De Volkswil BIJVOEGSEL xfiF** Koopt en laat werken bij hen die advert eer en in „D EV O L K S W I L", het meest gelezen en sympathieke blad van Zeeland. van van 19 Augustus 1911. 84 FEUILLETON. Van alles n at. Er- is yeene tegenstelling tusschen de beginselen van de Fransche Revo lutie en die van het Evangelie. 3. o— b. lie vrijheid rau meeniug en vau godsdienst. Deze is geregeld in art. 10. Art. 10. Niemand kan worden ver ontrust voor zijne meeningen, zelfs godsdienstige, dan alleen indien de openbaring er van de openbare orde stoort door de wet gevestigd. Heeft de wet in art. 10 hiermede willen verklaren de vrijheid van ge dachte of van geweten Neen, dit heeft zij niet willen verklaren en niet kunnen verklaren, omdat deze vrijheid van nature onaantastbaar is en dus van zelve moet vallen buiten elke maatschappelijke wet, vermits deze alleen kan gelden voor een grijpbaar iets, wat niet geldt voor wat men slechts denkt of in de stilte van zijn geweten bewaart, en alleen onze daden niet onze gedachten het sociale belang kunnen hinderen. Wat art. 10 wil verklaren is de vrij heid van godsdienst. Hoe was het vroeger Vóór 1789 had men in bijna alle landen vaa- Europa een Staatsgods dienst, in het eene land was deze de katholieke godsdienst, in het andere land de een of andere protestantsche godsdienst, en de andere godsdienst was óf verboden öf werd slechts geduld. Maar door de instelling van Staats godsdienst werd de godsdienst zelf al heel slecht gediend, want de godsdienst was daardoor geworden een soort Staatsinstelling, dieof haar leer ont Geschiedkundige roman uil den tijd der liacbabeên, DERDE BOEK. (o)—o—(o)— i. LVSIA'S AFTOCHT VAN JEBU- SALEH. „Kijk maar, hoe ze met hunne mol- lenoogen naar de opgevulde huiden turen en ons om dat mestvee benij den. Nu zal het Lysias wel beginnen te vervelen ons door hongersnood tot de overgave der stad te willen dwin gen. Wie ten ondergang gedoemd en met blindheid geslagen is, zal ook door een ouden, opgevulden schapen huid zich op de vlucht laten jagen." Hij boog zich ver over de borstwe ring heen en riep den Syrischen schild wachten, die van verre naar de staken stonden te gapen, smalend toe: „Komt maar hier, platkoppenAls Lysias honger heeft, kan hij bij ons de beende ren afknagenwij hebben toch te veel Door die spottende taal geprikkeld I en door de list van Noman volko- J ving van landswetten, of steunde op het Staatsgezag in plaats van te steunen op eigen kracht. Vooral voor den katholieken gods dienst was, zelfs in landen waar deze Staatsgodsdienst was, deze toestand allerverderfelijkst, omdat het natuurlijk gevolg moest zijn, dat het Staatsgezag zich bemoeide met het inwendig leven der kerk door te benoemen of invloed uit te oefenen op de benoeming van dienaren der kerk, waardoor deze in de oogen der bevolking staatsambte naren geworden waren. Hierdoor werd geboren de praktijk, dat de priester zijn gezag van priesier legde in de behartiging der wereldsche belangen, maar waardoor hij ook inboette zijn geheele of een deel van zijn gezag in de behartiging van de belangen der ziel, welke zijn eigentlijke taak is. Wij aarzelen dan ook niet om te ver klaren, dat hierin de oorzaak ligt, waarom in de tegenwoordige katholieke landen de godsdienst zoozeer lijdt, en ook, dat in de vroeger katholieke en nu protestantsche landen, de katholieke godsdienst vroeger zooveel leden heeft verloren. Het is dan ook kenmerkend, dat de vroegere Paus Leo XIII zoo herhaaldelijk en leerstellig