spoed en volkswelvaart.
In de laatste 12 jaar hebben de
Engelschen hun openbare schuld met
duizend millioen vermin
derd. En toch geven zij aan AL
hun oude menschen een pensioen van
380 fr. en zijn alle werklieden er ver
zekerd tegen ziekten en ongevallen
Kiezers, oordeelt in Juni wanneer
onze christen volkspartij zal strijden
om den Belgischen werkman en boer
niet te doen achterstaan bij zijn En
gelschen broeder.
De Vrije Klok.
V erwaandheid.
o
Als men de Anti-Revolutionaire
bladen leest, of de Anti-lievolutio-
naire gprekers hoort, krijgt men al
tijd den indruk, dat de Anti-Revo
lutionairen in de Coalitie de mach
tigste groep vormen.
Toch is dit niet zoo.
In tal van plaatsen en in tal
van districten hangt de partij der
Anti's geheel af van de Koomschen
en de Christelijk-Historischen.
Zonder den steun van dezen zou
den de Anti's hoogstens acht zetels
in de Tweede Kamer bezetten.
In vele districten, die nu door
hen vertegenwoordigd worden, heb
ben ze absoluut geen recht op den
door hen bezetten zetel.
Neem b.v. het district Hilversum.
Bij de laatste verkiezing werd de
Anti-Revolutionaire candidaat Rut
gers dadelijk gesteund door de Room
schen. Nu is het bekend, dat de
Roomschen in dat district de sterkste
partij van de Clericalen zijn
op hen volgen de Christelijk-Bisto-
rischen terwijl de Anti's verre
weg de zwakste groep vormen
Vraagt men nu Maar waarom
laten nu de Roomschen de tanden
niet eens zien? dan moet het ant
woord luiden De Roomschen weten
wel dat ze nooit gesteund zouden
worden, door de Christelijk-Histo
rischen. Om nu toch de coalitie
maar in stand te houden, die ook
hun heusch geen windeieren legt
zien de Roomschen maar van den
zetel af en steunen direct den man
der Anti's.
Het zelfde verschijnsel doet zich
voor in Loosduinen, Enkhuizeü,
Almelo, Doetinchem en in nog an
dere districten.
Men begrijpt nu waarom Dr.
Kuyper, de groote Leider der Anti's,
zoo gedwee de door hem gehate
Roomschen naar de oogen ziet. In
zijn lijforgaan „de standaardu en
in de Kamer durft hij de Christe
lijk-Historischen bestrijden ja zelfs
honen Maar tegenover de Room
schen is hij zoet en durft zich niet
te roeren Hij kruipt
Maar de Anti-Revolutionaire partij
blijft in haar verwaandheid volhar
den. Vrijz Weekblad.
Land en Landarbeiders.
o
Een daartoe benoemde commissie
van den Prov. Bond van „Patrimoni
um" in Friesland heeft rapport uitge
bracht over het ingediende wets-ont-
werp ter \erkrijiing door landarbei
ders van land met woning in eigen
dom of van los land in pacht.
Zij komt tot een a f w ij z e n d ad
vies
Zij herinnert er allereerst o.a. aan
dat in 1910 de genoemde Provinciale
Bond er op heeft aangedrongen dat
aan landarbeiders zooveel land ter
bebouwing worde verstrekt, dat zij
daarop een zelfstandig bestaan kunnen
vinden.
Uit de cijfers van het wetsontwerp
blijkt dat het slechts bedoelt den land
arbeider, naast de gelegenheid om
door loondienst in zijn behoeften te
voorzien, een gelegenheid te bieden,
om zijn inkomsten ietwat te v e r h o o-
gen.
Aangaande het „plaatsje" wordt in
art. 5e dan ook bepaald, dat het ge
legen moet zijn „in een streek waar
voldoende gelegenheid bestaat om
landarbeid in loondienst te verrichten",
terwijl de Memorie van Toelichting
zegt: „Het grondgebruik moet zoo
danig zijn, dat de landarbeider daar
door in de uitoefening van zijn be
roep niet wordt belemmerd".
