De Volkswil BIJVOEGSEL van van 4 Mei 1912. Van alles wat. IBIÏEUNDSCI BRIEVEN. 25 FEUILLETON. De Kleine Lord. leed£ ööftfl zou ziefi dat de bestaande stóppende snêttfeitfeja VAri Vlaké naar Kruiningen werden verlegd. De gekozen richting van de tram „Huijgebaart" lijkt ons bovendien toch zonderling, voornamelijk wat betreft beoosten Goes. Verbeeld u dat een bloeiend dorp als Kapelle bijvoorbeeld niet in dat plan is opgenomen. Van Goes uit schijnt het oog speciaal ge- richtte zijn op Wemeldingelerseke Kruiningen—Hansweert. Zoodat een heele bocht moet worden gemaakt, wat tengevolge zal hebben dat die genen die zich naar of van Goes naar of van Hansweert of Kruiningen moe ten begeven zeker eerst in de laat ste plaats zullen gebruik maken van de tramDoch we zouden wa rempel ook gaan fantaseeren, en dat was en is onze bedoeling niet. De be doeling is en blijft alleen om de(n)lezer- (es), vooral van „den overkant" op de hoogte te stellen en te houden met de hier voorkomende zaken, quaestie's en gebeurtenissen, terwijl wij dachten goed te doen, ditmaal de „Tramquaes- tie" eens te behandelen, te meer, naar wij weten, dat ook in Zeeuwsch- Vlaanderen, deze quaestie's reeds meermalen zijn, en ook thans nog worden meegemaakt. Wat wij van harte hopen dat is, dat spoedig, zoo spoedig het maar kan, een flinke ver binding wordt tot stand gebracht hetzij dan via Vlake of via Kruiningen, waardoor teleurstellingen, zooals mis sen van aansluitingen, of onvoldoende plaatsruimte achterwege kunnen blij ven. We zouden nu eindelijk ook wel eens daden willen zien, als uitvloeisel van al de woorden en plan nen enz. enz., over deze zaak reeds gewisseld en gemaakt. April '12. LUCTOR. O— Zelfzucht. Druk arbeiden zij, de nijveren Dreuning van machines vervult de kwalijk riekende ruimte van be dompt fabriekslokaal. Ondanks dat, genoeglijke glans op de gezichten. Het ziekenfondsbestuur heeft zoo juist aan allen een extra uitkeering "Waar denken zij nu aan Denken zij aai moeder, die de centen zoo goed kan gebruiken Somt aan hua kiidja, dat er zoo lief uit zal zien in een nieuw jurkje Wie zal het zeggen Daar schuifelt er een tusschen machines door, voorzichtig. Ge vaar dreigt van wiel en van den baas, die loert. Daar blijft hij staan. Hij haalt uit zijn kiel een goor beduimeld boekje met gele. bedrukte blaadjes, en zegt tot een werkende Heb je soms nog wat over voor onze strij dende broeders, de Leerbewerkers te Waalwijk Korsch, 'grauwend volgt het ant woord Dank je welEr is tegen woordig zooveel te verdienen, dat ik zelf blij ben dat ik een extratje heb! Propagandist af, anderen vragend, vol moed, vol hoop, op beter ont haal. Hoog gilt de fabrieksflujt. Een- toonige geestdoodende arbeid wordt neergelegd. Stilte, doodschlijkend, vervangt helsch rumoer. Arbeiders vertrekken, door wijde poort, in Gods vrije, frisscbe lucht. In groe pen sloffen ze, meest sprekend, over hun „extratje*. Een groep van 'n man of vier is bijzonder levendig. Zichtbaar hebben ze groot plezier Bij een kroeg gekomen, hooren wy op eens zeer luid „Kom jongens, laten we er eentje koopen, ik tracteer, 'tkan lijen Wie is daar zoo gul De man, die zoo norsch snauwde dat hij vanwege den slechten tijd niets te missen had Mannen van de vakorganisatie, bekampt uit alle macht de drink gewoonten Gij bestrijdt tevens onzen groo- ten tegenstander ZELFZUCHT. o Mishandeling door een politie agent. De justitie te Haarlem heeft instructie geopend tegen een agent van politie, aldaar, die iemand zeer