No. 131. Zaterdag 30 Maart 1912. 3e Jaargang. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. Richting: Voer waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG. Gentschestraat C 7 te Hulst. w? Stichter: H. A. van Dalsum. Gentschestraat C 6 te Hulst. Gentschestraat B 4 te Hulst. Eenzaamheid. Arm Friesland. belgie. Rechtzaken. DE LKSWIL REDACTIE: Abonnement per drie maanden NEDERLANDf 0.50. BELGIEfr 1.20. ANDERE LANDEN f 0.80. - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Vrije Woord en voor dien van Advertentiën. ADMINISTRATIE: Dïl'KKEKIJ: Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25. Aan zijn medemenschen kan men zich stooten, nog erger dan aan steenen. Letterlijk tegen elkaar aanloopen is daarvoor allerminst noodig. Voldoende is, dat men an ders aangelegd is. Al onthoudt men zich dan ook van alle daden, die de geringste afkeuring verdie- dienen, neen sterker, al is men de voorkomendheid zelve, 't helpt alle maal niets. Dragen alle menschen kropgezwellen en men heeft er al leen geen, dan is men wanschapen en een artikel van medelijden en spot Onder de menscben verkee- ren gaat heel goed, maar ak ze al lemaal brouwen, dan moet men 'took doen of men is een afwij king, een zonderling. Als heel de omgeving druk naar de kerk loopt en onchristelijk han? delt en wandelt en men heeft den durf niet in de kerk te komen maar christelijk te doen, dan is men dood voor negen tiende van de omgeving. Tot die ongelukkigen behoorde ook de grootste dichter van Enge land, lord Byron. Wie zijner tijd- genooten kon zich in diepte van gevoel met hem meten Was hij een lichamelijk wangedrocht? In tegendeel schoongebouwd. Was hij van geringe afkomst Ook dat niet, hij was Lord Was hij een dief, leugenaar, bedrieger? Vol strekt niet. Hij was een waar edel man en vurig Vaderlander. En toch stond hij bloot aan den spot van zijn tijdgenooten, van arm en rijk, overal waar hij zich vertoonde. Meer voorbeelden zijn aan te halen En nu de oorzaak Kort is 't ant woord hij was anders aangelegd dan zijn omgeving, die hem niet waardeerde. Dit werd der nako melingschap overgelaten. Byron was idealist. Het verwonderde niemand, dat zoo iemand afzondering en eenzaamheid zoekt om aan den boezem van moe der natuur heul te zoeken voor het bloedende, teergevoelige hart, het gekrenkte gemoed. De men8ch is vaak zonder me delijden, moeder natuur zachter dan ?Ö- En eigenaardig is, dat waar de wondeplek geheeld is, datzelfde in dividu terugkeert in het gewoel en gedrang, gesterkt, nog meer gelou terd, verzoend met alle grievingen, zich vleiend met beter verschiet en 't is koekoek één zang, Of dan niemand hem begrijpt Er sterven genieën, die als 't var ken na den dood gewaardeerd wor den. Schrale troostVoorzeker. Toe gestemd. Maar er zijn andere redenen om de eenzaamheid te zoeken. Daar is iemand, die een groote gedachte in zich voelt oprijzen. Waar beter dan in stille afzondering kan hij die in zuivere beelden weergeven Voor hem is de eenzaamheid een onwaar deerbaar voorrecht. En de afzon dering die hij zich voor zijn denk beeld getroost, van zijn medemen schen, van zooveel plekjes, die be koorden, gescheiden zullen dub bel vergoed worden, waar straks de schare bewonderend zijn in eenzaam heid gerijpte vruchten zullen ge nieten. Zochten niet Israels grootste pro feten woestijnen en bergspelonken op, waar ze beroofd van alle ge riefelijkheden des levens in ontbe ring vaak hun schoonste gedachten verzameld hebben. Rouw en smart wordt het schoonst gedragen buiten 't gewoel en gedrang der menschen, in de eenzaamheid. Goedheid des Hemels doet echter 't schoonste beeld verbleeken in de herrinnering, de scherpste pijl haar scherpte verliezen en zij 't dan ook vervormd, volgt het gemoed den weer ontluikenden drang naar ge zelligheid, zoekt de treurende zijn medemensch weer op, voor wien het beeld, dat van geleden smart geschetst wordt, thans met deelneming kan aangehoord worden, waar de scherpte van vroeger er aan ontnomen is. De Eenzaamheid kan nog eene andere zijn, die van een afgezon derden misdadiger. Zonde tegen de wetten der samenleving bracht hem in de cel. Of daar de Eenzaamheid balse mend werkt De bleeke gelaats trekken van hen, die ze gedeeld hebben, zeggen het tegendeel Fol terende wroeging teerde vaak de le venskracht uit, gaf met geknakte gezondheid een vrijbrief zonder waarde voor de ontweude samenleving. Vaak echter komt ook onbezonnen heid op dezelfde plaats tot inkeer en treedt een vernieuwd bruikbaar men?ch in "t maatschappelijk leven