Daartegenover stelt de commissie
als haar meening
a. dat het in eigendom hebben van
zulk een plaatsje minder gewenscht
indien niet onmogelijk is, zoowel voor
den landarbeider in loondienst, als
voor den landbouwer, in wiens dienst
hij is, omdat zijn loondienst hem niet
in staat zal stellen zijn eigen werk
naar behooren te doen, of omdat zijn
eigen werk hem minder geschikt voor
loondienst maakt
b. dat het in pacht verkrijgen van
een arbeidersperceel zoozeer geen
wettelijke regeling eischt, omdat de
landarbeiders in vele gevallen nu reeds
bij hun loon eenige bouwgrond voor
levensbehoeften ontvangen, of ook op
andere wijze daartoe soms gelegen
heid vinden
c. dat het niet boven de krachten
van zeer vele landarbeiders gaat om
terstond zoo veel land ter bebouwing
te ontvangen, dat een zelfstandig be
staan mogelijk is, mits dan niet in
eigendom, maar in erfpacht.
Het nu ingediende wetsontwerp,
dient niet zoo zeer „ter verkrijging
door landarbeiders van land", als wel
„ter verkrijging van landarbeiders door
land."
Het is om alle die redenen, dat de
commissie het wetsontwerp, door welke
geriefelijkheden van geldverschaffing,
rente en aflossing, raad en advies, en
anderzins het den landarbeider ook
tegemoetkomen wil, niet kan begeeren
als wet.
Het Vrije Woord voor
Abonnés.
o
C*eeaa Tariefwet.
Mijnheer de Redacteur
Hetzij mij vergund naar aanleiding
van Uw artikelde Tariefkwestie,
(Zaterdag 15 Maart) de pen op te ne-
nemen om de ideeën door U in ge
noemd stuk neergelegd te bestrijden.
U zult het mij niet kwalijk nemen,
dat ik in mijn artikel mij keer tot de
arbeiders van Zeeuwsch-VIaanderen,
waartoe wel het grootste deel uwer
lezers zal behooren, en met hen de
Tariefwet bespreek op een andere
wijze dan door U is gedaan.
Arbeiders van Zeeuwsch-VIaanderen
de tariefwet beteekent
Geen dag zonder belasting,
't Geld nifc de leege zakken,
en daarom
als een man tegen deze tariefwet, want
zij beoogt in den grond niets anders
dan het verzwaren dezer lasten. Nu
vraag ik jullie is het mogelijk om ver
trouwen te stellen in een minister die
geld wil halen, daar waar het schaarsch
is, en de brandkasten der kapitalisten
gesloten houdt. Vindt gij dit billijk
Natuurlijk niet, zult gij mij toevoegen.
Maar meneer v. Dalsum oordeelt an
ders en dit valt mij ronduit gezegd
bar regen. Ik had van den arbeiders
vriend v. Dalsum heel iets anders
verwacht. Namelijk dit, dat hij een
woord van protest had laten hooren
en zijn arbeiders eens goed had voor
gehouden, dat de tariefwet niets an
ders wil dan een druk uitoetenen op
het proletariaat. Ik hoop, dat straks
Uw Redacteur de zaken beter zal in
zien, en geen 'oelastingpolitiek zal
verdedigen die lijnrecht staat tegen
over de belangen der arbeiders.
'k Wil eerst een redeneering op
touw zetten, waaruit blijken zal dat
de tariefwet geen zuiver progressieve
belasting is, d. w. z. dat ieder staats
burger niet zal betalen overeenkom
stig zijn vermogen. (Dit kan slechts
de eenige maatstaf zijn voor een goed
en degelijk belastingstelsel). Tevens
hoop ik te bewijzen, dat de heer v.
