De Volkswil BIJVOEGSEL van van 14 September 1912. 16 FEUILLETON. STEFANIE. Burgerlijke stand- Een naclil in Java's oerwoud Een mijner vrienden en lezer van de Volkswil vroeg mij om hem orchi- deën te zenden, ik ging even een kijkje nemen in een kweekerij en daar vroeg men mij zulke hooge prijzen dat ik besloot zelf het bosch in te gaan. De fiets even opgepompt, het geweer nog eens geprobeerd, de revol ver geladen en het veldbed te voorschijn gehaald waren de eerste toebereidse len en daar ging het bergwaarts. Na 25 palen (een paal is V2 Kilometer) grootendeels te voet afgelegd te heb ben, kwam ik in de Dessa „Ngabab" aan den voet van de Dorowati aan, waar ik de eerste nacht zou bivacee- ren. De heldere maan had echter mijn jachllust opgewekt en ik kon niet slapen alvorens ik een wild varken neergelegd had, wat trouwens niet moeilijk was want daar zijn er in overvloed. Den volgenden morgen zou ik pas op de orchideën-jacht gaan, het was niet de eerste maal dat ik in een oerwoud kwam maar wat ik hier te zien kreeg deed mij geheel en al van verwondering stilstaan. Or- chideën, onbeschrijfbaar, maar tevens onberkeibaar, op reuzenboomen vele meters hoog en dik groeiden ze daar, parasiteerend tot de boom er door sterft, en ten langenlaatste omvaltik be sloot dus te zoeken naar omgevallen boomen die ik ook weldra vond, men was mij hier echter al voor geweest en alleen nietswaardige planten waren achter gelaten, waarom ik besloot dieper in het bosch door te dringen. Hoe hooger hoe dichter het geboomte werd. Het is totaal onmogelijk te beschrijven hoe zulke vruchtbaarheid, aangezweept door een zon die geen medelijden kent, en die van geen rusten weet, van het worstelen der woudreuzen die elkander wurgen en verdringen elkander strikken met taaie lianen, hoe ze kleven en kruipen, de woekerplanten, elkander het licht niet gunnend elkander uitzuigen, vergif tigen, naar beneden drukken enz. Daar tusschen stond ik als mensch, een mier in vergelijking met de eeuwe- oude reuzen. Zou ik hier succes hebben De lianen en strikken boden wel een goede gelegenheid aan, om de reuzen te beklimmen, dit was ook de eenige weg, want beneden groeiden zooveel doornstruiken als een mat door elkander, dat van verder gaan geen sprake kon zijn. Zoo wandel den wij over de takken der boomen (Slot). 0— Toen de markies zijn verhaal vol tooid had, riep hij uit O, oom, wat schaam ik mij op die wijze met u te hebben gehandeld Zooluitenant, ik heb het u wel gezegdmaar mij hebt ge niet het diepst beleedigd, voegde de grijs aard erbij met een ernst, waarvan Jan het slachtoffer werd, maar haar. Dat is waar, antwoordde Jan terneergeslagen. Maar ik ben er zeker van, dat zij u vergiffenis zal schenken. Zoudt gij denken zei de jon geling, over wiens gelaat plotseling een uitdrukking van vreugde kwam. Zij is zoo goed, vriend Goed zooals altijd even kin derlijk en eenvoudig Nog veel meer. Als gij eens wist hoe goed en oplettend zij voor mij is; hoe zij mijn zin en mijn smaak zoekt en voldoet, hoe zij alleen aan het geluk van anderen denkt 1 Zoodat Stefanie de la Tremblaye niets te benijden heeft aan mijne kleine Stefanie van vroegere dagen. Niets, Jan. Heeft zij u wel eens over mij gesproken Ja wij hebben even over u ge praat, maar heel weinig. En wat zei zij Is zij mij nog niet vergeten. van de eene op de andere steeds loe rend op buit. Het woud indringen is reeds moeilijk maar nu er uit? Er is immers geen weg, wij deden dus als klein duimpje en merkten el- ken boom en eiken tak die wij ver lieten met ons kapmes. Toen de zon ondeiging bonden wij onze hangmat ten aan twee takken en beproefden te slapen. Jawel mis hoor; daar be gon het concert. Duizenden insecten vormden een fanfare, zoodat hooren en zien verging. Soms dachten wij een auto