w?
No. 113.
Zaterdag 25 November 1911.
3e Jaargang.
Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst.
Richting: Voor waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van
persoon of partij.
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG.
Gentschestraat C 7 te Hulst.
Stichter: H. A. van Dalsum.
Gentschestraat C 6 te Hulst.
Gentschestraat B 4 te Hulst.
DE VOLKSWIL
REDACTIE:
Abonnemeut per drie maanden
NEDERLANDf 0.50.
BELOIEfr 1.20.
ANDERE LANDEN f 0.80.
- Abonnementen worden dagelijks aangenomen. -
Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven.
Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud
van het Yrije Woord en voor dien van Advertentiën.
ADMINISTRATIE:
DRUKKER IJ:
Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur.
Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing
belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25.
De openbare Najaarszitting
van de Provinciale Staten
van Zeeland.
o
Geopend Vrijdagmorgen 17 Novem
ber om 10 uur.
Voorzitter de heer mr. H. J. Dijck-
meester, Commissaris der Koningin.
Aanwezig 40 leden, afwezig de heer
van Rompu wegens ziekte, en de heer
Dumoleyn met kennisgeving.
De notulen der vorige vergadering
worden goedgekeurd.
Mededeeling wordt gedaan van de
benoeming van voorzitters en onder-
voorz. der afdeelingen.
Ingekomen een brief van stuurman
Potters voor zich en anderen om extra-
uitkeering in verband met de duurte
der levensmiddelen, wordt ter afdoe
ning gesteld in handen van Ged. Staten.
Behandelde zaken
1. Voorstel van G. S. om aan de
gemeente Bruinisse f 15000 renteloos
voorschot te geven tot herstel en ver
grooting van den door den storm ge
leden haven.
Dhr Tichelman sielt voor, dat de ge
meente Bruinisse J/io harer inkomsten
als waarborg geeft voor de teruggaaf,
waar dhr Dieleman tegen is met be
roep op het organiek besluit der Ged.
Staten ln zake het verleenen van ren-
telooze voorschotten. Voorstel wordt
zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
2. Voorstel van G. S. tot wijziging
van art. 111 Reglement op de wegen
en voetpaden. Zonder hoofd, stem
ming aangenomen.
3. Voorstel van Ged. Staten tot
afwijzing van het verzoek van A. B.
Antheunis te IJzendijke om grond te
koop. Zonder h. s. aangenomen.
4. Voorstel van G. S. tot afwijzing
van het verzoek van mr. J. Adriaanse
en verdere automobielhouders om de
wegen op Walcheren in beheer bij de
provincie te nemen of de tollen daarop
af te koopen. Dhr van Voorthuijzen
meent zelfs in de Parijsche Matin
was er over geschreven dat de
vreemdelingen met automobielen Wal
cheren zullen mijden, als de tollen
blijven bestaan. Het bezwaar ligt niet
zoozeer in het tolgeld, als wel in het
telkens voor het betalen van tolgeld te
moeten stoppen. Dhr den Bouwmeester
merkt op, dat het verzoek gevolg is
van de beslissing der Koningin, dat
voor automobielen ook tolgeld moet
worden betaald, en nu willen de hou
ders op de wijze van hun verzoek de
gevolgen dezer beslissing op de pro
vincie wentelen. Dhr Siegers verde
digt het voorstel van G. S., dat met
een stem tegen, die van dhr v. Voort
huijzen, wordt aangenomen.
