No. 147.
Zaterdag 20 Juli 1912.
3e Jaargang.
Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst.
RichtingVoor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van
persoon of partij.
VERSCHIJNT ELIEN ZATERDAG.
Gentschestraat C 7 te Hulst.
w?
Stichter: H. A. van Dalsum.
Bierkaaistraat A 28 te Hulst.
Gentschestraat B 4 te Hulst.
DE ¥0
REDACTIE:
Abonnemeut per drie maanden
NEDERLANDf 0.50.
BELGIEfr 1.20.
ANDERE LANDEN f 0.80.
- Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - - -
Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven.
Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud
van het Vrije Woord en voor dien van Advertentiën.
ADMINISTRATIE:
D R II K K E R IJ
Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur.
Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing
belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f 0.25.
Twee brieven en een ant
woord daarop.
o—
De eerste brief is de vorige week
moeten blijven liggen, en de tweede
is van deze week.
Getrouw aan ons devies van hoor
en wederhoor en bevreesd voor geen
enkele beschuldiging laten wij de beide
brieven hieronder volgen. Alleen la
ten we de handteekening, evenals den
eersten keer weg om dezelfde reden,
dat de schrijver wil geacht worden
niet zoozeer weer te geven zijn eigen
meening, als wel de gedachten van
meerderen.
Ziehier dan de brieven.
Hontenisse, 10 Juli, 1912.
WelEdele heer.
Uw antwoord op mijn schrijven, te
gelijk met de inhoud "daarvan opge
nomen in „de Volkswil" van 6 Juli
j.l. heb ik gelezen.
Wellicht meent U, dat mijn schrij
ven, hetwelk, zooals U wel zult be
grepen hebben, particulier was en
vertrouwelijk door Uw antwoord vol
doende is ontzenuwd en weerlegd.
Het ware voor mij een vreugde, in
dien ik dit kon beamen.
Mijn schrijven, het kan zijn nut heb
ben, het nogmaals te releveeren, was
persoonlijk en vertrouw e-
1 ij k tegenover U. De verschillende
punten, erin genoemd, zijn slechts van
verre aangeduid, omdat lk meende, dat
U voldoende ermede op de hoogte
zoudt zijn, om een'objectief oordeel
er over te vellen. Ik verwachtte dus
door IJ duidelijk, naar waarheid be
antwoord te worden. Wat ben ik in
mijn verwachtingen teleurgesteld In
plaats van duidelijk, beknopte uiteen
zettingen niets dan zijdelingsche spron
gen Niets dan ontwijkingen, ver
draaiingen en ontwrichting van mijn
brief. Hier en daar zelfs, wellicht on
bewust, zijn drukfouten ingeslopen,
die aan sommige punten een geheel
ander aanzien geven, dan hetwelk was
bedoeld.
En het ergste n.l. de vraagpunten,
die mijn mcdevoelenden en ik zoo
hartgrondig gaarne ontkennend door
U zouden willen beantwoord gezien
hebben verdoezelt U of bèantwqord
u op een1 rnanier dié' ons bitter in U
teleurstelt.
Maar komaan, U hebt het gezegd.
U wilt dat op aües het volle licht
^ai vqilen. ik ook. (k zal dan zeg
gen wat we van U niet en wat wel
in Uw antwoord hadden verwacht.
Wat betreft de vraag omtrent Pries
ter fonteine, bekent U, daarop niet
ie kunnen ingaan, omdat U hein niet
kent, persoonlijk noch van karakter.
Ik vraag Uwaarom hem dan be«»
wierookt Over wat men niet kent,
mag men toch niet de loftrompet ste
ken, omdat menschen van zekere par
tijrichting in hun partijblaadje wel
daarmede simphatiseeren.
Het eciesaluut aan de Christende
mocraten isbeslistonverdi end.
Sla s.v.p. eens open de Volkswil van
23 Maart 1912. Daarin neemt u over
een paar stukjes uit „De Vrije Klok"
van Ninove. Lees die eens over. Is
niet scandaleus wat daar zoo maar
klakkeloos wordt neergeschreven, lk
vraag aan U, mijnheer van Dalsum,
is dat daar waarheid, onvervalschte
zuivere waarheid. Ik mag, ik kan me
piet vergissenU moet en U zult
zéggen'; dat is sociaal-democratisch
jn den overtreffenden trap. Dat af
schuwelijke smalen op de Belgische
Regeering, op de bewaarders, de kat
holieke bewaarders, het is weerzin
wekkend. Die oproep aan het
Vlaamsche Volk om niet te stemmen
op de Katholieken, het bewijst maar
al te duidelijk de waarheid van mijn
beweren dat de z.g. Christen-demo
craten slechts varen onder vreemde
vlag. Zij vergeten te zeggen, waar
aan de Belgische Regeering de ge
vraagde millioenen, die thans als
staatsschuld op het grootboek parais-
seeren, heeft ten koste gelegdEn
wanneer de regeering zich afslooft,
zooveel zij kan om het onderwijs op
billijke basis langs goede banen te
leiden, dan steunen zij de regeering
in haar lofwaardig streven 't Mocht
watZij schreeuwen met al wat links
is mede over rechtsverkrachting, macht*
misbruik enz.Er zit nog veel meer
in die paar stukjes, maar ik geloof
wel, dat U me zult toegeven, het hier
voorloopig wel mede te kunnen doen.