te hooren, jawel als het geen olifant is? Soms mengt zich de tij ger met zijn gegrom bij het koor of een slang die precies het zeemans fluitje nabootst. Men vindt er verder vogels die het luiden van een klok zoo precies nabootsen* dat men als het ons gelukt is even in te domme len droomt van lang vervlogen tijden toen wij nog in het vaderland waren en het kerkklokje ons ter kerke riep, dan hoort men weder kindergeschreeuw en half slaperig zegt men dan, „wat is die kleine van nacht weer lastig," maar het is de kleine niet, maar een hert dat ergens in een strik van lianen verward zit en wacht tot dat de tij ger het zal komen verlossen. Een kolonie van nieuwsgierige apen komt ons ook wel eens een bezoek bren gen zoodat men van tijd tot tijd een geweerschot moet lossen om hen op een afstand te houden, willen zij niet met onze proviand op den loop gaan. Des morgens werden wij al vroeg ge wekt door den boschhaan met zijn schel 'gekir, en niet lang daarna be gon het matinee gegeven door milli- oenen vogels van allerlei kleur. O, kon men dat beschrijven welke won- derschoone symphonie daar gespeeld werd in deze wonderbare schoone tuin met lustrus en guirlandes, in een lucht van bloemengas zooals men in geen enkele serre vindt. O wonderschoone natuur van Java, is het te verwonde ren dat ik U liefheb en dat ik voor U tot tweemaal mijn vaderland ver liet. Jammer, jammer dat ik geen dichter ben, dan zou ik U, schoone natuur van Java bezingen in einde- looze verzen, boe wonderbaar gij door den Almachtige geschapen zijt... B. D. G. Onze niuscli als Zuid-Amerikaansck burger. Tegen het jaar 1880 zoo vertelt Freiherr Von Schrenk in „Natur" (en de „Zutph. Ct." vertelt het na) sloot een Fransch landbouwer in de buurt van Buenos-Ayres een aantal mus- schen, die hij uit Europa had laten Misschien nog niet, zei de mar kies glimlachend. Nu dan oom, laat mij dan naar haar toe gaan en haar vergiffenis vragen. Neen, neen ga er nog niet naar toe, zei de markies. Gij zoudt haar ziek maken, de arme kleine, met al die ontroeringen, die gij haar aandoet gij hebt haar ontvlucht, wat moet zij daarvan gedacht hebben en hoe is zij te moede na zoo'n voorval Ik moet eerst eens met haar praten, en dan zullen wij eens hooren, hoe zij over u denkt. Dan kunnen wij eens zien. Als gij met haar spreekt, zeg haar dan tenminste, dat ik het niet wist, dat ik zoo'n spijt er over heb. Dat zal ik doen. Zeg haar ook, dat ik altijd aan haar gedacht heb, daar ginder in Pa rijs, dat haar beeltenis mij steeds voor oogen scheen te staan Nu, nu, luitenant I Wanneer zult gij klaar zijn Als ik u alles moest laten zeggen, wat ik moest overbren gen,' dan zou het te lang duren Wees maar gerust, ik zal mijn best doen en uw zaak bepleiten. Maar op één voorwaarde. Welke Dat gij onmiddelijk de Merlinière verlaat. Stefanie kan elk oogenblik terugkomen, en ik wil niet, dat zij u hier nog vindt. Ga naar onzen vriend Henriet. Vertel hem, wat hier is voor gevallen. Gij kunt heel den nacht over Stefanie blijven doorpraten als gij wilt, want hij is bijna even opge komen, in een ruim vogelhuis op. Met haar berustenden aard en haar stoïcijnsche opvatting van de ramp spoeden dezer wereld, wisten de mus- schen spoedig het verlies harer vrij heid te vergeten en door gemis aan bezigheid opgespaarde kracht aan te wenden tot een intensievermeerdering van haar soort. Hierbij was het ge zegende klimaat van Argentinië, dat geen onderbreken van het broeden eischt, haar een groote steun, zoodat men elke week met Frits Reuter zou hebben kunnen zeggen „Bi Sparlings is hüt Kinderbeer". (Bij de familie Musch is vandaag kraamvisite). Zoo kon dan ook weldra de volière den bestendig groeienden musschen- troep niet meer bergen en de estan- ciero vond hierin aanleiding den