ernstig zou hebben mishandeld. Volgens de mededeeling van den agent was in den nacht van 20 Maart, een persoon op hem toege komen, die hem een stomp wilde geven. De agent moet den man toen nageloopen zijn en hem vier houwen met een sabel over het hoofd hebben toegebracht, waardoor bloedende wonden ontstonden. De man, die toen wegens dronkenschap naar het bureau gebracht werd, heeft zijn beklag over het optre den van den agent gedaan. o Misdaad By het amoveeren der oude Gasfabriek te Deventer is in een der gashouders een vrou- wenlijk drijvende gevonden. Daar zelfmoord bijna is uitgesloten, ver moedt men misdaad. o Pest op Java Een regeerings- telegram betreffende pestgevallen op Java gedurende het veertiendaagsch tijdvak van 10 tot en met 23 de zer meldtAfdeeling Malang 26 nieuwe pestgevallen, 24 dooden Madioen 13 nieuwe gevallen, 12 dooden j Kediri op negep dezer één D© Tramplannen. Nadat het vuur lang had gesmeuld, is het deze en de vorige week weer eens flink opgelaaid. Evenals een on weersbui, die soms hevig is, naarmate er een lange periode van rust en warmte voorafging, zoo is het ook ten opzichte van de tramplannen op dit eiland. Men hoort er een heele poos niets van, en dan plotseling heeft ieder den mond vol over „de tram", ja het lijkt er dan soms op of de tram er eigenlijk al ligt en ons voor een luttele paar kwartjes door heel het eiland zal voe ren, als wij maar in willen stappen 't Is of we voor een theater staan waarvan de clowns ons beleefd uit- noodigen met een „neem plaats hee- ren en dames, neem plaats En dat niet alleen doch er is ook al strijd over de concurrentie die de trams hier elkaar aandoen, pardon 1 aan zullen kunnen doen De Décauville-tram van Hansweert naar Vlake, een luxe artikeltje van 60.000 gulden wordt overbodig geacht nog vóór ze er is, en hoeveel jaren heeft het niet ge duurd eer die Décauville-tram tot stand kwamop papier wel te verstaan. Kort en goed, de Décauville-tram behoeft er niet te komen behoort er eigenlijk niet te komen, zeggen de twee Zuid-Bevelandsche Statenleden (hoe jammer dat ze hun namen niet publiceerden) nu er ernstige tram plannen worden geopperd door de heeren firma „Huijgebaart c.s." Die tram Hansweert—Vlake wordt een sta in den weg, een concurrente van de tram Hansweert—Kruiningen— lerseke enz. Althans volgens de twee Zuid-Bevelandsche Statenleden die hun naam niet in de pers bekend maakten en volgens de vijf andere idem, die adhaesie aan het adres van hun twee collega's betuigden, dat deze heeren over de tramquaestie aan Ged. Staten van Zeeland zonden. Ook wordt de bevolking van Krui ningen, lerseke en Wemeldinge op gewekt tot het teekenen van een ad haesie adres betreffende de tram „Huijgebaart". Natuurlijk teekenen er menschen op die adressen, waarom ook niet Helpt het niet het geeft toch moed", zoo zal de meerderheid de onderteekenaars mis schien wel denken, want er heeft hier al zoo dikwijls een „tram* moeten komen, dat de meesten er toch niet ernstig meer aan gelooven. Vijf en twintig jaar geleden reeds kwam er o XII. De mededingers. Hij liet haar praten en dreigen tot zij niet meer kon en zei „Gij beweert, dat gij de vrouw zijt van mijn oudsten zoon. Indien dit zoo is, indien de papieren, die gij kunt toonen, echt zijn, dan hebt gij de wet op uwe hand. In dat geval is uw zoon Lord Fauntleroy. De zaak zal behoorlijk onderzocht worden, daar kunt ge gerust op zijn. Zijn uwe eischen rechtmatig, dan zal alles voor u in orde worden gemaakt. Zoolang als ik