5. Voorstel van G. S. om een rente
loos voorschot van ten hoogste
f650.000, verminderd met de bijdra
gen van gemeenten en polders, voor
den aanleg van stoomtramwegen op
Zuid-Beveland, BaarlandWolp-
haartsdijk GoesWemeldinge—Ier-
seke—Hansweert. Dhr Mulder beveelt
dit plan ten zeerste aan, het is beter
dan een vorig plan. Dhr Giljam heeft
eene verklaring van een oesterhande
laar in Ierseke, dat hij, alleen voor zijn
hoofd, van Ierseke uit jaarlijks f 500
vrachtgeld zal besteden voor het ver
voer van oesters. Dhr Dieleman ver
dedigt het voorstel. De Raad van Toe
zicht acht de gekozen richtingen juist,
ook de hoofdingenieur acht deze rich
ting de beste. Door deze richting
wordt het platteland verbonden met
Goes en is er ook verbinding met de
havens. Het westelijk deel Wemel
dinge—Hansweert ligt in het Zeeuw-
sche Tramwegenplan, dat in Hansweert
aansluit op Walsoorden, door de spoor
wegboot, op het net in Zeeuwsch-
Vlaanderen. Voorstel wordt aangeno
men met 34 tegen 5 stemmen, die der
heeren van Dam, Sprenger, Heijse,
Bolle en Fokker.
6. Voorstel van G. S., door redac
tiewijzigingen, de vroeger verleende
subsidie aan een tramplan Hontenisse
Selzaete, en een vroeger verleend
renteloos voorschot aan een tramplan
IJzendijke—Moerbeke, met zijlijnen, te
verleenen aan de Naaml. Vennootschap
Zeeuwsch-Vlaamsche Tramwegmaat
schappij te Neuzen. Dhr van Dalsum
zegt het lid te zijn, dat in het Ver
slag wordt bedoeld alsof dit zou zijn
tegeh de aansluiting met België. Maar
zóó heeft hij het niet gezegd. Hij
heeft opgemerkt, dat h e t doel van
dit tramplan is Zeeuwsch-Vlaanderen
te leiden naar en in België, doch dat
het levensbelang van Vlaanderen, van
Zeeuwsch-Vlaanderen, van Zuid-Beve
land en Walcheren eischt, dat eene
nieuwe richting wordt ingeslagen, die
van uitbreiding van Vlaanderen naar
de Schelde, dus omgekeerd. Hij zal
daarom tegen het voorstel stemmen.
Dan acht hij het verzoek der Mij. niet
ontvankelijk, omdat niet de Mij. door
middel van haar rechtsvertegenwoor-
digers zich tot de Staten heeft ge
wend, maar de heeren Lippens en Die
leman, die niet vormen den Raad van
Bestuur. En verder acht hij het een
ongezonden toestand, dat drie leden
van Ged. Staten zijn commissarissen
dezer Mij. en twee hunner nog daar
enboven lid van den Raad van Be
stuur. Wordt nu een voorstel aange
nomen, dan bevat het besluit meerdere
bepalingen, volgens welke de uitvoe-
ring der voorwaarden van subsidie en
renteloos voorschot ter beslissing is
aan Ged. Staten, hij meent dat hier
wordt overtreden art. 57 2e lid der
Provinciale Wet door de heeren Ge
deputeerden Fruijtier en Dieleman, en
verzoekt acte, dat hij Ged. Staten op
merkzaam heeft gemaakt op art. 57 2e
lid en art. 58 der Provinciale Wet.
Dhr Dieleman, als Gedeputeerde het
Voorstel verdedigende, merkt op, dat
dhr van Dalsum in de afdeeling alleen
heeft gestemd voor het plan Philip
pine—Zaamslag, dat is het plan van
verbinding van het 4e en 5e district,
en verder tegen de andere richtingen
naar België. Als Hulst en Neuzen
Antwerpen en Brussel waren, dan zou
men Vlaanderen kunnen trekken naar
de Schelde, maar nu gaat volgens de
natuur het zwakkere naar het sterkere,
De kwestie der niet-ontvankelijkheid
doet niets ter zake, omdat volgens de
statuten de secretaris van het bestuur
alleen de brieven teekent. Art. 57 der
Prov. Wet zooals het nu luidt bedoelt
aan Ged. Staten meer vrijheid te laten
dan zij vroeger hadden. Als een Ge
deputeerde geen bestuurslid zou mo
gen zijn van zaken, waarin Ged. Staten
uitspraak kunnen doen, dan zouden
Gedeputeerden buiten het volle leven
moeten staan. Toen het-voorschot aan
het plan IJzendijke was verleend, was
hij geen Gedeputeerde. Hij is in deze
zaak geheel belangeloos werkzaam om
de belangen der streek te behartigen.
