracht den gods dienst weder terug tot godsdienst. Absolutisme de wil van den vorst is de wil en het /echt van den Staat. Het staatsgezag is dienaar van het alge meen welzijn. De vruchten van het schermen met* het Woord Gods vóór de Revolutie: een godsdienst zonder Christelijke gezindheid in goede zeden, liefde en rechlvaardighefd. Groen's Evangelie woorden en nog eens woor den. De beginselen van de rechten van den mensch en van den burger zijn niet geweest woorden, maar de grondwet van den modernen tijd. Het groote woord der Anti-Revoluti onaire Partij„de Revolutie is het ongeloof in stelselmatigen vorm" is een dwaling. De vermenging van geestelijk en wereldlijk gezag is het ongeloof in stelselmatigen vorm. Protestantsche dwaling: de Kerk eene Staatsinstelling. Katholieke dwaling de Staat eene Kerkelijke instelling. NatuurrechtStaat en Kerk zijn van elkander gescheiden. Pius X wil zelfs niet de geheime bedoeling we reldlijke doeleinden of partijbelangen te dienen. De Volkswil gaat op te gen den stroom van den godsdienst te gebruiken voor wereldlijke doelein den en partijbelangen. Het werk van den heer van Dal sum wordt alom in den boekhandel verkrijgbaar gesteld, teger: den prijs van 50 cents. Uwe bestelling zuilen wij gaarne tegeinoetzien. Hoogachtend Uw. dw. Boekh. vh. Gebr. Belinfante. Een Rijk dat in zich zelf verdeeld is. —o Het schijnt nu wel va ;t te staan, dat het Turksche leger in den striji tegen de Baikanstaten van alle kanten klop krijgt. En onze indruk isdat de Turksche soldaten^moedig strijden, doch dat het officierenkorps geen zelf vertrouwen heeft. Daar in Turkije is het officieren korps in de laatste jaren door partij twisten verdeeld, en dit heeft natuur lijk een a lernoodlottigen invloed op dea geest en de uitrusting des legers. Als de verdedigers van het vader land zich wijden aan partijtwisten, ter wille van de partij zelfs bloedige op standen veroorzaken nog in dezen voorzomer in Albanië, een Turksche provincie, daar valt het vaderland bij den eersten schok in een. Wij kiezen natuurlijk geen partij noch voor noch tegen Turkije, en denken alleen aan. het woord der Schrifteen rijk dat tegen zich zelf verdeeld is, zai vergaan. We staan waarschijnlijk daar in den Balkan tegenover eene wereldgebeur tenis van zeer groote verstrekkende gevolgen, en wel deze 1. dat Turkije ophoudt te zijn een Europcesche grootmacht. 2. het einde van de politiek van het Europeesch Concert, dat is het bankroet der hooge diplomatie, en dit is het bankroet der diplomatie van schoone woorden en laf en gemeen willen en doen. 3. dat de diplomatie zich moet néérleggen bij den krachtigen wil des volks. De wil des volks daar eischt af schaffing van een regeeringstelsel van willekeur om te doen eindigen een onzekerheid van leven en eigendom der onderdanen, doch de diplomatie bleef gevoelloos bij het vertrappen der volksrechten. Deze laatste nu eischen hun rechten en zijn voorne mens hun recht te doen gelden, zoo noodig met het geweer in de hand, tegen de hooge diplomatie. Wij kiezen, zooals gezegd, geen partij, doch wij verheugen ons over den krachtigen volkswil tegen de ge voel- en gewetenlooze diplomatie der groote mogendheden, die z ch (met welk recht aanmatigt het recht om aan de kleine Staten de les te lezen. Dit bankroet der hooge diplomatie is gevolg van het Berlijnsch Congres van 1878, doch nog verder gaat dit bankroet. Dit Berlijnsch Congres lag in de lijn van het Weener Congres van 1815, van welks listen en lagen en streken Louise Miihlbach in haar boe ken zulk een hartverheffend schouw spel heeft gegeven. We zijn geen profeet, doch niet onmogelijk is ditdat uit het bank roet der hooge diplomatie ontstaat de erkenning door deze van de natuur lijke volksrechten, en is dit zoo, dan wordt de wereldgeschiedenis voortge zet in de zuivere lijn van de natuur lijke rechten van den mensch en van den burger, eeuwen lang vergeten en in 1789 weder erkend tegen den wil der hooge diplomatie. Het inter nationaal natuurrecht heeft het dan na 125 jaar tegenstreven gewonnen op het internationaal belangrecht, en wie dit bedenkt zai erkennen, hoe zeer wij door onze uitgaaf van„Er is geene tegenstelling tusschen de be ginselen van de Fransche Revolutie en die van het Evangelie" zijn een man van ouzen tijd. Hunne gerecht'? straf. o Men zal zich herinneren, dat wij in no. 119 hebben gehad een artikel Zij hebben hunne volle gerechtigheid gehad. Daarin schreven we „Ha, zij hebben hunne volle ge rechtigheid gehad, en daarop niets „afgekort door verontschuldiging aan bieden of door bij wijze van boete doening in de boeten bijdragen. „Zij zullen hun volle gerechtigheid „ontvangen, doch niet zooals wij als „eene