op eventualiteiten niets gemerkt wordt
Toch zou men wanneer men de be
richten uit die streken volgt en zich
van de beteekenis van kleinigheden
rekenschap geett, geneigd zijn te den
ken, dat de toestand alles behalve
geruststellend is en dat eenige voor
zorgsmaatregelen zeer op hunne plaats
zouden zijn Verschillende zaken toch
wijzen erop, dat de crisis geenszins
voorgoed voorbij is, doch slechts uit
gesteld tot een tijdstip, dat misschien
niet eens meer ver verwijderd is.
Op het oogenblik, waarop Rusland
zijn ultimatum stelde, was China in
't geheel niet op een oorlog voorbe
reid en kon het dus niets anders
doen dan toegeven. Eene groote vraag
is het echter, of Rusland maar niet
beter gedaan had zijn slag te slaan,
toen het nng tijd daartoe was, want
ieder uitstel geeft China de mogelijk
heid zich ten oorlog uit te rusten,
hetgeen des te slimmer is, omdat
Rusland zich dat uitstel niet rot het
zelfde doel ten nutte maakt. En wan
neer eenmaal het oogen dik gekomen
is, waarop China met zijne toebe
reidselen gereed is, dan is bet duide
lijk, dat de Russische heerschappij
in het Verre Oosten een zeer ernstig
gevaar dreigt. Dat China inderdaad
ernst maakt met zijne toebereidselen,
blijkt uit de volgende veelbeteekenende
feiten, die uit bedoelde streken ge
meld worden.
Afgescheiden van de aanzienlijke
krijgsmacht, die in den laatsten tijd
in het noordelijk deel van Mantsjoe
rije samengetrokken is, heeft de Chi-
neesche regeering een breed pl m uit
gewerkt tot het. vormen van een
platielandspolitie. Volgens dit plan
heelt ieder dorp per oppervlakte van
ongeveer 20 hectaren een lotvling te
stellen ir deu ouderdom van 20 tot
25 jaar Tn ieder Chineesoh d »rp
heeft men op die manier gemiddeld
15 tot 20 man, verzameld in groe
pen van 10, en deze weder in groe
pen van 100, die ieder hun eigen
aanvoerder hebben In het district
Ningoety zijn deze aanvoerders offi
cieren, speciaal daartoe uit Peking ge
commandeerd, die de krijgsschool
afgeloopen hebbenin de districten
Tsitsikar en Moekden officieren van
de Moekdensche militaire academie
Hunne uitmonstering ontvangen deze
schijn politiebeambten van de regee
ring ze zijn gewapend met Mauser
geweren en 200 patronen Dagelijks
worden ze tweemaal gedrild, telkens
2 uur zij maken een volledigen cur-
sis van practisehe krijgswetenschap
door. Bovendien zijn zij gedwongen
militairen bewakingsdienst uit t£
oelenen en posten uit te zetten op
alle voornaamste wegen, in de na
hem op aan te dringen, thans met
kracht van wapenen hem zijn hooge-
priesterlijk ambt in Jerusalem te ver
zekeren. Juist even te voren had de
veldheer het bericht weer terug ont
vangen, dat Philippus er toch in ge
slaagd was, met zijn op nieuw ver
zamelde troepen de hoofdstad Anto-
chië te bezetten.
Lysias schuimbekte van woede. „En
jij, ellendeling, durft het wagen, mij
nog om een gunst te bedelen riep
hij den verrader toe. „Grijpt den jood
en voert hem naar den toren
Men sleepte Menelaus, die zich
wanhopig verweerde, naar een toren,
uit reusachtige steenblokken opge
trokken, die een groote vuuroven ge
leek en tot op de helft van zijné hoogte
was gevuld met gloeiende asch. Het
was de plaats, waar tempelroovers en
dergelijke misdadigers terechtgesteld
werden.
