we^kWat hij noodig hee# is min der werk en meer loon. Dé arbeideï moet omhoog, geestelijk <5ók, maar allereerst stoffelijk! Want bedenk wel, wie door de stoffelijke nooden voortdurend omlaag getrokken wordt, zal, als regel, ook geestelijk in de laagte blijven. Daarom nog eens, minder werk en meer loon Maar geen van beide zal ons deze Tariefwet brengen. Wel weten we reeds, dat zij begint met een ioons- verlaging. Want als gij alles duur der moet betalen, kunt gij voor het zelfde loon minder koopen, en dan is feitelijk uw loon verlaagd Maar de verdedigers van het on derwerp zullen zeggen, dat ik hen verkeerd versta. Met „meer werk" bedoelen zij niet een langer arbeids dag, maardat er meer vraag naar arbeidskracht zal zijn, dat de arbeider dus gemakkelijker werk zal kunnen vinden, dat er minder werkloozen zul len zijn. Nu zal ik dat niet botweg ontken nen, maar ik moet toch opmerken, dat dit meer een zaak is van gelooven, dan van weten. Met cijfers kan men hier niets aantoonen en een ver gelijking met het buitenlend zegt ook weinig, omdat daar altijd heel andere omstandigheden hun invloed doen gelden. Zoodat men hier weinig of niets met zekerheid kan zeggen. Even wel gelooven ook wij, dat hier en daar een enkele nieuwe fabriek opge richt zal worden en dat sommige be staande zich zullen uitbreiden. Daar zullen dus eenige meerdere arbeiders te werk gesteld kunnen worden. Maar op het groote aantal zal dit toch niet veel te beteekenen hebben. En dan, er staat nog iets tegen over. Ons land is een echt handels- land, duizende en duizende arbeiders verdienen hun brood in het haven en transportbedrijf. Nu is het gevoelen algemeen, dat de handel door deze wet belemmering zal ondervinden, zoodat daar allicht wat minder vraag naar werkkrachten zal komen. Het kan dus nog best?zijn, dat het voor deel aan den eenen kant, wegvalt te gen een nadeel aan den anderen kant. £n van een groot voordeel in elk geval geen sprake Welnu, met een klein voordeel, dat bovendien nog onzeker is, nemen wij geen genoegen. Zoudt gij er vrede mee hebben, als iemand u een rijks daalder uit den zak haalde en u dan een sigaar aanbood „Maar daar is nog één voordeel," zeggen de verdedigers van het ont werp. „Als er meer vraag is naar ar beiders, gaan de loonen ook omhoog." Bedoeld is natuurlijk, dat zij van zelf omhoog zouden gaan, en niet dat de arbeiders er voor zullen moeten «strijden. Want dat kunnen z e nu ook, daar hebben we niet eerst een dure Tariefwet voor noodig. Welnu laten we ons eens afvragen, wanneer de werkgevers de loonen nit zich zelf verhoogen. Als zij groote winsten maken misschien Zeggen ze dan bij zich zelf: „Kom, laat ik er mijn arbeiders ook wat van geven Wij weten, geloof ik, beter I Neen, de enkele uitzonderingen daargelaten, kunnen we gerust zeggen, dat zij de loonen slechts dan verhoogen, wan neer zij anders geen arbeiders meer kunnen krijgen. Wanneer er dus g e- b r e k aan arbeiders is. Lezer, daar zijn we niet zoo gauw aan toe. Want op het oogenblik is er groote over vloed. Zelfs als we aannemen, dat er door de Tariefwej wat meer vraag naar arbeiders zal komen, dan zal er van gebrek toch nog in de verste verte geen sprake zijn. En dus zal er ook geen sprake van zijn, dat de loonen zoo maar van zelf de hoogte in zouden gaan. Ik meen dus de mooie voorspiege lingen van meer werk en meer loon te mogen inlijven bij de bedrieglijke praatjes. Van de verkoopers van die praatjes kunnen wij thans afscheid nemen. Er zijn echter ook nog eerlijke voorstan ders van de wet. Zij beweren vol strekt niet, dat de wet zoo mooi is, erkennen integendeel onze bezwaren. „Maar", zeggen zij, „het kan nu een maal niet anders, 't is een kwaad, maar een