De Volkswil
BIJVOEGSEL
van
van 27 Januari 1912.
Koopt en laat werken bij
hen die adverteeren in
„DE VOLKSWIL",
het meest gelezen
en sympathieke blad
van Zeeland.
Van alles wat.
Opmerkingen over de be-
teekenis van Canada voor
den Nederlandschen
Handel.
II.
Men boort er de Canadeezen uit
het westen dikwijls op pochen, dat
zij van het oosten geheel onafhanke
lijk zijn, commercieel en financieel.
Gelukkig voor hen is dit niet het
geval. Gelukkig voor hen is het, dat
de groote banken, die alle in het
oosten haar hoofdkantoor hebben,
zich met het westen bemoeien. Voor
de verzilvering van de oogsten, voor
de voorschotten op geïmporteerde en
geëxporteerde goederen zijn groote
kredieten noodig, waarin het oosten
voorziet. Zouden de groote geldschie
ters voor Canada's westen, Engeland,
Schotland, Frankrijk, België en Ame
rika, zonder tusschenkomst van de
degelijke Oost-Canadeesche banken
wel zoo scheutig met hun millioenen
zijn
Gedurende langen tijd bestond het
geloof, dat Canada geheel van New-
York's geldmarkt afhankelijk was. Het
was waar, maar de crisis van 1907,
die Canada zoo goed als niet beroerde,
bewees, dat het bankwezen van dit
land mondig geworden is, althans niet
meer aan den leiband van New-York
loopt. In de laatste jaren zijn de
financieele relaties tusschen Canada
en het moederland in bijzonder sterke
mate vermeerderd en intenser gewor
den. De gemeenten hebben voor
plaatsing harer leeningen maar ééne
markt, en dat is Londen. Voor indu
striewaarden, voor zoover zij in den
vreemde aan de markt gebracht wor
den, is het wederom de Britsche geld
markt bij uitnemendheid, die de beste
kansen biedt. In de laatste jaren is
zeer veel Britsch kapitaal via Montreal-
li. FEUILLETON.
De Kleine Lord.
o
V.
Op het Kasteel.
Hij was vast overtuigd, dat er niets
van hem terecht zou komen, indien
hij in zijn eigen land werd opgevoed.
Genegenheid voelde hij in het geheel
niet voor den knaapzijne eenige
hoop was, dat hij een redelijk knap
voorkomen en een zekere mate van
gezond verstand zou bezittenzijne
beide oudste zoons hadden hem zoo
bitter teleurgesteld het Amerikaansche
huwelijk van kapitein Errol had hem
vreeselijk vertoornd en hij onder
stelde niet eens de mogelijkheid dat
zijn kleinzoon hem tot eere zou kun
nen zijn. Toen de huisknecht lord
Fauntleroy aandiende, had hij bijna
niet durven* opzien, omdat hij vreesde
zijn voorgevoel bewaarheid te zullen
vindenom die reden ook had hij
bevolen, dat het kind alleen binnen
moest komen. Hij was te trotsch om
aan anderen iets van zijne teleurstel
ling te laten merken, indien hij dan
teleurgesteld worden moest. Daarom
was het oude, stugge hart opgespron
gen in zijne borst, toen het kind na-
derkwam, 'met zijne bevallige, onge
dwongen houding, en het kleine handje
zoo onbevreesd op den nek van het
banken naar Canada, niet alleen naar
het westen, gezonden. Gedurende
1910 zond Groot-Britannië ruim
p.st. 200.000.000 kapitaal naar het
Dominion.
Economisch vormt het westen in
veel opzichten een afzonderlijk geheel
en hoewel financieel en industrieel
afhankelijk van het oostelijke geld- en
fabriekscentrum, is het toch, wat den
koophandel betreft, hoe langer hoe
zelfstandiger geworden, zoodat het
moeilijk geworden is het westen be
hoorlijk te bereizen en te bedienen
van het oosten uit. Wie een afzet
gebied in het Westen zoekt, stelle dus
ook daar een vertegenwoordiger aan
en te Winnipeg zal hij dien kunnen
vinden.