Schandelijk aan handen en voeten
gebonden, niet in staat een lid te
verroeren, werd de verrader op een
werktuig gelegd, dat anders gebruikt
werd, om steenen in een belegerde
stad te werpen. Wel schreeuwde bij
luidkeels om genade, maar Ly ias gat
een toeken, het verschrikkelijke toestel
kwam in beweging, en met een gil
lenden doodskreet plofte Men. lans in
den hoeten gloed Gelijk een heidensch
tempelroover, als een gemeene mis
dadiger kwam in den vreemde de on
recht matige hoogepriester om, die
zijne hand had uitgestoken naar de
bijheid der Russische nederzettingen
en bij de bruggen.
De uitvoering van dit militieplan
werd vergemakkelijkt door de agitatie
van speciale propagandisten, hoofd
zakelijk studenten, die in de dorpen
rondreisden en leziügen hielden voor
de Chineesche jongelingschap over de
noodzakelijkheid en den plicht van
iederen Chinees om te verdedigen wat
hij bezit."
Op het oogenblik zijn reeds alle
dorpen, in het gebied van den spoor
weg en den omtrek van Charbin gele
gen, gewapend. De op deze wijze ver
spreide poiitie-afdeelingen. gewapend
en gedrild op moderne wijze, hebben
ontegenzeggelijk eene zeer groote be
teekenis voor de Russen in dien zin,
dat op ieder gegeven oogenblik de
spoorlijn en de verschillende daaraan
gelegen stations bedreigd kunnen wor
den, op verschillende plaatsen en te
gelijkertijd. Eenige directe gegevens
omtrent de talrijkheid dezer politie
macht kan men afleiden uit het feit,
dat in 1910 ongeveer honderdduizend
geweren door verschillende Duitsche
fabrieken aan Mantsjoerije geleverd
werden en in dit jaar heeft alleen de
firma Arnold Kereber Co. een contract
gesloten met den onderkoning van
Moekden omtrent de levering van
50.000 Mausers. Bovendien is het be
kend, dat in hei arsenaal van Detsjas
met spoed gewerkt wordt aan eene
leverantie van zes millioen patronen
voor Mantsjoerije.
In April ontving de gouverneur van
Tsitsikar ten behoeve der plattelands-
politie, 1600 Mausergeweren met
1.600.000 patronen, 1000 cavalerie-
karabijnen met 1.000 000 patronen, 160
revolvers, 104 browning's en 95 bino
cles. De Charbinsche courant „Nowoje
Zjisnj" van 20 April schrijft: „De
uitbreiding en bewapening der Chi-
neesche plattelandspolitie in den om
trek van de spoorwegstations wordt
met onverslapten ijver voortgezet.
Volgens de laatste berichten zijn te
Manjgao 750 en te Imanjbo 400 Mau
sers met overeenkomstige hoeveel
heden patronen ontvangen." En de
Chineesche courant „Doensjin-bao"
deelde einde April mede, dat „dezer
dagen uit Tsitsikar naar La-tsjo-soe-
soe 750 geweren ter bewapening der
plattelandspolitie gezonden zijn.
Uit dit alles blijkt dat er een ketel
vuur staat. De pessimisten, die bewe
ren, dat een oorlog met China onvermij
delijk is, konden wel eens gelijk hebben.
o
Wel niet van adel maar zeer rijk
Tot opvolger van dr Hill, als am
bassadeur der Vereenigde Staten te
Berlijn, is benoemd de heer John Leish-
man, thans ambassadeur te Rome. De
Yankees sturen natuurlijk geen diplo
maten van adel naar de hoven, want
zij kennen die niet Zoo ook is de
heer Leishman vroeger doodgewoon
industrieel geweest. In het jaar 1897
bood president Mc. Kinley hem den
post van gezant te Bern aan en Leish
man gaf daarvoor zijn betrekking op
van president van de Carnegie Steel
Trust.
Men zal zich herinneren, dat van
zekere zijde men noemde niet on-
middelijk den naam van keizer Wil
helm zeiven indertijd de benoe
ming van dr Hill werd afgekeurd,
wijl men meende, dat deze, bij gebrek
aan fortuin, zijn stand niet zou kunnen
ophouden; dit bezwaar geldt niet voor
den heer Leishman, deze gaat n.l.
door voor een zeer rijk man.
