RUIS OIT DE OMSTREKENVANYLNLO.
Uit de Pers.
Jan van Houten
Gewestelijk Nieuws
om'recht en eerherstel Uwer geloovi-
gen. "waarom U 'vertrouwen hèbt ge
steld in menschen dre willens en we
tens U bedrogen en wantrouwen hebt
gekoesterd tegen menschen, die de
waarheid zeiden.
Waarom ik U dezen brief schrijf?
Omdat de maat der boosheid, in
Uwen naam begaan, vol is, omdat ik
niet langer in staat ben de maat dezer
boosheid te dragen, omdat ik alle ver
trouwen in menschenhulp en menschen-
gezag heb verloren, omdat ik noch bij
U noch bij eenig ander drager van
kerkelijk gezag gehoor vind, omdat als
de nood door de boosheid ten hoogste
is gekomen Gods hulp nabij moet zijn.
Maar als Gods hulp nabij is, dan is
ook nabij Gods wraak.
Om dezen wraak af te wentelen van
Uw hoofd wil ik U, wat mij betreft,
openlijk vergeven alles wat U tegen
mij direct, en indirect door de gevolgen
er van, hebt misdaan.
Maar daarmede is voor God niet be
antwoord de vraag, die Hij U zal
stellen hoe is het gekomen, dat gij
eene geestelijkheid hebt gehad zonder
liefde
Dat Gij u zeiven deze vraag stelt
nog in den korten tijd, dien de Heer U
als levensdagen nog heeft toegeteld,
is de wensch van
Uw dienaar
H. A. VAN DALSUM,
in Uwen naam door
Uwe priesterschap vervolgd in zijn eer
van mensch, van zoon, van burger en
van geloovige, in zijn ambt van nota
ris, in zijn Volkswil, in zijne vrienden
en in zijn dagelijksch brood, en dit
alleen, omdat zij in hem hun meerdere
moeten erkennen en niet willen in
hoedanigheden van geest en van hart.
Josef Israëls overleden.
—o
De wereldbekende schilder is Zater
dag 12 Augustus op 87jarigen leeftijd
te Scheveningen overleden.
Uit het Handelsblad nemen we het
volgende over.
Onze medewerker Giovanni
schreef in ons blad, toen Israëls 80
jaar was
Eerbiedig brengen wij onze hulde
aan den kunstenaar, die aan onze
schilderkunst het karakter heeft ge
geven van een persoonlijke kunst,
van zuiver subjectieve uiting van het
individu, waar zijn leermeester en voor
gangers verhaaltjes schilderden
den kunstenaar, die in een taal,
welke overal verstaan wordt, de taal
van het gevoel, heeft gesproken tot
de geheele wereld, en ver over de
grenzen onze kunst heeft doen eeren
en den naam van ons land doen noe
men
den kunstenaar, die ons voorstel
lingsvermogen heeft bevolkt met beel
den, welke ons de samenvattingen
schijnen van vele levensverschijnselen
den kunstenaar, die ons heeft doen
stil zitten en mee weenen met de
weenenden.
....En wij danken hem ook voor dien
arbeid van zijn latere jaren, waarin hij
ons menig nieuw gegeven heeft aangevat
en ons heeft laten zien, hoe hij met
zijn zeer persoonlijke wijze van uit
drukken, meer en meer vereenvoudigd
en saamgetrokken, ons naaktfiguren,
een Joodsche bruiloft, een
Adam en Eva kon schilderen. Wij
danken hem ook voor dat portret,
waarop hij zich zelf weergaf als tach
tigjarige, oud maar niet zwak, met
oogen die veel smartelijks gezien heb
ben, maar toch nog verder kunnen en
durven zien, wel overschaduwd, jmaar
met licht om zich heen. Wij kunnen
nu gelooven, dat zijn leven als geheel
niet droevig is geweest.
