Van alles wat.
praktijk anders d|n alleen uit de Volks-
wilpartij,. die alléén in de Provinciale
Staten van Zeeland een vertegenwoor
diger heeft, levert deze zaak op het
bewijs van dit feitdat alleen de
Volkswilpartlj openlijk erkent de plicht
van rechtsfatsoen in het openbare
leven.
Hebben de heeren, die zwegen of
tegenspraken wel gedacht aan deze
nuchtere gevolgtrekking
We plaatsen hier het afschrift van
het volgende verzoekschrift.
Aan
Hare Majesteit de Koningin.
Qeeft eerbiedig te kennen
Hendrik Albert van Dalsum, lid van
de Provinciale Staten van Zeeland,
wonende te Hulst.
Dat in die Staten een geschil is
over de toepassing van art. 57 2e lid
der Provinciale Wet
Dat vaststaan en partijen het eens
zijn over dit feitdat de Provinciale
Staten van Zeeland hebben verleend
een subsidie en een renteloos voor
schot aan de Naamlooze Vennootschap
de Zeeuwsch Vlaamsche Tramweg
maatschappij, gevestigd te Neuzen,
opgericht bij akte, den 20 Juni 1911
verleden voor den notaris P. Adama
Zijlstra te IJzendijke, opgenomen in
de Nederlandsche Staatscourant van
2 Augustus 1911 no 179;
dat twee leden van Gedeputeerde
Staten van Zeeland zijn oprichters-
aandeelhouders en vormen met nog
een derde buiten dat college den Raad
van Bestuur der Maatschappij die zij
rechtens aan derden verbinden en
door welken Raad derden rechtens
aan die Maatschappij verbonden wor
den
en dat de Provinciale Staten aan
hun subsidie en voorschot voorwaar
den hebben verbonden, welker na
koming moet worden goedgekeurd
door Gedeputeerde Staten, waarvan
twee leden rechtens de Trammaat
schappij vertegenwoordigen
Dat in de najaarszitting 1911 akte
is gevraagd van dit feit, en van de
meening van een lid der Provinciale
Staten, dat die twee leden hebben
overtreden art. 57 2e lid der Provin
ciale Wet, en ten slotte, dat het col
lege van Gedeputeerde Staten ver
meent, dat dit wetsartikel niet is over
treden
Dat het standpunt van Gedeputeerde
Staten is:
a. dat die twee leden wel zijn
„beheerder" van de Trammaatschappij,
maar dit niet is „gemachtigde" in den
zin van art. 57 2e lid,
b. dat wel de provincie voorwaar
den verbindt aan haar subsidie en
renteloos voorschot, onderworpen aan
de goedkeuring van Gedeputeerde
Staten, maar deze goedkeuring is „een
wassen neus", vermits, de eigentlijke
goedkeuring wordt beslist door het
Rijk,
en c. dat „goedkeuren" van de
subsidievoorwaarden iets anders is
dan „uitspraak" van 57 2e lid, ver
mits hier onder uitspraak wordt ver
staan „uitspraak als administratief
rechterlijk college"
Dat het standpunt van rekwestant
ia
a. dat de bestuurder van een Naam
looze Vennootschap als zoodanig is de
gemachtigde van deze
b. dat, als het goedkeuren van
voorwaarden, door de provincie ver
bonden aan een tram subsidie, slechts
Is een wassen neus, het alsdan is een
beleediging van de Provinciale Staten,
door hen over de voorwaarden te la
ten beraadslagen en stemmen
en c. dat goedkeuren en uitspraak
doen zijn twee woorden van dezelfde
beteekenis, vermits in de gevallen,
waarin wordt „uitspraak" gedaan, de
Gedeputeerde Staten slechts de Pro
vinciale Staten vertegenwoordigen.
En dat in de Provinciale Staten
geen beslissing is gevallen, alleen
over de zaak is beraadslaagd, en dit
ook niet anders kon, vermits de Pro
vinciale Staten alleen kunnen beslis
sen over een besluit van Gedeputeerde
Staten, als deze art. 58 der Provinciale
wet hebben toegepast en dit niet is
geschied.
