No. 136.
Zaterdag 4 Mei 1912.
3e Jaargang
Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst.
Richting': Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van
persoon of partij.
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG.
Gentschestraat C 7 te Hulst.
w?
Stichter: H. A. van Dalsum.
Gentschestraat C 6 te Hulst.
Gentschestraat B 4 te Hulst.
DE VOLKSWIL
REDACTIE:
Abonueineut per drie maanden
NEDERLAND
BELGIE
ANDERE LANDEN
- Abonnementen worden dagelijks aangenomen
f 0.50.
fr 1.20.
f 0.80.
Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven.
Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud
van het Yrije Woord en voor dien van Advertentiën.
ADMINISTRATIE:
DRUKKERIJ:
Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur.
Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing
belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25.
Zelandia begint de Zeeawsch-VlaanDche
T ra in w e gin aalsc h ap p ij te begrijpen.
O
Op 25 April bood de heer Mau
rice Lippens een diner aan te Ter
Neuzen bij gelegenheid van de instal
latie van den Raad van Advies der
Zeeuwsch-Vlaamsche Tramwegmaat
schappij en waartoe ook de pers was
uitgenoodigd. Ook de Redactie van
de Volkswil had een uitnoodiging ont
vangen om aan dat diner deel te ne
men, maar nam ze niet aan.
Zelandia heeft in haar no. van 27
April een verslag van de zaak, en
hierin komt het volgende voor
„Ook werd besloten een telegram
„van hulde te zenden aan H. M. de
„Koningin en aan Z M. Albert koning
„der Belgen.
„Voor het zenden van het telegram
„aan H. M. de Koningin meenen we
„was alle reden aanwezig, De maat
schappij toch krijgt een renteloos
„voorschot van Nederlandsch regee-
„ringskapitaal (rijk en provincie) van
„tweederden der stichtingskosten, maar
„van den Belgischen Staat ontvangt
„zij niets. Waartoe moest dan een
„zuiver Nederlandsche onderneming
„een buitenlandschen vorst huldigen.
„Of heeft de Maatschappij
„ten doel het Nederlandsch
„belang dienstbaar te ma-
„ken aan het Belgisch par
ticulier belang?"
Deze laatste woorden, de vraag, die
Zelandia stelt zonder te beantwoor
den, hebben wij gespatieerd.
Wij hebben zelden de gelegenheid
om aan Zelandia een woord van lof
te wijden, maar waar zij het verdient
willen wij haar dezen lof iet ont
houden.
Men zal zich herinneren, dat wij
in de najaarszitting 1911 van de Sta
ten van Zeeland akte hebben gevraagd,
dat de heeren Fruytier en Dieleman,
leden van Gedeputeerde Staten, in
deze hoedanigheid het voorstel deden
aan Provinciale Staten om op de
Zeeuwsch-Vlaamsche Tramwegmaat
schappij te Neuzen over te schrijven
ruim negenmaal honderdduizend gul
den subsidie en renteloos voorschot,
door de Provincie vroeger verleend
aan twee comité's voor een tramlijn
Hontenisse—Selzaete en een comité
IJzendijke, en dit, terwijl zij zeiven
uitmaakten met nog een derde lid den
Raad van Bestuur van de Maatschap
pij, welke Raad van Bestuur deze in
rechten vertegenwoordigt.
Die heeren Gedeputeerden, met nog
een derde lid van Gedeputeerde Sta
ten den heer van Rompu. oprichters
aandeelhouders, hebben dit geld van
de Provincie, en de Piovincle heeft
geen ander geld dan belastinggelden,
gevonden in de opcenten op de grond
belasting en op de personeele belas
ting, dus gevraagd en verkregen voor
hun eigen zak en zaak.
De Maatschappij schijnt er blijkens
het verslag in de Midd. Courant op
te' rekenen nog dit jaar ook van het
Rijk eene gelijke som van negen ton
gouds te verkrijgen, cn dan zal zij
overgaan tot onteigening t-n aanleg.
Met het oog op dit laatste, waartoe
dus geacht wordt de tijn rijp te zijn.
werd (ie Raad van Advies getnsUi-
leerd. waarin werden opgdosi d- oude
comité's. De Maatschappij m ent-Jus
reeds zeker te zijn van de zaak dat
zij nog dit jaar de buit binr. r krijgt,
en wel een buit van 18 ton Zeeuwsch
cn Nederlandsch belastinggeld.