Eene gezonde, maar vrij sterke riva
liteit tusschen het Westen en het
oosten bestaat, en schrijver dezes raadt
aan daarmede rekening te houden door
den kooper in het Westen in het ge
vlij te komen en hem van dichterbij
te gaan opzoeken. Van Montreal naar
Winnipeg is toch altijd twee dagen
reizen en men vraagt zich afzou
men een agent voor Rusland te Brus
sel plaatsen? Zelfs verdient het ook
overweging en onderzoek, in vele ge
vallen aanbeveling, of niet Vancouver
en het daarbij behoorende afzetgebied
nog meer afzonderlijk verzorgd moet
worden. Groothandelaars te Winnipeg
vertelden schrijver, dat zij zich be
palen tot de bewerking van West-Ca
nada tot aan de Rocl-y Mountains en
te Vancouver werd hem dit bevestigd.
Wanneer wij eenmaal te Vancouver
zijn aangeland, ligt er eene geheel
andere wereld voor ons open. Tot
dtn voet van de Rockies hadden we
steeds voor ons een zich verder en
verder uitbreidend westen, dat in het
oosten wortelt, dat voor alle behoeften
zich oostwaarts, hetzij dan naar Oost-
groote dier. Zelfs in zijne hoopvolste
oogenblikken had hij niet durven den
ken, dat zijn kleinkind er zóó zou
uitzien. Het scheen hem bijna te heer
lijk om waar te kunnen zijn, dat dit
de knaap was, dien hij met zooveel
angst had te gemoet te zien het
kind van de vrouw, die hij zoozeer
minachtte dit lieve, innemende
knaapje, met zijne kinderlijk onbe
schroomde gratie De gewoonlijk zoo
koude, voor aandoening vatbare graaf
was geheel van stuk gebracht door
deze verrassende uitkomst.
En toen zij samen begonnen te pra
ten, waren zijne aandoening en verba
zing hoe langer hoe grooter geworden.
In de eerste plaats was hij er zoozeer
aan gewend iedereen eenigszins ang
stig en verlegen voor zich te zien
staan, dat hij niet anders verwacht had
of ook zijn kleinzoon zou bang en
schuchter wezen. Maar Cedric was
evenmin bang voor den Graaf, als hij
voor Dougal geweest was.
Brutaal was hij in het minst niet,
alleen argelooze vriendelijkheidhij
wist niet, dat er eenige reden bestond
waarom hij links of verlegen zou kun
nen zijn. De Graaf moest natuurlijk
wel opmerken, dat het kind hem als
een vriend beschouwde en als zooda
nig behandelde, zonder in eenig op
zicht aan zijne goede gezindheid te
twijfelen. Het was duidelijk te zien,
toen het knaapje daar op den grooten
stoel zoo ongedwongen zat te babbe
len, dat het niet eens in hem opkwam
Canada of verder nog naar Europa te
wenden heeft. We hebben gereisd
langs lijnen, die ons aan het Oosten
verbinden en hoever we ook van honk
gingen, we zijn Oost-Canada en
Europa als centrum, als aanvangspunt
blijven beschouwen. Het trotsche Rots
gebergte heeft de draden verbroken
en we zijn zoover doorgedrongen in
het Verre Westen, dat wij in den in
vloedsfeer van het Verre Oosten zijn
gekomen het schijnt, dat we in eene
geheel andere wereld gestapt zijn.
Een geheel nieuw gezichtsveld heeft
zich voor ons geopend, wij zien plot
seling Japan, China, Alaska, Californië,
Hawaii, ja voor ons niet het minst
interressant Java voor ons liggen.
De stoombooten, die hier laden en
lossen, lossen en laden te Hongkong,
Sjanghai, en Yokohama. Men kan
het treffen, dat er een Noorsch of
Japansch schip suiker ligt te lossen,
die te Semarang op de reede werd
ingenomen. Men ziet er lange expres
goederentreinen met balen zijde en
kisten thee van Hongkong en Sjanghai
aangevoerd naar Chicago en New-York
geëxpediceerd worden.
Meer dan dit alles trekt het de aan
dacht, dat de schepen der „Blue Fun
nel Line" hier maandelijks via Suez
belangrijke ladingen Europeesch goed
van Antwerpen en Liverpool brengen.
