INE RAADGEVING. Drankbestrijding-. Een Statenlid. BOM MN DE GALG GESMEERD. Gewestelijk Nieuws. Hoewel het Rijk eene subsidie geeft van f175 voor kosten van oprichting van elke boerenleenbank als de Uwe, zoo hield ik toch voor mijne eigen rekening de kosten van propaganda, en als notaris rekende ik geen cent salaris voor de notarieele akte van oprichting, terwiji ik deze daarenboven zoo spaarzaam mogelijk inrichtte, en voor de adviezen, in het begin van de oprichting herhaaldelijk bij mij ge vraagd, rekende ik niets. Gevolg wasdat elke leen bank kon beginnen met een grond- kapitaal van ongeveer honderd gulden, ook de Uwe, en f e i t e 1 ij k dit grond- kapitaal dus indirect door m ij was geschonken, ook aan U. Dit door mij geschonken grondkapitaal heeft duizendvoudige renten opgebracht, want de leenbanken alhier, door mij gesticht, werken goed. Daarenboven verlangde ik van geen enkele leenbank, dat zij, als zij eens notarieele zaken noodig had, daarvoor bij notaris van Dalsum kwam, en als dit in het begin toch geregeld ge beurde, omdat de leenbank dit be schouwde als een teeken van fatsoen, dan zeide ik toch, dat zij gerust naar een ander kon gaan, want niet voor mij maar voor de menschen had ik de banken opgericht. Met de oprichting der leenbanken werd, onder meer, beoogdeen mid del te hebben, opdat de bevolking hier, die op allerlei gebied leeft onder een stelsel van dwang en willekeur, zich langzamerhand op het gebied van leenen en uitzetten van geld en crediet, van dwang en woeker zou bevrijden. Deze gedachte zat in de eerste jaren ook voor bij de leenbanken en verder in den boerenbond. Maar de geest daarin is in de laatste jaren veranderd door de schuld van de geestelijkheid, heeft den boerenbond, en hierdoor de leen bank, geheel en al verpolitiekt, niet tegenstaande het verbod daartoe vervat in de statuten. Dit weel trouwens iedereen. En het gevolg hiervan is dat de boerenbond en de leenbank, opgericht om in te gaan tegen het dwangsysteem alhier, dit hebben verergerd. Zelfs de bisschop van Breda heeft tot de vererging van dit dwangsysteem stelselmatig medege werkt door het benoemen van geeste lijke adviseurs aan meerdere leenban ken, die er niets in te maken hebben, en wat is in strijd met het verbod van Paus Pius X en met de leer van wijlen Paus Leo XIII. Het dwangsysteem alhier had voor doel het finantieele belang van enke len ten koste van allen, maar door het verergerde dwangsysteem is hierin gebracht een element van haat in zoo- danigen graad, dat het dwangsysteem van menschenondeugd een duivelswerk is geworden. Dit duivelswerk is ook geworden een deel van Uwe leenbank. Ik zal een feit noemen. Een inwoner van Sint-Jansteen vroeg bij U aan eene kleine hypothe caire leening. die werd geweigerd, omdat de aanvrager de akte wilde verlijden bij notaris van Dalsum, maar h ij kon het geld k r ij g e n, als hij de akte wilde verlijden bij notaris Daey Ouwens of bij notaris Dregmans. En dit is niet voor de eerste maai. U staat hierin niet alleen, ook de andere leenbanken. Slechts ééne, die van Kloosterzande uitgezonderd, en dan ook Hulst niet, waarin ik gratis de kassier ben, handelen zoo, maar zoo brutaal als de Uwe handelt toch geen enkele leenbank, Waarom is het nu duivelswerk Omdat de leenbank is opgericht als een maatschappelijk werk van naas tenliefde, en is geworden een middel om mede te doen aan het door de geestelijkheid ingevoerde systeem strek kende tot finantieelen ondergang van notaris van Dalsum, wat is een poging tot doodslag. Deze poging heeft voor eenig doel mij vóór en met het oog op de Ka merverkiezing van 1913 bankroet te hebben, en