Neen, waarde heer, zeggen ik ben
Christen-democraat en het programma
van mijn partij is gebaseerd op de
onvervalschte Christelijke beginselen.
Zulks geeft niets. Men moet er ook
naar doen, anders vervalt men in veel
dieper fouten, daar die met degenen,
die men bestrijdt, aanwrijft. Ik wensch
U geen geluk met een eventueele ken
nismaking met de Christen-democra
ten en dokter J. v. d. Brink. Wat de
laatste als kapelaan mogelijk geweest
is, kan thans geen opgeld doen. Hij
is gevallen
Wat de za^k algemeen kiesrecht
betreft, deze kan slechts de liberalen
benadeelen op een vreeselijke wijze,
lk handhaaf echter in zooverre mijn
bewering, dat het voor de sociaal-de
mocratie enorme voordeelen zou mee
brengen. Ten bewijze, dat het hui
dige kiesrecht in België nog niet zoo
onrechtvaardig is als U wel meent,
beschouwd dan uit een oogpunt van
nationaal belang verwijs ik naar het
hoofdartikel in „De Maasbode" van
9 Juli 1912, Avondblad.
Peerke den Belg is een katholiek
dichter. Maar dan verkies ik de Kat
holiciteit van den eerste den besten
Roïterdamsche jopper verre dsarho-
ven. Die kan schelden, ja maar
brut, wild, plat en onstuimig; maar
niet zoo verfijnd venijnig en giftig als
uw Katholieken dichter. Qp welke
categorie van mensphen zou soms dat
gedichtje in „de Volkswil" van 25
Mei 1912 opgenomen, bedoeld zijn?
Op de geestelijkheid, nietwaar. En
kunt U daaruit lezen, dat het slechts
slaat op enkele bepaalde geestelijken
Ik niet. Monsterachtig is het, om der
gelijk gif zoo druppelsgewijze aan het
volk toe te dienen. En het wordt in
zoo'n grappigen geestigen vorm gego
ten en met zoo'n heerlijk sausje ge
kruid en het draagt zoo'n onschuldig
opschrift (Beleefde vraag) dat er als
't ware van wordt genoten, voor men
het gezien heeft. Men proeft den bit
teren nasmaak niet. Meer gedichtjes
van dat heer las ik reeds. Het lust
me echter niet, ze de revue te laten
passeeren.
Wat de amendementenkwestie aan
gaat er is hier van eigenaardig
heid, ik wil gelooven dat U geen ne
venbedoelingen aan dat woord vast
knoopt, geen sprake. De commissie
van voorbereiding zal toch na de
woorden van c!gn hfcer Lohman wel
tot een gelijke overtuiging gekomen
zijn als den heer Lohman zelf? Ik
zou het eigenaardig vinden, ware het
anders.
Van de Graef hebben de meeste
Uwer lezers reeds meer dan genoeg,
althans van zijn stukken. Van hem
hebben zij allerminst lessen in zeden
leer, deugd en christelijk-weten noodig.
Betreffende de situatie aangaande
de Vrijmetselarij ontwijkt u me alweer,
U weet toch wel wat br.\ Boes was
en wat hem in zijn kwaliteit als amb
tenaar door de regeering werd opge
dragen. U weet toch eveneens op
welke manier br.'. Boes daarover door
de Loge is lastig gevallen? En al
was U dit mogelijk ontgaan, dan mag
ik toch van U wel veronderstellen,
dat U weet, met welke taaie volhar
ding en voorbeeldeloozen ijver, een
betere zaak waardig, de geheime macht
der Loge voortdurend bezig is de
Katholieke Kerk over al haar geledin
gen voortdurend te bekampen. En
een bestrijding, die in het duister, in
de donkerte van clublocalen geschiedt
is niet fair, is niet van mannen van
eer.
U moogt in berichtjes, als door mij
gesignaleerd grappen zien, goed. Iets,
wat men zich onderling veroorlooft
kan ook ik als zoodanig accepteeren,
maar bij het Handelsblad moeten der
gelijke pijltjes dienen om de zooge
naamde volksverdomming te bewijzen.