leef, wil ik echter noch u, noch uw zoon onder mijne oogen hebben. Het zal reeds erg genoeg zijn, als gij hier na mijn dood moet komen. Gij zijt juist iemand om in den smaak van mijn zoon Bevis te vallen, dat moet ik zeggen Zoo sprekend, keerde hij haar den rug toe en stapte de kamer uit, even als hij er in was gekomen. Eenige dagen later, toen mevrouw Errol in hare vriendelijke huiskamer zat te schrijven, werd er een bezoe ker aangemeld. De meid, die de boodschap binnenbracht, zag er ont steld uithare oogen waren van ver bazing wijd geopend en aangezien zij nog jong en onervaren was, keek zij een „tram" van lerseke naar station Kruiningen. Heel de baan was ge projecteerd, overal kon men de paal tjes zien staan. Zelfs in den Ierseken- schen gemeenteraad is er al heel wat over te doen geweest. Zeer ernstig werd er gediscussieerd en gedebat teerd over de richting van de „tram". Over het gevaar op de hoeken van straten enz. enz. De paaltjes zijn inmiddels verrot, enfin, de tram bestaatin de fan- tazie. 't Is zeer gemakkelijkmen verbeeldt zich eenvoudig in een tram te zitten als men met het kleine omnibusje of brikje mederijdt van Kruiningen-station naar lerseke of om gekeerd en de zaak is immers gezond Zoo ook van Hansweert naar Vlake. De menschen zijn tegenwoordig ook zoo verbazend veeleischendWat mankeert er nu eigenlijk aan zoo'n omnibus? Gaat het niet vlug ge noeg, zoodat soms de aansluitende trein of boot wordt gemist? Welnu er gaat immers over een paar uren wel weer een trein of boot 1 Men kon 't wachten misschien niet pleizie- rig vinden, doch moe wordt men er toch niet veel van Zooals ik boven zei is het vuur flink opgelaaid en komt er ook strijd. De „Nieuwe Zeeuwsche Courant" van 25 dezer, bevat een stevig artikel en beveelt daarin met den meesten aan drang de Décauville-tram Vlake-Hans- weert aan, en lang niet zuinig! De fantasietram van „Huijgebaart" wordt smalend de „bietentram van Huij- baart" genoemd, waarmede dan de passagiers van de boot via Kruinin gen naar het station aldaar zullen kunnen rijden'. Nu wat dat betreft, wij vermeenen dat de passagiers van de boot zich er minder aan zullen storen of ze in een „bietentrara" dan wel in een „Decauvilletram" worden vervoerd, mits de aansluitende trein of boot maar behoorlijk wordt gehaald en de rijtuigen behoorlijk zijn ingericht. (De bedoeling zal toch hopen we niet zijn om de menschen in peeënwagens te vervoeren Toch komen er argumenten voor in het artikel van de „N. Z. Crt" die meer steekhoudend zijn. Zoo o.a. het feit dat de tram „Huijgebaart", ge steld dat die er komt, er eerst na eenige jaren kan liggen, dat de reizigers bestemd voor de richting Goes en Middelburg worden genoodzaakt via Kruiningen te reizen, waardoor hun reis langer en duurder wordt, terwijl het publiek van Schore en Vlake, en van Westelijk Hansweert zeker met hare meesteres met een soort van ze nuwachtig medelijden aan. „Het is de Graaf zelf, mevrouw sprak zij met bevende stem. Toen mevrouw Errol de ontvang kamer binnentrad, zag zij een langen, deftigen ouden heer op het tijgervel voor den haard staan. Hij had een fraai besneden maar streng en stuurs gezicht, een arendsneus, een zwaren grijzen knevel en iets gebiedends in zijn geheele voorkomen. „Mevrouw Errol, geloof ik," zei hij. „Mevrouw Errol," gaf zij ten ant woord. „Ik ben Graaf Dorincourt," zei hij. Bijna werktuigelijk wachte hij even, om haar in het opgeheven gelaat te zien. Hare oogen herinnerden hem zóó zeer aan de groote, lieve