noodzakelijk bwaad." Tot hen behoort o.a. de redacteur van dit blad. in het volgende nummer zullen wij aan hun standpunt een laatste arti kel wijden. Zeeuw. Luctor ©t Emergo. o— Zij begrijpt niet veel van ons „Zelandia begint de Zeeuwsch- Ylaama&he TTamwegmaatschappij te begrijpen. Dit is jammer voor haar, omdat er uit blijkt, dat zij niet kent de lading die een goede vlag moet dek ken, en dat zij niet begrijpt de im moraliteit hierin bestaande, dat drie leden van Gedeputeerde Staten van Zeeland in dezehoedanigheid belasting geld vragen van de eigen Provincie om hiermede te dienen de belangen van Belgische particulieren en van henzelven. Zoodra zij erkent deze immorali teit zullen wij Luctor gaarne te woord staan, des te meer, omdat zij alsdan tegelijk erkent dat heeren, die zich daaraan schuldig maken niet verdienen nog langer het ver trouwen te hebben van de kiezers. Wij kennen een lid van Gedepu teerde Staien van eene andere pro vincie dan Zeeland, die dergelijke daad noemt „een moreel schandaal" Luctor zal toch niet blind zijn voor een moreel schandaal alleen omdat het wordt gepleegd door partij- en coalitiegenooten, of wel, zij zal toch niet huldigen de leer, dat bet doel de middelen heiligt? Het Vrije Woord voor Abonnés. o Mijnheer de Redacteur. Gelieve Sjef Krom ook een plaatsje af te staan daar ik niet achterwege wil blijven om als getrouw lezer van uw blad uw vraag te beantwoorden over een te stichten verkiezingsfonds 1913. Ik geloof mijnheer de Redacteur dat er wel geen enkel Volkswilman in uw blad op tegen zal komen om zoo een fonds te stichten, want U begrijpt toch wel dat er van de andere partij hard zal gewerkt worden, ja ik denk wel van zoo hard, dat er het volgen de jaar nè de verkiezing verschillende predikstoelen zullen moeten vernieuwd worden van het hameren dat er op gedaan zal zijn om de kiezers aan het verstand te brengen dat zij toch ze ker de goeien moeten nemen. En ook denk ik dat het weer niet te slecht zal kunnen zijn, ja zelfs al re gent het oude wijven, dat het bezoek aan de deuren der kiezers niet zal stil staan. Dat ze in hun rikketik zitten, daar moet geen oogenblik aan getwijfeld worden, want daar wordt al meer gewerkt als dat wij kunnen denken. Daarom vind ik het een schoon iets om zoo een verkiezingsfonds te stichten en ik maak mijn compliment aan dengene die dat denkbeeld geop perd heeft. Niet alleen dat ik voor het fonds ben, maar ik raad ook iedereen aan die mee wil helpen om U als Kamer lid, en Van Dixhoorn als Statenlid te kiezen en mr. Dieleman naar huis te sturen met een bewijs dat we hem niet meer kunnen gebruiken, om zoo veel mogelijk dat fonds te helpen steunen dat we goed bij kas zijn te gen dat de tijd er is, want we zullen het goed kunnen gebruiken, daar wij op alles voorbereid moeten zijn. Hiermede heb ik het mijne gezegd, en als hst verkiezingsfonds gesticht wordt, zal ik niet achterwege blijven om ook mijn penningske bij te dra gen voor het goede doel. Uw getrouwe SJEF KROM. o— Mijnheer de Redacteur Jan Content heeft weer reden om content te zijn en kan niet wachten tot in den prnimentijd om zijn contenteraent weer uit te druk ken in de Volkswil, ons veelge lezen blad. Vooreerst is Jan Content content omdat de f 400 boete betaald zijn en kan u weer eens voor de zoo- veelste maal zien hoe of het volk medeleeft in uw lief en leed. Maar ook anderen zullen content zijn, zooals Waesberghe, Schets enz dat hun naam niet meer boven aan de rubriek prijkt ten spoi van iedereen, en te hopen is het dan ook v-.»or hen zei ven dat het niet meer noo dig zal zijn om hun die eer e- plaats? in de rabriek te moeten afstaan. Zie mijnheer, de Redacteur, toen ik uw artikel las, getiteld Ver