dit bankroet willen wordt genoemd katholieke politiek, waaraan de kath. boerenbond en de leenbanken onder katholieke vlag moe ten meedoen onder leiding van de katholieke geestelijkheid. Doch d i t willen zal evenmin gelukken tot de daad, als de wil om mij mijn eer en goeden naam te ontnemen is gelukt, omdat er nog een God leeft, die mij wel laat beproeven, maar niet zal toe laten mijn ondergang. Zelfs als van Dalsum kon worden overtuigd van alle ondeugden, dade lijke en vreemde zonden te zamen, dan nog zou de christelijke liefde eischen jii£t te streng te oordeelen, want de Schrift waarschuwt niet te oordeelen door te herinnerenWie staat zier toe dat hij niet valle. Maar de waarheid isdat n i e- m a n d een feit durft te noemen, waar over van Dalsum zich zou moeten schamen, en dit, terwijl zijn geheele leven als een open boek ter inzage ligt van ieder. Daarom is de op den boerenbond en op de boerenleenbanken door de gees telijkheid ingeënten haat in deze instel lingen bij de leden en bestuurders daarvan niet te verontschul digen. Deze instellingen zullen blijven bestaan, zij zullen voortgaan met stoffelijke voordeelen te brengen, maar door dezen haat verliezen zij de vruchten ten eeuwigen le ven. Ik heb ook aan U wil'en duidelijk maken de duivelsche valschheid, die hier tegenwoordig heerscht onder katholieke vlag. Ik vertrouw, dat ik duidelijk ben geweest, en ben ik soms niet duidelijk genoeg geweest, omdat ik gewoon ben de waarheid zoo zacht mogelijk te neggen, dan geef ik U in overweging Uw eigen geweten te on derzoeken door het stellen en beant woorden van deze vraagis het Christel ij k of duivelsch een in Christel ij ken geest ge sticht werk te maken tot een middel van machteloo- zen haat uit afgunst wegens Gods genade? Tijden hebben wêer tijden, denk daaraan Mijne Heeren, en al moge het geen kwaad vergelden met kwaad een christelijke eisch zijn, het is ook eene les der rechtvaardigheiddat ieder wordt gestraft i n wat hij heeft mis daan. Achtend H. A. VAN DALSUM de oprichter Uwer leenbank. O Dinsdagavond sprak Prof. van Rees over de drankbestrijding in een der lokalen van de openbare school te Hulst voor een dankbaar gehoor. Hij wees vooral op het gevaarlijke van een matig gebruik van drank eif den drinkdwang, en zou wenschen dat men ook hier zou komen tot de geheelonthouding als een daad van liefde voor den zwakkeren broeder en in het belang van het huiselijk leven en de welvaart der huisge zinnen. Wij gelooven niet, dat zijn zoo sympathiek woord dadelijk directe gevolgen zal hebben, maar zijn er wel van verzekerd, dat hij goed zaad heeft uitgestrooid, dat tegelegenertijd vruchten zal opleveren, want voor Hulst, en ook voor Hukterland, is de tijd aangebroken, waarin geest en hart en verstand 2ich openen voor de teekenen de9 tijds en voor de ware volksbelangen, tot welke laatste, zooals ieder weet, behoort de ont houding van alcoholische dranken We willen eene gedachte geven en wel ee-e, die reeds dadelijk bij ons was opgekomen, toen we in Hulst kwamen. De gedachte is deze de am bach ts- bazen zijn bijna alle ook herbergier, wat voor gevolg heeft, dat hun werk volk zedelijk verplicht is om Zondags de herberg van hun baas te bezoeken om daarin een deel van het bij den baas verdiende loon te verdrinken. En nu kwam en komt het ons voor dat de ambachtsbaas in z ij n ei gen belang goed zou doen zijn herberg te sluiten Door zijn herberg toch is hij Zondags de knecht van zijn eigen volk, is hij en zijn gezin Zondags gebonden in hun tijd, en het wil ons voorkomen, dat hij hier door indireci meer verspeelt dan hij wint. Sluit de ambachtsbaas zijn herberg, dan