Schrijver zag er Hollandsche jenever,
kinderwagens, jutezakken, Britsche
„gingerale" en stout, Duitsch spoor-
wegmatrieel, linoleum, cement, zout,
blik, aardewerk en sherry lossen.
Terugvrachten zijn schaarsch meel,
wat hout en vruchten is alles wat
deze kust voorloopig oplevert (1), ter
wijl voorts vooral Chineezen worden
vervoerd.
Uit het bovenstaande zal men be
grijpen, dat Vanconver eene ha
ven is en wordt, die een gedeelte van
het land voor zich als afzetgebied gaat
opeischen. Voorloopig bepaalt zich
dat grootendeels tot Britsch-Columbia,
maar veranderingen in de West-Cana-
deesche toestanden zijn ophanden,
zoowel doordat het kustgebied, dat
thans door den Canadian Pacific Rail
way bediend wordt, welhaast door
twee transcontinentale spoorwegsyste
men met Oost-Canada verbonden zal
worden, als doordat de opening van
het Panama kanaal ongetwijfeld de
verbindingen voor Vancouver zal doen
toenemen. Gedurende langen tijd was
het verre Westen van Canada voor
aanvoer van alle artikelen geheel af
hankelijk van den spoorweg, den Ca
nadian Pacific, Railway, die Vancou
ver met het Canadeesche industrie
centrum en met de haven van Mon
treal verbond. Die toestand bestaat
ook thans grootendeels nog en alleen
voor artikelen, die zeer zwaar zijn en
niet van groote waarde, is thans de
(1) Het zou interessant zijn kennis
te nemen van gedetailleerde opgaven
van het te Vancouver aangevoerde
goed. Het Statistisch Bureau vtrstrekt
die evenwel niet dan tegen vrij hooge
betaling. Volgens de Douane-autori
teiten neemt de invoer te Vancouver
met groote sprongen toe. In 1909
werden doll. 3.60Ö.000 aan invoer
rechten geïnd, in 1910 ruim doll.
6.000.000.
te vragen of die oude man met zijn
barsch gezicht wel zoo bijzonder
vriendelijk gezind zou wezen of zoo
bijzonderverheugd over zijne aankomst.
En het was ook duidelijk, dat hij op
kinderlijke wijze zijn best deed, om
zijn grootvader aangenaam te zijn en
diens belangstelling op te wekken. En
hoe knorrig, hoe hardvochtig en we-
reldsch de oude man ook mocht zijn,
het kon toch niet anders of het ver
trouwen, dat in hem gesteld wordt,
moest een geheel nieuw en eigenaardig
genot voor hem wezen. Het was toch
wel aangenaam eens iemand te ont
moeten, die hem niet wantrouwde,
niet voor hem terugschrikte, niet ter
stond den leelijken kant van zijn ka
rakter opmerkte, iemand, die hem met
heldere, niets kwaads vermoedende
oogen aanzag al was het dan ook
maar een klein jongetje in een zwart
fluweelen pakje.
Zoo bleef de oude man dan in zijn
stoel geleund zitten en moedigde het
kleine ventje aan om nog meer van
zich zeiven te vertellen, terwijl hij met
eene ongewone uitdrukking in zijne
oogen naar het gebabbel luisterde.
Lord Fauntleroy was zeer geneigd om
al zijne vragen te beantwoorden en
bleef op zijne eigenaardige, gezellige
manier bedaard voortpraten. Hij ver
telde hem alles van Dick en Jack, van
de appelenvrouw en mijnheer HobbsJ;
hij beschreef het feest ter eere van den
nieuwen President met al zijne op
tochten en banieren, transparanten,
zeeweg, zelfs die via het Suez-kanaal,
een alternatief geworden. Duurdere
goederen en andere, die snel vervoer
noodig hebben, blijven van den spoor
weg gebruik maken. Welhaast echter
zal de C. P. R., die thans heel het
veld voor zich heeft, de concurrentie
vau twee andere transcontinentale
spoorwegsystemen, die zich tot een
Stillen Oceaan uitbreiden, gaan on
dervinden. De vrachten zullen lager
worden, zoowel die naar de kust als
die van de kust naar het binnenland,
wat de scheepvaart op Vancouver ten
goede zal komen. De toenemende
graanproductie zal deels haar weg over
de westelijke haven nemen. Het laat
zich begrijpen met hoeveel belang
stelling de opening van het Panama
kanaal aan dit gedeelte van Amerika's
westkust wordt verbeid. Thans is
er reeds een zeker vervoer van Cana
da's Oostkust, ja zelfs van Quebec en
Ontario via den Atlantischen Oceaan,
Tehuantepec-landengte en Stillen Oce
aan naar Vancouver (1.500 a 3.000
ton goed per maand worden via Te-
huantepec te Vancouver aangevoerd.