En voor wienis deze buit
bestemd? Voor het belang
van particuliereBelgische
suikerfabrieken op de Bel-
g i s c h-N ederlandschegrens,
en van dit belang is de ziel de heer
Maurice Lippens, te Moerbeke-België,
de eigentlijke directeur van de
Zeeuwsch-Vlaamsche Tramwegmaat
schappij, die wel voor den vorm
een Nederlandsche Maatschappij is
door haar te Ter Neuzen te vestigen,
maar het even weinig is als de Tram
Hulst-Walsoorden die in Hulst ge
vestigd is.
Als een kippendief zich verheugt,
dat zijn buit binnen is, maar hij wordt
toch nog gesnapt en in naam van de
Koningin achter slot en grendel ge
zet, dan ontvangt hij de straf die hem
toekomt.
Maar de Zeeuwsch-Vlaamsche Tram
wegmaatschappij, die zich verheugt
over het binnenhalen van de buit
van Nederlandsch belastinggeld heeft
den treurigen moed daarvoor een
dronk te wijden aan Hare Majesteit
de Koningin. En waarom treurige
moed Omdat Zelandia den spijker
op den kop sloeg met hare vraag, die
bevestigend moet worden beantwoord
„Of heeft de Maatschappij ten doel
het Nederlandsch belang dienstbaar
te maken aan het Belgisch particu
liere belang?
En Zelandia is het orgaan van den
heer P. F. Fruytier, den voorzitter
van den Raad van Bestuur der
Zeeuwsch-Vlaamsche Tramwegmaat
schappij, en is het orgaan, dat in
1910 zooveel moeite deed om lid van
de Provinciale Staten en daardoor lid
van de Gedeputeerde Staten te ma
ken den heer mr. P. Dieleman, den
secretaris van dien Raad van Bestuur.
Wij willen nu nog een woord ver
klappen en wel dit
In 1910 werden de vrome broeders
opgeroepen om toch als lid van de
Provinciale Staten te kiezen den vro
men medebroeder den heer mr. P.
Dieleman. Welnude vrome broe
ders van katholieke kïesvereeni-
ging met de katholieke geestelijkheid
en de vrome broeders van antirevo
lutionairen huize moesten onder vrome
leuze alles in het werk stellen om mr.
Dieleman gekozen te krijgen. En nu
zeggen wij met ronde duidelijke woor
den zij, katholieken en antirevolu
tionairen, werden met open
o ogen bedrogen.
Het doel om mr. Dieleman geko
zen tr krijgen was geen Coalitiebelang,
het doel was: door mr. Dieleman als
helper en hiermede om te winnen den
steun van de anti-revolutionaire Sta
tenleden het Nederlandsch
beiang dienstbaar temaken
aan het Belgisch particu
lier belang, het belang van de
Belgische familie Lippens.
Wij zijn Zelandia dankbaar, dat zij
door het stellen van haar vraag heeft
willen aantoonen nu het feest van het
binnenhalen van de buit wordt gevierd
toch r.og gewetensbezwaar te gevoelen.
Wij willen aannemen, en moeten
dit doen, dat de vraag niet is van
den heer Fruytier maar van den re
dacteur, doch dit verandert niets aan
de zaak, dat de redacteur, toen hem
op dut feest het voiledig licht opging
over de zaak, verbijsterd was over
dit licht, en in dit licht, de vraag
stelde, waarmede Zelandia in onze
richting kwam.
Wij hopen nu, dat zij nog menig
maal het licht voor zich ziet opgaan
in vele andere zaken, en dan nog te
gelijkertijd den moed verkrijge om te
erkennen in die zaken te hebben ge
dwaald.
De vorige week is de Rubriek
van het volksprotest tegen onrecht
vaardige strafvonnissen gesloten, en
in deze rubriek zelve is in den laat-
sten tijd meermalen er op gewezen,
dat we ons moeten gereedmaken voor
het jaar 1913.
Het jaar 1913 speelt door alle hoof
den en harten van onze bevolking, bij
den een in een geest van hoopvolle
verwachting, bij den ander in een
geest van bange vrees, ja, zelfs is
reeds gesproken, om in 1913 tegelijk
niet het honderdjarige feest van de
Nederlandsche onafhankelijkheid te
vieren een tienjarig feest van vrijma
king van Zeeuwsch Vlaanderen van
een eeuwenlang juk van volksonder
drukking.
