115. Zaterdag 9 December 1911. 3e Jaargang. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst. Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van persoon of partij. VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG. Gentschestraat C 7 te Hulst. w? Stichter: H. A. van Dalsum. Gentschestraat C 6 te Hulst. Gentschestraat B 4 te Hulst. chlhiiOrediet verkoopingen door deurwaarders. M o n sterachtig. juffrouwla f A dar inne-_ n wat er 1 gereisd zeer te congé, en veer- toiletten van uw wat <king is .genbiikïichting' de Ger- oon aan tranen nog de ont- DE VOLKSWIL maak- meisje wijl hij hij: Schep e firma rwoor- t in de e repu- wreef REDACTIE: Abonnemeut per drie maanden NEDERLANDf 0.50. BELGIEfr 1.20. ANDERE LANDEN f 0.80. - - Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - - - Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven. Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud van het Trije Woord en voor dien van Adrertentiën. ADMINISTRATIE: DRUKKER IJ: Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur. Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25. otes- neld at ik oort luk- de O den Deurwaarders zijn, tegelijk met no- arissen en griffiers, bevoegd tot het ouden van publieke verkoopingen an roerende goederen, zoowel a achtig ontant als op crediet. Van de ver- Paul- coping moet een procesverbaal wor- deze |en opgemaakt. De formaliteiten voor heeft, |it procesverbaal zijn voorgeschreven hem ,jj (j6j n0g steeds geldende, Fransche t wel vet van 22 Pluviose jaar VII. Deze int hij ormaliteiten hebben al leen voor zijt de joel aan de Registratie een grond- ^en"ilag te geven voor het heffen van ten let registratiewet, wegens publieke uidde rerkooping van roerend goed verschul- brief jjg^ Dit blijkt duidelijk uit deze de vet, die alleen voorschrijft, dat de op- eeren >rengst van elk verkocht voorwerp moet vorden opgenomen, niet, dat de naam an de koopers moet worden ver- Wat is het gevolg hiervan Dat iet procesverbaal van verkooping, op jemaakt volgens de wet van Pluviose, ilpen reen bewijs oplevert tegen of coopers. Het procesverbaal van rerkooping kan alleen bewijs opleve- voor .en tegen koopers als de naam van er le koopers er eveneens in is vermeld. Zo° Waar een ambtenaar kan alleen eene 1 om luthentieke akte opmaken, als zij in len wettelijken vorm is verleden door ge~ >f ten overstaan van openbare ambte- tza£» laren die daartoe bevoegd zijn (art. ISfü 1905 B. W.) Welnu de deurwaarder, lie een bevoegd openbaar ambtenaar s om publieke verkoopingen van roe- •end goed te houden, is dit alleen om luthentiek te constateeren, hoeveel M ie goederen hebben opgebracht. Maar ,s- ils hij ook wil constateeren wie ge- cocht heeft, dan is deze constateering "et liet authentiek, dat is, dan heeft deze on~ vermelding dezelfde waarde, alsof ze s vermeld door een gewoon par- iculier. Ook het procesverbaal, door een lotaris opgemaakt op den grondslag /an de wet van Pluviose, ievert an- hentiek alleen een bewijs op van de opbrengst, maar niet wie gekocht heeft. Doch de notaris kan zijn procesver- aaal opmaken met inachtneming van ie formaliteiten voorgeschreven door ie notariswet, dat is, dat hij den naam, voornaam, beroep en woonplaats van eiken kooper vermeldt, het procesver baal voorleest, en dat dan de verkooper en koopers mede onderteekenen of wel, dat wordt geconstateerd, dat zij rich vóór het sluiten hebben verwij derd, als wanneer zijn procesverbaal volledig authentiek bewijs oplevert. Dit laatste nu kan de deurwaarder niet, omdat het niet tot zijn ambtsbe voegdheid behoort overeenkom sten tusschen partijen te constateeren. Een procesverbaal van verkooping, opgemaakt alleen krachtens de wet van Pluviose, is alzoo geen authen tieke akte, die op zich zelve volledig bewijs oplevert wie gekocht heeft. Het bewijs van wie gekocht heeft, moet van elders blijken, en moet worden geleverd door de ge wone rechtsmiddelen van bewijs. Daar- foe