Bertus is Katholiek, vriend van
Kramer, zegt 0. Dit kan best waar
zijn. Ik ken meer Katholieken, die
liberaal, zelfs socialist, neen nog veel
erger dan beide te samen zijn. Ik
ken er zelfs, die met het masker der
schijnheiligheid rondloopen, die ge
vierd worden en op de handen gedra
gen, die men ten troon voert en be
wierookt als de edelsten, die de maat
schappij kan voortbrengen, maar die,
wanneer men maar even een tipje
van het scherm mag opgelicht zien,
U doen terugdeinzen van afschuw en
U den adem benauwen voor de ver
rotting en den pestwalm die van hen
uitgaat, die U doen vragen wat is er
dan eigenlijk goed, als dergelijke fiere
edele mannen dergelijk vandalisme
ongestraft jaren mogen voortzetten.
Zie, mijnheer, zoo ken i k er. En is
het dan wonder, dat ik Bertus, bij
wie ik allerminst zooiets, als boven
genoemd zou durven veronderstellen,
tot de liberalen of socialisten reken,
ofschoon U hem Katholiek noemt.
Zijn bestrijding van de regeering
in meerdere nummers van Uw blad
i s geen b e s t r ij d i n g. Het is
slechts bijtende satire, honend spot
tend met het door hem zoogenoemde
spelletje in den Haag. Wat Uw Zuid-
Bevelandschen briefschrijver betreft
in Uw nummer van 23 Maart 1912
komt van de hand van dien heer een
artikel voor en als U nog even wilt
nagaan, wat hij daar zegt over deTa-
riefwet en Staatspensioneering, dan
zal U mijn bewering duidelijker zijn.
Ontkent hebt U niet, dat die heer tot
de Vrijzinnige? partijen behoort;
ik hoop, dat U het nu zult willen be
kennen Kritiek op de verhandeling
over Oestercultuur bedoelde ik aller
minst. Maar ik bewaar wat me het
bewaren waard lijkt en zoodoende
vond ik bewust nummer terug bij mijn
verzameling wetenswaardigheden.
Zeker, in zake Kroondomein hebt
U qnbevooroqrd.eelt gehandelt. Daar
om eert een groot deel van het volk
U nog. En niet alleen daarom, maar
om vele andere dingen, in Uw ant
woord genoemd. Uw streven voor
boerenbond, boerenleenbanken e.a.
was edel, groot, getuigde van zelfop
offering en naastenliefde, maar U weet
zeer goed, dat daar slechts het begin
en niet het einde lag. Nog veel wer
ken van Charitas bleven wachten. U
kunt dus nog niet op Uw lauweren
rusten.
Voer slechts de door mij genoemde
uit. Het initiatief moet niet uitgaan
van de menschen voor wie het noo
dig is, maar van bovenaf komen. Dat
is gebleken tijdens Uw actie voor de
boerenleenbanken e.a. Ik zeg nog
maals, sticht een nieuwe kiesvereeni-
gingU zegt, de R. C. Kiesvereeni-
ging is niet ontbonden, dus heeft niet
afgedaan. Maar een dood paard is
ook een paard en toch heeft het af
gedaan. Ditzelfde is op de kiesver-
eeniging toepasselijk.
Uit de kas der kiesvereeniging wer
den de gelden voor het steunen der
candidaten gehaald. Dat kondt U ook
doen en dan was de rubriek overbo
dig Ik zie de rubriek in Uw blad
waar ook Uw antwoord aan mij in
voorkomt, nog eens in. Wat staat
daar? Omdat baas jan f0,10. Edu-
ard is bang f 0,20. Omdat de Kromme
enz. Omdat de vrouw enz. Omdat
Mie en Stiene enz. Zijn dat simpa-
thiegiften Is dat niet hatelijk Ko
men die van zelfbewuste menschen,
die geen onrecht op hun ziel laten
smoren Genoeg. Het zal wel ko
men, zegt U. U hebt meer vertrou
wen daarop, dan ik, naar het schijnt.
U zegt, al mijn arbeid, al mijn zor
gen enz. hebben voor doel, om dit
volk katholiek te doen blijven. Zeker.
U verdrukt het volk allerminst, ook
helpt U daaraan niet mede. Maar
kweekt U wel aan naastenliefde, ver
draagzaamheid, vergevensgezindheid
U zult me tegenvoeren, doet een an
der dat Maar waar een ander doet,
wat hij moest laten geeft dat ons nog
niet het recht hetzelfde te doen, we
staan dan gelijk. En dat U zich te
gen aantijgingen verdedigt, wie zal het
kwalijk nemen, maar wanneer U
om elk feit, Gf het U persoonlijk of
een ander of onbekende treft, de ko
lommen van Uw orgaan vult met re-
pressaillemaatregelen, dan beseft U
wellicht niet, dat het volk dan veel
verder gaat dan U bedoelt. Niet ieder
is in staat, dergelijke zaken tot de
juiste proportie's te begrenzen, en zoo
wordt dikwijls een grief tegen b.v.