Deze feesten zullen we maar laten
rusten, maar ómdat de Volkswil een
afspiegeling is van hetgeen leeft in
onze bevolking is het onze plicht on
der de oogen te zien de verkiezingen
van 1913, want het zijn deze, die
spelen in hoofd en hart onzer bevol
king. En dit wel nu, omdat verschil
lenden het verlangen hebben geuit,
dat een nieuwe rubriek zal worden
geopend om een verkiezingsfonds 1913
bijeen te brengen en wel in zoodani-
gen vorm, dat ieder er aan kan deel
nemen.
Wat het volksverlangen is?
Het is ditdat van Daisum in
1913 volksvertegenwoordiger wordt
voor het kamerdistrict Hontenisse, en
dat van Dixhoorn in 1913 Statenlid
wordt voor het Statendistrict Hulst.
En wat ook nog het volksverlangen
is, en speciaal van de Volkswiiman-
nen, dat het Statenlid mr. P. Diele
man in 1913 een behoorlijk vrijaf zal
krijgen, vermits hij als advocaat zich
heeft geleend voor de brave heeren
Schets en van Waesberghe-Ambtsrap-
port, wetende, dat hij zich hierdoor
leende voor zaken, die algemeen wer
den afgekeurd, en ook met de daad
zijn afgekeurd door hei bijeenbrengen
van de f400 in de Rubriek van het
volksprotest.
Dat de heer Pii. J. van Dixhoorn
in 1913 onze candidaat zal zijn staat
onherroepelijk vast, en dat hij dan
Statenlid zal worden gekozen is een
zaak van eer bij allen, die in 1910
ons tot Statenlid hebben gekozen en
in 1913 ons tot Kamerlid willen kie
zen.
En waarom dit onherroepelijk vast
staan en waarom deze zaak van eer?
Omdat dit besluit reeds door onze
bevolking is genomen op den avond
van den dag onzer verkiezing tot
Statenlid, en omdat hij in 1910 ons
openlijk als Statenlid heeft aanbevolen,
wat door geen onzer vrienden is ver
geten geworden, want deze vergeten
wel beleedigingen maar geen eerlijke
daden.
Of in 1913 ook de heer H. Kramer
de candidaat zal zijn voor de Staten
is niet algemeen de volksgedachte
zooals die is jegens den heer van
Dixhoorn, maar er zijn wel velen, die
deze gedachte hebben, terwijl er ook
wel wordt gedacht, dat hij zich in
1913 niet weder zal verkiesbaar stellen.
En of in 1913 van onze zijde nog
andere candidaten zullen worden ge-
.steld is af te wachten, vermits wij
daaromtrent zeiven niets beslissen
maar hiervoor luisteren naar de volks
gedachte.
Doch de hoofdzaak die 1913 voor
ons district beheerscht is deze
dat, als zaak van eer, tot Statenlid
wordt gekozen de heer Ph. J. van
Dixhoorn,
dat als Statenlid moet vallen de
heer mr. P. Dieleman,
dat als Kamerlid wordt gekozen van
Dalsum.
Maar nu is de zaak deze
De volksgedachte wikt en weegt
en zegtwat wij willen is nog niet
zeker dat het zal gebeuren, want
al is onze kans zeer groot, al is onze
wil bijna zeker voor het Statendistrict,
voor het Kamerdistrict hebben we te
maken ook met een deel van Zuid-
Beveland, en dan valt af het kanton
Terneuzen, waar wij voor de Staten
zooveel stemmen hebben verkregen.
En de volksgedachte overweegt nog
verder: in 1913 zal het een grooten
strijd geven en voor dezen strijd is
ook geld noodig, hoe komen we aan
dit geld
Het antwoord is door enkelen ge
geven laten we daarvoor een rubriek
openen.
We moeten elkander goed begrij
pen.
In 1909 waren we ook candidaat
voor de Tweede Kamer, maar het was
toen geen ernstige strijd voor ons om
Kamerlid te worden, vermits onze
candidatuur toen was een daad van
protest en een middel om te komen
tot hetdit alles is geschied, op
dat de gedachten van velen zouden
openbaar worden.
In 1913 echter zal het worden een
ernstige strijd, niet een protest, maar
een volkswil om van Dalsum Kamer
lid te maken.
En waarom dezen volkswil Om
dat in de volksgedachte is deze als
van Dalsum Kamerlid wordt, dan eerst
gevoelen we ons vrij, en zich vrij ge
voelen wil in onze bevolking zeggen
niet meer leven onder het systeem van
valschheid, nijd en dwang.
Het is ook alleen in deze gedachte,
dat wij in 1913 een Kamercandida-
tuur zullen aanvaarden, en wel om
hiermede te bekronen een werk van
verheffing van het volkskarakter, dat
onder het eeuwenlange systeem van
volksonderdrukking door valschheid,
nijd en dwang serviel was geworden.