Men zal er wel eens aan getwijfeld
hebben. Want in een kunst als de
zijne geeft een mensch zich zeiven.
Israëls heeft zijn gevoel geschilderd.
Eerst was dat nog niet een zuiver
persoonlijk gevoel. In Langs het
Kerkhof is hij nog niet één met dien
manhij schildert zeer mooi het ge
voel, dat dren man moet bezielen.
Maar in Alleen op de wereld
heeft hij de diepte van smart der ver
latene meegevoeld. Nog later is van
een geval niets meer overdan zit
een meisje bij een raam, de kin steunt
op de hand, en kijkt naar buiten
een blauwig schemerlicht flauwt naar
binnen en als wij het zien komt
het weemoedige van die figuur in de
omgeving ook over ons. De stemming
waarin de schilder zijn werk heeft ge-
concipiëerd en uitgevoerd, waarvoor
die verhouding, die verlichting, die
kleuren de uitdrukking waren, die vast
gelegd is in het schilderij, deelt zich
aan ons mee.
Maar alleen omdat Israëls het heeft
geschilderd met zijn ziel. Daarom
wordt hij begrepen overal, waar de
mensch smart heeft, weemoed voelt, i
Ook'waar men kinderen, blanke fi
guurtjes in blond licht, liefelijk vindt
ook zijn Kinderen der zee had
Israëls in zijn hart, voor hij ze op
doek bracht.
En waar men weet van het volk,
dat de Klaagliederen zong en ons de
Psalmen gaf, daar begrijpt men den
„Zoon van het oude volk", wiens
oogen naar binnen zien, die zittende
onder zijn rommel, het land van Ka-
naan gedenkt en de dagen der smaad-
heid. Alleen wie in zijn diepste zelf
dat heeft meegevoelt, kan den wee
moed in deze oogen zoo weergeven.
Josef Israëls heeft, ons de mensch-
heid toonende soms in haar blijheid,
maar meest in haar smart, ons haar
beter doen begrijpen, hij heeft ons
gevoelsleven versterkt.
En wij danken Josef israëls een
reden om trotsch te zijn op ons volk.
Mede door zijn werk vervullen wij een
rol in de wereld, werken wij aan de
beschavingstaak, waarbij de kunst voor
aan gaat.
Laat ons beloven, dat het geen
ijdele, geen onvruchtbare trots zal zijn.
o
Van een burgemeester in de buurt.
Die is rijk, die burgemeester. Ook van
een veldwachter in die gemeente. Die
zit er goed bij, die veldwachter. Bei
den zaten er niet goed bij, toen zij
resp. burgervader en veldwachter wer
den. Salarissen waren nooit hoog.
Trachtte het publiek ook ijverig de
raadsels op te lossen, en lekte er ook
nu en dan wat uit, men was bang voor
benadeeling, voor „zoeken", enz. Die
die dingen zijn bekend. En te verkla
ren niet minder! Want veler macht
reikt ver, als zij iemand treffen willen.
En men zweeg dus in het publiek,
bevreesd voor de wraak.
Een paar personen, minder afhan
kelijk, wendden zich wel eens tot
„hooger hand". Geen resultaat, inte-
tegendeel, werden nog onheusch be
handeld.
Onlangs weer wat aan 't licht ge
komen. Een werkman had aan de
gemeente een paar gulden verdiend.
Veldwachter bracht hem het geld. Liet
hem een kwitantie onderteekenen on
der druk praten. Hield het papier vast
(mandaat) en wees met den vinger de
plaats aan, waar de naam moest gezet
worden, daarbij de hand zoo hou
dende, dat die het papier bijna geheel
bedekte. Door een toeval verschoof
dat, en de man zag ingevuld v ij f e n
veertig guldenAl jaren had hij
zoo onderteekend, zonder te kijken,
wat er stond. Uit vrees de klandizie te
verliezen durft hij het niet publiek te
maken.
