w
No. 101.
Zaterdag 2 September 1911.
2e Jaargang.
G e w e s t el ij k
en Algemeen Weekblad te Hulst.
ichting-Voer waarheid en voor recht, door eigen daad en door daad van anderen, zonder aanzien van
persoon of partij.
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG.
Gentschestraat C 7 te Hulst.
w?
Stichter: H. A. van Dalsüm.
Gentschestraat C 6 te Hulst.
Gentschestraat B 4 te Hulst.
DE
LKSWIL
REDACTIE:
Abounemeut per drie maanden
NEDERLANDf 0.50.
BELGIEfr 1.20.
ANDERE LANDEN f 0.80.
- Abonnementen worden dagelijks aangenomen. - -
Niet geplaatste stukken worden niet terug gegeven.
Het blad neemt geene verantwoordelijkheid voor den inhoud
van het Yrije Woord en voor dien van Advertentiën.
ADMINISTRATIE:
DRUKKERIJ:
Advertentiën, in te zenden vóór Vrijdags om 12 uur.
Prijs per regel 10 cent. Bij abonnement of geregelde plaatsing
belangrijke vermindering. Dienstaanbiedingen contant f0.25.
Er is geene tegenstelling
tusschen de beginselen
van de Fransche Revo
lutie en die van het
Evangelie.
5. o—
(Slot).
Wij hebben uiteengezet de beginse
len der Revolutie, deze vergeleken met
het Evangelie en met de Katholieke
leer, en we hebben verklaaid, dat er
tusschen Revolutie en Evangelie geen
tegenstelling is.
We hebben vier opmerkingen weer
legd.
Nog een enkel woord.
Het is eene christelijke gedachte te
zeggen God regeert de wereld. Maar
als wij deze gedachte uitspreken zeg
gen of denken wij er bijdoch wij
weten niet hoe.
Als we echter een overzicht nemen
over den loop der eeuwen en vooral
als we dan tevens letten op wat in
het bizonder in de katholieke landen
omgaat en daarbij in het oog houden
wat door wijlen Paus Leo XIII zoo
uitdrukkelijk als katholieke leer en
door Paus Pius X zoo uitdrukkelijk
aan zijne priesters wordt voorgehou
den, dan merken wij op eene groote
gedachte.
Deze gedachte isdat het is
een eisch des tijds, dat het
kerkelijk en het wereldlijk
gezag scherp van elkaar
worden gescheiden, eisch,ge-
1 ij k e r t ij d gewild èn door het Pau
selijk gezag èn door den volkswil en
die door dit samengaan onfeil
baar is een Godswil.
In vroegere eeuwen was dit gezag
echter samengegroeid, hetzij in de per
sonen hetzij door afhankelijkheid het
eene van het ander.
We aarzelen niet om te zeggen, dat
alle groote kerkelijke en maatschappe
lijke beroeringen daarin hun oorsprong
hebben gevonden, gelijk reeds was
voorspeld door Dante in zijn tweede en
derde deel van de Divinia Commedia,
en dit te meer, omdat, nog in onzen
tijd en in het bijzonder in de geheel
katholieke landen, in de parochiën en
bisdommen de gehoorzaamheid aan
den plaatselijken of gewestelijken her
der te veel als nummer een van de
godsdienstplichten en het leven naar
de leer eerst als nummer twee van
deze plichten werd beschouwd Hierin
nu heeft gelegen eene groote dwaling,
want volgens de leer is men alleen
gehoorzaamheid verschuldigd aan het
wettig gezag in wettige verlangens en
niet aan de menschelijke zwakheden
zooals de praktijk veelal was en nog is.
God, die de wereld regeert, wijst,
waar men niet hooren wil, de bediena
ren der Kerk op gevoelige wijze op
hun plicht om zich niet te bemoeien
met zaken, die hun niet aangaan in
zooverre van kerkelijk gezag, en dit,
indien zij dit laten heeft voor natuurlijk
gevolg, dat zij zich verder met geheel
hun hart toeleggen op de taak hunner
eigen roeping, welke taak sympathiek
is aan allen, die van goeden wil zijn.
Ten tijde van de Revolutie had men,
gelijk reeds gezegd, bijna overal voor
toestand de Staatsgodsdiensten hard
handig, wegens het niet wil
len hooren, werd hieraan een einde
gemaakt. AAaar onder het stelsel van
Staatsgodsdienst was de godsdienst
bijna overal, ook in Nederland, ge
worden óf een middel van onderdruk
king in de handen van staatsambte
naren óf een godsdienst slechts met
een uiterlijk leven, waardoor de gods
dienst innerlijk was gestorven.
