w?
No. 157.
Zaterdag 28 September 1912.
3e Jaargang.
Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst.
Richting: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van
persoon of partij.
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG.
Gentschestraat C 7 te Hulst.
Stichter: H. A. van Dalsum.
Bierkaaistraat A 28 te Hulst.
Gentschestraat B 4 te Hulst.
REDACTIE:
Abonneiiieut per drie maanden
NEDERLANDf 0.50.
BELG1Efr 1.20.
ANDERE LANDEN f 0.80.
- Abonnementen worden dagelijks aangenomen. -
Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven.
Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud
van het Vrije Woord en voor dien van Advertentiën.
ADMINISTRATIE:
DRUKKER IJ:
Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur.
Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing
belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f 0.25.
Het wichtje, door benijders en door
belagers der ware volksbelangen, ge
dacht en gewenscht en gedeukt en
ondermijnd en getrapt en belasterd
als niet levensvatbaar, eindigt zijn
derde levensjaar, en gaat springlevend
en opgewekt en gezond en onbevreesd
en onversaagd zijn vierde levensjaar
in, het levensjaar waarin het verwacht
zijn levenskracht te doen kennen aan
vriend en vijand, het levensjaar waarin
gaat vallen de politieke verkiezing van
1913, de hoop en het vertrouwen in
de zegepraal van het recht van alle
vrienden van het wichtje, dat geen
wichtje meer is doch zijn mannelijke
kracht heeft getoond en gewild reeds
vanaf den beginne en deze kracht
wenscht te behouden en al groeiende
te versterken tot heil van het volk,
tot heil vau het vaderland, tot heil in
de eerste plaats van ons gewest, het
verdrukte en vertrapte en uitgezogen
Zeeuwsch Vlaanderen.
De Volkswil is er niet op uit om
voor nieuwtjesjager te spelen, doch
zij voldoet de belangstelling in wat
omgaat in het volksleven en dit di
rect en indirect beinvloedt; zij geeft
haar eigen oordeel waar de nieuwtjes
kranten zwijgen, en in dit oordeel is
zij een scherp gewet zwaard, dat eer
en recht en waarheid op ridderlijke
wijze verdedigt en den haat en den
leugen en den hoogmoed vernedert en
kastijdt.
Evenals vorige jaren zullen we in
het kort een overzicht nemen van hare
voornaamste daden en oordeelen, zon
der daarmede in iets te willen ver
korten, wat wij in deze kroniek niet
met name vermelden, want, als we
alles wilden vermelden, dan zou ons
geheele laatste nummer van den der
den jaargang niet groot genoeg daar
voor zijn.
In 105 herinneren we er aan wat
het doel is van onze belagersons
te pesten, opdat we eindelijk den
moed zouden laten zakken, maar aan
dit laatste denken we nog niet.
Was in 98 een artikelenreeks be
gonnen van Er is geen tegenstelling
tusschen de beginselen van de Fran-
sche revolutie en het evangelie, in
106 wordt begonnen een artikelen
reeks van De Volkswil en de Revo
lutie na eene tegenspraak door De
Zeeuw, welks artikelen binnenkort in
boekvorm zullen verschijnen bij eene
der voornaamste zaken in den Haag.
In 108 gaven we een reeks artike
len over den oorlog tusschen Italië en
Turkije, wegens welke artikelenreeks
in Berlijn door een man, die de ge
heele wereld bereist en gewoon is de
grootste leidende bladen der wereld
te lezen, werd gezegd dergelijk arti
kel en oordeel zou eeren den hoogst-
staanden staatsman.
In 109 geven we een Pauselijk voor
schrift, waarin aan de bisschoppen
en aan de geestelijkheid van Spanje
met ronde woorden wordt verboden
zich met de verkiezingen te bemoeien,
en beantwoorden we de vraag, hoe
het komt dat de ambtenaren in Hulst
zoo spoedig uitzien naar verplaatsing.
In 110 geven we de afwijzende be
schikking der Koningin op het ver
zoek om gratie wegens de f 300 boete
voor ambtsrapport burgemeester van
Waesberghe, waardoor de Minister
van justitie de Koningin laar beslis
sen, dat zij geen waarde hecht aan
het oordeel des volks, en bespraken
we dg vraag, of de oneenigheid onder
Nederlandsche Katholieken niet het
gevolg is van de ongehoorzaamheid
der geestelijkheid aan den Paus.