kinder- oogen, die gedurende de laatste maan den iederen dag zoo tallooze malen tot hem hadden opgezien, dat hij er letterlijk van ontroerde. „Hoe sprekend lijkt het kind op u zei hij op eens. „Dat wordt meer gezegd, Mylord, gaf zij ten antwoord, „maar mij is het altijd een genot zijn vader in hem te rug te vinden." Zooals Lady Lorridaile hem reeds gezegd had, was hare stem allerliefst en haar toon eenvoudig en waardig. Zij scheen in het minst niet van haar stuk gebracht door zijne verschijning. „Ja," zei de Graaf, „hij lijkt op mijn zoon ook." Hij hief de hand op en trok met geweld aan zijn grij zen knevel. „Weet gij waarom ik eigenlijk hier gekomen ben?" „Ik heb mijnheer Havisham gespro ken en hij heeft mij verteld, dat er iemand is die rechten meent te heb ben „Ik ben hier gekomen om u te zeggen, dat die rechten onderzocht en betwist zullen worden indien dit maar eenigszins mogelijk is. Jk ben hier gekomen om u te zeggen, dat het kind verdedigd zal worden tot het uiterste. Zijne rechten De zachte stem viel hem in de rede. „Hij moet niets hebben, dat hem niet eerlijk toekomt, zelfs al werd het hem door de wet toegewezen," sprak zij. „Dat kan de wet, helaas, niet doen," zei de Graaf. „Was het mogelijk, dan zou het gebeuren Die onbeschaamde vrouw en haar kind „En ais zij werkelijk met uw oud sten zoon getrouwd is gevyeest, dan is haar zoon Lord Fauntleroy en de mijne niet." Zij was evenmin bevreesd voor hem als Cedric geweest was zij keek hem aan evenals Cedric gedaan had en hoewel hij zijn leven lang een echte dwingeland geweest was, deed het hem toch in zijne ziel genoegen. De menschen durfden hem zelden tegenspre ken, dat deze ondervinding hem door hare nieuwheid aangenaam aandeed. „Ik begin te gelooven," zei hij op ietwat barschen toon, „dat het u niet onwelkom zou wezen, indien hij nim mer graaf van Dorincourt werd Een donkere blos bedekte het lief gelaat. „Het is een zeer groot voorrecht Graaf van Dourincourt te zijn, My lord," sprak zij. „Dat weet ik. Maar wat in mijn oog nog meer waarde heeft, is, dat hij worde wat zijn vader geweest is eerlijk en trouw en waar in alles." „Het tegendeel dus van hetgeen zijn grootvader is nietwaar?" sprak zijne Lordschap ironisch. „Ik heb niet het genoegen zijn grootvader te kennen," hernam me vrouw Errol, „maar ik weet, dat mijn jongen gelooft Zij hield even op en hem kalm in het gelaat ziende, vervolgde zij„Ik weet, dat Cedric u lief heeft." „Zou hij mij lief gehad hebben," vroeg de Graaf droogjes, indien gij hem verteld hadt, waarom ik u niet op mijn kasteel wilde ontvangen „Neen," gaf mevrouw Errol ten antwoord, „dat geloof ik niet en cjaarom juist wilde ik niet, dat hij het weten zou. „Welzoo,zei Mylord kortaf, ,(er zijn weinig vrouwen, die evenzoo ge handeld hebben." Eensklaps begon hij met groote schreden de kamer op en neer te loopen en trok toen weder heftig aan zijn knevel. „Ja, hij heeft mij lief." zei hij, „en ik hem. Vroeger heb ik nooit iets of niemand lief gehad. Maar hem we! Van het eerste oogenblik af voelde ik mij tot hem aangetrokken. Ik ben oud en was het leven moede. Hij heeft mij iets gegeven om voor te leven. Ik ben trotsch op hem. Hef dobdelijk g^val. —o Kamerverkiezing Woorn Bij de herstemming voor een lid der Trfetd# Kamer zijn 29 April in het dintrict Hoorn 5745 geldige «temmen uit gebracht. Hiervan verkreeg dp heer W de Jong {U. L) 3903 «tem men en de heer H. CH Vegte! (A.