houdt op de drinkdwang voor den ambachtsman en houdt deze drinkdwang op, dan zal de drink gewoonte verminderen. In het belang van baas en knecht en als eene practische doeltreffende daad zouden wij willen voorstellen, dat wordt gewerkt in deze richting dat de ambachtsbaas niet tevens is herbergier. Over dit voorstel vragen wij het oordeel van onze lezers. O Zaterdag stonden in Hulsterblad, Z. Koerier en Zelandia een gelijklui dend ingezonden stuk, onderteekend door „Een Statenlidnaar aanlei ding van het verslag van de zitting der Provinciale Staten, voorkomende in no 95 Het zal wel een kath. Statenlid moeten zijn geweest, want een ander zal niet op de gedachte komen te gelijkertijd in die drie bladen te schrijven en verder niet Een der heeren Hombach, van Rompu en Ysebaert kan het niet zijn, want deze stemden zooals van Dal sum stemde. Over blijven de heeren Dumoleyn, Fruytier en Moerdijk. Maar dat een dezer heeren het is geweest, kunnen wij niet aannemen „Een Statenlid11 kan du9 niet zijn geweest een werkelijk Statenlid, het het kan alleen zijn geweest een na gemaakte. Aan enkele onzer lezers, die ons er over hebben gesproken, dan ook dit een ingezonden stuk in andere bla den, onderteekend met een v a 1- 8 c h e handteekening, heeft geen waarde. En als het werkelijk een echt Statenlid is, dat hij dan zijn naam noeme. Wij hebben het anders reeds begrepen dat de opzet van die ge heele zaak, waarover het gaat, niet anders is geweest dan een poli tieke truc met het oog op 1913, en dat van arbeidersliefde daarin hoe genaamd geen sprake was. o Ons „Het Katholiek Geloof boven en beneden den Moerdijk" schijnt onze vriendin zwaar op de maag te liggen, want door grooten woorden vloed tracht zij bij hare lezers den indruk weg te nemer., dien ons schrijven ook in haar eigen kringen heeft gemaakt., daar zij weet, dat de Volkswil in haar eigeu kring door misschien wel 90 pCt harer lezer9 in het geheim de paster raag het niet weten wordt gelezen Als indirect gevolg van die poging heeft zij nu gehad, eerst: Zijn wij nog wel Katholiek en nu Zijn zij nog wel Katholiek En als hare redeneering opging, zouden er teite- lijk in Zeeuwech-VJaanderen geen katholieken meer wonen Tot geruststelling van hare eigen lezers de onze hebben geen ge ruststelling noodig mogen we verklaren: dat Zelandia nog niet de officieele aanstelling heeft ontvan gen om over de al of niet zuiver heid in de leer te oordeelen. Mis schien komt deze aanstelling later, maar aan deze aanstelling moet eerst voorafgaan een examen, en we heb ben een kleine vrees, dat ze voor het examen zal zakken, omdat zij niet weet le wat godsdienst is, 2e wat een priester is, 3e wat geloof is, en omdat zij 4e te eigenwijs is om te leeren en te dom om te zien wat ieder ziet. o Het hoofdartikel van heden wordt eenige malen vervolgd. We raden aan de nos. te bewarentotdat dit artikel volledig is En om daarna het artikel uil te knippen en in een schoolschrift te plakken. Men heeft dan eene brochurewaarmede men alle politie ke) s van den kouden grond en dit zijn minstens 98 van de 100 den mond kan stoppen Het Vrije Woord voor Abonnés. o— Mijnheer de Redacteur Gelieve onderstaande in uw geacht en veel gelezen volksblad op te nemen, bijvoorbaat mijn dank. Van bevriende zijde wordt mij we kelijks „De Zeeuwsche Koerier" ter lezing gegeven en hoe dikwijls heb ben wij al niet verbaasd gestaan over de gemeene stukken, die ze opneemt tegen over uw persoon, het is God getergd. Is dat nu die redactie of vriend die vroeger, uwe documenten zóó gaarne ter plaatsing opnam, omdat ze wel wist dat „van Dalsum populair is" haar legerskring daarom