Men zegt wel eens: als God iets
wil schrijven neemt Hij een schoon
vel papier, waarmede men wil zeg
gen Hij maakt aan den toestand, die
onhoudbaar is geworden, een volledig
einde.
Voor de menschelijke belangen van
dien tijd was de Revolutie eene groote
omwenteling tot schade van die be
langen, maar, deze belangen waren
grootendeels tegen de natuurrechten in.
Maar voor de godsdienstige belangen
en deze zijn bij God nummer Een
is uit die omwenteling door de
ontwikkeling der zaken een groot goed
geboren.
Wegens dit groot goed aarzelen we
niet te zeggen dat de Revolutie
is geweest een werk in Gods
hand.
Het is waar, dat Hij deze heeft
toegelaten door ze te doen voltrekken
door mannen van het Ongeloof, maar
dit moest wel, omdat de man
nen van het geloof te be
deesd ofte hebzuchtig wa
ren om vrijwillig van eigen .meening
of belangen afstand te doen. Ook is
het waar, dat de Fransche Revolutie
veel bloed en tranen heeft doen stor
ten, dat zich al spoedig verkeerde
elementen van de Revolutie meester
maakten om deze te gebruiken tot
hunne eigen zelfzuchtige of schande
lijke oogmerken, maar voor een volk
geldt wat geldt voor menig persoon
als niet komt tot iet kent iet zich
zeiven niet. En er was in het volk
opgehoopt een eeuwenlangen wrok
wegens ondergane beleedigingen en
onderdrukkingen, de oude onderdruk
kers waren niet in eens engelen ge
worden, en de volkswil, die slechts
wilde wat goed en recht was. werd
hierin gewantrouwd en gehoond, waar
door hij naast den wil tot hervorming
overging tot eene bestraffing van oude
en tegenwoordige misdaden, waarin
wel eens onschuldigen moesten boeten
voor de zonden van anderen, doch
deze bestraffing ging eerst in, nadat
de aanhangers van het oude regime
hadden bewezen geheel onhandelbaar
te zijn. Doch de personen waren
spoedig van het wereldtooneel ver
dwenen en de beginselen bleven. E n
het zijn de beginselen, waar
over we het hebben, de be
ginselen van den modernen
tijd maar die waren inden
grond de oude beginselen
van het natuurrecht, levende
in het gezond verstand des volks.
Vóór 1789 was zoowel het maat
schappelijk leven als het innerlijk
godsdienstig leven onhoudbaar gewor
den, het was eene algemeene toestand
van uiterlijke vormen, onverschillig
heid in den lageren stand en lichtzin
nigheid in den hoogeren stand, en
ieder zal dit moeten toegeven, die den
pruikentijd onbevooroordeeld bestu
deert. En onze tijd met zijn algemeen
streven tot volkswelvaart en volksbe
langen, werken op gebied van naas
tenliefde in taliooze vormen, met zijne
tallooze werken tot het brengen en
doen herleven van het godsdienstig
leven, zou niet kunnen zijn gekomen
zonder het schrijven op het schoone
vel papier waarvan zooeven is ge
sproken.
Tot slotde Fransche Revo
lutie is geweest een zegen
voor godsdienst en maat
schap p ij.
Hare ontwikkeling in de 19e eeuw
is door den een geprezen door den
ander veroordeeld, en in dit p r ij-
zen en veroordeelen heeft
bestaan de tegenstelling
in de staatkundige part ij en
dezer eeuw.
Maar in deze tegenstelling is veel
geprezen als goed wat kwaad, en als
kwaad wat goed was.
Men spreekt van christelijke staats
partijen.
Maar wil eene staatspartij zich
christelijk noemen, dan zal haar grond
slag moeten zijn een christelijke geest.
Guizot noemde zeer juistHet
wezentlijke karakter van den christe-
lijken geest is de eerbied voor den
regel en voor het recht, voor alle
rechten, voor de rechten van God en
voor de rechten van den mensch.
Voor de rechten van den mensch
dit is de grondslag en het karakter
van de grondwet der Revolutie.
Voor de rechten van Goddeze
worden in deze grondwet niet het
minste geschaad doch erkend.
Is deze christelijke geest het uitslui
tend eigendom van de christelijke of
van de vrijzinnige partijen in Neder
land
Wij meenen van noch van de eene
noch van de andere.