De behandeling van het goed op de
route laat veel te wenschen). Ten
aanzien van het graanvervoer in Ca
nada, dat thans nog bijna uitsluitend
van west naar oost gaat, valt op te
merken, dat dit zeker gedeeltelijk via
westelijke havens geleid zal worden,
zoodra de Vereenigde Staten zoover
zijn, dat zij van een exporteerend
een graan-importeerend land gewor
den zijn, wat eene quaestie van enkele
jaren is. Gedeeltelijk zal het graan
ook per spoor van Canada zuidwaarts
de Vereenigde Staten binnengeleid
worden.
O
Vreeselijk lij «ten.
De correspondent van de „Nwe.
Soer. Crt.a te Endeh schrijft:
Binnenkort zullen de dagbladen een
vanwege de regeering ontvangen be
richt behelzen, dat een patrouille in
Oost-Soemba tegen een versterkte
kampong stuitte en dat bij die ge
legenheid een Europeesch sergeant
zwaar en twee inlandsche fuseliers
levensgevaarlijk gewond werden Daar
men in Indië aan dergelijke korte
berichten is gewend geraakt, zal het
niet eens bijzonder de aandacht trek
ken En toch die paar regels zullen
een geschiedenis bevatten, zoo tra
gisch, zoo vol van naamloos lichame
lijk lijden, zoo vol van kalme berus
ting, dat bij het kennis nemen daar
van een gevoel van innig medelijden
met de arme, afgetobde stumpers, die
toch hun leven hebben gewaagd voor
de eer van onze vlag, niet zlI kun
nen worden onderdrukt.
Den 9en November werd de ser
geant Muller met 14 inlanders van
h t bivak Meloli uitgezonden om een
bende van 15 man, die zich volgens
geruchten in de kampong Bode-Kodi
zou ophouden aan te tasten. Bij de
fakkels en vuurpijlen. Gaandeweg
kwam hij aan den Vierden Juli en de
Revolutie en hij begon juist in geest
drift te geraken, toen hij zich op eens
iets scheen te herinneren en plotseling
afbrak.
„Wat is er?" vroeg zijn grootvader.
„Waarom gaat gij niet voort
Lord Fauntleroy schoof ietwat ver
legen op zijn stoel heen en weer en
de Graaf merkte heel goed, dat hij in
verwarring werd gebracht door een
opkomende gedachte.
„Het schoot mij daar juist te bin
nen, dat gij het misschien niet prettig
zoudt vinden," gaf hij ten antwoord.
„Misschien is er wel iemand van uwe-
familie bij geweest. Ik vergat dat gij
een Engelschman zijt.
„Ga maar gerust voort," zei de
Graaf. „Er is niemand van mijne fa
milie bij geweest. Gij vergat ook,
dat gij zelf een Engelschman zijt."
„Wel neen," riep Cedric terstond
„Ik ben een Amerikaan 1"
„Gij zijt een Engelschman," hernam
de Graaf barsch. „Uw vader was een
Engelschman."
Hij vond het wel aardig dit te zeg
gen, maar Cedric daarentegen vond
het niets aardig. Zulk een gevolg
trekking klonk hem al vreemd in de
ooren. Hij voelde, dat hij rood werd
tot onder zijne blonde krullen.
„Ik ben in Amerika geboren," hield
hij vol. „Iemand, die in Amerika ge
boren is, moet een Amerikaan zijn.