Dalsum met zijn tariefkwestie geheel
den verkeerden kant uitgaat. Laat ik
me eerst tot dit laatste bepalen. Hoor
hoe de Heer v. Dalsum tot U zegt
„ik verhoog ten bate der werknemers
(zonder twijfel wordt bedoeld de ar
beider) de lasten der werkgevers, maar
indirect geef ik aan de werkgevers
deze lasten terug door hen door mid
del van invoerrechten de gelegenheid
te geven hun verkoopsprijzen te ver-
hoogen." Begrijpt gij ditjgoed, arbei
ders. Wie betaalt dus jullie verzeke-
keringswetten. Wie draagt de lasten
der tariefwet. De werkgever immers
niet, want die wordt, doordat hij zijn
waren duurder verkoopt, niet geschaad.
Wat aan d'eene kant uit zijn zak
gaat, komt er langs een andere kant
weer ruimschoots in terug. Wat geeft
het den fabrikant, hoe hoog hij zijn
grondstoffen moet inkoopen, hij ver
koopt zijn waren in dier mate weer
duurder; laat de verbruiker meer be
talen, de levensmiddelen worden dus
nog duurder. Moet ge al niet genoeg
belasting betalen voor Uw levenson
derhoud Voor een pond suiker of
zout moet de arme evenveel belasting
betalen als de rijke, maar naar even
redigheid gij meer, want gij kunt het
van Uw klein weekloontje niet mis
sen, den rijke schaadt het niet. Is
dit rechtvaardig? neen. Zoudt gij
verwachten, dat de rechtvaardige van
Dalsum, dis overal als het kan voor
Uwe belangen opkomt, dat de strij
der voor waarheid en recht, zulk een
onrechtvaardige zaak als de tariefwet
is, kan verdedigen
Hoe kan de regeering haar midde
len krijgen voor sociale wetgeving
De Volkswil geeft U het volgende
antwoord „niet door verhooging van
directe maar van indirecte belastingen."
Ge zult in verband met het voorgaan
de wel begrijpen, dat dit geen zuiver
standpunt is. Wij draaien de zaak om
en antwoorden „verhoog de directe
belastingen (vermogens, inkomsten en
successie) m. a. w. haal het geld waar
het te halen is. Hoe meer rekening
gehouden wordt met de draagkracht,
hoe lichter de lasten van den minde
ren man zuilen worden. Mijnheer van
Dalsum zal toch zeker niet zijn tegen
toenemende welvaart van de reeds
zoolang misdeelden onzer maatschap
pij Immers, neen? Welnu, dan
moet hij ook zijn tegen de tariefwet.
Wat wil onze regeering, met name
minister van financiën, Kolkman
1. Verhooging jeneveraccijns met 4
millioen.
2. Debietrecht op tabak met 2 mil
lioen.
3. Wijziging successierecht met 1,1
millioen.
4. Tariefwet met 10 millioen.
5. Verandering in vermogens en be
drijfsbelasting met 1 millioen.
Tot de directe belastingen behooren
3 en 5 tot de indirecte 1, 2 en 4,
zoodat de eerste zullen stijgen met
2.1 millioen en de laatste met 1,6
millioen. Nu wil de regeering met
spoed de indirecte belastingen door
voeren, maar voor de inkomsten be
lasting maakt zijzich niet warm.
Ziet ge nu het verkeerde in van de
hooge belastingpolitiek, die tevens is
het belastingstelsel van den Heer van
Dalsum
De onder 4 genoemde tariefwet be
hoeft speciaal onze opmerkzaamheid.
Wat den Heer van Dalsum zegt over
protectionisme (bescherming van de
binnenlandsche nijverheid) kan ik stil
zwijgend voorbijgaan. Het zou te veel
ruimte in beslag nemen, daarover dis
cussie te voeren. Misschien kom ik
daar later nog wel op terug. Ik wil
de tariefwet alleen beschouwen als
zuivere belastingwet.
De waren die worden of kunnen
worden ingevoerd verdeelt de tarief
wet in XV groepen. In 't kort zullen
we ze even alle nagaan.