kiezingsfonds lSjl.3? qntvjel mij de Volkswil uit de hand van contentement Sapperloot wat 'n prachtig idéé Wie van de Volks wilmannen zal daar nu op tegen zijn om een verkiezingsfonds te stichten Als ik mij goed herinner heett er vroeger in de Volkswil door een inzender onder het Vrije Woord" al zoo iets van ingestaan. Wel een bewijs dat het er al in zat, en dat er zelf3 het penningske der weduwe ook voor zal worden gegeven. Ja, ja, het volgende jaar hebben wij de groote slag, en daarvoor moe ten wij van nu af aan aan den ar beid om dan de kliek als een zeep bel te doen uiteenspatten. Als ik aan die tijd denk zou ik wel uit mijn vel willen springen van blijdschap. Natuurlijk moet er een verkie zingsfonds komen, dat is immers het wapen waar wij mee moeten strij den, altijdom bedrog te ont maskeren en leugens te weerleggen van de z g, kliek, welke natuurlijk alle middelen zullen te baat nemen die maar in hun kraam te pas komen. De bedoeling van u, mijnheer de Redactenr, om een comité te vor men, zoowel hier als op Zuid-Beve land, vind ik uitstekend, maar neem mij niet kwalijk, daar zou ik nog een comité willen bijvoegen die daar ook in zouden kunnen deelen om de kosten te bestrijden. ImmersWij hebben Kamer- en Statenverkiezing het volgende jaar en zooals u schrijft in uw artikel moet van Dixhoorn gekozen en mr. Dieleman gewipt worden, wat de opinie is van het volk, Welnu Met de Kamerverkiezing hebben wij hier en met Zuid-Beve land te maken, maar met de Sta tenverkiezing krijgen wij het kanton Terneuzen en valt Zuid-Beveland er af, en daar U in het kanton Neuzen zooveel stemmen gekregen heeft, zou het niet meer dan billijk zijn. dat ook daar een comité ge vormd wordt, dan werken wij alle maal samen. Ik hoop dan ook, mijnheer de Redacteur dat U die meening ook toegedaan zijt, en ik eindig met de uitroep Een verk i e z i ngaf0nds 1913 met drie comité's. Dankend voor de plaatsruimte JAN CONTENT. 0 Mijnheer de Redacteur Naar aanleiding van een eventueel te stichten verkiezingsfonds vraagt u het oordeel uwer „lezers". Hoewel geen partijgenoot, maar toch een trouw lezer, meen ik dan ook recht te hebben mijn oordeel over een en ander uit te spreken. 'tKomt me dan zeer wenschelijk voor een dergelijk fonds te stichten. Aan de propaganda js eene eventueele overwinning voornamelijk tê danken. Ook is het zéér gewenscht, ja hoog noodig, om over centen te kunnen beschikken wanneer men met geschrif ten of anderszins scheeve en onjuiste voorstellingen zijner tegenpartij moet „recht" zetten. Dan, het is noodig te weten of de gelden zullen worden besteed alleen voor de Kamerverkiezingen, of ook voor de Prov. Statenverkiezingen. E11 dan, en dat ware te bejamme ren, wanneer de Candidaat de ideën van de „rechterzijde" deelt wat be treft de in wording zijnde Tariefwet dan, ja dan is een nederlaag onver mijdelijk!! De kleine man kan zijn stem niet geven aan iemand die zijnen financieelen ondergang zoude helpen bevorderen. Doch laat ons daarvan 't beste ho pen, d£ar het bijna niet denkbaar is, dat een vriend van Waarheid en Recht dus een niet aan een leiband loo pend candidaat, vóór zóó'n tarief wet zoude können zijn. Terneuzen Mei 1912. Uw trouwe abonné A. —o Mijnheer de Redaeteur Ik las de Tariefwet in uw courant no. 135. Die schijnt het wel te mee- nen met den werkman, wat ik ook tevens prijs. Maar een klompenma kersknecht, is dat ook een werknia^? Óf Js dat een hond die maar weg moet gejaagd wórden naar Duitschland of elders zooals altijd al is geweest, 't Is zoo goed klompenmaker te zijn, dat er geen nfëuwe leerlingen meer bij komen, omdat zij het vak dood achten en beter naar Duiischland kunnen gaan werken. Hier mag ook de werk man niet