Dat hij de beslissing over dit ge
schil onderwerpt aan Uwe Majesteit.
't welk doende.
H. A. VAN DALSUM.
Hulst,
22 Juli 1912.
Proviiiciale Wet.
Art. 57 2e lid. De leden van
Gedeputeerde Staten mogen in zaken,
die aan de uitspraak van Gedepu
teerde Staten onderworpen zijn, niet
als gemachtigde werkzaam zijn.
Art. 58. Die met het vorige, ar
tikel in strijd handelt, of, enz. iwordt
in zijne betrekking door Gedeputeerde
Staten geschorst, tot de eerstkomende
gewone of buitengewone zitting der
Staten.
De Staten beoordeelen het geval
en doen, indien zij den geschorste
schuldig bevinden, na deze vervallen
te hebben verklaard, eene nieuwe
keuze.
Loonsvermindering.
Uit de laatste Volksbanier nemen we
over het volgende stukje van B.
We vragen zou deze patroon lid
zijn van de in manufactuurzaken on
der „Zwarte bende" bekende firma?
Een poosje geleden had een patroon
te Leiden in gemaakte onderkleeding
op eenig stuk werk al een verminde
ring van loonprijs ingevoerd, variee-
rende naar grootte gemiddeld geno
men 5 ct. per 12 stuks; dat was na
eenig tegenstribbelen door de naai
meisjes aangenomen.
Nu is die patroon zoo menschlie-
vend en heeft voor zijn personeel
nieuwe machines laten komen, welke
gedreven worden door electrische
kracht en ook aan laten leggen elec-
trisch licht. Zeer mooi, zult u zeg
gen, dan behoeven die meisjes niet
te trappen en niet zoo hun oogen uit
te kijken des avonds.
Maar wat is nu het mooiste Daar
voor houdt nu die patroon van het
alreeds verkorte loon nog van het ge-
heele loon dat zij des weeks verdie-
dienen 10 pet. af voor de dekking
der electrische installatie.
Van de pl.m. 40 meisjes die daar
werken kunnen er ongeveer 3 het
loon halen van 7 a 8 gulden, die
dus nu krijgen f 6.30 a f 7 20 per
week, omdat zij er al jaren zijnen het
mooiste werk voor haar wordt uit
gezocht, terwijl de anderen het sala
ris van 3 gulden halen, buiten de
meisjes die er pl.m. 12 a 14 jaar zijn
en op vast geld werken van f0.50
tot f 1.5011
Zij kunnen daarbij nog ongelukkig
zijn met naalden breken, daar wordt
voor iedere naald die zij breken 3 ct.
afgehouden en voor te laat komen
5 ets.
De prijzen van dat stukwerk zijn
nu ook niet zoo schitterend b.v.
Manspantalons grootste maat de
12 stuks 70 ct.
Overhemden de 12 stuks 1.25
Vrouwenhemden
grootste maat de 12 stuks 48 ct.
Sloopen met overslag
en 2 zoomen de 12 stuks 24 ct.
Nu wordt er gewerkt van des mor
gens 7 uur tot des avonds 6 uur, voor
een salaris van plm. 3 gulden waar
van zij nu krijgen f2.70, daarvan gaat
nog af voor het breken van naalden
6 ets., dus een meisje die de heele
week hard heeft gewerkt krijgt al
f 2.64.
Die naaimeisjes hebben daar geen
genoegen mede genomen en vroegen
om den patroon te spreken, die he
laas juist 's morgens naar het buiten
land was vertrokken. Nu moeten zij
wachten, tot dat de patroon terug
komt, en wie kan dan zorgen, dat
hun oude loonstelsel wederom wordt
ingevoerdAlleen zij, die zich zul
len vereenigen en bij de thuiskomst
van hun patroon moeten staan als een
geheel.
