Mo. 137. Zaterdag 11 Mei 1912. 3e Jaargang. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. RichtingVoor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT ELKRN ZATERDAG. Gentschestraat C 7 te Hulst. w? Stichter: H. A. van Dalsüm. Bierkaaistraat A 28 te Hulst. Gentschestraat B 4 te Hulst. DE REDACTIE: Abonnemeut per drie maanden NEDERLANDf 0.50. BELGIEfr 1.20. ANDERE LANDEN i 0.80. - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Yrije Woord en voor dien van Advertentiën. ADMINISTRATIE: DRUKKERIJ: Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25. In de Midd. Courant van 11 April 1912 kwam het volgende verslag voor over eenige Engelsche rubermaatschap- pijen. Het „Soerabajaasch Handelsblad" geeft eenige bijzonderheden over de trouwens vrij algemeen verwachte ontgoocheling, ondervonden bij eenige Engelsche maatschappijen. Heel wat teleurstelling heeft ge bracht de Anglo-Dutch (Java) Plan tations Ltd., waar het perceel Lim burg is ingebracht. De lectuur van de verslagen der op 14 en 27 De cember a. p. te Sjanghai gehouden vergaderingen van deelnemers is on gemeen interessant en hier en daar bepaald met sambelan gekruid. De eerste vergadering liep vrij kalm afde directie verschool zich achter het feit, dat haar vroegere agent te Soerabaja, mr. J. W. D. Francken, haar nog niet volledig had ingelicht. Een aandeelhouder die vragen wilde stellen vond den voorzitter der bij eenkomst hiertoe niet bereid. Maar de wrevel zou op den gedenkwaardi- gen 27en December loskomen. De toen gehouden vergadering was bijeengeroepen tegen een voor den handel zeer ongeschikt uurbovendien waren de convocaties per briefkaart verzonden. Toch was de opkomst „bevredigender" dan de directie blijk baar had gehoopt. De relazen spre ken van „a large number of share holders", hetgeen neerkomt op wat de tooneelspelers noemeneen vol huis. Er zou heel wat vertoond worden. Eerst ging het kalm. Cijfers en nog eens cijfers. Balans en winst- en ver liesrekening. De „liabilities" wij zouden zeggenkapitaalrekening 1.263.489 taels. Voor Limburg c. a. werd betaald pst. 147.000 of 1.222.110 taels of 1.764.000 gulden; dit bedrag prijkt aan de andere zijde. Een tael is ongeveer gelijk aan f 3.80. Toen de cijferissen waren voorge lezen, begon het „spel der gedupeerde aandeelhouders". De maatschappij, op een wrakken grondslag, werd sterk in den nek ge zien door een Sjanghaischefirma, luisterend naar den naam van Craig en Co. De chef, gentleman Graig, werd in den loop der discussies ge- qualificeerd als scoundrel, hetgeen in onze taal isschelm. Hij blijkt van het maatschappelijk kapitaal, boven op gegeven als te bedragen ca. 1.300.000 taels, een aardig sommetje in zijn particuliere kas te hebben gedeponeerd. Men hoore naar wat een der aan deelhouders te berde bracht (ik ver taal letterlijk) „Ik vraag den directeuren (vier in getal) wie verantwoordelijk zijn voor den reusachtigen zwendel huge swindle waardoor de verkoopers en promotors van deze maatschappij zijn gebaat en 't Sjanghaische publiek in den nek gezien is Als het ant woordt luidtCraig, dan vraag ik waarom hij niet is aangehouden en gedwongen- om wat van zijn oneer lijk verkregen winsten terug te geven disgorge, luidt de Engelschen tekst. Heeft men hem laten ontsnappen, er zijn nog anderen die eveneens hun zakken volgestopt hebben en even zeer aansprakelijk zijn en die op het oogenblik nog te Sjanghai vertoeven. Ik vraag den directeuren, of zij van plan zijn stappen te doen om de schuldigen aan de justitie over te le veren 1 Daarop zal het uitdraaien. Ik vraag, wat is er geworden van het reus achtige kapitaal dat werd ingeschre ven, en "waarom waren de in het prospectus gedane