heeft ge wezen op de souvereiniteit èn van het staatsgezag èn van het kerkelijk gezag ieder op eigen terrein, en dat Paus Pius X zijne priesters als zoodanig met de meest uitdrukkelijke woorden verbiedt zich met wereldsche zaken en partijbelangen in te laten. Maar de gewoonte om dit toch te doen is diep ingeroest, en wij zien in de zooge naamde vervolgingen van de katholieke kerk in de'katholieke landen dan ook Gods hand, die de leer toepast van „wie niet hooren wil moet voelen", opdat de kerk de godsdienst zal die nen met hare eigen middelen en niet men verschalkt, schoten de Syriërs naar het vermeende vette vee, nadat eenigen hunner eerst hunne pijlen hadden ingewreven. „Ik geloof waarachtig, dat die bok- kenbakkessen hunne pijlen vergiftigen, om ons gebradd te bederven riep Noman vroolijk. „Komaan we zullen hun eens toonen, dat wij beter schie ten dan zij Een hagel van pijlen dreef de ver blufte Syrische voorposten verder van den muur terug. Zij zonden kondschap pers uit, om hunnen veldheer te be richten, dat de levensmiddelen bij de joden nog lang niet waren opgeteerd. Inmiddels zat Lysias, danig uit zijn humeur, in zijne tent. Electra, dien hij reeds ten tijde van Heliodorus had leeren kennén en wegens hare uitmun tende ontwikkeling en beschaafd ver stand hoogachtte, had hem gisteren reeds het gerucht medegedeeld, dat zijn mededinger Philippus naar Antio chië terugkeerde en zich tegen hem ten strijde uitrustte. Hij wilde echter aan dat gerucht des te minder geloof hechten, daar de regelmatig afgezonden boden van den door Judas verdreven onrechtmatigen hoogepriester Menelaus hem steeds verzekerden, dat alles rustig was en dat Philippus er nog niet aan dacht terug te keeren. En nu stond Electra wederom vóór hem en to'onde hem brieven, die zij uit Antiochië had ontvangen. „U kent toch Sophroniscus, den rij- I ken reeder zeide zij. „Hij is een met behulp van den Staat, en dus de godsdienst weder godsdienst wordt. Door art. 10 werd dus afgeschaft het stelsel van staatsgodsdienst en werd de godsdienstige verdraagzaam heid uitgesproken, alleen beperkt hierin, „dat de openbaring er van de openbare orde niet stoort". Dit laatste nu is geheel en al katholieke praktijk. Dit zal waarschijnlijk worden ont kend door hen die beweren, dat onze vaderen hebben gestreden en moeten strijden voor de vrijheid van geweten, door beroep te doen op de Inquisitie en zoo meer. Maar deze ontkenning is niet juist. In vroegeren tijd was de katholieke godsdienst de grondslag van de maat schappelijke orde, en deze orde werd in dien tijd door het protestantisme verstoord, gelijk te voren in den tijd van het Romeinsche Keizerrijk het hei dendom met zijn aanbidden van de staatsalmacht in den persoon des kei zers de grondslag was van de maat schappelijke orde van dezen tijd, die door het Heidensche staatsgezag werd gemeend verstoord te worden door het opkomende christendom. Het opkomen tegen het verstoren van deze orde is hetzelfde wat zegt art. 10 als het zegt, dat de godsdienstige vrijheid wordt be perkt door zoodanige openbaring er van dat de openbare orde er door wordt verstoord. Het is waar, dat leeken en wereldlijk gezag men denke bijv. aan de Spaansche veroveraars van Amerika en aan den tijd der Nederlandsche placaeten met geweld de menschen hebben willen overhalen tot het belij den van den katholieken of den pro- testantschen godsdienst, maar dit is nimmer geweest de leer van het Evan gelie. En altijd waar blijft het woord van