Ik hoorde van dergelijke „praktijken"
(hoogere som op hel mandaat dan
wordt uitbetaald) in meer gemeenten.
Eerbied voor het gezagJawel, maar
als men weet hoe het er toe gaat, hoe
er geknoeid wordt, vooral ten platten
lande, en hoe het machtsmisbruik van
de personen, die al sedert jaren en
jaren de lakens uitdeelen, den „ge
wonen man" in de knel houdt, dan
vraagt men toch, of dat gezag niet in
andere handen thuis hoort, al is dat
voor sommige personen niet zoo voor-
deelig en aangenaam.
Dit is overgenomen uit Limburgs
Belang.
Zou niemand uit Hulsterland zich
iets dergelijks herinneren uit polder
administraties
Aan wie de schold l
In zijn christelijk-sociaal orgaan „De
Beukelaar" schrijft mr. dr. Van de
Laar
De arrestatie van den heer J. Valk Jr.
wegens verdenking van onderscheiden
strafbare bedriegelijke handelingen moet
uiteraard bijzonder betreurd. De heer
Valk immers was nog voor kort Anti-
Revolutionair gemeenteraadslid voor
Rotterdam, hij trad als Christelijk, Anti-
Revolutionair man op den voorgrond.
Toch mag van dit alles op zich zelf
aan de Christelijke gemeente, aan de
Gereformeerde kerk, aan de Anti-Re-
volutionnaire partij geenszins eenig
verwijt gemaakt. Men kan hier met
een huichelaar te doen hebben of ook
met iemand, die door verleiding tot
zwaren val kwam, in ieder geval had
op zich zelf noch kerk, nog politieke
partij dit kunnen doorzien. Iedere
groep, gemeenschap, hoe hoog ook
haar bedoelen, staat hieraan bloot.
Doch er is hier meer. „Het Volk"
vermeldt niet alleen, dat de heer Valk
zeer wereldsch was in zijn doen en
I laten, doch tevens, dat het effecten
kantoor," waartan de heer Valk mede
I aan het hoofd stond, zich speciaal
toelegde op de speculatie in Ameri-
kaansche spoorwegwaarden. „Aan de
Zuidblaak te Rotterdam", aldus „Het
Volk", had de firma wed. van Eijk
(de firma, waarvan de heer Valk aan
het hoofd stond) een pand gehuurd,
waarin over een der groote ramen het
bekende zwarte bord met de dagelijk-
sche vermelding van daling en rijzen
der koersen verscheen, als o.n het pu
bliek te verlokken een kansje te wagen."
Aan de juistheid van dit bericht
valt helaas! moeilijk te twijfelen. En
wat blijkt dus nu H:t is mogelijk,
dat men in één onzer grootste steden
als lid der gereformeerde kerken, min
of meer tot de vóórmannen der Anti-
Revo'utionnaire partij behoort, als Anti-
Revolutionnair naar den gemeente
raad werd afgevaardigd, en tegelijk
zijn bedrijf e: van maakt rijkeren en
kleine luyden over te halen tot beurs
speculatie. Van het publiekelijk aldus
gewonnen geld werd dan de partijkas
waarschijnlijk mildelijk gesteund.
Dezelfde gereformeerde kerk, dezelfde
anti-revolutionnaire partij, getuigt
voortdurend legen de speelzucht der
natie, tegen zedelijke inzinking van
het volksleven. Maar de heer Valk is
rustig voortgegaan met dit zijn specu-
latiebedrijf, met dit op speculatiezucht
berekend zoo breed mogelijk publi-
ceeren der koersveranderingen. En
men heeft dit alles rustig laten voort
gaan, de heer Valk bleef een bekend
Anti-Revolutionnair man.
Zoo hebben predikanten en ouder
lingen der gereformeerde kerk, zoo
hebben de bestuurderen der Rotterdam-
sche Anti-Revolutionnaire organisatie
hiermede getoond, dat zij met hun
strijd tegen de volkszonde, met de
verheffing van het zedelijk volksleven
toch eigenlijk zoo nauw niet namen.