-R.) 1842, zoodat gekozen is de heer De Jong, o Maar eenmaal. Ir. gezelschap neemt een eenigszins aangeschoten jonkman de vrijheid, een hem niet nader bekend mooi meisje te kussen. Vertoornd springt de vader van het meisje op 1 en brengt zijne hand krachtig in aan raking met de wang des van liefde f gloeiende jongelings. Nog is zijn i dorst naar wraak niet verzadigd hij heft nogmaals de hand op. Nu komt zijn dochtertje tusschen beiden. „Genoeg, papa, hij heeft me maar éénmaal gekust." Mijmeringen van een bezoeker der openbare kamer-tribune bij de behandeling van de Vogelwet. Wat is een vogel? Het geven van een juiste definitie is vaak zoo moeilijk. Een vogel is een tweebeenig dier met vleugels. Is een vlinder, een vlieg, een glazen maker, een tor, etc. die op twee na alle pooten verloren hebben, dan een vogel? Een vogel is een tweebeenig dier, welks lichaam is bedekt met veeren Is een Roodhuid vandaar de naam Roodhuyzen dan een vogel? Is een modern aangekleede juffer met veeren boa en een hoed met veeren een vogel? Een vogel is een tweebeenig dier, welks lichaam is bedekt met veeren en dat zich voortplant door eieren. Is een vliegende hagedis, die twee pooten verloren heelt, dan een vogel? Het parlement lijkt wel een vogel- tuin. De heeren zijn zoo vrij als een vogel in de lucht. Vooral de socialisten zijn de vreemde vo gels. Het zijn vogels van ee nerlei veeren. Zij kakelen den ganschen dag door en redeneeren als kippen zonder kop. Een rare vogel is vriend Duys, die onder de halve vogels gerekend moet worden. Piep jong, nog pas uit het nestje, zit dit vogeltje zelden op zijn stokje, maar snuffelt de geheele Kamer door of hier en daar niet een vies papiertje is te snappen. En dan spalt het zijn bekje zoo wijd open, dat de geheele Kamer met Van der Molen incluis er in kan. Borgesius is de slimme vogel, maar slim alleen voor eigen soort. Hij schiet vee! naar denvoge! maar schiet als altijd mis, dewijl eigen vlucht te laag bij den grond is om de hooge vlucht der vogelen te raadplegen. Roodhuyzen, de vroolijke vogel, weet de Kamer soms dol te amuseeren. Hij kan zoo deftig „koppetje krauw" zeggen, juist deed mij goed te denken, dat hij een maal in mijne plaats zou optreden als het hoofd van ons geslacht Hij keerde terug en bleef voor me vrouw Errol staan. „Ik ben ongelukkig," zei hij, „diep ongelukkig En men kon aan hem zien, dat hij de waarheid sprak. Zelfs zijn trots was niet bij machte het beven van stem en handen te bedwingen. Een oogenblik scheen het zeifs alsof zijne donkere, diepliggende oogen vol tra nen stonden. Misschien is het wel omdat ik mij zoo ongelukkig gevoel, dat ik tot u gekomen ben", zei hij, haar doordringend aanziende- „ik had eer» afkeer van u, ik ben jaloersch van u. Deze rampzalige gebeurtenis heeft al les anders gemaakt. Toen ik het te- rugstootende schepsel gezien had, dat zich de vrouw van mijn zoon Bevis noemt, voelde ik, dat eene onuitspre kelijke verkwikking zou zijn u te mo gen aanschouwen. Jk ben een pude gek geweest en ik heb u schandelijk behandeld. Qij lijkt op het kind en het kind is mijn eenig levensdoel, Ik ben diep ongelukkig en ik ben toi u gekomen, alleen omdat gij zoo op mijn jongen lijkt, omdat hij u lief heeft, en ik hem. Bthande' mij zoo goed als gij kunt, terwille van den jongen." Hij zei dit alles met zijne gewone bar- sche stem, op bijna ruwen toon, maar hij scheen zoo bedroefd en verslagen, dat mevrouw Errol innig medelijden met hem kreeg. Zij stond op en schoof een armstoel vooruit.

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1912 | | pagina 5