beloften bedriege- lijk? Men stelle zich een bestuur voor dat een rapport publiceert zoo als de vorige week werd uitgegeven, met het bericht dat de productie van de onderneming van een maatschappij met 1.300.000 taels kapitaal geweest is 15 pikols koffie en 300 pond rub ber 1 Dit, mijne heeren, in de plaats van de f 240.000, dfe in 't prospectus werd genoemd als winst in het eer ste jaar, buiten de rubber 1 De Anglo-Dutch Plantations Ltd. staat niet op zich zelf. Daar heeft men de Rio' Grande Estates, in een heel ander deel van de wereld wer kend. In Engelsche bladen vind ik een verslag van een buitengewone vergadering van aandeelhouders ter bespreking van de vraag, of zij nog meer op de aandeelen zouden storten dan wel verdere bemalingen staken. Hier deelde een aandeelhouder mee dat in het prospectus een productie was voorgespiegeld van f 144.000, terwijl in een rapport van 14 Decem ber j.I. slechts sprake was van kleine voorraden getah pertjah en bijen was. Een voorstel om een onderzoek naar de waarde der onderneming in te stellen werd goedgekeurd. Den 11 Januari werd te Londen een vergadering gehouden van de aandeelhouders en crediteuren der Ankroba Rubber Cy., die werkt in Afrika, aan de Goudkust. De zwendel hier schijnt zoowat al les te overtreffen. In het prospectus, tijdens den rubber-boom, op 23 April 1910 uitgegeven, werd verteld dat een meneer R. G. Rogerson, ingenieur en lid van het aardrijkskundig genoot schap, gegevens had volstrekt. Later bleek dat die meneer Rogerson geen ingenienr was en geen lid van het aardrijkskundig genootschap. Ook had hij gerapporteerd overeen ver keerde onderneming Het heette dat er overvloed van rubber was, zoo in boomen als in lianende meeste boom-exemplaren waren van de variëteit funtumia ela- stica. Zij waren, zoo stond in het prospectus, gereed om getapt te wor den. Zij zouden gemiddeld 1 tot 3 ponden rubber per boom per jaar leveren. Ook heette er kostelijk ma honiehout op de onderneming te zijn. Verder verschillende soorten van tim merhout, te veel om op te noemen. Meneer Rogerson kon de concessie met vertrouwen aanbevelen. Er ging een beheerder naar de on- onderneming en deze heer deelde als zijn bevinding het volgende fleurige nieuws mee cr waren geen exemplaren funtuma elastica op de onderneming er waren eenige exx. funtima afri- cana, doch het melksap hiervan was waardeloos er waren 1000 a 2000 lianen, doch zóó verspreid dat het inzamelen der latex geen voordeel gaf. Enzoovoorts. Het prospectus had beloofd als netto-winst in het eerste jaar pst. 7.343in het tweede jaar pst. 14.561 in het derde jaar pst. 20.779, on geveer een kwart millioen gulden De goedgeloovige aandeelhouders zijn er achter dat zij hun vingers niet blauw zullen tellen aan dividenden. Wij dachten aan dit verslag in de M. C. en aan de oprichting van een Belgisch—Hollandsche Rubbermaat schappij te Hulst toen we de vorige week in het Handelsblad lazen het volgende bericht, door dit blad over genomen uit de Nieuwe Rott. Cou rant, getiteld dit bericht Kunstmatige rubber. Men meldt aan de N. R. C. Te IJmuiden is men op het oogen blik bezig een fabriek voor kunstma tige rubber te bouwen. De fabriek wordt gebouwd door de architecten Van Rossem en Vuyk te Amsterdam, voor rekening van een naamlooze ven nootschap, waarvan mr. Th. G. Dentz van Schaik, te Amsterdam, president commissaris is. Naar de heer Dentz van Schaik aan het blad mededeelde, is men er in geslaagd een stof te vervaardigen, welke dezelfde eigenschappen ver toont als rubber en nog eenige bij zondere voordeelen biedt. Het is een uitvinding van een Nederlander, dr. Van der Heyden, die gedurende een lange reeks van jaren hoogleeraar