1. Diereu en dierlijke producten.
16000 paarden worden jaarlijks inge
voerd en opgesmuld door menschen,
voor wie ander vleesch een weelde
is. Wel ja, menschen die ouwe paar
den opeten kunnen best betalen ten
koste van hun halfgevulde magen.
Waarom niet De belasting wordt
geschat op f48.000. Verder v/orden
belast gedroogde en gerookte visch,
rund- en schapenvet, (voedsel der ar
men) wordt belast met f3 per 100
kilo. Margarine f 10 en kaas f25.
Betalen maar voor je dagelijksch le
vensonderhoud terwijl je er zelf of
anderen onder lijdt.
2. Planten Appelen, peren, drui
ven, krenten enz. enz, alle om het
zwaarst belast.
3. Mineralen en metalen. De inge
voerde voorwerpen van ijzer en staal
moeten ruim 1 millioen opbrengen.
4. Meelsoorten. Op meel zal een
belasting komen van 40 cent de 100
Kilo. Betaait de fabrikant dit of de
verbruiker. Deze belasting kan men
gerust gelijkstellen met een broodbe
lasting, En wie eten-het meeste brood.
Zijt gij het niet arbeiders, die voor
het grootste deel deze belasting zult
moeten betalen
5. Drogerijen en verfwaren. Be
lasting op geneesmiddelen Ja. Nu
wordt het nog erger, hoor ik je mom
pelen. Gaat het voor den minder ge
goede al niet moeilijk genoeg om de
doelmatigste geneesmiddelen machtig
te worden. Komt het niet dikwijls
voor, dat wie geld heeft, geneest
6. Oliën, vetten. Alle stoffen welke
in de huishouding noodig zijn en niet
het minst in de uwe.
7. Hout. Klompen met 5% naar
boven. Kisten, deuren, ramen, kozij
nen moeten zwaarder aangepakt worden.
8. Huiden, leder.
9. Aardewerk.
10. Garen, weefsels.
11. Glas.
12. Papier.
13. Voedingsmiddelen. Cacao, kruit-
nagelen, saffraan, vanille, kaneel, bier
thans f2 worden onder de tariefwet
belast met f 5 de 100 Kilo.
14. Rijtuigen. Automobielen, enz.
Het rijwiel. Het rijwiel, het voertuig
van den minderen man, zoo algemeen
in gebruik, zal inplaats van 5% nu
12% moeten opbrengen. Gaat het
toch al niet moeilijk genoeg om van
je bijeen gespaarde duitjes een fiets
aan te schaffen
15. Diversen. Hieronder vallen al
lerlei krachtwerktuigen, verder bed
den, matrassen, overigens vele onmis
bare dingen voor iedereen belast met
12%.
Het is genoeg. Overtuigend is ge
bleken, wat de tariefwet is en wie ze
maakt. Zult gij hier genoegen mee
nemen. Zal de tariefwet de wil van
het volk zijn Te dwaas om zoo
iets te veronderstellen. Welnu dan.
Verklaart U in dezen eensgezind met
het grootste deel der Nederlandsche
arbeidersklasse die door het geheele
land een flinke actie voert tegen de
tark-fwet. De arbeiders, zij zijn het,
die het totstand komen van deze wet
moeten verhinderen. Zij vooral moe
ten weten, dat deze nieuwe wet be
teekent
Geld uit de leege zakken
Weg dus met een belastingproduct,
verdedigd door staatslieden die belang
hebben bij het ondoelmatige belasting
stelsel onzer tegenwoordige regeering.
d. P.
Terneuzen, 17 Maart 1912.