beproeving in Gods hand, maar „als een straf van den wrekenden arm „Gods. En verder, dat onze beproeving voor ons is geweest een eer, maar die straf van den wal enden arm Gods is geen eer, zij is een smaad. Wij verzoeken zoowel aan vriend als aan vijand om deze woorden goed te overwegen, want dit zijn niet ge weest gewone woorden doch eene verklaring van wat komenmoest. En hoeveel malen is niet reeds ge zegd onder de menschen het is of er eene straf gaat over de vijanden van Van Dalsum En wij verzoeken ook om die woorden goed in het ge heugen te houden, omdat zij de ver klaring bevatten van veel, wat reeds na no 119 (6 Januari 1912) is ge beurd en wat nog gebeuren zal. Er zal volle gerechtig heid geschieden, bij den een in dit leven, en wie de gerechtigheid tegen zich ontvangt in dit leven mag zich gelukkig noemen omdat hij als dan de kans heeft, dat hij zijn valsch- heid en andere ongerechtigheid door zijn smaad heeft uitgeboet vóór zijnen dood, bij den ander in het andere le ven en voor dezen laatste zal de ge rechtigheid verschrikkelijk kunnen zijn, omdat er staat geschreven „Het is verschrikkelijk te vallen in de handen van den wrekenden God." En wel zal volle gerechtigheid ge schieden, omdat wie tegen is, dit is te kwader trouw en dus zich niet zal kunnen verontschuldigen, en wij wen- schen vooral niemand toe om op den dag der volle gerechtigheid te staan in de plaats dergenen, die de aanleg- gers en stokers zijn tot de begane ongerechtigheden deze zullen, als zij niet nog bijtijds van hunne wegen terugkeeren, eenmaal ween.n en knar setanden van spijt en machtelooze woede. Gods wraak heeft den tijd, en daarom komt deze niet tegelijkertijd over allen, doch men kan er verzekerd van zijn, zij zal telkens komen op den j u i s- t e n t ij d en op een oogenbük of als gevolg van feiten waarop men er het minste aan denkt. heett, gezwicht voor de bedreigingen van de zijde der Christelijke Coali tiemannen, zijne benoeming tot ka merlid van Ommen niet aange nomen. In liet Handelsblad vinden we het volgende Door den heer Baron M a- ckay is het volgend schrijven verzonden aan het Centraal Comité van de Christelijk-Historische Unie in het district Ommen. ,,Ik heb de eer U te berichten dat ik geen vrijheid kan vinden de benoeming tot afgevaardigde voor het district Omnen te aanvaarden, i „Als lid van de Christelijk-Hi- i storische Unie, aangesloten aan de coalitie, waar de uitslag der her stemming is gesignaleerd als eene aan de coalitie vijandige uiting van den volkswil is duidelijk dat ik in mijn tegenwoordige staatkundige positie die benoeming niet kan aan vaarden. ,,In den kamp van twee bevrien de staatkundige tegenstanders, als hoedanig ik den strijd bij de tweede stembus heb beschouwd, bevriende tegenstanders zoover als zij beiden deel uitmaakten van de regeerings- partijen, heb ik niet anders gezien dan een meten van krachten, een m i. geoorloofde kamp, omdat de uitslag aan de regeeringsmeerderheid geen nadeel kon toebrengen. „Ik blijk mij in de beteekenis van dien strijd te hebben vergist. Mijne verzekering wordt algemeen uitgelegd in een zin, dien ik, als lid van de bij de coalitie aangeslo ten Christelijk-Historische Unie, niet kan aanvaarden. Die uitlegging is ten eenemale in strijd met mijne staatkundige positie in de vertegen woordiging van stad en gewest. „"Ware mij de beteekenis van dien strijd eerder duidelijk geweest, ik zou niet geaarzeld hebben mij tegen het aanvaarden eener eventueele be noeming te verklaren. .,In deze omstandigheden moet ik thans verklaren de benoeming niet te kunnen aanvaarden/' o Dit blad, bijvoegsel van het Ka tholieke Yolk met Redactie-adres -tichting de Stuers, Maastricht, heeft in zijn no van 1 November 1912, le jaargang no 17 het volgende onder het opschrift „Grafschriften". „Van Dalsum is gestorven „En is nu al bedorven „Eerst was hij klerikaal, „Doch daarna liberaal." "Wij hebben tegen de redactie van dat blad eene klacht ingediend we gens beleediging. Ons karakter en onze richting voor onze richting art. 8 Grondre gelen. Volkswil willenin zake politieke actie laten we door de daad elkander wat waardeeren. Dat blad de Roskam schijnt voor richting te hebben zijn zaak te be vorderen door leden van eene an dere richting uit te schelden en te hoonen, staat dus vierkant tegenover onze richting van elkander leeren te waardeeren. In datzelfde blad vinden we een Duitsch liedje, woorden van „Tt Roskam/ waarin omtrent het Ka merlid Duijs wordt gezegd, dat hij is schaamteloos, grof en ruw. We vinden daarin een plaat, voorstel- stellende een groote mynheer met kleinen kop en groote voeten, waar-

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1912 | | pagina 1