En zoo hebben zij den heer Valk laten
voortgaan op een weg, die nu tot dit
einde heeft gevoerd. Laten voortgaan
in steê van hem toe te roepenof
breken met dit uw bedrijf, dat velen
tot vloek is, of u terugtrekken uit Anti-
Revolutionnaire kringen, waar gij dan
niet thuis hoort.
De heer Valk bleef lid der gerefor
meerde kerk, bleef een der Anti-Re
volutionaire vóórmannen, terwijl het
zwarte bord van zijn firma dagelijks
honderden tot de zonde der speelzucht
verleidde van de Christen-Socialisten,
die vooral 'ook tegen het Mammonisme
den strijd willen aanbinden, wordt
overwogen, of men ze uit de gerefor
meerde kerk kan zetten.
o—
Den 27 Augustus is Jan van
Houten 40 jaar de commissionair te
Hulst op den trein MechelenTer-
neuzen, en als zoodanig bekend bij
alle handelsreizigers die in Hulst
aankomen, bij de Hollandsche en
Belgische Heeren die hier komen
jagen.
Hij had hier zoo langen tijd zijn
zinnen op gezet, doch werd met zijne
vrouw op hun hoogen leeftijd dezer
dagen wreed beproefd, doordat hunne
kleindochter Louise, hun trots en
hun lielde, die door hen als 't ware
van af de geboorte is grootgebracht,
op slinksche wijze van hen is afge
trokken door hare moeder in Antwer
pen, en waardoor het hen nu zoo
moeilijk is gemaakt hun brood te
verdienen
Eerlijk en trouw waren de man
en de vrouw, en er bestaan vele
portretten van hem, ook samen met
heeren jagers.
Wij bevelen hen aan in de wel
willendheid van de Directie van
MechelenTerneuzen, van reizigers
en jagers, dat zij ondanks die wreede
beproeving toch nog hun brood zul
len kun* en verdienen en hun einde
halen
Wie Kun «Ie *chry ver zijn
van «leze vuili^iiei«l
o—
Dinsdag 15 Augustus zijn op het
postkantoor te Hulst gepost de twee
briefkaarten, die hieronder volgen.
Ze zijn geteekend met drukletters,
zoodat de vrome schrijver teekenaar
er zijn Zondag van Maria Hemelvaart
aan heeft besteed om aan zijne be
minnelijkheid uiting te geven.
Dergelijke briefkaarten ontvingen
we meer en we lazen ze met voldoening
omdat 'zé een bewijs opleveren wat
voor soort menschen onze tegenstan
ders zijn, en dan wierpen we ze in
de papiermand.
We willen nu eens ons genoegen
met onze lezers deelen, en vragen
aan hen tevens, of zij geen aanwij
zingen zouden kunnen geven om ach
ter den schrijver te komen, omdat
we die briefkaarten nu eens voor de
verandering niet in de papiermand
hebben gegooid maar opgezonden aan
den Heer flicier van Justitie bij da
Rechtbank van Middelburg.
I.
Aan HENDRIK VAN DALSUM
Hulst.
Zooals mij is duidelijk gebleken hebt
gij u laten gebruiken om Borm, Fricot
en van de Waile gekozen te krijgen.
Paepe zoo zegt men, is uit pleizier
gekozen, omdat deze er even narachtig
uit ziet als gij, gij wordt dus volgens
meening beschouwd als iemand om
lol mee te maken. Van Paepe weet men
dit reeds lang dat hij voor zoo'n mensch
wordt aangezien, wij zullen eens zien,
wie van u tweeën de gekste taal voert,
zoo twee komieke gezichten bij elkaar,
dat beloofd bepaald grappig te worden.