Het gaat over de vraag wilt ge
verzekeringswetten voor den werkman
ten koste van de schatkist of wilt ge
ze niet Wilt ge ze wel, dan wilt
ge ook het middel. Wilt ge het mid
del niet, dan is uw wel willen van
die verzekeringswetten politieke hui
chelarij. Worden de kosten gelegd
op den werkgever dan zal deze öf
zijn bedrijfsonkosten verhoogen ten
koste van zijne winst öf niet meer
kunnen co: curreeren tegen het buiten
land of tegen meer kapitaalkrachtige
binnenlandsche concurrenten en dus
zijn zaak aan kant doen, en dus ook
zijne arbeiders werkeloos maken, öf
zijne verkoopprijzen verhoogen, maar
dan betaalt ook het publiek. Worden
de kosten gevonden uit invoerrechten,
dan betaalt ook het publiek dus
resultaat gelijk maar er komt nog
bij het voordeel, dat menige industrie
zich zal kunnen uitbreiden.of zal kun
nen ontstaan en dus geeft arbeid en
brood.
De kosten leggen op de belasting
schuldigen met draagkracht? Wie
zijn deze? Dit zijn deaangeslagenen
in de directe belastingen. Maar alle
partijen zijn het er over eens, dat
voor deze directe belastingen de grens
is bereikt.
Wij zijn geen voorstander van pro
tectie me dunkt, ons geheele optre
den bewijst reeds ditdat we op on
ze eigen beenen staan, en protectie
wil zeggen bescherming van bedrijfs-
zaken door directe of indirecte huip
van overheidswege. Maar er is hierin
veel woordenspelwordt het verkeers-
bedrijf niet beschermd door subsidies
bij den aanleg van tramwegen enz.,
het boerenbedrijf niet beschermd door
subsidies aan landbouwcursussen,
leenbanken enz., de zeehandel niet be
schermd door aanleg van havens, zee
kanalen, enz., de ouders niet beschermd
door subsidies voor het onderwijs
hunner kinderen, en zoo is er geen
tak van bedrijf of geene behoefte die
niet direct of indirect de bescherming
geniet van de wet ten koste van de
schatkist.
Wordt nu de arbeider beschermd
door sociale verzekeringswetten, dan
is Holland in last omdat men zegt
dit wel te willen, maar niet het eenige
middel om (leze bescherming te be
talen, want tot nog toe heeft geen en
kel ernstig staatsman een ander mid
del aangegeven dan mr. Kolkman.
Red. Volkswil.
o
Tariefkwestie.
Mijnheer de Redacteur 1
Naar aanleiding van Uw artikel „de
Tariefkwestie" zij het mij vergund
een en ander in 't midden te brengen
tegen het door U voorgestane.
„Breng ik de sociale verzeke
ringswetten in werking, dan vermeer
der ik hierdoor de bedrijfskosten voor
landbouw, handel, nijverheid. De
bedrijfsonkosten kan ik niet verhoogen
zonder hierdoor schade te brengen,
aan de bronnen van volkswelvaart.
Welnu, ik verhoog, ten bate van de
werknemers de lasten van de werk
gevers, maar indirect geef ik aan de
werkgevers deze lasten terug, door hen
door middel van invoerrechten de ge
legenheid te geven hun verkoopprij
zen te verhoogen of hun bedrijf te
vergrooten," zoo schrijft U in boven
genoemd artikel.
Hieruit zou in de eerste plaats
volgen, dat dan de werknemers zelf
de lasten van de in hun belang ge
maakte sociale wetten zouden dragen
immers zoo schrijft U, de werkgever,
die de lasten betaalt krijgt ze terug,
door middel van de verhooging van
zijn verkoopprijzen, en wie betaalt die
verhooging? Het groote publiek,
d.w.z. voor het meerendeel de minder
gegoede klasse. Hiertegen wordt wel
eens aangevoerd, dat het buitenland
die lasten betaalt, doch, is het in
voerrecht goed, dan zal de invoer
zoodanig verminderen, dat ook hier
van geen sprake meer is.
Ook wordt wel gezegd, dat dan de
arbeidsloonen stijgen zullen, of, zoo
als U enkele regels verder zegt, dat
wordt „gebaat de Nederlandsche ar
beid." Doch ook dit is m.i. niet
juist. Wanneer een artikel beschermd
wordt door rechten, dan schept het een
kunstmatige industrie, die op den duur
niet zal kunnen bloeien. Dat het
hier niet zoo goedkoop geproduceerd
kan worden, wijst de z.g. noodzake
lijkheid van de bescherming reeds uit.