terug. Eenzaamheid Wat wonder bal sera bezit gij, dat ge den mensch, zenuwlijder geworden door het te veel bewogen leven, het volledig beheer over zich zelf terug weet te geven En waar ge dat niet kunt. brengt ge minstens stilstand aan. Laat ik u wijzen op de schoone stichting te Lunteren, waar de of fervaardigheid der Nederlandsche onderwijzers een heerlijk Sanato rium gesticht heeft, waar jaarlijks zooveel ambtsbroeders, verzwakt door de voor hunne krachten te zware taak, verpoozing kunnen vinden Laat ik u noemen Ermeloo, in de Veluwsche bosschen lief verscho len en waar zij, die door levens- schokken of erfelijkheid, het gebruik hunner zinnen missen, in plaats van opgesloten te worden als dol len in boei en dwangbuis tusschen vier muren, vrij ronddoolen mogen in moeder natuur, in Veluwe's bos schen, waar de heerschende kalmte ook op hen nederdaalt. Hoe het echter ook zij de mensch is niet geschapen voor de eenzaam heid. Hij zoekt kennissen, vrien den, een levensgezel en wel te be klagen is, wie op dezen regel de droeve uitzondering vormen moet. Fulnaho. Het zal zeker menigeen nog heugen, dat in de eerste der jaren 1890 onze provincie ook buiten hare grenspalen als „Arm Friesland" betiteld werd. Het stijgen der prijzen van het vee, van de melk, boter en kaas, van ver schillende land- en tuinproducten, als mede eenige andere factoren, zooals de bietenbouw, een intensieve uitbreiding van het landbouw- en greidbedrijf, de ontginning en cultiveering van woeste gronden en het streven naar lotsver betering, welke tallooze boerenwerk- krachten aanzette, tijdelijk te verhui zen naar plaatsen en streken, waar meer en beter betaalden arbeid te vin den was, hebben na 1898 bedoelde weinig vleiende benaming een plaats in het verledene gegeven. Evenmin kan echter onze provincie naar waar heid tegenwoordig aanspraak maken op de paraphrase uit het „Frisc folks- liet„it beste 12u fen di earde" (bet beste land van het aardrijk). Zulks blijkt duidelijk uit een vergelijking tusschen de uitkomsten der op den laatsten dag van 1910 en 1911 ge houden eenjaarlijksche volkstellingen. De bedoelde vergelijking brengt n.l. het feit voor het voetlicht, dat in den loop van het vorige jaar onderschei dene Friesche gemeenten in zielental achteruitgegaan zijn. Die achteruit gang bedroeg b.v. in Ferwerderadeel 53, in Idaarderadeel 11, te Ijlst 24, in Menaldumadeel 46, in Wonsera- deel 35, op het eiland Ameland 10, in de gemeente Utengeradeel 16, in Leeuwarderadeel 35, in Rauwerder- hem 36, in Franekeradeel 54, in Wijm- britseradeel 9, in Hennaarderadeel 14, in Westdongeradeel 23, in Hasker- land 66, te Hindeloopen 7 en te Sneek 34 zielen. Ten opzichte van de laatstgenoemde, of tweede stad onzer provincie moet „in casu" nog het merkwaardige feit vermeld wor den, dat de daar gedurende het ver- loopen jaar plaats gehad hebbende vermindering in zielental op de ver- lies-zijde der vrouwenrekening geschre ven moeten worden. Het mannelijk deel der bevolking is daar in dat tijds verloop n.l. met vier vermeerderd, terwijl daarentegen het schoone ge slacht met 31 leden verminderd is. Laatstbedoelde vermindering zou nog grooter geweest zijn, indien er verle den jaar niet 52 vrouwelijke peronen meer geboren dan gestorven waren. Het getal gehuwde en ongehuwde dames, dat toen Sneek de hakken heeft laten zien, bedroeg nl. 616, of 90 meer dan dat der seksegenooten, die er zich metterwoon vestigden. Aan welke motieven moet bedoelde verhuizing toegeschreven worden Voor zoover het de ongehuwde cate gorie betreft, gelooven wij de bal niet mis te stooten, of juister, niet bezij den de waarheid te zijn, wanneer wij verklaren De opinie, dat Sneek niet de gunstige gelegenheid biedt, om een goed huwelijk aan te gaan, zal een waarschijnlijk niet gering deel dier leden van de schoone kunne be wogen hebben, elders haar geluk te beproeven. Sneek en andere boven genoemde Friesche gemeenten zouden ongetwijfeld gedurende het vorige jaar nog veel meer'in zielental ach teruitgegaan zijn terwijl eveneens omtrent verscheidene andere griete nijen een soortgelijke afname vermeld had kunnen worden, indien het sur plus van het getal geborenen boven dat der overledenen personen niet voor een groot deel de schade inge haald had, welke haar in casu door dikwijls veel grooter vertrek dan ves tiging berokkend is. Zoo heeft b.v. Gaasterland het aan dat surplus te danken gehad, dat haar bevolking ver leden jaar met zegge vier zielen toe genomen is. Uit die gemeenten zijn toen n.l. 306 vertrokkenterwijl er