behoort ook bewijs door getuigen. Maar getuigenbewijs is, behalve in handelszaken, en verkoopingen van roerende goederen betreffen gewoon lijk geen handelszaken, niet toegelaten bij koopovereenkomsten met een koop som boven de driehonderd gulden. Wat is hiervan het gevolg Dat bij koopen fel. be- on, )U- 2er ;e- boven de f 300 de verkooper of de ambtenaar die de verkooping houdt, geen rechtsmiddel heeft om te bewij zen wie de kooper is, indien het procesverbaal alleen is opgemaakt op den grondslag der wet van Pluviose. Als men nu overweegtdat de wet van Pluviose voor doel heeft om te bepalen: 1. wie bevoegd zijn om pu blieke verkoopingen van roerend goed te houden, 2. dat het procesverbaal van verkooping alleen moet bevatten de opbrengst van het verkochte niet wie gekocht heeft, dan ligt de gevolg trekking voor de hand, dat die wet alleen dacht aan publieke verkoopin gen a contant. Maar van de andere zijde maakt dezelfde wet geen onder scheid tusschen a contant en op cre diet, reden, waarom wordt aangeno men, dat die ambtenaren ook verkoo pingen op crediet kunnen houden. Doch geschiedt de verkooping op cre diet, dan wordt deze niet door eene bizondere wet beschermd, met gevolg, dat verkooper of ambtenaar de ver kooping op crediet geheel houden op eigen risico. Wat is nu het practisch gevolg van verkoopingen op crediet door deur waarders? Dat de deurwaarder, als hij instaat voor de kooppenningen, en dit is in vele streken gebruik, persoonlijk geld te goed heeft van de menschen. En tegelijk is hij de ambtenaar, die belast is met het doen van exploiten van dagvaarding om te verkrijgen een rechterlijk vonnis tegen schuldenaren, en van sommatie tot betaling en van inbeslagneming tegen schuldenaren, voor gelden, verschuldigd aan anderen. Stel nu dit gevaleen deurwaarder heeft persoonlijk geld van iemand te goed, die bij hem op een koopdag op crediet heeft gekocht. Deze deurwaar der krijgt opdracht, om in der minne of in rechten geld in te vorderen schuldig aan een ander. Zal nu deze deurwaarder het geld aan zijn opdrachtgever verschuldigd eerst in vorderen, en daarna het geld aan hem persoonlijk verschuldigd? De vraag stellen is haar beantwoor den. Als deze opdrachtgever vindt of klaagt, dat de deurwaarder geen werk maakt van zijne zaak, zou dan de re den niet kunnen zijn, dat de deur waarder eerst voor zich zelf zorgt, en eerst nadat hij zelf gedekt is, het geld tracht te innen voor den ander? Stel nu, dat een deurwaarder zeer vele verkoopingen op crediet heeft met gevolg, dat hij voortdurend met zeer vele menschen in betrekking staat, die of koopdagschuld aan hem moeten betalen of die misschien morgen koop dagschuld bij hem maken. En stel nu daarbij, dat diezelfde menschen in hun zaken doen met kooplui, ambachtsba zen, en verdere leveranciers ook zaken doen op crediet. Wat is dan het ge volg? Dat de handel en de nijverheid practisch geheel rechteloos staan tegenover hunne op crediet gekocht hebbende afnemers, vooral op he't plat teland, en met name als de deurwaar der nog al vrijmoedig is en gedekt wordt door zijn kantonrechter, waar door hij zelfs bij een dreigend faillis sement ongeveer daags vóór de uit spraak daarvan nog weet de schuld aan hem zeiven te doen betalen, en waar tegen de curator niet opkomt. Stellen we ons nu eens voor een plattelandskanton met eene bevolking', wier zakenleven geheel door crediet- geven en nemen wordt beheerscht En dat in dit kanton, in het belang van de volkswelvaart, verschillende maatschappelijke credietinstell ingen zijn gekomen. Wie nu in een koopdag op crediet koopt om het voorwerp van het gekochte zelf, voor dezen is het onverschillig, dat hij opgeld bijbetaalt, want bij het koopen houdt hij er mede rekening. Maar wie op den koopdag koopt niet om het voorwerp zelf maar om dit weder te verkoopen om geld voor zijn bedrijf in handen te hebben, deze koopt voor crediet, en dan is het opgeld, dat hij voor zijn crediet be taalt, een