in Japan is. Het patent voor Oostenrijk, België en Nederland behoort aan boven genoemde vennootschap, als wier directeur optreedt de Oostenrijker dr. R. Adler, die thans hier ter stede verblijf houdt. Als voornaam ste grondstof noemde mr. Dentz visch, dit wil zeggenversche zee- visch. Daarbij wordt gevoegd 15 a 16 natuurlijke rubber en aldus wordt, langs den weg van een geheim pro cédé, een stof verkregen, die even buigzaam is en veerkrachtig als rubber, maar veel goedkooper. De prijsverhouding zal waarschijnlijk zijn 1.25:8. Bovendien laat de kunstmatige rubber zich in korten tijd vulcani- seeren, is deze stof onaantastbaar voor benzine en is ze bestand te gen de werking van hitte. Mr. Dentz vertoonde een stuk kuntstma- tige rubber, dat op het eerste ge zicht inderdaad veel overeenkomst met rubber vertoont. Een lichte vischlucht verraadde de voornaamste grondstof, maar deze reuk zal, naar mr. Dentz verzekerde, door ontvetting van de visch voor komen worden. De lage prijs van de kunstma tige rubber hangt samen met de fabricage van bijproducten. Men zal namelijk uit het vischvleesch eiwit vervaardigen. De helft van de fa briek zal voorts worden ingericht voor de vervaardiging van guano. Als we dit laatste bericht lazen dachten we aan de groote kapitalen, vooral ook door de Belgen onder lei ding van Koning Leopold, in de rub ber verdiend. Rubber, het Engelsche woord voor gomelastiek, waarvan het Fransche woord is caoutchouc, en onder deze benaming is de stof het beste bekend, is door aftapping uit een tropische plant verkregen melksap, dat gedroogd is. Naar deze stof is veel vraag, ter wijl door roofbouw in de tropische bosschen gevaar is gekomen, dat de stof uitgeput raakt, reden, waarom enkele regeeringen zich er mede zijn gaan bemoeien, en waarom ge tracht wordt in verschillende warme streken plantages aan te leggen, waar de boomen worden gekweekt, die dit melksap kunnen leveren. Ook in Hulst is eene dergelijke maatschappij opgericht, wat we wis ten uit de Nederl. Staatscrt. van 13 September 1911 no 214. Hierdoor vernamen we, dat bij akte, den 1 Juli 1911 verleden voor den toenmaligen notaris Th. C. Daey Ouwens te Hulst, te Hulst is opgericht de Naaml. Vennootschap Zuid Prean- ger Rubbermaatschappij met een kapi taal van twee millioen gulden. De oprichters zijn meest Belgen, en enkele Zeeuwen, de heeren mr. Fok ker te Zierikzee, Hoegen van Hooge- lande, bankier te Middelburg, mr. de Veer te Middelburg en Jos. van Waes- berghe, bankier te Hulst. De directie bestaat uit den heer Beauthier, een notaris in Belgie en ge noemde heer van Waesberghe. De plantages heeten Tjibintaro en Tjiagra, alle in de residentie Prean- ger .Regentschappen op het eiland Java. We zeggen van deze maatschap pij in Hulst geen goed en geen kwaad, alleen zeggen we dit: de boomsoor ten, die het genoemde melksap leve ren, komen voor in de warme streek die ligt tusschen 6 graden Noorder- Breedte en 6 graden Zuider-Breedte en het eiland Java ligt ten zui den van deze grens, dus in de streek, waar die boomsoorten niet inheemsch zijn. Nu kan het toch zijn, dat ze door aanplanting kunnen groeien op het eiland |ava en met name op de lan den, in deze maatschappij ingebracht. Gezien deze feiten le dat deze landen niet liggen bin nen de breedte, waarop de benoodigde boomen inheemsch zijn. 2e dat de boomen, door de natuur gekweekt, door roofbouw zeer in aan tal zijn verminderd, en nu moet men weten, dat deze boomen in de tro pische oerwouden eene hoogte van 15 tot 20 meter moeten bereiken om een voldoende productie te kunnen opleveren, n.l. van 2 tot 3 kilo, en er alleen in de jaren van 1891 tot 1900 reeds een 8a9 millioen boomen moeten zijn geveld. 