Daarom dan naaimeisjes, organiseert
u, opdat ge dan allen kunt zeggen
„patroon wij wenschen ons loon liefst
hooger maar niet kleiner, wij willen
werken, maar laten niet met ons spot
ten.
Vooruit dan, organiseert u en u zij
de zegepraal.
Uit <le Pers.
De prikkel der bescherming.
De „Gelderlander" komt weer eens
op het voorbeeld van Duitschand
De productiewaarde van het Duit-
sche Landbouwbedrijf bedroeg in 1900
rond zeven en een half milliard. Thans
is die tot veertien milliard gestegen.
Nooit heett Duitschland zoo'n prach-
tigen bloei van zijn landbouw beleefd.
Het was in den Christelijken Me
taalarbeidersbond, die zijn vergade
ring dezer dagen te Dortmund hield,
dat deze opmerkingen door Dr. Beusch,
uit Munchen-Gladbach werden ge
maakt.
Maar wat heeft die opbloei van den
landbouw met het metaalwerkersbe-
drijf te maken
Op die vraag geeft dan de „Geld."
dit antwoord
De Duitsche boer is een koopkrach
tig man geworden, een vlot afnemer
vaa de produkten der industrie. En
het is het toltarief, dat den boer krach
tig gemaakt heeft, dat hem geleerd
heeft uit den grond te halen, wat er
uit te halen is, dat hera practisch heeft
leeren arbeiden.
En hetzelfde toltarief heeft hem tot
afnenier gemaakt van de Duitsche in
dustrie, omdat die goedkooper en
even degelijk kon leveren.
Zóó heeft het Duitsche tarief op
bewonderenswaardige wijze ingegre
pen in heel den economischen toestand
van het groote Rijk.
En al zullen wij niet zeggen, dat
dat Tartef oo'k het onze moet worden
al moet er rekening mee gehouden
worden, dat in de eerste jaren althans de
handel bij een zwaar tarief schade kan
ondervinden als wij zijn, wat Duitsch
land dooi zijn tarief geworden is, dan
lachen wij wat om die kunstmatige
bangmakerij, die in het Kolkman-ont
werp een ramp voor ons vaderland
wil zien.
Zelfs wat den handel betreft, gaat
Duitschland Engeland langzaam over
vleugelen. Nog is Engeland, met zijn
reuzenvoorsprong van een tiental ja
ren terug, Duitschland vooruit. Maar
Duitschland wint, en Engeland ver
liest.
„Het beschermend tarief, aldus Dr.
Beusch, heeft den vrijhandel overvleu
geld, omdat het tot inspanning dwingt
van alle sluimerende krachten, een ra-
tioneele verhouding der bedrijfskrach-
ten vordert en prikkelt tot uitvindin
gen op alle gebied."
Het Vrije Woord voor
Abonnés.
o
Weledele Heer.
MEER LICHT!
Ziedaar het simptoon, hetwelk zich
heeft geopenbaard na Uw antwoord
op mijn tweeden brief.
Dat voor mij over alles nog niet
het volle licht uitschijnt, komt, door
dat ik me op sommige punten, die
dan gelukkig maar van ondergeschikt
belang zijn, wensch te reserveeren.
Dit kan feitelijk ook niet anders, ge
zien de verschillende denkwijze en
onderscheidingvermogen bij elk mensch.
Ten eerste dank ik U voor de vele
bevestigende antwoorden Uwerzijds.
Verder gelieve UEd. me nog eenige
kantteekeningetjes te veroorlooven, ten
einde voor mijn medestanders, die ik
niet ten allen tijde kan bereiken, de
voor hen eventueel nog duistere pun
ten te belichten.
Inzake priester Fonteine en de chris
ten-Democraten zult U me eenige re
serve wel niet ten kwade duiden.
Dat door een spontaan arbeider een
gedicht op hem (priester Fonteine)
is gemaakt zegt zoo weinig, ver
tolkt nog zoo weinig de waarde der
partij en van den persoon. Want hoe
is b.v. om me tot één persoon te be
palen, de heer Fruytier niet opgehe
meld voor hij Kamerlid voor het dis
trict Hontenisse was en ook later nog.