In het parvenu-achtig Berlijn wordt
de adel van den geest, waarop onge
twijfeld dr Hill aanspraak mocht ma
ken, in een diplomaat minder gewaar
deerd dan de adel der portemonnaie!
o—
De hnwelijkspoging der suffraget
te. Dr. Lee Deforeit, een Ameri-
kaansch ingenieur, die op het gebied
der draadlooze telegrafie als verdien
stelijk uitvinder, naam heeft gemaakt,
heeft gedurende zijn korstondig hu
welijk met Norah Blatch, de dochter
der leidster van het krijgslustige suff-
ragettenleger der Vereenigde Staten,
zeer droevige ervaringen opgedaan.
Op grond daarvan had hij voor eeni-
gen tijd reeds in San Francisco wegens
kwaadwillige verlating een klacht tot
echtscheiding tegen zijn vrouw inge
diend, een proces, dat nu te New-York
ten zijnen gunste beslist is.
Mr. Deforeit beklaagde zich voor
den rechter zeer, dat hij reeds dade
lijk in de familie van zijn vrouw al
leen als „biologische factor" beschouwd
werd, en zijn rol na de geboorte van
een dochter was uitgespeeld. Zijn
allesbehalve op haar mondje gevallen
schoonmoeder had hem dan ook on
dubbelzinnig te kennen gegeven, dat
zijn aanwezigheid niet langer gewenscht
werd.
Daarop volgde een aanbod, van zijn
rechten op het kind tegen een som
van 12.000 gulden afstand te doen,
wat de vader als een onteerend iets
had afgewezen. De vrouw pakte nu
haar boeltje en verdween met de zui
geling naar de moeder op Long Is
land.
De in zijn huwelijksleven zoo zwaar
beproefde uitvinder, wijt de schuld
van zijn ongeluk uitsluitend aan de
schoonmoeder, die volgens hem door
het denkbeeld beheerscht wordt, haar
dochter op een soort suffragettentroon
te verheffen.
„Mijn vrouw en mijn dochter", zoo
besloot dr. Deforeit zijn medelijden-
wekkend pleidooi, „moeten alleen het
propagandadoel der vrouwenbeweging
dienen. Het valt mij zwaar genoeg,
mijn huiselijk leven zoo in't openbaar
te behandelen, maar ik hoop ten min
ste, dat mijn geval voor andere man
nen een waarschuwing zal zijn, om,
wanneer zij er over denken een hu
welijk aan te gaan met dames, wien
het suffragrettengift in het bloed zit,
de noodige voorzichtigheid te betrach
ten." „Vad".
o
Kr is is in de Duitsche metaal-in-
dustrij. Zaterdag is in het .district
Leipzig de uitsluiting van 60 procent
van alle metaalbewerkers in werking
getreden.
Het tijdstip, waarop ook 60 procent
der metaalbewerkers te Dresden en
Chemnitz zullen worden uitgesloten,
is door de werkgevers nog niet vast
gesteld.
Door de uitsluiting in de Thüringer
metaal-industrie, en waardoor 8000
arbeiders zullen worden getroffen,
wordt eveneens de strijd der werkgevers
gesteund
De Leipziger ijzer-industrieelen heb
ben hun hoofdbestuur te Berlijn ver
zocht, eveneens in den strijd in te
grijpen, en zich solidair te verklaren.
Daartegenover hebben de sociaal
democratische en de Christelijk-natio-
nale bond van metaalbewerkers zich
eveneens solidair met elkaar verklaard,
terwijl vermoedelijk ook de Vakver-
eeniging voor arbeiders in de metaal
industrie zich bij deze twee bonden
zal aansluiten.
o
Dieren-vonnis. Aan „De Navor-
scher" ontleenen wij deze „senten-
tia" welke te Zwolle in 1664 werd
uitsproken over en voltrokken aan
eenstier.