Hij meent, dat het karakter van hem
en van de andere leden van Gedep.
Staten hoog genoeg staat, dat, als zij
in het college van Ged. Staten de zaak
der tram beoordeelen, zij dit doen ge
heel en al met het oog op de belan
gen der provincie. Eu daarbij komt,
dat eigenlijk het Rijk alles beslist, niet
de Ged. Staten.
Dhr Fruijtier meent dat deze kwes
ties hier niets te maken hebben, hij
ziet er geen bezwaar in, dat men lid
van het bestuur der tram is en tegelijk
Gedeputeerde, omdat de belangen van
tram en provincie hier éèn zijn. Ook
vroeger bij de tram Breskens—Mal-
deghem is het zoo geweest. Toen de
subsidie aan HontenisseSelzaete was
verleend was hij nog geen lid van
Gedeputeerde Staten.
Dhr van Dalsum trekt in zijn be
weren van niet-ontvankelijkheid, om
dat hij nu in de statuten heeft gelezen,
dat alleen de secretaris de stukken
teekent. Al kan het waar zijn, dat
eigentlijk het Rijk beslist, in het be
sluit komen in nagenoeg elk artikel
bepalingen voor, volgens welke Ged.
Staten beslissen. Hij blijft bij zijne
meening, dat het samengaan der func
ties verkeerd is, en handhaaf^ zijn
verzoek om akte hiervan.
Het ontwerp besluit A wordt aange
nomen met 38 tegen 2 stemmen, die
van de heeren Hombach en van Dal
sum en ontwerp besluit B zonder h.
stemming.
7. Voorstel van Ged. Staten A tot
een renteloos voorschot voor een plan
Huygebaert vooreen stoomtram Bres
kens—Cadzand, Retrar.chement—Sluis,
B tot afwijzing plan van de Mij.
BreskensMaldeghem van een lijn
BreskensCadzand. Dhr van Voort
huijzen betreurt het, dat het oorspron
kelijke plan van een electrischen tram
Breskens—Knocke is vervallen, maar
dat komt door de tegenwerking van
de Belgische lijn. Dhr Fokker is tegen
het voorstel van Ged. St., omdat het
plan van Breskens—Maldeghem ruim
een ton goedkooper is voor de pro
vincie, en hij meent, dat het opnemen
in het plan van Retranchement en
Cadzand-haven de grootere uitgaaf
niet rechtvaardigt. Het plan Huyge
baert staat op papier, maar krijgt
Breskens—Maldeghem, eene finantieel
krachtige Mij, de concessie, dan zal
de tram spoedig loopen. Dhr Ham-
macher verdedigt het voorstel van G.
St. Hij heeft den heer Huygebaert als
een degelijk man leeren kennen en hij
zal zijne plannen ook ten uitvoer bren
gen. En hij heeft een contract aan
gegaan met een Nederlandsch Comité,
waarvan een dubbel ter Griffie is ge
deponeerd, volgens welk hij de geheele
zaak op eerste vordering overdraagt
aan eene Nederl. «Maatschappij. Het
plan Huyghebaert is veel meer in het
belang van de streek dan het plan van
BreskensMaldeghem, en de verbin
ding met Sluis zal zeer goede resul
taten opleveien. Men staat nu tegen
een stille kracht in België om het plan
Huyghebaert tegen te werken, maar
nemen de Staten het voorstel aan, dan
staat het comité Huyghebaert sterker.