3e dat de handelsaanvraag naar het product steeds toeneemt. 4 dat de prijs dus steeds duurder moet worden, en 5 dat met het oog op steeds grootere vraag en het voor zien van steeds minder aanbod in de toekomst meerdere pogingen zijn aan gewend om kunstmatig een stof te bereiden, die de eigenschappen heeft welke de rubber tot een handelsarti kel maakt, en deze poging volgens het vermelde bericht schijnt te zijn geslaagd, komen wij tot een bepaald besluit. En wel dit dat wij aan onze lezers, als er daar onder zijn die genegen zijn rubber- aandeelen te koopen, en dit zou kun nen, omdat er in Hulst een rubber maatschappij bestaat onder directie van den heer Jos. van Waesberghe, die als bankier natuurlijk de aandeelen plaatst onder zijne klanten, voor raad gevenwees voorzichtig in het koo pen van rubberaandeelen. INGEZONDEN. Onze Rijksbelastingen. IV. Thans het tweede argument. De nieuwe Tariefwet zal, volgent de zeer matige berekening van den minister, jaarlijks 10 millioen gulden in de schatkist brengen. Maar wij weten reeds, dat wij er daarmee niet af zijn Daar komt nog een aardig sommetje bij voor de verschillende schatkistjes van de binnenlandsche fabrikanten. En dat alles zal voor een goed deel moeten betaald worden door de „kleine luiden". Wij vinden dat eenvoudig ergerlijk. Maar de verdedigers van het ont werp willen ons wijsmaken, dat het zoo verschrikkelijk niet is. „Want", zeggen zij, „door het verhoogde in voerrecht zullen de binnenlandsche fabrikanten niet meer zooveel last hebben van de concurrentie der bui tenlanders. Onze eigen fabrieken zul len uitgebreid woeden, er zullen nieuwe opgericht worden, en er zal meer werk komen, waarvan de arbeider toch weer profiteert." Ik verzoek u, lezer, dit argument eens goed te overwegen. Als onze binnenlandsche fabrieken uitgebreid worden, als er nieuwe op richt worden, wie profiteert daar dan het meeste van Zijt g ij het soms arbeiders, die de nieuwe fabrieken opricht van uw overgespaarde centen Of zijn het de ondernemers, die het doen van hun overtollige winsten Gij zult moeten toestemmen, dat de ondernemers, de kapitalisten, er de meeste zijde bij spinnen. Welnu, zou ik zoo zeggen, laat men dan ook van hen het geld halen, en niet voor een groot deel van ons. Intusschen, dat men de fabrikanten een extra-voordeeltje bezorgt, zou niet zoo verschrikkelijk zijn, als er maar een flink voordeel tegenover stond voor de arbeiders. Maar het eenige dat men hun biedt ismeer werk. Welnu, kort en goed, de Neder- landsche arbeider heeft geen behoefte aan meer werk Onze arbeiders wer ken voor hel grootste deel nog elf, twaalf, dertien, veertien uren per dag. En dan verrichten ze niet maar zoo'n beetje prutswerk, maar dikwijls zwa- ren, inspannenden arbeid, in heete, dompige, ratelende en stampende fa brieken, voor gloeiende ovens, onder ondraaglijke temperaturen. Zij staan 's morgens op, werken den ganschen dag en gaan daarna bezweet, ver moeid, uitgeput, verstomptlig gen in een huis dat vaak niet veel van een stal verschilt. En den vol genden dag is het wéér werken, en eindelijk-wéér slapen Wat zijn deze arbeiders, zou ik u willen vragen. Zijn het menschen Bestaat er voor een mensch niets méér, dan zwoegen en.... uitrusten om opnieuw te zwoegen? Zou het voor deze menschen zoo kwaad zijn, als zij eens tijd kregen om een wandeling te éoen in de vrije natuur Of een boek te lezen, dat den geest verheft? Öf zich op de hoogte te stellen van wat er in de wereld gebeurt, wat er gedacht en gewrocht wordt door hun medemen- schen Nogmaals, de Nederlandsche arbei der fcheeft geen behoefte aan meer

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1912 | | pagina 1