Voor dien enkele van uwe partij, die
moogt gij wel goed laten repeteren als
het er op aan komt want hij is erg
vergeetachtig. Voor een dubbeltje koe
ken verheerlijkt hij de werken van een
priesterhater, daar zult gij dus mee
kunnen lezen en schrijven, het is een
kolfke naar uw hand. De andere drie
nieuwe, laten zich door u de wet niet
voorschrijven, dus zijt ge daar met
tweeën, die bij de aftreding zeker aan
de deur gezet worden, door naar waar
heid en recht niet herkozen te worden,
want die dwaze lach verveelt zoo
gauw, maar enfin, men is in Hulst nog
al voor een grap. Ook uwe verkiezing
als statenlid wordt als een grap be
schouwd, bij aftreding kunt gij uw
biezen inpakken, denk aan dat
tegenstemmen!
Verwaanden vreemdeling Dit zegt
men van u.
Die kaart waarop sprake is van een
nar, moet gij goed bewaren, ook deze,
waarop ik u verklaar dat Paepe en gij
bij aftreding niet meer gekozen zullen
worden, als gij beiden het niet eerder
beu zijt. Maak u eigen zaken in orde.
Eerbiedig den PriesterDenk eens
aan uwen dood... Wanneer mijnheer
Hombach spreekt dan siddert gij.
II.
Deze kaart behelst een allerlaatste
waarschuwing voor u. Bega nooit de
stommigheid met het Hulstersch volk
te spotten, want ik verzeker het u
hein, het hulstersch volk kan spoedig
omkeeren en dan Blijft van de
Geestelijkheid om niet terechf te komen
in de gevangenis of coudewater. Of
u krantje nog bestaat weet ik niet,
want ik hoor er niets meer van, maar
moent dit nog het geval zijn, richt het
dan naar rechtsch, dan zijt ge een flinke
vent, en houdt de nederigheid voor
oogen, maar vooralvlucht altijd het
gezelschap voddenachtige personen,
dan hebt gij minstens nog kans ge
ëerbiedigd te worden.
Nu nog iets, naar men zegt zijt ge
buiten gesmeten of zoo iets, bij de
wed. van Kruisenals gij nu naar
waarheid en recht wilt zijn, moet gij
dit in uw krantje schrijven als het nog
bestaat hooren anders in een andere
krant. Dat had ik eens willen zien
Over een paar maanden sprak ik over
uw narachtig gezicht, ook uwen gang
lijkt mij zeer gek, en uw gestotter
wekt bij menigeen den lachlust op,
er zijn er die het uitschateren van de
pret, om uwen gekken gang en uw
gestotter. Binnen kort hoop ik u een
remedie te sturen om al dat dwaze
gehuppel af te leeren. In de gevange
nis huppelt men zoo niet.... In den
geest zie ik u voor den heer Hombach
buigen als een knipmes.
Uit de Zeeuwsche Koerier,
bisschoppelijk volksblad
o—
„HONTEN1SSE. Een nooit-gezien
schouwspel was hier dezer dagen
te bewonderen Een EdelAchtbaar
raadslid van onder tot boven met
modder besmeerd, was bezig den
brandput der gemeente uit te delven.
Ons nieuw raadslid zal ongetwijfeld
nog vele diensten aan de gemeente
bewijzen, er zijn nog verschillende
van die karweitjes voorhanden. Onze
burgervader moet er zeer mede in
genomen zijn zulk een stoere werker
onder zijne raadsleden te hebben
aangewonnen.
Dit komt voor in het no. v^n 12
Augustus.
Met het raadslid wordt bedoeld de
heer P. Vermerken, nieuw gekozen
in de plaats van een niet-herkozen
gevallen raadslid
Hoe vinden onze lezers deze ploer
terigheid Het is alsof onze bis
schoppelijke bladen tegenwoordig
alle uiterlijke schijn zelfs van fatsoen
als overbodig hebben afgeschud, na
eerst te hebben bewezen, dat noch
zij noch hunne aanhangers eenige,
hoe gering ook, zieleadel bezitten.