Dhr Dieleman zegt den heer Ham-
macher dank voor zijn steun aan het
voorstel van Ged. Staten. Het hoofd
bezwaar we hebben geen vertrouwen
in de totstandkoming dezer zaak, is
geheel vervallen. Er zijn veel bezwa
ren te overwinnen geweest, vandaar
de vertraging. Door de aansluiting
met Sluis is mogelijk geworden een
lijn Sluis—Brugge. Sluis is ontwaakt,
en belooft weder een toekomst te
krijgen. De verbinding met Cadzand-
Haven is ook niet onbeteekenend.
Deze haven is te vergelijken met Zee-
Brugge. En het strand van Cadzand
is het mooiste van heel Zeeland. Hij
wijst nog op den vroegeren bloei van
het land van Cadzand, toen dit met
Brugge was vereenigd. En herinnert
aan dichtregelen van Dante.
Dhr Erasmus meent, dat een kleine
gemeente als Retranchement even goed
in aanmerking mag komen. Dhr van
Dalsum zegt in de afdeeling te hebben
gestemd tegen het plan van den heer
Huyghebaert, maar hij zal nu voor
stemmen, omdat hij hier geen wan
trouwen meer heeft, dat het algemeen
belang wordt opgeofferd aan enkele
bizondere belangen.
Dhr Hammacher heeft gesproken
van een stille kracht in België. In
anderen zin dan dhr Hammacher be
doelt zegt hij, dat deze stille kracht er
werkelijk is, het is het ontwaken van
Vlaanderen uit langen slaap en
dit ontwaken vraagt terugkeer van
Vlaanderen naar de natuur, dat is naar
de Schelde en hierdoor naar de Zee.
Het ontwerp A wordt aangenomen
met 28 tegen 10 stemmen, tegen de
heeren Kakebeeke, van Dam, Tichel
man, Sprenger, Hombach, Louwerse,
Heijse, Giljam, Bolle en van de Putte.
De heeren Fokker en Noordijke waren
niet in de zaal aanwezig.
Het ontwerp besluit B wordt na
eenige bespreking door den heer Mer-
ckens, die BreskensMaldeghem wil
vrijwaren, als zij later met een plan
komt indien voor het plan Huyghebaert
de tijd eens mocht verloopen voor het
verwijt van te komen n a een reeds
ingediend plan, en door dhr Dieleman,
aangenomen met 24 tegen 14 stemmen,
die van de heeren van Dam, Tichel
man, Sprengers, IJsebaert, Louwerse,
Heijse, Vorsterman van Oyen, Giljam,
Bolle, Neeteson, van de Putte, Merc-
kens, van der Vliet en Kakebeeke.
8, 9 en 10 voorstellen van Ged.
Staten tota. subsidie aan de ge
meente Breskens voor de verbetering
van den weg naar de zandplaats, b.
afwijzing verzoek van de gemeente
Stavenisse, dat de stoomboot Zierikzee
Middelburg daar aanlegt, c. f 100
subsidie aan de vereeniging Ambachts-
belang te Axel, worden zonder h.
stemming goedgekeurd.
11. Voorstel van Ged. Staten tot
regeling van het subsidie, toegekend
voor het land- en tuinbouwonderwijs.
Tegen dit voorstel zijn verschillende
amendementen ingediend. Dhr Vorster
man van Oyen wil doen vervallen de
verplichting van leerlingen, die beta
len kunnen, om schoolgeld te betalen.
Dit amendement wordt verworpen met
20 tegen 16 stemmen. Dhr Kakebeeke
wil niet geven ten hoogste f50 per
onderwijzer, maar ten hoogste f 50 per
onderwijzer en per cursus. Dit amen
dement wordt verworpen met 24 tegen
11 stemmen. Aangenomen wordt zijn
amendement, om de regeling vast te
stellen voor vijf jaar, met overgangs
bepaling, dat de verplichting tot
schoolgeld betalen niet geldt voor
leerlingen, dte zich vóór 17 Septem
ber 1911 hebben aangemeld, en dan
voor het eerste jaar. Het voorstel wordt
verder aangenomen.