„Op ontfange informatien, dat jonxt-
leden Sondach achtermiddach den 4den
dezes loopende maants Septembris
een stijr, eigen an Jan Broen, den
voornoemden Jan Broen ter neder ge-
gestooten, ende seer jammerlicken op
veele plaatsen zijns lichaemes gewon-
det ende vant leven heeft berooft
ende dat die naegelaetene vrijnden
van den voorss ontsielden Jan Broen
wel genegen zouden zijn, den opge-
dachten stijr te doen slachten, ende
het vleisch daer van onder de armen
van Wijhe te verdeilen, om door de
zelve tot hun vcetsel genutticht te
worden.
„In betrachtinge genoomen, off wel!
in dese vurss stijr als een onrede-
lijck schepsel eigentlijck geen bedrogh
noch schuit, ende over sulex oock geen
misdaet can werden geconcidereert,
naedemael nochtans bij God de Heere
onder alle aertsche schepselen die
mensche altijdt het angenaemste is ge
weest, ende geseekert heeft, dat hij
het bloet van smenschen ziele wil
eischen van de handt aller gedierten,
Genes9 v5oock dienvolgens
g'ordonneert, dat een osse eenen man
ofte vrouwe stoot, dat de zelve sterft
die osse seekerlijck zall worden ge-
steenight, ende het vleis van den osse
niet zal worden gegeten, Exod. 21
v: 28:,
„soo ist dat ick wegens 's Landts
Hoogheit, in naeme van den Heer
Landtdroste van Zallandt bij absentie
van den zeiven, hebbe goetgevonden
te ordonneren, ende ordonnere mits
desc-n, dat de voorssstijr an die ju
stitie der straffe zall overgelevert worden
ende dat vervolgens de schout van
Wijhe zall hebben te besorgen, dat de
zelve stijr gebracht werde ter plaatsen,
daer die boven verhaelde verwondige
ende ontsielinge van voorssJan
Broen is geschiet, om aldaer, off ter
naest gelegener plaetsen daer om
trent, in een cuijle daertoe, all voorens,
offte andersins gedoodet, geworpen,
gedolven ende begraeven te worden."
Handelsblad.
o
Witte raven. „De witte raven,"
die bij ons zoo zeldzaam zijn. dat zij
spreekwoordelijk voor groote rariteiten
dienen, hebben, wat zeker lang niet
algemeen bekend is, een plaats, waar
zij recht vaak voorkomen. Op de
Faroër-eilanden zijn witte raven een
volstrekt niet ongewone verschijning.
De natuuronderzoeker Balleser ver
in den dood. Demetrius liet den ge
vangen troonopvolger, evenals Lysias,
in den kerker doorsteken.
Een der eersten, die den jongen
koning, nog geen twee en twintig jaar
oud, als smeekeling naderde, was Al-
cimus, de onrechtmatige hoogepriester,
dien de Machabeërs des te minder
wilden erkennen, daar hunne familie
zelve de eerste aanspraak op die waar
digheid bezat.
De nieuwe koning Demetrius, die
nog weinig ondervinding had, beves
tigde den loozen en kruiperigen Al-
cimus in diens waardigheid en droeg
zijn vriend en gunsteling Bacchides,
den stadhouder der provincies ten
oosten van den Euphraat, op, met
kracht van wapenen den verraderlijken
hoogepriester in zijn nieuw ambt in
te leiden.
De Essasërs, die nog altijd tegen
Judas mokten en opzettelijk voor het
recht der Machabeërs c p het hooge-
priesterschap de oogen sloten, waren
maar al te zeer geneigd het oor te
leenen aan de vleiende vredesaanbie-
dingen van den valschen Alcimus.
Diep gegriefd verliet Judas met zijne
broeders en trouwste aanhangers de stad
welke toebereidselen maakte voorden
feesfejijken intocht van den nieuwen
hoogepriester, dien men prees als den
-brenger van den waren vrede.
