No. 141. Zaterdag 8 Juni 1912. 3e Jaargang. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. Richting Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT ELICEN ZATERDAG. Gentschestraat C 7 te Hulst. w? Stichter: H. A. van Dalsum. Bierkaaistraat A 28 te Hulst. Gentschestraat B 4 te Hulst. i1et verdrukte vlaanderen. DE EEDACTIE: Abonnemeut per drie maanden NEDERLANDf 0.50. BELGIEfr 1.20. ANDERE LANDEN f 0.80. - Abonnementen worden dagelps aangenomen. - - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Vrije Woord en voor dien van Advertentiën. ADMINISTRATIE: DRUKKER IJ: Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25. Luctor et Emergo krijgt hare inlichting. III. Als men ter hand neemt een oude kaart van het vroegere graafschap Vlaanderen, dan vindt mtn, dat Vlaan deren eertijds bestond uit a de tegenwoordige Belgische pro vincies Oost- en West-Vlaanderen. b het tegenwoordige Zeeuwsch Viaanderen. en c het tegenwoordige Noordweste lijke deel van Frankrijk, nu uitma kende een deel van het Departement du Nord en vroeger bekend als Fransch Vlaanderen. In den tijd dat Vlaanderen nog on verdeeld was bloeide het land door zijne nijverheid de lakennijver heid en door den wereldhandel van Brugge. Vlaanderens macht destijds berustte vooral op hare vijf groote steden Brugge, Qent, Ieperen, Rljssel en Dowaai. De bron van haar voorspoed lag in de Vlaamsche weefsels, waarvoor de grondstof de wol geheel uit Engeland moest worden betrokken. Vlaanderen was wel een vrij, zelf standig gewest, doch Frankrijk beweer de, dat het leenroerig was van Frank rijk, gelijk indertijd het graafschap Hol land werd geacht, hoewel vrij en zelfstandig, leenroerig te zijn van den Duitschen Keizer. Gelijk Duitschland zoo was ook Frankrijk vroeger verdeeld in graaf schappen, hertogdommen enz., die zelfstandige erfelijke vorsten hadden graven, hertogen enz. en leen mannen waren van de Fransche Kroon. De politiek van het Fransche Ko ningshuls was in de middeleeuwen de kracht der leenmannen te breken, hunne zelfstandigheid te doen ophou den en Frankrijk te maken van een samenhang van kleine rijken tot een aangesloten geheel. Deze politiek werd ook gevoerd tegen Vlaanderen en zij strekte reeds toen, om Frankrijk uit te breiden langs de Noordzee tot aan de Schelde. Deze politiek van Frankrijk is mis lukt door de kracht van verzet van het Vlaamsche volk, en het is dit verzet, bekend als de bevrijding van Vlaan deren, waarvan in 1902 de zeshonderd- jarige herdenking werd gevierd, dat Vlaanderen als zelfstandig gewest bleef bestaan. De politiek van samensmelting van Vlaanderen met Frankrijk werd niet alleen nagestreefd van uit Frankrijk, zij vond steun in Vlaanderen zeiven, met name bij meerdere graven zeiven, bij den adel en bij een groot deel vooral bij de aanzienlijke poorters. Deze voorstanders van de Fransche politiek hadden den naam van Leli- aerts en waren eigentlijk landsverra ders. De Fransche taal burgerde, vanuit het hof tot adel en poorterij, meer en meer in, en met gevolg, dat men reeds toen had twee talen in Vlaanderen het Fransch de taal der hoogere stan den, het Vlaamsch de taal van de volksklasse. Was de Fransche politiek erop ge richt, om de zelfstandige gewesten te vernietigen, ten opzichte van Vlaan deren had Frankrijk nog te voeren een geestelijken strijd en wel deze Vlaanderen was destijds door zijn la kennijverheid en door den wereldhan del van Brugge een land van nijver heid en handel en had een burgerij met een geest van onafhankelijkheid die geheel verschilde van den geest der burgerij in Frankrijk zeive. In Frankrijk was het volk, zoowel in stad als op het land, afhankelijk van den landheer, in Vlaanderen handelde .het volk als gelijke met zijn landheer en de steden handelden als gelijken met den landsvorst. Deze geest van onaf hankelijkheid was het wel, die den Vlaamschen landheer en den Vlaam- schen landsvorst deden