12 en 13. Voorstellen van Ged. St.
atot afwijzing van een verzoek van
G. Ruitenbeek om tractementsverhoo-
ging in verband met pensioenregeling,
b. f 100 subsidie voor schoolproefvei-
den, worden z h. s. aangenomen.
14 en 15. Voorstellen van Ged. St.
tot geldleeningen voor de kosten van
aanleg tram Hansweert—Vlake, en
stoombootdienst SchouwenWalche
ren worden aangenomen, doch met een
amendement van dhr de Veer om voor
de aflossing in plaats van 20 jaar te
nemen 40 jaar. Dit amendement is
aangenomen met 19 tegen 14 stemmen.
16 en 17. Voorstel van Ged. Staten
tot wijziging in de begrooting. Hierin
wordt aangenomen een amendement
van dhr de Veer, met 20 tegen 13
stemmen, om de toelage van f 25
wegens den duren tijd toe te kennen
alleen aan beambten enz. die hoogstens
f 1000 tractement hebben, en gehuwd
of kostwinner zijn van een gezin.
18. Voorstel van Ged. Staten om
voor f 8000 een huis te koopen in Zie
rikzee voor den dienst der stoomboot
Schouwen—Walcheren, wordt door
Ged. Staten ingetrokken, nadat dhr den
Bouwmeester had opgemerkt, dat het
huis slechts een f 4000 waard is, vol
gens een bekend ernstig deskundige.
De zitting wordt gesloten.
Een nieuw „Moto Proprlo" Tan
Z. H. den Paus.
o
De jongste, 10 November j.l. ver
schenen, aflevering van de „Acta
Apostolicae Sedis", bevat een nieuw
„Motu Proprio" van Z. H. den Paus,
betreffende het dagen van geestelijken
voor de rechtbanken van Ieeken.
In dit stuk wordt allereerst opgemerkt,
dat, hoeveel zorg en ijver ook wordt
aangewend bij de vaststelling van
(kerkelijke) wetten, het toch voorkomt,
dat twijfelingen omtrent de juiste uit
legging daarvan oprijzen en dat de
meeningen der rechtsgeleerden omtrent
de natuur en de kracht van dergelijke
wetten uiteenloopen, zoodat een au
thentieke verklaring daarvan noodzake
lijk wordt.
Dit is o.a. voorgekomen na de open
baarmaking der Constitutie „Aposto
licae Sedis", waarin werden vastgesteld
de „Censurae latae sententiae (d.w.z.
de kerkelijke straffen, welke alleen
reeds door het feit zelf, zonder eene
daarop gevolgde persoonlijke veroor
deeling, worden opgeloopen). Onder
de schrijvers, welke op deze Consti
tutie uitleggingen geschreven hebben,
is namelijk verschil ontstaan over de
vraag, of hetgeen in het Vile hoofdstuk
dezer Constitutie gezegd wordt over
degenen, welke den burgerlijken rech
ter nopen een geestelijke voor zijn
rechterstoel te dagen en een rechts-
handel tegen zoodanigen geestelijke in
te stellen, alleen maar betrekking heeft
op wetgevers en openbare personeH,
dan wel insgelijks op particulieren.
De Congregratie van het H. Officie
heeft de beteekenis van dit Hoofdstuk
reeds meermalen in het licht gesteld.
Nu evenwel in deze booze tijden met
de geestelijke immuniteit overhet geheel
zóó weinig rekening meer pleegt ge
houden te worden, dat niet geestelijken
en priesters, maar zelfs bisschoppen
en kardinalen voor den wereldlijken
rechter gebracht worden, acht de Paus
het zich ten plicht diegenen, welke
niet door de zwaarte der schuld van
een' zoo heiligschennend misdrijf („a
tam sacrilego facinore") worden afge
schrikt, door strenge straffen tot hun
plicht te brengen. Derhalve wordt
bepaald, dat ook particuliere personen,
hetzij wereldlijke of geestelijke, hetzij
mannen of vrouwen, die zonder ver
gunning der Kerkelijke Overheid, een