In de christelijke partijen niet, omdat
zij door den christelijken -godsdienst
te gebruiken als middel om tijdelijke
belangen te dienen een christelijke
regeering willen ten koste van het
Christendom.
In de vrijzinnige partijen niet, omdat
zij met het woord niet erkennen de
christelijke zedeleer, maar met de daad
erkennen zij deze in de groote lijnen,
omdat de natuur sterker is dan de leer
en dc ziel van eiken mensch, van
welke richting ook, van nature chris
telijk is en dus van nature christelijk
denkt, al is het dan dikwijls zonder
het zelf te weten.
In beide partijen, christelijke en vrij
zinnige, is alzoo dwaling, maar, waar
is, is dithet is altijd het deel waar
heid in elke dwaling die de dwaling
doen leven.
In de christelijke partijen is het deel
waarheiddat de eeuwige belangen
zwaarder wegen dan de tijdelijke be
langen.
In de vrijzinnige partijen is het deel
waarheiddat de bedienaren der ker
ken zich houden buiten het beheer
der tijdelijke belangen.
Maar beide deelen waarheid zijn
beide gevolgen van den christelij
ken geest.
Er is alzoo in den diepsten grond
geen verschil.
Er is slechts misverstand.
Dit misverstand weg te
nemen is de taak van de
Volkswil in het openbare
leven, en daarom is deze taak eene
taak van rechtsvrede.
Dit wegnemen stoot op vooroordee-
len, omdat de rechtsvrede de waar
heid wil, en de waarheid kwetst.
Maar eenmaal zullen de vooroor-
deelen worden overwonnen.
Dan zullen schitteren in het volle
daglicht de grondbeginselen der Volks
wil, aan hare abonnés bekend, dan
zal de partijgeest zijn gebroken, die
nu Nederland verscheurt tot dikwijls
zelfs in het huiselijke leven, ook op
onze Zeeuwsche dorpen.
Dan zal eene nieuwe partijverhou
ding ontstaan gegrond op de wijze en
op de mate van behartiging van het
algemeen welzijn door den rechtsvrede,
tot heil van godsdienst en van maat
schappij.
Tot deze nieuwe partijverhouding
zullen wij arbeiden en blijven arbei
den met alle krachten en talenten aan
ons gegeven, zoo noodig zullen wij
er voor lijden, maar eenmaal zullen
wij overwinnen, want waarvoor wij
arbeiden is een eisch des tijds, en is
het verlangen van het verstand, dat
bewust en onbewust zetelt in de ziel
der bevolking van ons Nederland.
In deze nieuwe partijverhouding zal
het samengaan in zaken van staats
beleid niet gegrond zijn op het lid
maatschap of niet-lidraaatschap van
een kerkgenootschap, het zal gegrond
zijn op de vraagop welke wijze
worden het meeste bevorderd de volks
welvaart, het hebben van het dage-
lijksch brood, wordt bevorderd de
rechtsvrede door rechtsverhoudingen
overeenkomstig het ieder het zijne,
het zal gegrond zijn op de vraagof
men het algemeen welzijn wil dienen
of wel wil exploiteeren, het zal voor
grondslag hebben de erkenning van
de natuurlijke rechten van den mensch
en den burger, niet in theorie maar
in levende waarheid.
Het Nederlandsche volk is door
kerkelijke verschillen verdeeld, daar
aan zullen wij niet raken, omdat
de burgerlijke vrijheid de godsdienstige
vrijheid erkent gelijk wij deze ook
opeischen voor ons zeiven, maar wat
moet ophouden is het vergeten, dat
wij ondanks alle kerkelijke verschillen
in het maatschappelijke en openbare
leven burgers zijn van denzelfden Ne
derlandsche stam.
Dit nu zal ophouden, zoodra algemeen
is aangenomen en door links en rechts
ruiterlijkerkend wat wij hebben betoogd:
dat er tusschen de begin
selen van de Revolutie, en
deze beginselen zijn die van
den modernen staat, en die
van het Evangelie, geente-
genstellingis.
En is dit algemeen aangenomen,
dan zal in ons Nederland de grond
slag zijn gelegd waarop zich zal ont
wikkelen als waarheid wat nu is klank
dat Nederland groot is in alles, waar
in ook een klein volk groot kan zijn.
Aanvaardt Nederland dezen grond
slag dan heeft het in de beschavings
geschiedenis van het heden en de toe
komst nog een eervollen rol te spelen.