verlangen naar de Fransche toestanden, maar ook was het deze geest van onafhankelijkheid, die den Franschen koning en zijne Fransche leenmannen deed koesteren de vrees, dat deze geest vaardig zou kunnen worden over huH eigen onder danen. Was de Fransche koning altijd in strijd met zijne leenmannen, wegens dezen geest van onafhankelijkheid van het Vlaamsche volk waren koning en leenmannen altijd bondgenooten, als het gold Vlaanderen te bestrijden. Frankrijk was in de middeleeuwen voortdurend in oorlog met Engeland. Uit Engeland moest Vlaanderen de grondstoffen betrekken wol voor zijne nijverheid, en Frankrijk beschouw de Vlaanderen als een leengoed van Frankrijk, en met gevolg, dat Frank rijk verlangde, dat Vlaanderen bij een oorlog met Engeland Frankrijk zou helpen. Deze tegenstrijdige belangen waren voortdurend oorzaken van strijd, bloedige of diplomatieke. Men moet zich goed in het voren staande indenken we moeten na tuurlijk zeer kort zijn en het zijn slechts groote lijnen om te beslui ten tot dit dat de Fransche politiek ook na haar mislukken voor gevolg had, dat in Vlaanderen zeiven ontstonden twee volksgedeelten het eene met Fransch- gezinde neigingen en Fransche taal, dat der hoogere standen, en het an dere met Vlaamsche neigingen en Vlaamsche of liever Dietsche taal, dat der lagere standen, en dat deze twee volksgedeelten naast elkander leef den maar zonder elkander te begrijpen. Dit naast doch niet met elkander leven van twee volksgedeelten in Vlaanderen werd ten nadeele van het Vlaamsche volksdeel nog verergerd door het feit, dat destijds het weten schappelijk leven werd beheerscht door de universiteit vat Parijs, waar door de ambtenaren in Fransche nei gingen werden opgevoed, en het ker kelijk leven werd beheerscht van uit Frankrijk, omdat Vlaanderen kerkelijk behoorde tot Fransche bisdommen en met gevolg, dat ook de wereldsche geestelijkheid Fransche neigingen koes terde. In dagen van groote beroeringen Yan buiten af wisten de twee volks gedeelten elkander te vinden en te verstaan, maar de vrees voor het bui tenland afgewend ontstond weder de geest van elkander niet willen of niet kunnen begrijpen of van onafhanke lijk van elkander ieder zijn eigen weg gaan. Wat het geweld niet volledig en niet voor vast had kunnen bereiken wist te bereiken de diplomatie zonder geweldVlaanderen verloor haar WaalschVlaanderen, het Fransch Vlaan deren, aan Frankrijk, en daarmede haar natuurlijke uitweg, de haven van Duijnkerke, in het zuiden, naar de zee. Na dit verlies van Fransch Vlaan deren werd de Vlaamsche zelfstandig heid niet meer zoo bedreigd omdat Frankrijk haar politiek van tot de Schelde had opgegeven, maar de kracht van Vlaanderen, die lag in haar nij verheid welke haar een voorsprong gaf van voorspoed en rijkdom in West Europa, verminderde, doordat de nij verheid ook opkwam in andere lan den en gewesten. En aan de Vlaam sche nijverheid en wereldhandel werd de genadeslag toegebracht door de Hollandsche broeders als onder lei ding van Oranje door het tractaat van Munster Zeeuwsch Vlaanderen werd afgenomen van Vlaanderen, en daar bij de waterweg tot de Noordzee door middel van de Schelde werd afgeslo ten voor Vlaanderen en Antwerpen. Vlaanderen had nu verloren haar beenen aan Frankrijk, haar hoofd aan Holland, hield nog over haar romp, en deze romp had geen deel meer aan het wereldverkeerVlaanderen sliep in, en, in den strijd om het be staan, werd de vrije Vlaamsche volks geest een serviele geesthet Vlaam sche volksdeel werd in zijn dagelijksch brood afhankelijk van het Franschspre- kende volksdeel der hoogere standen. Alleen als de Fransche sansculotten tegen het Vlaamsche volk het hadden gemunt op den godsdienst en ingre pen in het huiseiijk leven ontwaakte de oude Vlaamsche volksgeest tegen de vreemde onderdrukkers de Boeren krijg bewees aan de Fransche over weldigers, dat Vlaanderen wel sliep maar nog niet was