groot was, niettegenstaande op sommige dorpen hier uit den omtrek door H. H. Geeste lijken op gewezen werd, op de „slechte feulletons en mengelwerken" die daarin voorkwamendat niet zóó was, maar men moest deze dom me menschen wat wijsmaken om „de Koerier" weg te hebben, dat ook meerendeels gelukte En was het vroeger ook zóó niet met „Het van ouds bekende Hulster blad" de menschen waren bang en wisten niet welke krant zij zouden en moesten lezen. Wederom is het nu met „De Volks wil" weer geen goed blad maar bij wien? Bij de kwezels van Groenen dijk, Hengstdijk, Lamswaarde en Ro zenberg neen maardie zijn beter, gaan alle weken of 14 dagen te biech ten en communie om met mijnheer de pastoor en kapelaan vrienden te zijn als goed roomsch-katholiek mensch bekend te staan, maar o wee zij zijn groote verleiders van het jonge volk. Aan wie de schuld Ja zegt de kape laan aan u (gij ouders), ik heb het hooren zeggen zegt deze. Van wie Blijven deze onbekend? Worden die misschien ook weldoener van de H. Familie Mijnheer de Redacteur ik verg mis schien te veel plaatsruimte in uw or gaan, daarom sluit ik deze, na beleefde groete, Een abonné. Land van Hulst, Aug. '11. —o Hulst, Aug. 1911. Mijnheer de Redacteur Mag Sjef Krom ook nog een klein plaatsje. Dan bij voorbaat mijn dank. Dan wil ik op de eerste plaats een woord van hulde brengen aan de ver- eeniging de Vriendenkring voor het ijverig werk dat zij verricht heeft met de gemeenteraadsverkiezing, omdat ze eerlijk en openlijk is opgekomen voor haar candidaten, niet langs geheime wegen, maar openlijk, want al wat van de Vriendenkring uitgestuurd is was onderteekend. Daar ik ook verscheidene biljetten thuis heb gekregen ter aanbeveling van de andere candidaten die onder teekend waren metvele kiezers en zoo meer, dit vind ik zoo laf. Men weet niet met wie men te doen heeft, of tegen wie men in moet gaan, maar wel weet ik, dat hier openlijk is tegen opgekomen op den vooravond van de verkiezing in het hotel bij J. Brand door den heer H. Maertens, bierbrou wer te Hulst, die het strooibiljet van de Vriendenkring ter tatel bracht en ook anders geen. En naar ik vernomen heb was er geen toegang voor den persoon die mijnheer Maertens alles kon weerleggen en de bewijzen bij zich had. En juist daarom had ik verwacht, dat de Vriendenkring hier over'zou geschreven hebben, maar nu ik daar niets van merk, ben ik zoo vrij hier een enkel woord over te schrijven. Alhoewel geen lid van de Vriendenkring, maar wat nog niet is kan komen. En daar ik vernomen heb dat het getal leden der Vriendenkring thans is gestegen tot 96 leden, wat grootendeels burgers en werkmenschen zijn, toch zeker menschen die mee leven en ook wel eens een glaasje bier drinken, en als die leden nu eens moesten zeggen Wij drinken als pro test geen bier meer van Maertens, vdn een man die minachtend op ons ziet, een man die tracht onze goede zaak omver te werpen. Neen van zulke menschen moeten wij geen bier hebben en willen wij den herbergier wat laten verdienen, dan kunneu wij toch wel wat anders drinken, en zoodoende mijne vrienden zou de dwang toch wel wat verminderen. Want moeten wij, die ons brood moeten verdienen in het zweet des aanschijns, ons de vrijheid nog laten ontnemen van onze burger lijke rechten De Wet zegt toch, meen ik, dat wij hier vrij in zijn. En daar om bestuursleden en leden van de Vriendenkring, gaat voort op den in geslagen weg, werkt tot den groei en hip,ei van onze gemeente, werkt voot den werkman zijn recht, helpt elkan der, tracht aan uwe vereeniging een ondersteuningskas te krijgen om elkan der in tijd van nood bij te staan, en is dit gebeurd, dan