Verwerpt Nederland dezen grond
slag dan is zijn taak in de bescha
vingsgeschiedenis afgeloopen.
Nederland staat op een tweesprong.
In de sociale werken tot eenheid
en broederschap, voortgekomen, door
en uit het volk, is door politiek en
kerk ter wille van heerschzucht ge
bracht de tweedracht.
In den godsdienst heerscht het be
derf in alle rangen, doordat hij van
een God dienen is geleid tot een
wereldlijke belangen dienen, doordat
met kerkelijke straffen worden bedreigd
zij, die de wereldlijke partijpolitiek
willen scheiden van den godsdienst,
doordat wie op de Goddelijke Voor
zienigheid vertrouwt door het chris
telijke volk wordt broodeloos gemaakt,
en doordat de geloovige, die veront
waardigd is wegens heiligschennis in
het heiligdom op klacht van den hei
ligschenner door den burgerlijken
rechter wordt veroordeeld met een
vonnis tot aanplakking.
In de rechtspraak wordt de rechts
overtuiging des volks niet geteld, en
ambtelijke geheime laster wordt in
bescherming genomen.
In de pers worden menschelijke
meeningen omtrent beleid aan de
lezers voorgehouden als heilige be
ginselen, zij laat zich gebruiken tot
onware mededeelingen en verzwijgt de
tegenspraak.
Het kerkelijk gezag in Nederland
sluit met zelfbewusten wil oog en oor
en hart voor de zielsverlangens der
eigen geloovigen, beschermt priesters
die onrecht plegen en zich op boos
heid beroemen, verklaart niet genegen
te zijn op een verzoek om recht en
onderzoek te antwoorden, en regeert
niet door liefde en zorg maar door
vrees en willekeur.
De partijgeest zaait wantrouwen
tusschen de burgers, tot in de huis
gezinnen, verlaagt zich tot eer en
broodroof, houdt bij verkiezingen geen
rekening met persoonlijke hoedanig
heden van candidaten, beoordeelt de
algemeene belangen in het licht van
partij- of personenbelang, en de volks
geest zwijgt.
Wie man van doorzicht is wordt
veracht, vogelvrij verklaard door bur
gerlijk en kerkelijk gezag, en zijn
stem gesmoord.
Wie zijn ambtseed acht wordt door
zijne ambtsgenooten gehoond en door
de discipline gewaarschuwd.
Handelen uit burgerplicht wordt ge
acht als dwaasheid, en het verraad
van vrienden wordt door de overheid
beloond.
Het hoogste burgerlijk gezag weigert
het eigen voorbeeld in de rechtscon-
tracten en aarzelt te kiezen tusschen
óf bekrachtiging van onrecht begaan
door zijn ambtenaren óf achtslaan op
de rechtsovertuiging der bevolking.
Het Nederlandsche Volk slaapt, en
op het kleine deel dat uit den doode-
lijken slaap is ontwaakt is van toe
passing het woord der Schrift„maar
ter oorzake der Pharizeërs beleden zij
het niet, om de synagoog niet uitge
zet te worden, want zij hadden de
eer der menschen meer lief dan de
eere Gods
En toch
Dit alles is geschied en tegen den
persoon van ons en tegen den per
soon van de weinigen die openlijk
voor ons uitkwamen in de beproevin
gen opdat de gedachten van velen
zouden zijn openbaar geworden, opdat
openbaar zou zijn geworden de w er-
k e 1 ij k h e i d in Nederland, die be
schamend is. En men zegge niet, dat
deze werkelijkheid zoo is in het Ne
derlandsche wingewest en niet in
Nederland zelf, want de hoogste Ne
derlandsche autoriteiten, zoowel bur
gerlijke als kerkelijke, dragen kennis
van deze werkelijkheid in het winge
west en zwijgen, waardoor zij deze
werkelijkheid bekrachtigen en als hun
gewone rechtsovertuiging beschou
wen want de Nederlandsche pers
zwijgt om hiermede te zeggen dat ook
voor haar die werkelijkheid heel ge
woon iswant er is geen enkele poli
tieke partij welke tegen de rechtsver
krachtingen in het wingewest is op
gekomen om hiermede te zeggen dat
zij in deze rechtsverkrachtingen den
Nederlandschen rechtstoestand erkent
want in heel Nederland wordt het
spreken door woord en voornemen
hooger en veiliger geacht dan het
spreken door de daad, en het is een
onwedersprekelijk feit dat, indien el
ders zoo doelbewust zou worden ge-