Augustinus„Het geweld om te gelooven is dwaas, omdat het tot de waarheid slechts brengt de huiche laars. Alleen vrijelijk kan de mensch gelooven." En de praktijk van geweld of list van meerdere vorsten, zooals van Hendrik Vill van Engeland ten bate van den afval en van Lodewijk XIV van Frankrijk ten bate van het behoud van het katholieke geloof, wordt zeer zeker in onzen tijd door niemand meer in bescherming genomen als daad van evangelie. Leo XIII in Zijne encycliek over de menschelijke vrijheid leert, opzichtens de vrijheid van geweten, datwordt deze zóó verstaan, dat door die vrij heid het den mensch geoorloofd is, zonder beletsel of hinder van Staats wege, naar de inspraak van zijn eigen geweten, Gods wil te volgen en Diens geboden te onderhouden, dan is dit de ware vrijheid, die Gods kinderen be taamt, eene vrijheid, die de waardigheid des menschen op edele wijze in be scherming neemt, eene vrijheid verhe ven boven het geweld en het onrecht, eene vrijheid immer in overeenstem ming met den wensch en de liefde der Kerk. De katholieke godsdienst leert ner gens noch in haar leer noch in haar cathechismus, dat een niet-katholiek met dwang tot de katholieke kerk moet worden overgehaald, het eenige wat zij van hare kinderen jegens andersden kenden vraagt is, dat leze door hun voorbeeld van leven en door hun ge- Griek en de vriend van mijn overle den vader. Op het oogenblik vertoeft hij in Antiochië." Ik ken den edelen Sophroniscus en zie, dat de brief zijn zegel draagt. Wat schrijft hij „Eerstens meldt hij mij, dat hij een gedeelte van mijn vermogen, hetwelk hij beheert, op renten heeft uitgezet. Vervolgens bericht hij... kijk, daar staat het, en u kunt die plaats zelve lezen „Philippus heeft het in Perzië ver strooide leger weder verzameld en zal binnen kort in Antiochië zijn. Hij is nooit een vriend van mij geweest en daarom verlaat ik de stad, vóór hij die binnentrekt. Zeg aan Lysias, dat hij zijne oogen openhoude. Lysias liep opgewonden zijne tent op en neder. „Menelaus schreef mij daarentegen gisteren nog, dat mij geen gevaar dreigde en dat ik niet van Jeru salem moest weggaan, alvorens ik de stad had veroverd", zeide hij peinzend. „Menelaus, de verraderlijke hooge priester der joden tracht u over te halen, Jerusalem in te nemen en den Machabeër te verslaan, om zelf weer heer en meester te worden in den tempel, waaruit Judas met zijn man- I schappen hem heeft verdreven. Gij moet hem daartoe een wes.{ banen of dan Philippus in Antiochië u de op perheerschappij betwist, zulks is den trouweloozen man, die honderden ma len zijn eigen volk verried, ten eenen male onverschillig. Ofwel hij verzwijgt voor u, dat Philippus den terugtocht bed den V der vragen, dat de anders denkenden tot hare waarheid zullen komen, en Paulus leert in 1 Cor. V 12, dat hij alleen oordeelde die binnen niet die buiten zijn. En ook in dezen geest is hit, dat de katholieke kerkalleen beoordeelt hen, die tot haar gezag be hooren Art. 10 is dus, door de vrijheid van godsdienst te verklaren en deze vrij heid in hare openbaring te onder schikken aan de handhaving van de openbare orde, noch met het Evangelie noch met de katholieke leer in strijd. c. De vrijheid van drukpers. Deze is geregeld in art. 11. Art. 11. De vrije mededeeling van de gedachten .en van de meeningen is een van de meest kostbare rechten van den menschelk burger kan dus vrijelijk spreken, schrijven, drukken dan alleen, om van deze vrijheid geen misbruik te maken in de