blijven hé Hoort een klom penmaker niet in een klompenmakerij of hoort die in het buitenland aan de karren De klompenmakerspatroons loopen die soms op hun sloffen O neen, deftig medewerken of er onder. Nu de klompenmakersknechts weer in Duitschland aan het karren Iaden zijn, hebben sommige patroons geen, ande ren niet de helft van hun knechten meer. Is dat de patroons hun schuld Of komt het niet bij de Tariefwet? De klompen komen hier vrij in uit België, dus geen tarief. Dus wat daar niet van in België kan gebruikt wor den krijgen wij hier in Holland. Maar de klompen van Holland mogen niet in België komen zonder rechten. Vind u dat billijk? Ik zeg vooruit met de Ta riefwet! Alle klompenmakerspatroons en klompenmakersknechten zouden dat willen zien dat ze niet meer naar den vreemden moesten, want nu is het hier voor de klompenmakersknechts een hongerloon. Ze mogen gemakkelijk zoo veel verdienen als een ander vakman, den arbeid dien ze moeten verrichten is véél zwaarder. Komt er geen Tariefwet dan sterven deklompenma kers uit op 't Hollandsch. Denkt Zeeuw dat ook niet U mijnheer de Redacteur dankend voor de verleende plaatsruimte. Een abonné en klompenmaker die zich noemt, F. X. C. —0 Mijnheer de Redacteur Wat lacht mij het vooruitzicht toe, Daarom wordt men het in den strijd niet inoe, Als het alleen en uitsluitend maar gaat gericht Voor de waarheid, recht en plicht. Zoodat ik in de „Volkswil" mag zien Een verkiezingsfonds voor het jaar 13, Want in dat jaar misschien vol met gewoel Moeten wij ook zien te komen tot ons doel. En daarom alles op een rechtvaardige manier maar aan het werk gezet Om de kroon te zetten op recht en wet Zoodoende zeg ik „ja", het zou goed zijn voor ons, Als er komt in de „Volkswil" een ver kiezingsfonds. En ik roep dit zoo luid ik maar kan, Voornamentlijk toch zeker voor den minderen man. Ik roep dit volgens mijn gezond ver stand Rechtstreeks van uit het Duitsche land. Dan zal de tijd wel komen en zulks is ook wel wat waard, Dat dan eenieder in ons land kan blij ven bij zijn eigen haard. Want thans met die dwangbuis in ons Hulstersche land, Hoe zulks kan bestaan dat gaat toch boven ons verstand. Daarom allen als een man in het jaar 13 opgestaan, Zoodoende is te hopen komt er een eind daar aan. A. MEIJNTJENS. Gladbeck, 7 Mei 1912. 0 Mijnheer de Redacteur 1 Mag ik naar aanleiding van de „mijmering van een bezoeker der openbare kamertribune bij de behan deling van de Vogelwet" in uw bijblad van 4 dezer een vraag stellen en wel deze 't Komt me voor dat N. D. wel wat al te partijdig, of slecht-hoorsch is bij zijne z. g. n. tribune-bezoeken. U ook niet Ik ontmoet n.l. bij 't lezen niet één rechtsche" waarop geparodieert wordt. Of is soms de oorzaak dat hij voor een gedeelte de „rechtschen" onder de „roofvogels" (subsidie-jagers), en voor de rest onder „de blinde vin ken" (jabroers) rangschikt? en er daarom maar liever niets van zegt. Wie weet Terneuzen Mei 1912. Hoogachtend U. dw. dnr. Veritas. 0— Een Fietstochje niet Hindernissen 1 Wanneer ik dit verhaal neerschrijf, wijst de datum vijf Mei negentien honderd en twaalf. Het was op een zonnige Zondag middag, dat vele fietsrijders en rijde ressen gebruik maakten, om door een fietstochje aan hun hartewensch te vpldpen, maar zooals er aMd rijn die mopperen] waaneer een anoer z'jj§ amusseert, zoo ook waren er wan- delaars die zich ontevreden gevoelden door aanhoudend uit den weg te moeten voor de fietsrijders. Zelfs de Ties vvaj vast besloten zich liever te laten over- rijden dan nog een voet te wijken voor een fietsrijder, en juist komt ei een jonge schoone dame aan gereden we zullen ze maar juffrouw"Berths noemen, en de Ties de daad bij het woord voegende