Een man, uit één stuk, geboren en
opgegroeid uit en met het volk, vol
komen op de hoogte van de belan
gen van het district. En welke zijn
zijn bemoeiingen in het belang van
het district geweest Welke daden
heeft hij reeds gesteld Wat is de
vrucht van zijn jaren lidmaatschap
der Volksvertegenwoordiging Dat
hij thans wordt genoemd de groote
zwijger van Hontenisse En toch
gingen spontaan de kiezers voor hem
het strijdperk inEn toch waren
zij eertijds unaniem overtuigd van alle
goede hoedanigheden die men op
goedkoop papier van hem mocht lezen 1
Priester Fonteine is voor mij nog,
tot tijd en wijl ik andere dingen van
hem zie, dan mij bekend zijn, sociaal
democraat.
De afgevaardigde Daens heeft de
wijziging in de onderwijswet voorge
steld, zegt U. Ik heb dat niet gewe
tets. Maar is het dan niet meer dan
noodig, tegenover zijn volgelingen
eenige reserve in acht te nemen. Want
door rechts te bestrijden, bestrijden ze
dan meteen hun eigen leider, want
rechts verdedigt het voorgestelde ont
werp. Waar bovendien de heer
Daens vrijheid ook voor het onder
wijs wil hebben, vrijheid en gelijk
heid, daar zoudt ook U dit voor ons
land billijk moeten achten, alleen reeds
door Uw beproefd rechtvaardigheid-
gevoel. Inzake de Belgische Staats
schuld spreekt U vele ware woorden.
Het geld wordt ten koste gelegd aan
werken van algemeen belang, spoor
wegen, havens, kanalen enz. Volgens
uit Atlas Universal overgenomen sta
tistiek is de schuld per hoofd veel
grooter dan in Nederland zegt U, maar
toch betaalt men in België nog op
geen stukken na zooveel belasting niet
als ten onzent. Wel een bewijs dus,
dat België bloeit, ondanks en wej-
licht tengevolge zijneer groóte schuld.
Overigens zou ik niet graag zeggen,
dat de Rechtsche Regeering nu op eik
gebied even fair heeft gehandeld, maar
wat met die 300 miliioen schatkist
bons b.v. is gebeurd, bewijst toch
nog volstrekt niet, dat de Rechtsche
Regeering, zooals de Oppositie aan
den volke wil diets maken, het land
ter ondergang voert. Daarvan is toch
nog geen enkel simptoom te zien.
Over het kiesrecht daar is reeds ge
noeg gezegd. Het moge nog even
gezegd, dat, al ligt er misschien eenige
grond van onbillijkheid in het hui
dige, wat ik, als medestander op dat
terrein van „de Maasbode" niet kan
beamen, het toch ook zijn vóór heeft,
de sociaal-democraten zoolang moge
lijk te weren. Want daarmede weert
men tegelijkertijd de revolutie met al
hare gevolgen.
Ten opzichte der vrijmetselarij en
wat ik daarover heb gezegd dank ik
U hartelijk v oor Uw antwoord. U
Weet dus, wat het doel der Loge is
en U zegt het ook. Meer behoef ik
niet.
Wat betreft de Z.VI. Tram meen ik,
dat nog iemand U daarin openlijk
heeft gesteund. Althans in „de Maas
bode" hebben over dat onderwerp een
tweetal artikelen gestaan die nog al
pijn schenen te doen, aangezien de
Nieuwe-Zeeuwsche Courant er met
kracht tegen van leer trok.
Die andere stukjes van Peerke den
Belg heb ik ook gelezen. Maar het
zijn juist die stukjes, die zoo'n eigen
aardig licht op den dichter werpen.