woekerrente voor hem zei ven, en sukkelt hij feitelijk van den eenen koopdag op den anderen om deze woekerrente voor zijn crediet te kunnen betalen. Een notaris zal deze woekerrente niet in de hand werken, omdat deze practisch verplicht is meer toe te zien op de credietwaardigheid van den kooper dan de deurwaarder, die, door zijn voortdurend op post zijn en door meer vrijmoediger kunnen optreden dan een notaris, op deze credietwaardigheid minder nauw be hoeft te zien. Maar een deurwaarder werkt deze woekerrente in de hand, omdat ze voor hem het middel is koopers op zijn koopdag te krijgen. Door dit optreden van den deurwaar der is hij een kanker aan de volks welvaart ten platten lande, daar hij hierdoor een gezond crediet voor den kleinen man in den weg staat. De credietverkoopingen door deur waarders zijn dus 1. voor den verkooper een bron van rechtsonzekerheid tegen koopers 2. voor handel en nijverheid een practische toestand van rechteloosheid tegenover hunne afnemers; Een oorzaak van woekerrente voor het crediet van den kleinen man en een kanker, die de volkswelvaart tegen houdt. Zijn deze drie gevolgen gewild door den wetgever van Pluviose, toen hij ook den deurwaarder benoemde als een der ambtenaren voor het houden van publieke verkoopingen van roe rende goederen Wij denken van niet. En als wij dit bedenken, dan besluiten we, dat die wetgever alleen heeft ge dacht aan verkoopingen a contant. Wij kennen dan ook een streek, een andere dan Hulst, waar de notaris publieke verkoopingen houdt van roe rend goed èn a contant èn op crediet (dit laatste van vruchten te velde), doch de deurwaarders houden alleen verkoopingen a contant. Dit laatste achten wij ook de juiste verhouding, èn op het standpunt van de wet èn op het standpunt der maat schappij. H, A. VAN DALSUM. o In Parijs is aan het daglicht ge komen een monsterachtig zedenbe derf. Achter slot is gebracht een zekere Flachon, directeur van het blad „La Lanterne" en een van de meest invloedrijke leden van de ra dicaal-socialistische partij in Frank rijk Dit heer was bevriend met een groot aantal ministers, en gewezen ministers van Frankrijk, en was er in zijn blad op uit, om dag in dag uit zedeschandalen te vertellen van priesters en nonnen, die nagenoeg alle van a tot z verzonnen waren. Uit is gekomen, dat die Flachon, alleen voor zijn hoofd, een driehon derdtal jonge meisjes, bij hem ge bracht door tusschenpersonen of door de moeders, heeft onteerd en hier door zedelijk en lichamelijk mishan deld. En het karakteristieke van de zaak is, dat deze zooveel mogelijk wordt gedoofpot, in het belang van de Fransche regeeringspartijen, Hooge invloeden zijn bezig geweest, om dat heer uit de handen van de justitie te redden, maar dit schijnt niet te gelukken En het is onder leiding van een dergelijk individu, dat de Fransche bevolking wordt voorgelicht, ook op het gebied van wat fatsoenlijk is en niet Wat een huichelarij en nog eens huichelarij in de Pers als Koningin der Aarde Want het doofpotten of doodzwijgen van vuiligheden door eigen partijgenooten is niet alleen eigen aan Fransche regeeringspartij- genooten, doch is het ook aan katho lieke en christelijke partijgenooten zelfs in ons christelijke Nederland. En hiertoe werkt de wet mede, want feitelijk verbiedt de wet „als daad van beleediging" het vermelden van dergelijke vuilpoetserij, zooals bewezen is door verschillende rech terlijke uitspraken in Nederland, en dergelijke rechterlijke uitspraken worden zelfs m het christelijke Ne derland in naam van de Koningin door de Nederlandsche regeering bekrachtigd tegen de volksovertui ging in. En met dit stelselmatig doodzwijgen van de vuiligheden van eigen-partijgenooten gaat samen het doodzwegen van het goede van niet- partijgenooten, of het belachelijk maken wat door niet-partijgenooten wordt gedaan. Ja, ja, die Pers als Koningin der Aarde is eene schoone dame, indi viduen als dien Flachon neemt zij onder