on- aanzienlijken bewoners de vrijheid weer te geven. Het scheiden viel hem gemakkelijk, daar ze in de ge vangenschap een paar onhebbelijke eigenschappen hadden verworven dief achtigheid en krakeelzucht. Nauwelijks was de gouden vrijheid herkregen en de landstreek „en pa trouille" verkend, of er werd krijgs raad gelegd en besloten de Zuid-Ame- rikaansche musschen niet meer te ont zien dan de Europeaan te zijner tijd den Indiaan had verschoond. De in- landsche soort moest dus uitgeroeid of voor 't minst verdrongen worden uit de oude geërfde woonplaatsen. Dadelijk daarop werd van de reeds bezette astancia's uit de aanval geleid tegen de villakwartieren, de perken en de marktpleinen der hoofdstad. Overal zegevierde de Europeesche indring ster en was spoedig meesteres in Bue nos-Ayres. Tegenwoordig zal men moeite heb ben de oorspronkelijke Zuid-Ameri- kaansche musch in de provincie Bu enos-Ayres terug te .vinden. Deze staat tot haar naamgenoot ongeveer als een edelknaap tot een straatjon gen zoowel in aantal als manieren. Zij is kleiner, vertoont fijner lijnen, draagt een kuifje en een rooden band in den nek en is tot haar ongeluk veel verdraagzamer dan haar tegen standster, ofschoon ook zij het met andere vogels moeilijk kan treffen. Weet in Europa geen ander dier te genover den mensch zijn burgerrech ten zoo onverkort te handhaven als onze musch, in Zuid-Amerika voelt ze zich nog vrijwat meer. Evenals ieder Amerikaansch burger als lid van het „pueblo soberano", souvereine volk, een zekeren trots ten toon spreidt, treedt ook onze musch daar op met een zelfbewustheid en een zelfvertrou wen, die onze bewondering moeten wekken. Dat de heerlijke marmeren paleizen en monumenten slechts op gericht zijn om haar rustplaats te ge ven is voor de musch de natuurlijkste zaak ter wereldeveneens zou het verloren moeite zijn haar te willen overtuigen, dat de dak^n en veranda's van villa's en bureaux niet alleen be stemd zijn voor den bouw van haar liederlijke nesten van stroo, vodden, lappen en papiersnippers. Verwijdert men vandaag twee nesten, morgen zit ten er drie. Onder het devies „Merkt euch der Grundsatz für das Leben wonden als gij over mijn nicht, denk daar wel aan En dan zult gij mor gen Henriet meebrengen. Ik heb hem beloofd, dat ik bij het eerste ontbijt het beste na uw terugkeer, voor hem een plaatsje open zal houden. En dan Jan zult hij haar wederzien. De grijsaard hield even op en den jongeling de hand toestekend, voegde hij er bij Morgen zal het een schoone dag zijn beste jongen. De luitenant drukte zijn pleegvader de hand en liep snel de laan in. Hij liep vlug en vroolijk, zooals op den dag, toen hij, twee jaar te voren aan Stefanie ging mededeelen, dat zijn oom geen bezwaren meer hebben zou tegen hun huwelijk. Maar zijn vreugde was r.u niet dezelfde. Het was niet de opgewonden, aan dronkenschap grenzende vreugde, die trachtte zich in het rond te verspreiden en den hemel en de aarde doorkruiste om voedsel te vinden. Het was een meer bedaarde vreugde, maar daarom des te grooter, die zich zelf meer meester was. Jan verdiepte zich in zijne herinneringen en zijn ge dachten. Al de rampen van tegen spoeden van vroeger hadden hun scher pen angel verloren, en, als zij nog in zijn geest opkwamen, was het als een tegenspelling met de vreugde van thans. Stefanie, die sedert eenigen tijd de stem van haar oom niet hoorde, was inmiddels besloten naar huis terug te keeren. Ongerust, bleek nog van ont roering ging zij langs het groote huis- Nehmt Alles, was Ihr kriegen könnt. Am Grosmut wird kein brot vergeben Und's schmeckt am besten ungegönnt hebben zij Zuid-Amerika veroverd. O— Bosch kape He. Huwelijks-aangiften. 