gestorven. Napoleon gaf den stoot aan Vlaan deren om weder op te staan uit den slaap hij gaf aan Antwerpen de vrij heid van scheepvaart op de Schelde terug en wilde door een kanaal Brugge over Sluis weder verbinden met de Schelde. Maar Holland weer terug meester van de Schelde voltooide niet het kanaal reeds gegraven van Brugge tot Sluis en belastte Antwerpen met een watertol, die in 1863 werd afge kocht. Vanaf dezen afkoop dateert de vlucht van de haven van Antwerpen. Het monument wegens deze vrijma king der Schelde werd te Antwerpen opgericht op het Marnixplein. De spoorwegen verbonden weder wat de afgesloten waterwegen hadden verbroken Vlaanderen kwam terug in het wereldverkeer en de nijverheid herleefde op haren grond. Het afsluiten door Holland van Ant werpen en de Vlaamsche koopsteden door de waterwegen naar zee had voor doel gehad de vlaamsche han del en nijverheid te vernietigen ten bate van de Hollandsche koopsteden het afsluiten van de waterwegen en het tractaat van 1648 voor wat betreft Zeeuwsch Vlaanderen heeft geen an dere oorzaak gehad dan de handels- afgunst van Holland tegen Vlaanderen. Aangezien het eenige belang, dat Hol land bij Zeeuwsch Vlaanderen had be stond in het kunnen verhinderen, dat Antwerpen en Vlaanderen concurren tie zouden aandoen aan Holland, zoo werd ZecuwschVI., nadat eenmaal de Schelde vrij was verklaard voor Ant werpen, verwaarloosd en aan haar lot overgelatenhet liet den Haag vol maakt koud wat hier gebeurde en niet gebeurde. Intusschen ontwaakte in de laatste 25 jaren de oude Vlaamsche volks geest, en wel met als middelpunten Hazebroeck in het oude Fransch-Vlaan- deren rondom abbé Lemire, Aalst in OostVlaanderen rondom de beide Daensen, Brugge in WestVlaanderen rondom Fonteyne en Minnebo, Hulst in ZeeuwschViaanderen rondom van Dalsum, maar dezen Vlaamschen volks- géest tracht de oude Leliaertsgeest te onderdrukken, deze geest nu gevaren in hoofd en hart van katholieke ge fortuneerde mannen, die voor hun Le liaertsgeest steun hebbes gezocht en gevondendie van FranschVlaande- ren bij den aartsbisschop van Kame- rijk, tot wiens bisdom behoort Fransch Vlaanderen, die van OostVlaanderen bij den bisschop van Gent waartoe Aalst behoort, die van WestVlaande ren bij den bisschop van Brugge waar toe Brugge behoort en die van ZeeuwschViaanderen bij den bisschop van Breda waartoe Hulst behoort. En merkwaardig is de houding van deze bisschoppen, omdat deze hou ding dezelfde is als die, welke na men de bisschoppen over Vlaanderen in den tijd van den bevrijdingsoorlog met Frankrijk een 600 jaar terug, merkwaardig omdat deze houding be wijst, hoezeer de hoogere geestelijk heid, als het er op aankomt, vijandig staat tegen de volksgezinde verlangens van den katholieken volks geest, hoewel deze toch niet anders verlangt dan recht en fatsoen, ook van groot tot klein, merkwaardig ook voor vele maatschappelijke en kerke lijke verschijnselen buiten Vlaanderen. En wat is nu het resultaat van dit alles op den dag van heden Dit: dat de Vlaamsche volksgeest ontwaakt en deze volksgeest over eenigen tijd klaar voor oogen zal hebben de vraag waarom vormt Vlaanderen nog slechts de romp van het lichaam, dat vroeger ook had hoofd en beenen? En zoodra deze vraag klaar voor de oogen komt, zal het Vlaamsche volk terug willen naar de zee, waar van het door ZeeuwschViaanderen is afgescheiden. De drijfkracht daartoe is er reeds deze blijkt uit het maken van de ha ven van Brugge Zeebrugge uit het maken van het kanaal GentNeuzen uit het verlangen in Waasland om te maken een handelstad aan den Vlaam schen oever van de Schelde tegen over Antwerpen, en in de stilte der huisgezinnen klopt 'net hart van ver langen naar de Schelde doch hst hoofd legt aan het hart het zwijgen op. Hieruit blijkt, hoezeer de natuur haar rechten terug verlangt en haar behoeften gevoelt. En wat doet nu Nederland om deze natuur te voldoen of te miskennen De