De wankelmoedigheid en lichtge-
loovigheid der Esseeërs zoude niet
ongestraft blijven.' Nauwelijks hadden
zij voor Alcimus de poorten van Je-
telt daarover het volgende
Men kan op de Faroër-eilanden zeer
dikwijls een groot rumoer in de lucht
hooren, dat door raven en kraaien
veroorzaakt wordt. Wanneer men naar
boven kijkt, om naar de oorzaak van
het ontzettend geschreeuw te zien, be
merkt men, dat een' witte raaf door
andere zwarte raven en kraaien onder
oorverdoovend gekras vervolgd wordt.
De zwarte raven hebben aan hun
blanke broeders een grooten hekel,
die echter minder de kleur van het
dier dan zijn karakter geldt. De witte
raven gelden namelijk op de Faroër-
eilanden voor ongewoon koen en vraat
zuchtig en moeten hun zwarte naam-
genooten met groote haat vervolgen,
wanneer zij er eenige aantreffen.
Een witte raaf moet reeds dik
wijls met vier tot vijf „zwartjes" ge
vochten en daarbij de overwinning
hebben behaald. Ontmoeten groote
vluchten dezer laatsten een paar witte
ravefl.dan wreken ze zich bloedig op
hen. Wanneer ze de „witjes" in
halen, dan hakken ze zoolang met hun
.snavels op hen in, tot hun slachtoffers
dood ter aarde vallen.
Daarentegen gaat wit en zwart ook
wel vriendschappelijk met elkander
om. Op het eiland Sandow bijv. broedt
reeds sinds vele jaren een paartje
waarvan het mannetje een zwart en
het wijfje een witte raaf is. Deze
witte geldt als zeer vreedzaam en wordt
vaak onder een vlucht zwarte raven
waargenomen.
Tamme duiven komen bij de Faroër-
eilanden niet voor, daar ze door de
witte raven onmeedoogend gedood
worden. Wel een bewijs hoe kwaad
aardig deze dieren zijn. In hun nes
ten vindt men de overbiijfselen van
vele andere vogels. De eilandbe
woners vertellen zelfs, dat de witte
raven ook niet bang zijn voor grootere
dieren. Het moet reeds meer dan eens
zijn gebeurd, dat jonge lammeren in
de weide door hen gedood zijn. Een
bewijs, dat deze in hen vijanden zien,
is, dat ze zeer onrustig door elkaar
loopen, zoodra zich boven het land
een witte raaf vertoont.
o
Hoe de Chi neezen applaudtsseeren.
Het is, gelijk men weet, lang me; in
alle landen gebruikelijk, om in een
theater door handgeklap zijn voldoe
ning te tonnen. In China is het teeken
van tevredenheid niet zoo onstoffelijk.
Men oordeele slechts. Zoodra do Chi-
neezen het stuk mooi vinden en vol
daan zijn over het spel,' begint er een
collecte onder de toeschouwers en met
het resultaat daarvan wordt een speen-
varkentje gekocht.
En als de voorstelling haar hoogte
punt heeft bereikt, dan komt men met
het biggentje op de planken en biedt
het den acteurs aan. Gedurende eenige
oogenblikken wordt.het spel dan on
derbroken.
De directeur van den troep trekt
zich in zijn loge terug en verschijnt
dan weer in kostbaar zijden gewaad
op het tooneel om te bedanken.
En na de laatste acte, wanneer het
gordijn is geva'len, en het publiek de
zaal heeft verlaten, dan feesten de
acteurs en eten het.... varkentje.
o
rusalem geopend, of deze liet zestig
der aanzienlijkste burgers der stad, die
hij als zijn voornaamste tegenstanders
kende, door Bacchides en zijne hor
den gevangen nemen en, tot ontzetting
van geheel het volk, ter dood bren
gen. Ook Achaz de waardige Essseër,
b -hoorde onder het getal der vermoor
den.