daarentegen niet meer dan 236 hun woontenten opsloegen. De waarheid, dat bedoelde verhui zing niet alleen voor de betrokken gemeenten, maar ook voor onze pro vincie en ons vaderland zonder over drijving een meer ot minder groot verlies genoemd kan worden, blijkt duidelijk uit het feit, dat van de 505 personen, die verleden jaar uit 't Bildt vertrokken zijn, zich 70 metterwoon in het buitenland gevestigd hebben. Nog duidelijker dan door de emigra tie uit deze laatste en de bevolkings afname in de andere voornoemde ge meenten, wordt de waarheid, dat onze provincie gedurende het laatstverloo- pen jaar nu juist niet overgevloeid heeft van melk en honig, geïllustreerd door het feit, dat de trek der Friezen en Friezinnen naar het buitenland en in het bijzonder naar Duitschland toen sterker geweest is dan vorige jaren. In 1911 zijn n.l. in Friesland 4257 na- tionaliteitsbewijzen uitgegeven iegen 3752 in 1910. Amstelbode. o Een goede Maatregel. De algemeene spaar- en 1 ij f r e n t k a s wordt bestuurd door mannen die ik u ga opnoemen Baron Beykens, graaf De Smet de Naeyer, MM. De Lantsheere, de Hemp- tinne, Van Cutsem en Hankar. Deze heeren bekleeden daarenboven nog verschillende andere postjes die hen gemiddeld van 15 tot 100 duizend frank per jaar opbrengen. Voor het bestuur der spaar- en lijf- rentkas trokken deze heeren tot hier toe achtduizend frank. Maar 'tis duur leven en die arme menschen kunnen wezenlijk daarmee niet meer rond komen. Ook zijn zij er in gelukt hun tracte- ment met twee duizend frank te doen vermeerderen. Wat de vele klerken betreft die er werkzaam zijn, daar heeft men niet aan gedacht. 't Is waar die menschen voelen ook zoo de duurte van 't leven nietMaar die arme graven en baronnen Waarlijk, wanneer zal eens de recht vaardigheid, niet in schijn, maar in werkelijkheid de bewaarders bezielen De bewaarders De rechtvaardig heid Twee richtingen die nooit zullen vereenigd worden. (De Vrije Kolk). MAASTRICHT. Over een gemeen teraadzitting en de gevolgen van dien. Woensdagmorgen werd voor de Arrondissements Rechtbank alhier de zaak behandeld van den Burgemees ter van Bemelen contra het raads lid Leessens. Laatstgenoemde was beschuldigd van smaad, althans beleediging van den burgemeester tijdens een raads zitting. Leessens had gezegd„Ik ben die verneukerij hier moede, de gemeenteraad van Bemelen is een troep schelmen en daar zijt gij bur gemeester den grootsten schelm van." Burgemeester: „Ho! ho Leesens „Ja, ja, niks van ho, ho, dat meen ik. Burgemeester „Kunt U dat bewij zen Leesens„Ja, dat kan ik bewijzen, gij hebt die mestpoel van de gemeente leeg gehaald, en de modder op Uw land gebruikt, zonder dat gij daar het recht toe had, en ge hebt 4 me ter kiezel weg gehaald uit de kiezel- kuil van de gemeente en er geen cent voor betaald. De burgemeester verklaart, dat vroe ger was overeengekomen, om die kuil maar leeg te halen en dat ze 't daarom hadden gedaan, anderen had den er ook modder uitgehaald. Over kiezel was niet gesproken. Leesens wordt gevraagd nog eens te herhalen wat hij gezegd heeft. Hij herhaalt de woorden, zooals ze destijds in 't raadsverslag in L. B. waren gepubliceerd. De voorzitter der Rechtbank vindt, dat een dergelijke wijze van optreden geen aanbeveling verdientdat is schelden en zulks vindt hij niet de ware manier van spreken. Welke leden waren in de raadszaal tijdens die vergadering vraagt de voorzitter. Leessens antwoordtde Burgemees ter, tevens raadslid Willems, Lacroix, de secretaris en hij zelve. De verdediger van Leessens, Mr. Paulussen, vraagtof de burgemeester onder eede kan verklaren, dat die woorden niet zijn gesproken. Burgem.„NeenMaar ze halen allemaal kiezel weg daar is nooit iets van gezegd." Leessens vraagt aan den voorzitter of hij nog iets mag opmerken naar aanleiding van des voorzitters woor den, over het schelden. Voorz.Neen daar wil ik geen ant woord op hebben. Thans komt de secretaris getuigen. De man is niet verstaanbaar. Hij maakt een indruk als iemand, die bang is een woord te veel te zeggen. Hij ontkent, dat van kiezel is gespro ken het andere meent hij niet ver staan te hebben. De voorzitter vraagt of er soms herrie of rumoer was, waardoor hij de woorden niet kon gehoord hebben. De Verdediger vraagt, of hij onder eede kan verklaren, dat de bedoelde woorden niet gesproken zijn. Thans komt het raadslid Willems verklaren. De man is zeer pertinent in zijn verklaringen en verklaart het zelfde als Leesens.

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1912 | | pagina 1