Gif met stroop
Ik kom nu aan het eind van mijn
beschouwingen. Mijn medestanders
en ik hebben U weer beter leeren
waardeeren. Thans is de toestand
helder verlicht en trekken we ons
dreigementen in. Wij zijn U en U is
de Onze. Wij hopen, dat de over
kant consequent op U zal stemmen.
Iemand zei me, aan de overkant wil
men liefst een redenaar. Het schijnt
dus dat mijnheer Fruytier een rede
naar was Wij hebben dat nooit ge
weten. Maar wat we wel geweten heb
ben en nog weten is, dat we in U
zullen gevonden hebben iemand, die
w e r k e 1 ij k voor de belangen van
het district wenscht op te komen. Wat
we nog weten is, dat in bekwaam
heid en doortastendheid U het he
melsbreed van den heer Fruytier wint,
waarom de Kiezers van de overkant
wel mogen worden aangespoord, toch
vooral hierop te letten. Redenaars
zitten er in de Kamer meer dan ge
noeg. Daar wordt reeds veel te veel
nationale tijd verloren gepraat.
Inmiddels blijf ik met de meeste
hoogachting, na U nogmaals van mijn
warme toegenegenheid te hebben ver
zekerd.
De Hontenisser briefschrijver.
o
I>e voorgestelde Tarief-
wet.
Het wordt tijd dat ik nog even den
heer S. beantwoord. Lang heb ik ge
wacht, ik beken het gaarne. Evenwel,
indien men me van verschillende zij
den niet had gevraagd of ik me over
wonnen gevoelde dan had ik het er
bij eelaten uit vrees in herhalingen te
zullen treden. Wat toch doet de heer
S. Hij brengt alles, wat de verschil
lende inzenders nu weken achtereen
tot in den treure hebben aaneenge
schreven en toegelicht nog eens weer
in een kort bestek, maar netjes in een
nieuw pakje gestoken naar voren. Zie
lezers, daar zou je de geeuwhonger
van krijgen. Reeds in mijn eerste,
allereerste stuk over bovengenoemd
onderwerp beweerde i k, dat sommige
artikelen niet werden belast van welke
men het billijkheidshalve zou hebben
mogen verwachten. Waarom dat dan
nu nogmaals herhaald.
De heer S. valt erover, waar ik in
zake klompenmakershout van produc
tie of beter, overproductie spreek. Of
nu iets wordt voortgebracht door den
bodem of door menschenhanden en
of dat proces zich na dagen of na
jaren voltrekt, het blijft toch produc
tie, voortbrenging zeker. Is dat nu
de moeite waard om er zoo'n boom
(om in de lijn te blijven) over op te
zetten.
Ik heb maar willen betoogen en
volgens de klompenmakers is nu dit
wonderwel gelukt, dat, wanneer door
invoerrecht gesteund de Nederland
sche klompenmakers zullen gaan pro-
duceeren, wat thans door Belgische
wordt ingevoerd, dit zeker niet inhoudt,
dat dan daarom de klompen duurder
zouden moeten worden. En is dit nu
zoo'n moeilijke rekensom. Thans ver
dienen de klompenmakers aan deze
zijde der grens met moeite een stuk
brood. Maar verdienen doen zij in elk
gevaj en wel aan iqder paar kjorapen
een beetje. Gesteld nu, dat zij de
heele productie in handen krijgen, dan
is hiervan toch het directe gevolg, dat
hun winst, ook zonder de prijzen te
verhoogen, in belangrijke mate zal
toenemen. Bovendien, en gelieve dit
vooral niet over het hoofd le zien, U
die zoozeer voor arbeidersbelangen
strijdt, op welk terrein, hetzij gezegd
ik U niet gaarne wat zou toegeven,
zal dit ook aan vele klompenmakers
knechten gelegenheid bieden, hun v. k
loonend uit te oefenen, waar zij nu
ver van vrouw en kinderen in een
vreemd land en onder vreemde men-
schen met grondwerk daarin moeten
voorzien. En wanneer nu de Bel
gische exporteur tengevolge van het
tarief geen klompen meer in Holland
kan plaatsen, zal dan het hout niet
goedkooper worden door de minder
vraag.