Vreeselijk woedde hel zwaard der
Syriërs onder de raad- en huipelooze
bewoners van Jerusalem, dien judas
geen hu|p kon brengen, omdat zijn
aanhang te klein was. Ieder, die een
poging deed, om de benarde stad te
verlaten, werd zonder genade neerge
sabeld. De groote regenbakken vóór
de stad werden gevuld met de lijken
der ongelukkigen, aan wie niemand
een eerlijke begrafenis durfde bezor
gen.
„Zij wierpen de lijken Uwer dienst
knechten ten aas aan de vogelen des
hemels, het vleesch Uwer vromen ten
prooi aan de dieren des veldsHun
bloed vergoten zij .ais water rondom
Jerusalem, en niemand begroef hen
klaagde Judas in diepe droefheid. Wel
was hij te zwak, om Jerusalem in zijn
macht te krijgen, maar waar er partij
gangers van Alcimus zich in het ge
bergte vertoonden, daar verscheen Ju
das met zijn getrouwen, nam bloedige
wraak op de snoodaards en maakie
hen zóó beangst, dat zij al spoedig
zich niet meer buiten de versterkte
steden waagden.
Word', vervolgd-
hem toevertrouwde tempelschatten, en
die het heilige vuur van het altaar
zijns vaderlands niet had weten te
eerbiedigen.
5.
DERTIG TEGEN EEN.
Door vergiftiging gelukte het Lysias
toch nog zijn mededinger Philippus
uit den weg te ruimen in naam
van den jeugdigen koningszoon zich
van de opperheerschappij meester te
maken. Zoodra hij aldus zijne wen-
schen vervuld zag, dacht hij er aan
zich op Judas te wreken. Hij benoemde,
in plaats van den ter dood gebrachte
onrechtmatigen hoogepriester Mene
laus, zijn partijganger Alcimus tot
hoogepriester van Jerusalem, een man,
die wel is waar uit het priesterlijke
geslacht van Aaron afstamde, maar die
sedert langen tijd zijn volk verraden
en zich de heidensche gebruiken en
gewoonten van de Syrische macht
hebbers eigen gemaakr had. Ook liet
hij door de bezetting, welke hij te
Bethzor had achtergelaten, midden in
vredestijd een gedeelte der muren
van Jerusalem sloopen, terwijl Judas,
die den ni uwen hoogepriester niet
wilde erkennen, zich in het gebergte
had teruggetrokken.
Aan de door Lysias in naam van
den onmondigen troonopvolger wille
keurig uitgeoefende heerschappij z >u
nochtans onverwacht spoedig een einde
gemaakt worden.
Antiochus had den zoon van zijn
broeder Seleuces, Demetrius, die te
Rome als gijzelaar werd gevangen
gehouden, altijd gevreesd, omdat diens
aanspraak op den Syrischen troon
rechtmatiger was, dan de zijne. Thans
echter, na den plotselingen dood van
Antiochus, had Demetrius, op raad
en gesteund door den geschiedschrijver
Polybius, uit Rome de wijk genomen
en in Syrië voet aan land gezet.
Krachtdadig ondersteund door zijn aan
hanger Bacchides, deed hij daar on
stuimig zijn recht op den troon gelden.
Als zoon van den rechtmatigen
koning Seleucus won hij in een om
mezien aller hart, juichend liep het
trouwelooze leger naar hem over en
leverde hem Lysias uit.
Zoo hadden dan de met bloed be
vlekte Syriërs weder een nieuwen ko
ning. De eerste daad van dien nieu
wen vorst echter was een moord
hij liet Lysias in een kerker met het
zwaard ter dood brengen.
Cleanthes, de grijze wijsgeer, was
met den zoon zijns meesters voor den
nieuwe machthebber gevlucht. Het
duurde evenwel niet lang of Demetrius,
de nieuwe koning, had zijn schuil
plaats ontdekt. Cleanthes wierp zich
met doodsverachting op de bij hem
binnenstormende soldaten, ten einde
den zoon van Antiochus te bescher
men. Hij vie! met doorboorde borst,
als een offer van onwankelbare trouw,
een wijsgeer in zijn leven, een held