En het is niet alleen geruis aan
fatsoen, het is of ze alle verstand
kwijt raken, als we eens letten op
de poging tot opzetten tot broodroof
in Zelandia van 29 Juli, waarin
de katholieke bevolking van Eede
wordt verzocht z.ch solidair te ver
klaren met de Aardenburgsche ge-
loofsgenooten, om niet meer bij an
dersdenkenden te koopen.
Het Vrije Woord voor
Abonnés
o
Mijnheer de Redacteur
Een nooit gezien schouwspel, schrijft
de Koerier op spottenden toon, kan
men op Groenendijk bewonderen, toen
een pas gekozen raadslid den brandput
stond uit te delven.
Wat iemand toch al aan een krant
berichten durft en wat de redactie van
het Sassche blaadje al opneemt
Indien die redactie meent, dat zij na
haar fameuschen draai, haar krantje
nog redden kan door de eertijds zoo
gescholden „rentmeesterspartij" thans
b'ad aan blad te bewierooken en
daarentegen te schelden op wie zij
vroeger tot hare vrienden rekende, dan
moet zij toch al heel onnoozel zijn,
want voor zoo'n handelwijze heeft per
slot van rekening niemand iets anders
over dan een verfoeiend bah, bah
X.
o—
Mijnheer de Redacteur
Mag ik zoo goed zijn eenige regelen
te plaatsen in uw geëerd blad de
Volkswil, onder het Vrije woord, bij
voorbaat mijn dank.
In den treurigen toestand van gebrek
aan drinkwater, heb ik uit goede bron
vernomen, als dat er toch maatregelen
zullen genomen worden, en wel te
Pauluspolder. De heer Breijaart is
daar geweest en gezegd met mede
werking van den heer Buijsrogge daar
een pomp te plaatsen van de gemeente,
maar ze moesten nog een requestje
indienen aan den gemeenteraad, waar
ze druk mede bezig zijn. Als nu N. N.,
een godvruchtig rnarr. een klein beetje
daar in mee werkt dan is alle nood
daar weg. Maar als nu die drie eens
wilden medewerken om die werkmen-
schen van vijf en zes en zeven kinde
ren, waarvan de vader alleen kost
winner is"; eens van den Hoofdelijken
Omslag te verwijderen, en niet zulke
menschen er op plaatsen, dan was dit
weer een goede zaak, en dan de rijken
niet verminderen zonder reden gelijk
in de boekjes te zien is over 1911.
Hopende, dat de heeren niet zullen
nalaten om al deze goede zaken door
te zetten, zeg ik U mijnheer dank voor
de plaatsruimte.
Een kiezer van Stoppeldijk.
o
Mijnheer de Redacteur
Ik heb de ondervinding opgedaan,
dat een zeker iemand vrij kippen mag
stelen.
Reeds 30 mijner kippen was ik
kwijt geraakt, en hoewel ik vermoedde
wie de dief is, kon ik er niets aan
doen, omdat ik geen getuigen had.
Maar toen ik mijn 31ste kip kwijt
raakte had ik twee getuigen Johannes
Herdewel en de heer Vriens, rijksveld
wachter, aan wien de dief had bekend,
den cjiefstal van de 31 s!e kip.
Een proces wordt echter niet be
gonnen, omdat de heer officier heeft
teruggeschreven, dat hij voor die eene:
kip geen proces wil beginnen. Dit is
de zaak, en dus heb ik ondervinding
opgedaan, dat een zeker iemand vrij
kippen mag stelen.
Mijn dank voor de plaatsing.
F. DE SMET.
Sint-Jansteen, Kapellebrug.
BO.-CHKAPHLLF Verleden Za-
terdag omstreeks vijf uur passeerde
aan de zuidzijde vau ons dorj? eeq