In 111 wordt door een inzender
herinnerd aan den rotten toestand in
Frankrijk vóór 1789, wordt bespro
ken, overgenomen uit de Amstelbode,
dat er een Nederlandsche Kardinaal is
benoemd, en wordt naar aanleiding
van de duurte der levensmiddelen ge
wezen op visch als volksvoedsel.
In 112 geven we de Nederlandsche
belangen onder de hoede van Gede
puteerde Staten van Zeeland en wij
zen op den schoonen rol door enkele
Gedeputeerden gespeeld ten koste der
belastinggelden voor de eigen zaak.
113 geeft een verslag van de na-*
jaarszitting der Staten van Zeeland,
maken we eefie aanteekening op het
Pauselijk moto proprio, waarin straf
fen worden bedreigd tegen wie een
geestelijke in rechten vervolgt en ge
ven weder de laagheid onder katho
lieke vlag die maar steeds wordt be
gaan tegen den democraat Daens van
Aalst.
In 114 maken we bekend, dat de
haat tegen volksgezinde priesters ook
leeft in Frankrijk.
In 115 herinneren we aan de slechte
economische gevolgen van credietver-
koopingen door deurwaarders, welk
artikel werd overgenomen door het
notarieel Weekblad en werd bespro
ken in het Deurwaardersorgaan.
In 116 geven we eene verklaring
van artikel 5 onder Grondregelen, er
kenning van wettig gezag in wettige
verlangens, dat deze erkenning dus
uitsluit het gezag der brutaliteit en
willekeur.
In 117 geven we onze afkeuring
tegen een streven in Middelburg, om
de menschen over te halen hun lid
maatschap der Hervormde Kerk te
doen opzeggen en twee kerstverhalen.
In 118 herinneren we, in ons Nieuw-
jaarsartikel, dat, is 1910 voor de Volks
wil geweest een jaar van onrecht op
grond van kerkelijke willekeur, die
in 1911 haar laatste machtelooze po
gingen verspeelde in den vorm van
eer- en broodroof, 1911 het jaar is
geweest van onrecht op grond van
wet.
In 119 zeggen we, dat onze bela
gers hunne volle gerechtigheid hebben
gehad, doordat zij ons lichamelijk heb
ben gebracht tot op den rand des
grafs, doch dat nu voor hen de volle
gerechtigheid gaat komen, niet gelijk
tegen ons als eene eer en beproeving
in Gods hand, doch als eene straf en
schande.
In 120 geven we ons oordeel over
het ontwerp Landarbeidswet, dat wij
oordeelden als onuitvoerbaar.
In 121 geven we een practisch over
zicht wie kiezer zijn en het dooreen
kleine moeite kunnen worden en zeg
gen we eer. woord van dank aan al
len, die voor het herstel onzer ziekte
hebben gebeden.
In 122 geven we enkele, kerkelijke
eigenaardigheden.
In 123 behandelen we de huichelarij
als vorm van wereldsch-gczindheid en
verslag van de Kantongerechtszaak
Louis Herman.
In 124 bewijzen we door de bevol
kingstatistiek district Hulst, dat hier
voor zeer velen geen brood te ver
dienen Is, en waarschuwen we tegen
een tramplan Graauw—Sint Nicolaas.
In 126 worden de stukken overge
drukt van de kantongerechtszaak Her
man met bijvoeging van aanteekenin-
gen. Die zaak werd later, overeen
komstig ons oordeel, door den Hoogen
Raad vernietigd.
127 geeft eene voordracht, of Ne
derland zich kan en moet verdedigen
in geval van oorlog met beslissing
van ja.
128 geeft een overzicht van Luxem
burg en den iaatsten Nassau.
In 129 geven we ons oordeel over
de Tariefkwestie, wat voor gevolg
heeft, dat er zeer vele stukken op
kwamen voor het Vrije woord
130 bevat Zuid-Bevelandsche en
Limburgsche Brieven en het slot van
beschrijving van Oorlogschepen.
131 geeft Eenzaamheid van Fulnaho
en waarschuwt een werkman van Sas
van Gent tegen het loon, dat de
nieuwe fabriek Zelandia wil gaan be
talen.
In 132 geven we een verslag van
de strafzaak Cortvriendt voor het Hof
te 's Gravenhage,. en waaruit door
toedoen van mrV de Wilde, doch tegen
zijn wil bleek, dat verschillende lui
zich lieten ontmaskeren door de eigen
ambtsrapporten.