Het spijt mij wel, dat ik u moet tegen
bewuste kampoug aangekomen, vond
men deze zwaar versterkt, terwijl
een paar honderd man, de meesten
gewapend met pijl en laDS, het kleine
troepje opwachtten Moet het verwon
dering baren, dat die paar Javanen,
zonder de zoo gewenschte en noodza-
kelijk gebleken aansporing van hun
blanke of Amboineesche kameraden,
begonnen te twijfelen en niet verder
durfden Toch trachtte sergeant
Muller hen nog te bewegen tot den
aanval over te gaan en vergezeld
van een paar moedige soldaten ging
hij voorwaarts.
Doch wat konden drie menschen
uitvoeren tegen eenige honderden
vijanden, verschanst achter hoopen
steenen Ten einde raad besloot
sergeant Muller terug te trekken en
zich naar het bivak te begeveD, om
van het gebeurde ie berichten. Doch
nauwelijks had zich omgedraaid of
het regende pijlen en lansen. Muller
werd door een werplans in den rug
getroffen. De inlandsche soldaat San-
moredjo, die zijn commandant niet
in den steek had willen laten, kreeg
een werplans, waaraan scherpe, ve
nijnige weerhaken, in den hals. De
lans drong door zijn kaak en kwam,
door den mond, met de punt in het
verhemelte. Een tweede fuselier be
kwam een schot in de heup, waarin
eenvoudig een gat werd geslagen.
Het ellendigst echter was Fanmoredjo
er aan toe. Het was voor een leek
op medisch gebied absoluut onmoge
lijk, de lans uit het lichaam te krij
gen. Terugtrekken ging niet, dan zou
het kakement uit elkander gescheurd
worden, en naar de andere zijde
doordrukken ging ook niet, doordat
de punt in het verhemelte was ge
drongen. Met veel moeite werd het
handvat der lans afgesneden en toog
men naar het op een uur afstands
gelegen bivak terug. Doch ook daar
kon men de menschen niet helpen.
De kunde van den eenvoudigen 6ol-
daat-ziekenverpleger was nu eenmaal
niet zoo groot. De gewonden werden
in 's hemelsnaam maar aangehouden
en zoo goed mogelijk verzorgd. Na
een paar dagen van verschrikkelijk
lijden kon een prauw worden gere-
quireerd en zou getracht worden
Endeh te bereiken, omdat te Wain-
gapoe geen geneesheer gevestigd is.
De zieken werden naar het zeestrand
vervoerd en in de prauw, die slechts
even voldoende ruimte aanbood, neer
gezet, waarna deze vertrok.
Na 4 dagen zwalken op zee kwram
de prauw te Waingapoe terecht.
Endeh was niet te bereiken. Maar
toen konden de zieken het niet langer
verdragen zij verzochten te Wain
gapoe te mogen blijven, onverschillig
spreken," vervolgde hij beleefd, maar
ernstig. „Mijnheer Hobbs heeft ge
zegd, dat ik, wanneer er ooit weer
eens een oorlog mocht komen, een
een Amerikaan zou moeten zijn."
De Graaf liet een kort en grimmig
lachje hooren kort en grimmig, ja,
maar het was toch een lachje.
„Welzoo, zoudt gij dat moeten zijn?"
sprak hij.
Hij had een hekel aan Amerika en
de Amerikanen, maar hij had plezier
in de ernst en de belangstelling van
dezen kleinen patriot. Hij dacht bij
zichzelven dat zulk een Amerikaan
mettertijd een goed Engelschman zou
worden.
Zij hadden nog geen tijd gehad om
dieper in de geschiedenis der Revo
lutie door te dringen en eigenlijk
voelde Lord Fautle-roy wel eenigen
schroom om het onderwerp weer op
te vatten toen het diner werd aan
gekondigd.
Cedric verliet zijn stoel, naderde
zijn hooggeboren grootvader en sloeg
een blik op diens pijnlijken voet.
„Kan ik u misschien ook helpen
vroeg hij beleefd. „Misschien kunt
gij wel op mij leunen. Eens toen
mijnheer Hobbs een vat zeep op zijn
voet had gekregen, leunde hij ook
altijd op mij."
De lange huisknecht moest even
glimlachen, al zou hij er zijn goeden
naam en zijn dienst ook door verlie
zen. Het was een aristocratische
huisknecht, die altijd in de eerste fa-