Wees gerust, mijnheer S, ik volg u.
Feitelijk worden de boomen weer niet
goedkooper, want al vermindert de
vraag in het Binnenland, Nederland
sche klompenmakers komen dan ter
markt en zoo blijven de prijzen sta
tionair. Alleen is er nog eenige kans
op goedkooper worden, n.l. wanneer
de Nederlandsche klompenmakers pas
op hoorik val weêr in herhalin
gen, hun toevlucht willen nemen
tot coöperatief aankoopen
en laten vervoeren. De trans
port zou dan veel goedkooper zijn,
ziet U.
Nog even wat over demid-
denstanders. Ik ben er ook één
en kan het dus weten. Kijk eens,
mijnheer S, wij middenstanders komen
nu met moeite rond, maar toch, wij
verdienen. Wanneer nu door de Ta-
riefwet ter ééne zijde ontstaat een
grooter en koopkrachtiger publiek, (U
hebt volstrekt niet bewezen, dat zulks
niet zal gebeuren, daar u slechts ééne
categorie en dan nog slechts zeer op
pervlakkig zonder er verder in door
te denken, hebt genoemd) ter andere
zijde en als gedeeltelijk gevolg daar
van een grootere omzet, dan ligt het
toch voor de hand, dat het dan den
middenstander, ook zonder verhoo
ging van prijzen beter zal gaan. Want,
ten eerste zal hij minder rekening
moeten houden in zijn prijsbepaling
met dubieuze debiteuren en ten tweede
zal zijn bedrijfskapitaal meerdere ma
len worden omgezet. Veronderstel, hij
werkt met een bedrijfskapitaal van 1000
gulden en dit wordt thans 10 maal
per jaar omgezet met een winst van
5 procent netto, dan geeft dit 500
gulden nettowinst. Maar, wanneer de
Tariefwet er is wordt zijn omzet
b.v. P/2 maal zoo groot, dan wordt
zijn winst dus, doordat zijn bedrijfs
kapitaal inplaats van 1 0 m a a 1 15
maalin goederen en weder
in geld wordt omgezet ook P/2
maal zoo groot is 750 gulden.
Zie mijnheer, dit is ook een reken
sommetje, en ik geloof niet, dat U
daar veel op zult weten af te dingen.
Om nu van alle verder noodeloos
geschrijf verschoond te kunnen blij
ven, wil ik nog wel even herhalen,
dat dit mijns inziens alleen kan en
mag gelden voor artikelen, die ook
in het eigen land kunnen worden
voortgebracht. Luxe-, genot- en weel
de artikelen, ik zeg het U nogmaals
nu, dienen belast en hoe zwaarder
hoe beter, al was het, dat de schat
kist erdoor overhield. Lang genoeg
trouwens zit men daar met de han
den reeds in het haar. Ik sluit hier
mede met den hertgrondigen wensch
dat zoo spoedig mogelijk het Ont-
werp-Tariefwet ten zegen van Land
en Volk in het Staatsblad als vol
dongen feit moge verschijnen... Ik
dank U, mijnheer de Redacteur voor
de plaatsruimte en blijf met hoogach
ting
ALPHONS BAL.
- Lamswaarde, 24 Juli 1912.
O
Een voorbeeld.
Een Engelsch parlementslid, Will
Crooks, verhaalt uit zijn eigen leven
een voorval en wij willen 't hier na
vertellen, omdat 't een les bevat voor
de duizenden werklui, die herbergen
bezoeken.
„Ik was, vertelt Crooks, de streek
door gereisd om werk te zoeken en
vond, in Londen gekomen, eindelijk
een baantje. Ge kunt u voorstellen,
hoe blij ik was op den eersten beur-
avond. Ik ging op pad om het mij
gedane voorschot terug te betalen
en dan per trein naar huis te gaan,
toen ik een hand op den schouder
voelde
„Will, we gaan Vrijdags allen naar
den „Spoorweg", allen."