Wat zal nu het gevolg zijn van de
bescherming? Doordat de buiten-
landsche concurrentie niet meer zoo
gevoeld wordt, zal men zelf fabrieken
op gaan richten, wat U trouwens
enkele regels verder zelf ook opmerkt.
Dit vindt navolging met het gevolg,
dat reeds spoedig, en met name vooral
in een betrekkelijk klein afzetgebied
als ons land aanbiedt, overproductie,
en hierdoor, daar de fabrikanten hun
teveel opruimen moeten, een vernie
tigende concurrentie zullen ontstaan.
Beide hebben een zoodanige verlaging
van de verkoopprijzen tengevolge, dat
van de zoo wenschelijke verhooging
der arbeidsloonen niets komen kan.
Nog meer de minder kapitaalkrachtige
fabrikanten zullen den strijd niet vol
kunnen houden, hun fabrieken stop
moeten zetten en den arbeiders ge
daan moeten geven. En dit heet dan
ten goede van de arbeiders, die zoo
als uit bovenaangehaalde alinea is af
geleid, zelf voor de kosten van de
verzekering komen te staan. Er rest
den fabrikanten wel een middel om
deze overproductie te voorkomen, n.l.
de vorming van een trust; om het
kwaad hiervan in te zien, behoeft
men slechts een blik te werpen aan
de overzijde van den Oceaan.
Volgt hier niet uit, dat men het
meest gebaat is met vrijhandel, dat
ieder land die artikelen produceert,
waarvoor het van nature aangewezen
is? Is .het niet bekend, dat Duitsch-
land, ondanks zijn hooge rechten, on
danks zijn erts- en steenkolen rijkdom
vele zijner rijnaken op de Hollandsche
werven laat bouwen, wijl dit per slot
van rekening nog goedkooper uil-
komt. En dit, terwijl wij ons erts
nog moeten invoeren.
U schrijft nog, dat protectie of vrij
handel met partijkwestie niets te ma
ken heeft, en als voorbeeld dient o.a.
dat Duitschland, nu het links gewor
den is, volgens de verklaring van den
staatssecretaris Dclbück, geen veran
dering in de economische politiek zal
brengen. Hierbij verliest U het het oog,
dat een land, eenmaal een dergelijk
tarief als Duitschland hebbende, on
mogelijk ineens tot vrijhandel kan
overgaan. Hel gevolg zou zijn, dat
een groote kraak in de industrie door
de openstelling der grenzen /ou ont
staan, immers het buïtenlandsch fa
brikaat, waartegen die bescherming
gericht was, dringt nu in zoodanige
mate het land binnen, dat de zoozeer
aan bescherming gewende binnenland
sche industrie verdrongen wordt. Eerst
na langen tijd zou ze zich hiervan
kunnen herstellen.
Ik hoop, M. de R., dat U deze re
gelen ten gunste van den vrijhandel
wel zult willen plaatsen, en teekem
Hoogachtend,
UEd. d.w.
F. W. H.
R'dam, 18—312.
We geven gaarne plaats voor hoor
en wederhoor. Het gaat echter bij
de Tariefwet Kolkman niet over
protectie of vrijhandel maar over de
vraag hoe kom ik, schatkist, aan de
dubbeltjes om te betalen de kosten
der komende sociale wetten Mr.
Kolkman, de minister van Financiën,
is in beginsel geen protectionist maar
een vrijhandelaar. Er is, door pfers
en politiek, wel een kwestie ge
maakt van protectie of vrijhandel,
maar de tariefwet Kolkman beoogt
deze kwestie niet, ze beoogt het
middel, om te kunnen betalen de so
ciale verzekeringswetten, niet meer en
niet minder. Wie een ander,
goed en d o e 11 r e f f e n d middel
weet om te betalen, en dit aan Mr.
Kolkman aangeeft, zal op de dank-