Nederlandsche politiek zegt Iaat ik Vlaanderen uitbreiden tot aan de Schelde over ZeeuwschViaanderen, dan ga ik te niet doen mijn meer dan 200 jarige politiek van ongerechtigheid tegen Vlaanderen, maar, ik moet toch wat doen om een bewijs te leveren, dat ik in schijn een goed liberale po litiek voorsta. En de Nederlandsche politiek be sluit ik weet wat ik doen zalik zal den mond stoppen van de grootste schreeuwers. En het middel hiertoe Ik zal, door middel van steun aan de plan nen tot verkeerswegen, Gent dienen door het zéeverkeer tot haar te leiden zonder mijn eigen gebied, Zeeuwsch Vlaanderen, noodig te hebbenen ik zal de Belgische grensgemeenten en Belgische grensnijverheid dienen door het personenverkeer te leiden in Bel gis en door de landbouwvoortbreng- selen te leiden tot aan en in de Bel gische grensfabrieken. Maar wat is het resultaat van deze politiek van verkeerswegen tot in Bel- gie Een tweeledig, en wel: le dat het in ZeeuwschViaanderen zeiven voortdurend moeilijker woidt voor de bevolking om haar brood te verdienen, dat de havenplaats Neuzen de zeesche pen ziet varen langs haar haven 2e dat de ongerechtigheid van Holland tegen Vlaanderen blijf» voortduren, ook onder een Christelijke Regeering, die, wil zij door dezen naam regeeren krachtens Christelijke beginselen, toch zeker wel mag voor oogen houden het eerste woord van het eerste boek der Bijbelsche wijsheid voor den Staats manheb de gerechtigheid lief, gij regeerders der aarde. Men kent onze gedachte uit onze vroegere artikels overDe Nederland sche politiek jegens Vlaanderen en het middel door ons aangegeven een speciale overeenkomst tusschen Nederland en Belgie met betrekking tot ZeeuwschViaanderen om Vlaan deren zich te laten uitbreiden over Z.Vi. tot aan de Schelde zonder de ge voeligheden te treffen en wel door Z.Vi., hoewel economisch te verkla ren tot Belgie politiek toch te laten blijven tot Nederland, en dat, wordt dit middel toegepast, er betrekkelijk siechts weinig jaren zullen noodig zijn, om het arme noordelijk deel van 'Belgisch 'Vlaanderen en het arme Z. Vlaanderen te maken tot welvarende gewesten. Van het plan der ZeeuwschVIaam- sche Tramwegmaatschappij is het deel, de verbinding van 4e met 5e district, de goede vlag die de lading moet dek ken, een Nederlandsch belang, maar het verdere deel ligt eenvoudig in de lijn van de Nederlandsche politiek, om den mond te stoppen van de grootste schreeuwers zonder den wil om te stellen een daad van ge rechtigheid. Deze politiek van het stoppen van den mond van de grootste schreeu wers is de politiek van de heeren le den van Gedeputeerde Staten, de heeren Dieleman en Fruytier. Wij nemen gaarne aan, dat zij hier in zijn te goeder trouw, dat zij alleen niet zijn mannen van voldoend door zicht om elk onderdeel van de politiek te toetsen aan de staatsmanspolitiek, dat is met open oog en groot hart de belangen van het volk in zijn geheel voor oogen hebben. Maar dit aange nomen neemt niets weg van het nuch tere feitdat Zelandia nog niet is te ruggekomen op haar vraag, noch deze vraag door iemand ontkennend is be antwoord of heeft de Zeeuwsch- Viaamsche Tramwegmaatschappij ten doel het Nederlandsch belang dienst baar te maken aan het Belgisch par ticulier belang? Wordt het Belgisch paiticulier be- iang gediend, dan blijft ongediend het Belgisch, speciaal het Vlaamsch, al gemeen belang, dan blijft steeds open de wonde van de ongerechtigheid door Holland jegens Vlaanderen begaan, dan zal deze ongerechtigheid, die is een volksmisdaad, blijven knagen als een kanker voor de Nederlandsche politiek. Deze laatste moge door haar onverschilligheid voor goed of kwaad jegens Z.Vi., zich jegens deze oude volksmisdaad neutraal houden, zij mo ge hiervoor haar oogen sluiten dit alles neemt niet weg, dat de wonde bestaat, en dat deze wonde is een ver-

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1912 | | pagina 1