lei zich dwars in de Gentschepoort neder, en juffrouw Ber tha een meisje van zessen klaar, mei lieve blonde lokken, om wier lieve rozenmond de gulle en frissche lach der jeugd speelde nam een cordaai besluit, en liet zich niet van haar stut brengen, en als een engel gedragen door den wind vliegt zij met eej mooie vlucht over de Ties henen, wat zeker den Ties wel niet verwacht za] hebben, want al hinkende met bevuilde kleeren trok hij meesmuilend af, en juf. frouw Bertha sprong van haar fiets af, en stond hem netjes uit te lachen Wij brengen hulde aan juffrouw Bertha, want vele jonge dames zou den zoo een stout stukje niet aai durven. U mijnheer de Redacteur dank vooi de plaatsruimte. Een Volksvriend. —0 Mijnheer de Redacteur In uw no. van 4 Mei las ik ietj aangaande een verkiezingsfonds voo; 1913. Ik juich zoo iets toe, en t vraagt de lezers hun gedachten dien aangaande. Gaarne help ik mede aan zulk eet fonds, en uw voornemen n.l. dat dt Rubriek onder uw beheer is en tegen 1913 een Comité worde gevormd, zoo wel hier als in Zuid-Beveland en dai dit Comité de verkiezingen leidt et kiezers uit alle gemeenten in dat Co mité worden opgenomen, lijkt mij uit stekend. Zou het niet op den weg liggen van de vereeniging „Vriendenkring' te Hulst, om te trachten in alle ge meenten vereenigingen op te richten, niet om een kiesvereeniging, maai zoo u schrijft een verkiezingscomité, mij dunkt dat zou goed kunnen werken en was gemakkelijk om dan tegen dien tijd uit alle gemeenten iemand in het Comité te kunnen krijgen. U mijnheer de Redacteur dankend! voor de opname, ben ik uw abonné R. 0— Een rerkiezingfonds 1913. Mijnheer de Redacteur! Als abonné op uw geacht blad ei symphatiseerende met uw streven, ley ik dit steeds met veel belangstelling. Uw artikel in het vorige nummer doel mij naar de pen grijpen en is mijl antwoord op uw vraag dit: „Zeerze ker een verkiezingsfonds en hoe eer der aan den gang daarvoor, hoe be ter". Hontenisse dient in 1913 uals Kamerlid af te vaardigen en daarvooi is geld noodig, dat is zoo zeker als tweemaal twee vier is, want reken ei maar op, de coalitie zal alle mogelijke moeite doen, alle hens op het dek roepen, u er uit te houden. Men zegt hier: Fruijtier stelt zich niet disponi bel meer (zou hij nattigheid voelen?) en Jos. van Waesberghe moet zijl opvolger worden. Zou dit waar zijn? de strijd zal er dan niet minder hef tig om worden gevoerd. Zeer juist is in uw artikel gezegd dat er een gedeelie van Zuid Beve land tot het kamerdistrict Hontenisa bejioorj en wat zal de houding daar van ten uwen opzichte zijn Mj dunkt dit mag wel eens ernstig on der de oogen gezien worden. Hel 5e district zal, veronderstel ik, u dl meerderheid geven van het aantal daar uitgebrachte stemmen, maai zai die meerderheid niet te niet gedaas worden door het stemmencijfer van Zuid Beveland Naar mijne beschei den meening zal het aantal stemmen van katholieke kiezers op Zuid Beve land, op u uitgebracht, zeer gering zijn, daar zal de geestelijkheid hier wel voor zorgen, uwe ideeën zijn on der deze kiezers nog niet zoo door gedrongen als in uw eigen omge ving. U moet het dus hebben van dt protestantsche kiezers, die in hel Zuid Bevelandsche gedeelte van hel District Hontenisse de overweldigende meerderheid uitmaken. Nu zijn deze te verdeelen in rechtschen en link' schen, van de rechtschen (antirevolu tionairen en christelijk-historischen) krijgt u er niet één, u moet het du' hebben van de linkschen, de vrijzin nigen. Mijne meening is nu, dat d a a r va» een klein gedeelte dat u en uw stre ven kent u d a a r 0 m zal stemmen, doch de overgroote meerderheid daar-

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1912 | | pagina 2