één priester op de geheele geestelijk
heid geschoven.
Onder f ij n e n worden dan spoe
dig veel meer anderen dan zij, die U
bedoelde!, gerangschikt en wanneer het
volk bij hen, die het moeten leiden
door hun intellectueel en maatschap
pelijk hooger staan, geen goeden meer
ontdekt, om in de lijn te blijven, waar
om zou het dan zelf goed blijven.
Ik wensch niet, dat U doet als hetz-
bladen, die het voor van iets dat zij
bestrijden, niet willen zien of hooren.
Allerminst. Zoo is ook mijn ver
zoek om niet zoo alles toe te laten
bedoeld. Maar dingen, die beslist
verkeerd en afkeurenswaardig zijn,
hoeft U toch niet toe te laten Zoo
veel recht hebben toch Uw abonné's
niet op. het vrije woord Dan werd
het een verzameling van pamfletten
instede van een baak waar men zijn
eerlijke inspiratie's mag komen verkon
digen.
U kunt wel degelijk door alle
richtingen tot Kamerlid gekozen wor
den. U hoeft Dixhoorn niet te pro-
pageeren als tegenwicht tegen de steeds
sterker opdringende anti's. Kom in
de plaats van mr. Dieleman b.v. met
een Katholiek. Wordt die gekozen,
dan hebben we dat tegenwicht ook
en tevens nemen dan daardoor de Kat
holieken bezit van een zetel waarop
zij alleen werkelijke rechten kunnen
doen gelden.
Onderwijs is voor mij een zaak van
opvoeding en men moet er zich veel
aan gelegen laten liggen, in welke
richting dat geleid wordt. Wij eischen
van U, dat U niet zult medehelpen
aan de sistematische voortdurende ach
teruitzetting van het bijzonder bij het
openbare. Gelijk recht voor allen,
dat zij Uw leus.
Waar ik stelde mijn vragen in zake
middenstandsche belangen is het niet
mijn bedoeling U van een en ander
te betichten. Uw voorbeeld moge
goed zijn maar de bedoeling was te
vragen, zult U, eenmaal Kamerlid den
middenstand daadwerkelijk hel
pen steunen.
Hiermede heb ik nogmaals een aan
tal vragen gesteld als antwoord op
Uw antwoord. Ik hoop dat U me
niet van nevenbedoelingen zult ver
denken. Kuiperij of huichelarij zij
verre van me. Maar nogmaals ik
weet, dat alles hierin vervat door U
zal worden geaccepteerd. Zooniet
dan zie ik me tot mijn leedwezen
verplicht me met velen van U af te
scheiden tenzij U betere argumenten
tot weerleggen van het gereleveerde
bijbrengt.
Inmiddels met de meeste hoogacht
ting enz.
o
Hontenisse, 15 Juli, 1912.
We/erf. heer.
Verwondering en blijdschap maakte
zich van mij meester, en ik had een
oogenblik spijt mijn antwoord op Uw
verweerartikel gepost te hebben, maar
dan toch ook maar een oogenblik,
toen ik Zaterdag Uw blad las.
Welk een verschil, wat een geheel
andere geest geeft dit nummer te ge
nieten tegenover wat we een tijd lang
gekregen hebben. Een prachtartikel
over de vrijmetselarij, een roerend in
m'emoriam over den moeizaam gestre
den en toch verloren strijd tegen de
Z. V. Tramwegmij, en een rubriek,
het doet me goed het te mogen con-
stateeren, %dat U in Uw antwoord ge
lijk hadt, toen U zeidet, het zal wel
komen, enkel vol simpathiegiften.
Zou het liegen zijn, wanneer ik zei,
dat ons volk het slechte moet worden
verweten, om het goede te zien gebeu
ren. Ik meen te mogen zeggen, dat mijn
brief veel goede gevolgen heeft gehad,
zonder me daarom daarop te verhoo-
vaardigen.
Ik meende dat die brief zou zijn
in het belang van Uzelf, van Uw Ka-
mercandidatuur en van U.w geheele
paitij. lk meende als vriend ver-,
plicht te zijn het geschokte vertrou
wen in U en Uw orgaan zoo moge-,
lijk te herstellen en te versterken. En
daarom nam ik mijn toevlucht tot het
omschrijven en U toezenden van al
de grieven in mijn vorigen brief sa-*
mengevat en in bovenstaande nog na--
der omschreven. Scherp heb ik wel
iswaar de grenzen gesteld maar ik
ben niet gewoon, gehandschoend op
te treden, opzitten en pootje geven,
behoort niet tot mijn gewoonten. Bo
vendien, ik meen ons volk voldoende
te kennen om te weten, dat het van
zoetsappigheid en femelarij niet houdt.