Is toch de serviele geest van valsch
heid, nijd en dwang geheel uit het
volkskarakter verdwenen, dan is de
tijd gekomen, om op dit gezuiverde
volkskarakter voort te bouwen, en op
dezen voortbouw zullen zich ontwik
kelen de volkswelvaart en de deug
den, die een klein volk groot kunnen
maken.
Zonder deze gedachte van bekro
ning van het werk van verheffing van
het volkskarakter zouden wij nimmer
bereid worden gevonden om werke
lijk Kamerlid te zijn, want dit zijn
zou voor ons worden een groot kruis
en een dure geschiedenis.
Immers
Nimmer zouden we willen ophou
den notaris te zijn in Hulst, omdat
we van het notariaat moeten leven
en op eene andere plaats zouden we
geen notaris willen zijn; nimmer zou
den we de Volkswil willen opgeven,
omdat deze te veel beproevingen heeft
moeten doorstaan en daarom een deel
is geworden van onze ziel en van ons
lichaam.
Maar Kamerlid hier nog bij, en dit
zou medebrengen, dat we toch zeker
gemiddeld om de andere week voor
een vier dagen naar den Haag zou
den moeten, zou zijn te veel van ons
vergen, en wij zijn maar mensch gelijk
ieder ander.
Om dan alles te kunnen in stand
houden, zouden we dan verplicht zijn
zoowel het personeel van het notaris
kantoor als dat van de Volkswil te
vergrooten. Doch dit zal zooveel
kosten dat, daarbij gerekend de reis en
verblijfkosten, tegen de f 2000 die het
Kamerlidmaatschap geeft, we wel een
f3000 zouden moeten uitgeven.
Een Kamerlidmaatschap zou ons
dus kosten uit eigen zak een f 1000
per jaar, terwijl ieder weet, dat arti
kel 12 onzer Grondregelen luidt: De
Volkswil vraagt voor haar stichter geen
geld, geen goed, geen eer.
En daarenboven voor ons plezier
zullen we het niet moeten zijn, want
wij zouden als Kamerlid ons b ij
geen enkele part ij aansluiten
noch dadelijk noch in de toekomst en
toch doen wat we in Zeeland doen
datgene aanplakken wat een ander
niet kan of niet durft, dusde kas
tanjes uit het vuur halen, zonder vooraf
bang te zijn, of we wel onze vingers
zullen branden. En op deze wijze
handelende, zou weldra blijken, dat
niet alleen in Zeeuwsch-Vlaanderen,
maar op velerlei gebied ook in ge
heel Nederland een Augiusstal te rei-
zigen is.
Maar zou het Kamerlidmaatschap
ons veel geld kosten te vinden uit
een schrale beurs, ons geven veel
arbeid en nog meer onaangenaam
heid, als we daardoor bereiken de
totale opheffing van het volkskarakter,
dan zou toch onze belooning een
zeer groote zijn zij zou zijn die van
het winnen van harten, en wie harten
geeft' gewonnen kan met een gerust
geweten zijn ziel teruggeven aan zijnen
Schepper met de gedachte, dat hij
niet te vergeefs heeft geleefd.
En nu het vraagteeken achter het
opschrift Een Verkiezingsfonds 1913.
Wij vragen, alvorens hiertoe over
te gaan, het oordeel van onze lezers.
Wij vragen henzullen we een ru
briek Verkiezingsfonds 1913 openen,
ja of neen
En wij vragen dit, omdat in het
antwoord van „ja" ligt opgesloten de
beslissing, dat we in 1913 een ver-
kiezingstrijd zullen voeren.
En in het antwoord van „neen,"
dat we in 1913 ons niet met de ver
kiezingen zullen inlaten.
Wij verwachten nu over deze vraag
het antwoord van onze lezers.
Indien zij besluiten tot „ja" dan
willen we reeds nu zeggen onze ge
dachte, hoe met het fonds te handelen.
We zouden dan dit denken
1. dat de Rubriek is onder ons
beheer, en wij het geld plaatsen op
een spaarbankboekje.
2. dat tegen den tijd van 1913
een Comité wordt gevormd, zoowel
hier als in Zuid-Beveland, aan hetwelk
de opbrengst van de Rubriek zal wor
den gegeven.
3. dat dit Comité de verkiezingen
leidt.
en 4. dat zoo mogelijk kiezers uit
alle gemeenten in dat Comité worden
opgenomen.
Zooals gezegd, hiervoor is nog alle