hare bescherming Maar wij hebben er toch geen spijt van, dat wij ons liever scharen onder de Koningin des Hemels dan onder de banier van de Koningin der Aarde, en dat we, door vrij te zijn van partijgeest, de zaken en de personen kunnen beoordeelen zooals ze zijn. Onze brave Nederlanders moeten niet denken, dat wat in Parijs is voorgevallen en uitgekomen, alleen in Parijs gebeurt Het is ook eens in Arnhem gebeurd en toen kreeg de mijnheer die het deed, het was een groote mijnheer, een heele lichte en korte gevangenisstraf. Wie weet, of het ook zoo niet zal gaan met die geschiedenis in Parijs. Uit het Voorloopig Verslag der Staats begroting op het Xe hoofdstak (Departement van Landbouw, Han del en Nijverheid. o Yisscherijen. In de Openingsrede wordt gezegd, dat, behoudens enkele belangrijke uit zonderingen, de uitkomsten der verschil lende takken van visscherij niet zeer bevredigend zijn. Gevraagd werd, welke deze uitzonderingen zijn en of maatregelen zijn beraamd om ver betering te krijgen in die takken van het bedrijf, waarin de uitkomsten on bevredigend waren. Eenige leden hadden met ingeno menheid gezien, dat de Minister erin geslaagd is de Visscherijwet in wer king te doen treden op het daarvoor door hem aangegeven tijdstip. Met de wijze van uitvoering der wet waren verscheidene leden echter niet ingenomen. Het Koninklijk besluit van 26 Juli jl. (Staatsblad no. 162) betref fende de visscherij in de Zuiderzee heeft bij zeer vele belanghebbenden groote teleurstelling gewekt en de Visscherijcourant verscheen naar aan leiding daarvan zelfs in een rouwrand. Voor deze teleurstelling bestond, naar de meening dezer leden, gegronde re den wegens het ontbreken van bepa lingen omtrent de netvisscherij en het gebruiken van kuilnetten. Men keurde het af, dat althans geene bepalingen omtrent het ondermaatschheid van ha ring, spiering en ansjovis, welke in de vroegere wet, zij het ook niet op vol doende wijze, voorkwamen. Daardoor wordt, naar men meende, ter wille van de Volendammer visschers en boeren de Zuiderzeesvisscherij nog meer dan vroeger in haar bestaan be dreigd. Op enkele vaartuigen schijnen nu zelfs molens aangebracht te zijn, waarmee de kleine visch tot poeder wordt vermalen ten einde gebruikt te worden als eendenvoeder. Verno men was, dat de Minister maatregelen dacht te nemen om te zorgen, dat dc paaiplaatsen der visch in de Zuiderzee gedurende een deel des jaars worden ontzien en bepalingen voor de maas wijdte zou uitlokken. Deze maatre gelen zouden echter niet voldoende zijn tot het wegnemen der bezwaren. Gewezen werd op het adres van den gemeenteraad van Harderwijk, waarin vermeld wordt, dat tengevolge van genoemd besluit de nesthandel in die gemeente wederom is aangevangen, waardoor een later verbod van de nestvisscherij veel moeilijker zal wor den. De gemeenteraad heeft aan den Minister in overweging gegeven art. 6 van het besluit aan te vullen met eene maat op haring en spiering en dan eene uitzonderingsbepaling te maken voor visschersplaatsen als Volendam e.a. Dit denkbeeld vond bij sommi gen instemming. Men wenschte te vernemen, waarom de Minister bezwaar maakte dienovereenkomstig te hande len. Eenige anderen zouden, alvorens zich een oordcel te vormen, gaarne toelichting ontvangen omtrent de bij vermeld besluit ten aanzien van het gebruik van kuilnetten en van de om schrijving der ondermaatsche visch genomen beslissingen. (1) In visscherijkringen werd gedurende geruimen tijd vermoed, dat de vissche- rijraad tot de bij meergemeld Konink lijk besluit vastgestelde regeling heeft geadviseerd. De leden van den raad konden zich hiertegen niet verdedigen, omdat hun geheimhouding is opgelegd. (1) De Commissie van Rapporteurs merkt op, dat bij Koninklijk besluit van 21 October j.l. (Staatsblad no. 321) het gebruik van kuilnetten in het Hoornsche Hop en op het Pam pus verboden is.

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1911 | | pagina 1