21 Aug. Franciscus Destombes, oud 29 j., jm. en Apolonia Rosalia Kouij zer, oud 25 j., jd. 29 Aug. Antonie Sophia Maria Boddaert, (van St. Jan steen), 28 j., jm. en Louisa Maria van Laar, oud 24 j., jd. Geboorten. 17 Aug. Maria Catha- rina, d. van Johannes Adolphus Koo- Iegem en van Christina Mel. 27 Aug. Angelina Catharina, d. van Johannes Gelderland en van Virgina Vaal. Zuitldorpe. Geboorten. 17 Aug. Anna Maria Francina, d. van Fran ciscus Alphonsus Josephus de Block en van Olga Barbara Eduarda van de Calseijde. Overlijden. Honorine Kamoem, oud 51 j., echtg. van Eduardus Antonius Waelput. Overslag. In deze gemeente hebben geene aangiften plaats gehad. Sas van Gent. Huwelijks-aangiften. 23 Aug. Pieter Henderikus Johannes de Groff, oud 41 j., weduwn. en Maria Pieternella Renique, oud 38 j., wed. 31 Aug. Victor Augustus De Roo, oud 26 j., jm. en Anna van Kessel oud 22 j., jd. Westdorpe. Huwelijks-voltrekkingen. 22 Aug. Cyrillus René Kalle, oud 27 j., jm. en Romanie Stephanie Marie De Vos, oud 25 j., jd. Geboorten. 20 Aug. Maurice Emillus, z. van Theophilus de Maertelaere en van Philomena Augusta Laurëijs. 31 Aug. lrène Stephanie, d. van Gustaaf Philemon Franciscus Vermast en van Louisa Christina Briquet. Overlijden. 23 Aug. Leonia van Loo, oud 51 j-, echtg. van Joannes Franciescus Simoen. Clinge. Huwelijks-aangiften. 21 Aug. René Charles Joseph de Rechter, oud 29 j., jm. en Emma Justina de Bock, oud 25 j-, jd. 24 Aug. Hendrik De Vos, oud 31 j., jm. en Amelia Ade- laida Kint. oud 36 j., jd. Huwelijks-voltrekkingen. 21 Aug. Theophile Eduard Van Broeck, (van Vracene). oud 30 j., jm. en Joanna Veneranda De Bruijne, oud 30 j., jd. 28 Aug. Theodorus Desiderius Bleijen- berg, oud 23 j., jm. en Maria Fran- cisca Clementina Verbist, oud 21 j., jd. Geboorten. 17 Aug. Joseph Petrus Maria, z. van Johannes Baptiste Fran- ckaert en van Mathilde Franken. 19 Aug. Juliana, d. van Camiel Daelman en van Maria Josephina de Rijck. 17 Aug. Louise Marie, d. van Charles Louis de Keijzer en van Maria Fran- cisca Merkx. 29 Aug. Ferdinandus Ludovicus, z. van Alphonsus Boeck- ling en van Mathilde de Weijn. Overlijden. 27 Aug. Clothildad'Hooge, oud 25 j., echtg. van Constantinus Johannes Penneman. St. Jüusteen. Huwelijks-aangiften 30 Aug. Alouisios de Vos, oud 33 j., jm. en Maria Francisca Pijck, oud 28 j', wed. pad, dat slechts door een ouden muur, die op verscheidene plaatsen afbrok kelde, van de laan was gescheiden. Zij hoorde den stap van Jan, die heenging. Hij is het, dacht zij. En, een ope ning in den muur bemerkende, die door den tijd was gemaakt en die alleen door den klimop was dicht ge groeid, stak zij haar hoofd tusschen de bladeren, die als een kroon vorm den om haar gelaat. Zij zag, dat Jan reeds ver was. Maar zich voorover bukkende had zij uit den ouden muur een steen losgewerkt, die naar bene den viel. De jongeling keerde zich op dit gerucht om. Hunne blikken ontmoeten elkander. Het was slechts even, maar Stefanie had in zijn blik de vreugde kunnen lezen. Haastig ging zij achteruit. „Hij gaat dus niet heen, hij is vroo lijk en opgeruimd, hij is mij nog niet vergeten dacht zij. Jan liep terug, naar de opening, waar hij Stefanie gezien had. Zij was er niet meer. Hij keek zoekend den grooten tuin rond, maar bemerkte het jonge meisje niet meerreeds had zij haar oom opgezocht. XX. De heer Henriet ontving Jan met uitroepingen van vreugde. Zij aten te zamen in de groote met tegels be vloerde eetzaal, die met een keuken de geheele benedenverdieping besloeg van het oude huis. Na het maal zet ten zij zich neder onder den schoor- Huwelijks-voltrekkingen. 23 Aug. Antonius Pieters, oud 23 j., jm. en Eulalia van Hoeij, oud 28 j., jd. Geboorten. 18 Aug. Albertus, z. van Franciescus Ludovicus de Potter en van Louisa van Eek. 26 Aug. Alouisius Pharaildus, z. van Clemen tina Aerts. 