voorzeker zal uwe Vriendenkring over een jaar geen 96 maar 200 leden tellen. En dan zullen hier verscheidene heeren inzien, dat de broodroof uit is, en dat de bevol king door vereenigd te zijn elkander ook zeer goed kan bijstaan en helpen, en dat ge als vrije mannen voor uwe meening moogt uitkomen. Dus bestuur en leden van de Vrien denkring tracht uw werk te voltooien, tracht elkander te ontwikkelen door cursus te geven zoowel voor burger lijke als wettelijke zaken, dan voorze ker zal men geen misbruik maken van uw zuur verdiende centen en dan zal onze gemeente groeien en bloeien en zal onze gemeente een welvarend plaatsje worden. Nu vrienden, ga ik eindigen en noem ik mij nog geen lid van de Vriendenkring, maar hoop spoedig in uw midden te zijn. U mijnheer de Redacteur dank voor de verleende plaatsruimte en blijf ik ook uw getrouwe vriend SJEF KROM. Mijnheer de Redacteur o Mag ik hieronder nog een kleine vraag stellen. En dat is: of iemand van den Vriendenkring of lezers van de Volkswil, of wie ook, mij kan in lichten langs dezen wegof mijnheer Maertens ook nog gesproken heeft op die vergadering bij Brand over een brandstapel, en wat hij daarover ge zegd heeft? Dan ben ik ook nog bereid daar wel eens op terug te komen. Den inlichter bij voorbaat mijn dank en noem ik mij ook man van de Volkswilpartij. SJEF KROM. O HULST. Gemeenteraadsvergadering van 10 Augustus. Aanwezig burg. van Waesberghe, voorz. en de heeren van Dalsum, Fassaert, Verwilghen en Wauters. Af wezig de heeren Burm, Hombach en Fruijtier. De geloofsbrieven der zeven nieuwe raadsleden worden goedgekeurd. Aangeboden werden de gemeente rekening 1910 en die van het Burg. Armbestuur 1910, waarvoor als com missie van naziening worden benoemd de heeren Wauters, Burm en Fruijtier, en plaatsv. Fassaert. Wegens langdurige ongesteldheid van den onderwijzer Anthonisse wordt besloten tot oproeping van een tijde lijk onderwijzer op f 600 per jaar. De heer C. de Wolf wordt herbe noemd tot lid van de commissie tot wering van schoolverzuim. Verder enkele administratieve zaken. Bij de rondvraag vraagt de heer Wauters, of het niet kan worden ge vonden, dat de gemeentenaren zeiven het gemeentearchief kunnen inzien, gelijk daarvoor Dinsdag gelegenheid was gegeven aan vreemden. Aan B. en W. om hierover na te denken voor wat betreft uitvoering. KUITAART. Verleden week Zaterdag avond zouden de duiven van de socië teit „De Herleving" per tram wegge stuurd worden tot Hulst om den ande ren morgen per trein verder te gaan. De brenger stond nog even te praten op straat even vóór de Iramhalte met een vriend, toen plotseling een fietser die vaart had, door dat hij de mand raak reed er boven op viel en door de breuk die de mand kreeg van den val vlogen al de duiven de lucht in, tot groot vermaak van de toegesnelde menigte en tot schade van de lief hebbers. KUITAART. Onze kermis behoort wederom tot het verledene. Zondag den eersten dag was er veel volk, zeker wel aangetrokken door het mooie weer en de komst van het muziekge zelschap „Exelsior" van Terhole dat een paar stukjes ten beste gaf op een daarvoor gereed gemaakte kiosk. Maandag den tweeden kermisdag was als voorheen even slap bezocht. Wanorde kwam niet voor. Ook de doelschieting was druk bezocht, naar verluidt bedroeg het den eersten ker misdag 104 schutters, een cijfer hier nog nooit bereikt. KRUISPOLDER. Zondag brandde door onbekende oorzaak de stal af bij den herbergier en landbouwer E. van Damme. De inhoud bestaande uit hooi en wat alm werd een prooi der vlammen. Door de danige droogte

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1911 | | pagina 2