133 maakt bekehd, dat onze vrome
deken aan een jongeling de Heilige
Sacramenten weigert, omdat hij werk
zaam is op de drukkerij van Cuijle,
waar de Volkswil wordt gedrukt.
134 geeft eene zielkundige verkla
ring, dat een karakter met vollen wil
zich zeiven onteert met voor doel,
daardoor te trachten, ook een ander
te kunnen onteeren en vermelden we
in „Bij het scheiden van de markt"
het schoone afscheidswerk van nota
ris Daey Ouwens.
In 135 wordt, als voldaan, gesloten
de rubriek f 400 boete of 80 dagen
hechtenis voor de zaken Pastoor Schets
en ambtsrapport burgemeester van
Waesberghe, met een woord van dank
aan allen, die er aan bijdroegen.
In 136 geven we Zelandia een
pluimpje, dat zij de Z.VI.-Tramweg
maatschappij begint te begrijpen en
vragen we het oordeel der lezers,
of we zullen openen een rubriek voor
Verkiezingfonds 1913.
137 behandelt de rubber en de
uitvinding tot kunstmatigen rubber.
In 138 ontkennen, we, dat we zijn
tegen de geestelijkheid en worden
afgedrukt de woorden voor den no
taris van Dalsum, marsch, muziek de
Graef.
In 139 besluiten we, als gevolg van
het oordeel onzer lezers, te openen
een Rubiiek Verkiezingfonds 1913.
In 140 en 141 krijgt Luctor et
Emergo hare inlichtingen over wat zij
met de daad ontkent, dat het doel
niet de middelen heiligt.
In 142 geven we ons oordeel over
de Belgische Kamerverkiezingen.
In 143 wijzen we op de opvatting
van fatsoen In onze Tweede Kamer
en vragen we Zelandia of zij wroeging
gevoelwegers broodroof.
144 bevat als ingezonden een oor
deel over een priester in de politiek
en geven we het hoor en wederhoor
in zake het verwerpen van de Bak
kerswet.
145 bevat een oordeel over het aan
bevelen in Huist tot Retraitehuizen, en
een grooten brief vol grieven tegen
ons met een antwoord, welke brief
nog een vervolg heeft in no 147.
146 oordeelt dat de nieuwe komende
tram voor doel heeft het laatste bloed
af te tappen uit Zeeuwsch Vlaanderen,
en heeft eene zielkundige verklaring
hoe Judas er toe kwam zijn Meester
te verraden.
In 147 vragen we, of er wonderen
komen, wegens enkele feiten, en zeg
gen we, dat het is, alsof Onze Lieve
Heer hier bezig is om te zuiveren en
te straffen.
In 148 geven we de beslissing der
Staten van Zeeland over Het doel
heiligt de middelen en wel de mid
delen gebruikt door de Gedeputeerden
Dieleman en Fruytier voor hun eigen
zaak en zak.
In 149 geven we ons oordeel over
het Ambachtsheerlijke veer Kortgene—
Wolphaartsdijk, dat zeer de aandacht
trok ook buiten den gewonen kring
onzer lezers.
Op verzoek van een Oud-Hulste
naar geven we in 150 een verkort
overzicht van de geschiedenis van
Hulst, we waarschuwen daarin den
landbouw van Z.V1. om uit de oogen
te zien, en we beoordeelen de nieuwe
Politieverordening van Zaamslag.
151 bevat Indische brieven en een
gevoelig artikeltje van Fulnaho over
't Geboorteplekje.
Wegens de voorgenomen vliegde-
monstratie in Hulst geeft 152 een leer
zaam artikel over Vliegmachines, sy
steem zwaarder dan de lucht.
In 153 maken we enkele aanteeke-
ningen op klachten over Sociale nooden.
In 154 geven we documenten onder
den titel „Corruptie in onze christe
lijke Regeering?" als gevolg van de
doofpotbeslissing van den Minister
Heemskerk, dat de Raad van State
niet mag beslissen over het feit of
strafbaar is, dat leden van Gedepu
teerde Staten eener provincie hun ambt
gebruiken ten bate van hun eigen zaak
en zak.
155 behandelt de, door het weder,
mislukte vliegdemonstratie van Hulst.
156 bewijst met de stukken in de
hand, de valschheid van Zelandia en
beoordeelt een plan, om in 1913 hier
feest te vieren wegens de onafhanke
lijkheid.
Van het Vrije Woord werd ook in
dezen jaargang een druk gebruik ge
maakt door de abonné's, iets, dat wij
zeer op prijs stellen.