29 Aug. Emma Maria, d. van Rochus Biommaert en van Maria Leonia Nachtegael. Agnes Ma ria, d. van Emile Theophile Steijaert en van Mathilde d'Hooghe. 31 Aug. Maria en Joseph, d. en z. van Augus tus Augustinus de Rechter en van Eli sabeth de Maaijer. Overlijden. 19 Aug. Maria Jacoba Pauwels, oud 49 j., echtg. van Fran ciscus de Smet. Graauw. Huwelijks-aangiften. 24 Aug. Josephus de Rooij, oud 30 j., jm. en Anna Maria van Gimst, oud 24 j., jd. Geboorten. 3 Aug. Josephns Alo- isius, z. van Eduard van Wesepoel en van Clementina van Laere. 8 Aug. Josephus Cornell's, z. van Alphonsus Verschote en van Elisabeth van de Lavoir. 10 Aug. Pieter Cornefis, z. van Jacobus Cornelis Boogaart en van Maria Christiana Geene. 21 Aug. Magdalena Paulina, d. van Petrus van Gimst en van Apolonia Louisa de Block. Emerie Franciscus, z. van Al phonsus de Koning en van Melanie Vlasveld. 23 Aug. Maria Levina, d. van Josephus de Rijcke en van Louisa Maria Malcontent. Overlijden. 3 Aug. Josephus Ge- rardus Heije, oud 4 m., z. van Johan nes Franciscus en van Sophia var Steenbergen. 25 Ang. Lucia Louisa d'Haens, oud 3 m., d. van Alphonsus Andries en vanScholasticaMeerschaert 27 Aug. Leonardus Franciscus var de Voorde, oud 2 m., z. van Alphon sus en van Cornelia Vleeskens. Hengstdijk. Geboorten. 8 Aug Josephus Judocus Jacobus, z. van Pe trus Judocus Pauwels en van Rosalii de Koning. 14 Aug. Idionie, d. var Angnes Bloemen. 17 Aug. Eugeniu- Jacobus Eduardus, z. van Eduardu: Verschueren en van Maria Anna Ros seel. 29 Aug. Anna Maria, d. vai Petrus Stekelinck en van Louisa vai den Berghe. Koewacht. Huwelijks-vol trekkingen 16 Aug. Augustus Sturtc-wagen, ou< 43 j., jm. en Maria Christina de Dauw oud 29 j., wed. 27 Aug. Theophih Anguste Suij, oud 26 j., jm. en Augus ta Maria de Maeijer, oud 29 j., jd. Geboorten. 18 Aug. Alma August Maria, d. van Edemondus Leopoldu de Schepper en van Mathilda Schel faut. Martha Seraphina Lucia, d. va Camile van Rumste en van Mari Josepha Breijaert. Clara Sijlvia Al phonsina Maria, d. van Albert Ferdi nand Joseph Marie Dierick en va Irma Maria Josephina Plasschaert. 2 Aug. Alphonsus Joannes Hippolytu: z. van Dominicus Franciscus Herma en van Augusta Maria Baert. 29 Aut Augustinus, z. van Jan Francies Vei meire en van Solvia Buijs. 30 Auj Gerardus Louis, z. van Seraphinu van Regenmortel en van Hortensia d Sij. Overlijden. 18 Aug. Maria Julian steenmantel en begonnen een gespre dat geen einde nam. De heer Her riet vertelde hem in bijzonderhede alles, wat hij van Stefanie wist e wijdde bij voorkeur in den breede u over de onvergelijkelijke eigenschaj pen van zijn buurmeisje. Jan wei niet moede zijn gastheer aan te hot ren, en hem; nu en dan een woord ertusschen te brengen weer op stret te brengen als hij met spreken o{ hield. Toen zij eraan dachten a scheid van elkander te nemen merl ten zij met verwondering, dat h reeds middernacht had geslagen. D belette den luitenant niet voor dag t dauw uit de veeren te zijn. Hij lit naar het venstereen lichte nevel hii over de wijnstokken, waaruit zich hi en daar eenige noteboomen verhievi en eenige opgeschoten perzikboome die geheel rooskleurig waren in bloesems. Geen wolkje was er a; den hemel te ziende windwijz wees naar het Zuid-oosten. De d; zet goed in, dacht Jan. Hij 'trok zijn mooiste uniform aa die een knecht den vorigen dag Angers was gaan halen, en wandel de kamer door met groote passé terwijl hij tevergeefs trachtte een hal bladzijde te lezen in een verhand ling over landbouwkunde, die op t fel rondzwierf, neuriede een deunt ging eindelijk, ongeduldig, dat hij d heer Henriet nog niet hoorde opstaa vast besloten aan de deur van d goeden man aankloppen. 't Is mooi weer, mijnheer He riet, prachtig weer

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1912 | | pagina 5