gevallen be paald door de wet. Deze vrijheid wordt toegepast als, in zake wetgeving, de debatten en de openbare zaak openlijk worden behan deld, waardoor aan ieder gekozene de verantwoordelijkheid wordt opgelegd voor zijne woorden, en hierdoor wordt tot werkelijkheid gemaakt de regeering van het volk door liet volk. Door deze publiciteit wordt aan de wetten gege ven een grondslag en eene kracht, bijgevolg aan de politiek eene verkla ring,. en is een vooruitgang op vroe geren toestand, toen, door het gemis of de beperking van de publiciteit, men werd geregeerd door de wetten, welker bestaan of welker reden van bestaan men niet algemeen kon weten. Door deze vrijheid wordt voorkomen de willekeur van ambtenaren, omdat deze willekeur door de vrees voor publiciteit wordt voorkomen. Er is ongetwijfeld en goede en een slechte pers, als zij meeningen voor staat of gewoonten bevordert, die in strijd zijn met het werkelijk belang der maatschappij, maar daarom de vrijheid van drukpers opheffen zou'den grootcre belangen van de maatschappij schaden dan de goede en de slechte pers tegelijk laten bestaan. In het Evangelie van het Onkruid en de Tarwe wordt deze raad van opheffing ook niet gegeven. Is de Katholieke leer tegen de vrij heid van drukpers Men moet onderscheiden. De Kerk zou niet kunnen dulden de tegenspraak in zaken, waarin zij be weert dat de H. Gt;est haar gedrag leidt en de onfeilbaarheid verzekert van haar leer, omdat zij voor roeping heeft onverkort te bewaren wat haar door Christus is toevertrouwd. Daarom verbiedt zij het verspreiden van leer stellingen die met haar leer strijden en plaatst de werken op den Index. Maar dit is feitelijk hetzelfde op haar gebied, wat art. 11 bepaalt voor het gebied van het burgerlijk gezag, dat van de vrijheid van publiciteit geen misbruik mag worden gemaakt tot schade van de burgerlijke maatschappij. Maar het burgerlijk gezag is niet onfeilbaar, zelfs zegt de Schrift, dat „God de wereld heeft overgeleverd aan de onvolmaaktheden van de meti- schelijke natuur", en dus is er niets, dat de vrije bespreking van de zaken der burgerlijke maatschappij zou mogen aanvaard heeft, ofwel hij is zelf slecht ingelicht." „Ik zal dan maar opbreken, om Phi lippus in Antiochië vóór te zijn", zeide Lysias. „Als de goden u niet met blindheid geslagen hebben, dan moet ge dat doen en daardoor toonen dat gij slimmer zijt dan Menelaus." „Maar Jerusalem is uitgehongerd. Over hoogstens drie dagen moet het zich op genade of ongenade over geven." „Wacht nog één enkelen dag en Philippus staat misschien al in Antio chië, als gij terugkomt." „Dan zal ik heden nog storm laten loopen." „Dat is het beste middel, om uwe troepen nutteloos te vermoeien, zoodat zij niet vlug genoeg vooruit kunnen komen, als gij in geforceerde marchen uw mededinger vóór wilt komen." „Ik zal niettemin nog drie dagen wachten. De honger moet mij de bezet ting van Jerusalem in de armen drij ven." Er trad een bode binnen." „Zal ik mij verwijderen vroeg Electra. „Niet noodig. De man komt van den stadsmuur." „Welk gewichtig nieuws kan hij u te zeggen hebben „Heer," dus begon de schildwacht zijn vei slag, „de overloopers hebben ons bedrogen, toen zij vertelden, dat Jerusalem geen levensmiddelen meer verhinderen, dan alleen natuurlijk, al de vrijheid geen vrijheid meer is ma losbandigheid wordt, omdat dei schaadt alle natuurlijke rechten. d. De vrijheid of' onschendbaarhei ran het eigendomsrecht. Deze vrijheid wordt geregeld doo art. 17. Art. 