Hoewel notarissen en deurwaarders
weten, dat, om de verkoopingen be
kend te maken, adverteeren alleen in
de Volkswil desnoods voldoende zou
zijn, zoo plaatsen deze de adverten
ties niet, uitgezonderd een enkele keer
notaris van der Moer te Neuzen. En
wel typisch is dit, omdat daardoor
die ambtenaren, hoezeer zij ook spot
ten met het Clubje en zijn orgaan,
hierdoor bewijzen, dat zij aan den
leiband loopen van het Clubje dat zij
zeggen te verfoeien. En hoewel dit
ook weten de winkeliers en menschen
van zaken zoo adverteeren zij toch
niet, omdat zij zeggen „ik moet van
iedereen leven", en geven daarmede
ter wille van misschien 5 p.ct. men
schen een slag in het gezicht aan
minstens 95 p.ct. menschen, doch met
gevolg, met name voor Hulst, dat me
nigeen die wel adverteert en tot steun
onzer vijanden, zijn bloeiende zaak
ziet te niet gaan en de ko'opers zich
voorzien in St Nicolaas of elders.
Zoo straffen de vrees en de slippen-
dragerij zich zeiven.
Eenmaal zal alles recht komen, niet
alleen eerst in het eeuwige leven,
maar voor velen reeds in dit leven,
voor den een tot straf voor den an
der tot eer en zegen.
V erineldeiiswaard.
De verschillende bladen in onze
buurt, de „Vlissingsche Crt." en „De
Zeeuw" vooraan, deden den volke
kondschap dat de rechtbank te Mid
delburg rechtsingang had verleend te
gen Jac. L. A. de Lange, red. van „De
Toekomst", naar aanleiding van een
klacht ingediend door den rijksveld
wachter van Retranchement.
Nou of dat vermeldenswaard is
Waarachtig, 't is zooMaar het
gekste van het geval is wel dat die
De Lange geen uitgever van „De Toe
komst" is, de copie van het bericht
bij den rechtercommissaris inleverde
en dus nu de rechtbank heeft te ver
volgen den schrijver.
In verband met bovenstaande kun
nen we mededeelen dat we Woens
dag op visite waren bij den rechter
commissaris.
We kwamen er tegen op gedag
vaard te zijn als beklaagde in de eer
ste plaats en tweedens omdat in het
bericht niets beleedigends kon steken.
Er was niets positiefs ten laste ge
legd aan den klagenden rijksveld
wachter.
De rechter-commissaris zeide slechts
te onderzoeken. We leverden de copie
van het bericht in en die isgeteekend
J. Veritas en afkomstig uit Retran
chement.
De rechter-commissaris meende dat
die naam geen familie-naam is.
Daarmede hebben wij niets te ma
ken de wet verplicht ons niet te
gaan informeeren naar den Burgerlij
ken Stand van Retranchement of „J.
Veritas" daar woont; wel verplicht de
wet ons den schrijver te noemen en
de copie in te leveren.
De rechter-commissaris meende dat
in den Burgerlijken Stand te Retran
chement geen Veritas te vinden zou
zijn.
Dat konden wij natuurlijk niet helpen.
Maar hoe het ook zij, wij stelden
ons niet verantwoordelijk èn omdat
wij wel zijn redacteur en geen uitge
ver èn omdat we den schrijver noem
den en de copie inleverden.
We konden het maar niet eens wor
den, wij met den rechter-commissaris.
Vooral niet, omdat een vorige maal
ook door Veritas is geschreven een
stuk dat vervolgd werd en we toen
eveneens den schrijver noemden en
de copie inleverden. Verder hebben
we niets meer van de zaak gehoord,
zijn ook niet verder vervolgd, rede
nen, waarom we meenden dat de off.
v. justitie Veritas had gevonden en
met hem de zaak had afgehandeld.
Daar vandaan ook ons protest dat
wij als beklaagde waren gedagvaard
ter instructie.
Ook protesteerden we dat wij zoo
maar tot uitgever zijn gepromoveerd
door de rechtbank, terwijl het vorige
jaar de drie drukkers van het blad,
alle drie als uitgevers zijn gestraft
voor één feit.
Een en ander leidde tot eene ge
zellige discussie met den vriendelij-
ken rechter-commissaris, den heer
Zijlstra.
Maar, hoe vriendelijken voorkomend
de man ook was, we konden het niet
eens worden.
Dat is trouwens wel meer gebeurd
in de instructie-kamer en voor de
rechtbank.
De Toekomit.