17. Daar de eigendom een on aantastbaar recht is, kan niemand e van worden beroofd dan alleen als he algemeen belang, wettig erkend, he duidelijk eischt, en onder voorwaardi van eene rechtvaardige en vooraf be- paalde schadeloosstelling. Door dit artikel wordt veroordeelt een gebruik, dat vóór 1789 zeer it zwang was, het gebruik van verbeurd' verklaring van goederen, en dit dikwijl om redenen van willekeur. En word veroordeeld het stelsel van vervanging als algemeen beginsel, van den bizon' deren eigendom door den gezamentlij. ken eigendom. In de oogen van den wetgever van 1789 1s de eigendom niet alleen eene schepping van de wet voor het alge meen welzijn, maar vloeit deze vootl uit de natuur zelve, rust hij op een recht ouder dan de wetten en de so ciale overeenkomsten, en bijgevolg verbiedt de Staal aan zich zeiven de onteigening, anders dan ten algemee- nen nutte en tegen voorafgaande scha deloosstelling. Dat de Katholieke Kerk het bizonder eigendomsrecht als natuurrecht be schermt is nog eens verklaard in de Encycliek Rerum Novarum, en dat liet Evangelie den eigendom beschouwt als diefstal kunnen,wij er niet in vinden. Wordt vervolgd. 0 5 st liet verre Oo*)eis wordt aan de „N Rott, Crt," ge schreven. Toen het ee ige maanden geleden gerezen conflict met China op vredelie vende wijze uit den weg geruimd was en China zij het dan ook eenigszins schoorvoetend, Rm-land in hoofdzaak voldoening had gegeven, was men in Rusland maar al te zeer geneigd de oogen te sluiten voor alle bijkomende omstandigheden en voor de gebeur tenissen, die aan het conflict waren voorafgegaan, zoowel als voor die, welke op de bijlegging van den twist volgden Heefi men hier tr doen met de in den tijd van den oorlog met Japan beroemd geworden laatdun kendheid en zorgeloosheid der Rus sische diplomatie of geeft deze zich wel degeljjk rekenschap van wat er in het Verre Oosten gebeurt en acht zij het alleen maar wenschelijk hier van voorloopig nog geen blijk te geven, teneinde zich niet in de kaart te laten zien Wat hiervan zij, slechts één ding kan men met ze kerheid zeggen dat er van toebe reidselen en maatregelen met het oog bezat en zou moeten verhongeren. Meer dan drie honderd versch ge slachte schapen en geiten.hebben de Hebreërs van nacht aan de stadsmu ren ten toon gehangen, om ons te bespotten." „Dat lieg je!" schreeuwde Lysias. „Veldheer, ik zag het met mijne eigen oogen." „Ik vertrek thans naar de kust, mijn klein gevolg wacht mij reeds," zeide Electra en zij nam met een verruimd gemoed afscheid van den Syriër, die schuimbekte van woede. Nauwelijks was zij vertrokken, of Lysias sprong met een woesten vloek te paard, r ed om de stevige stads muren, welke elke bestorming trot seerden, en overtuigde zich persoon lijk, dat de schildwacht de waarheid had gesproken. Een uur later brachten zijne afge zanten den Machabeër de eervolste vredesvoorwaarden, waarin beloofd werd bevestiging van godsdienstvrij heid en dat de bezittingen der joden zouden gespaard blijven- Judas on- derteekende met vaste hand het vre- desverslag, alhoewel het hem voor de oogen schemerde van zwakte. Toen de gezanten vertrokken waren, sloeg hij met de armen in de lucht en ver loor van honger het bewustzijn. Op zijn haastigen terugtocht kwam in Berea, eenige uren vóór Antiochië gelegen, de zelfzuchtige, verraderlijke hoogepriester Menelaus den gebelgden Lysias te gemoet, om er nogmaals bij

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1911 | | pagina 6