m m IN wöiii. Een nederlaag- zuimen, maar beneden den Moerdijk jaagt men de parochianen weg met wil of toelaten van den bis schop van Breda om onwettige redenen, op de wijze zooals Chris tus had voorspeld aan Zijne Aposte len Men zal U uit de Synagogen verbannen. En dan durft men nog de weggejaagden verwijten, dat zij weg blijven, en het zijn meerendeels zij, die gewoon waren niet eenmaal doch vele malen ter H. Tafel te naderen. Zelandia moet maar eens overden ken de fabel van de Wolf en het Lam van La Fontaine. Zij beweert, dat hier in het gods dienstige een Belgische geest heerscht, en deze is minder levendig dan bo ven den Moerdijk, en zij bedoelt, ook dan in het Brabantsche deel van het bisdom Breda. Maarde Belgische geestelijken van het aangrenzende bis dom van Gent spreken dat die Hol- landsche geestelijken (waarmede zij bedoelen die van het bisdom Breda) zoo hoovaardig zijn, en zoo spreken ookde hier gevestigde Fransche paters. Indien Zelandia nog e e n i g e liefde heeft voor den katholieken gods dienst dien zij als „katholiek blad" zegt te verdedigen, laat zij dan hare liefde toonen door de geestelijkheid van Breda te overtuigen, dat zij de voorschriften van den Paus van Rome in acht neme. En tot deze voorschrif ten behoorennederigheid, zich niet inlaten met wereldsche dingen, geen vleesch en bloed ter wille zijn, de waarheid bewijzen door een leven vol gens de leer en haar taak en niet door tweedracht, haat en broodroof zaaien. Dit tweedracht, haat en broodroof zaaien is het specifieke van de gees telijkheid van Breda met medeweten van den bisschop, omdat deze gees telijkheid niets begrijpt van den geest des Christendoms. Zij staat geheel in het beoordeelen van den geest des Christendoms op het stand punt van het Oude Testament. Zelandia en hare richting begrijpen dit nietwij willen haar in het be grijpen den weg wijzen In het Oude Testament is God de Heer, de Koning, de Meester, die zijne dienaren beloont en straft, in het Nieuwe Tes tament is hij de Vader, die voor Zijne kinderen een hemelsch erfdeel heeft bereid. In het Oude Testament moet het Uilverkoren Volk het kwaad laten uit vrees, voor God, Zijn Heer, in het Nieuwe Testament moet de christen het goede doen u i t liefde tot God, z ij n Vader. (Onze Vader, enz.) Dit niet begrijpen door de geeste lijkheid van Breda wijst op de va 1- sche opvoeding in de semina ries van Breda, waarover we reeds hebben gesproken. En tot dit niet be grijpen werkt mede het niet w i 1- 1 e n begrijpen door het gemis aan het oprecht verlangen naar onderricht, dat het beginsel der wijsheid is (Wijsheid 6: 17). In dit niet willen be grijpen ligt de taktiek van doodzwijgen te kwader trouw. 0 Een boer in Schoondijke, natuur lijk goed, braaf en christelijk katho liek, heelt verklaard dat hij in staat zou zijn van Dalsurn op te hangen Deze boer is geabonneerd op Zelandia en op de Zeeuwsche Koe rier, leest de Volkswil niet en heeft van Dalsum nooit gezien noch ge sproken en is afkomstig uit Zuid- dorpe. Wat te denken van zoo'n boer, maar wat te denken van die bladen Zelandia en Z. Koerier, door wel ker inhoud zoo'n pummel (is dit woord te bard voor zulk een boer?) in zijn domheid wordt opgehitst O Wat wij aan zagen komen is ge schied. De Kath. partij in Leiden heeft met de raadsverkiezingen een nederlaag geleden, die zij voorloopig niet te boven zal komen. Haar candidaat, de notaris mr. Ker- stens, die ongeveer twintig jaren deel uitmaakte van de Leidsche Vroed schap, waarvan de laatste acht jaar als wethouder, is gevallen tegenover een z g.n. vrijzinnig-democraat. Een ge voelige nederlaag dus. Eenerzijds door haar bondgenooten in den steek ge laten, tengevolge der felle anti-paap- sche propaganda der vrijzinnigen, deze weder „gesteund" door de sociaal democraten. Anderzijds bracht haar veel tot dien nederlaag toe de in den Iaatsten tijd bekoelde populariteit der kiezers, ten opzichte van haar uitver koren candidaat. Het lust ons niet, zeggen wij hier alles en nog wat in details te bespre ken, wat er al zoo toe geleid heeft dat de katholieke partij deze nederlaag heeft moeten lijden. Slechts met enkele feiten willen wij hier volstaan. Deze zijn, ten eerstehet schermen met des heeren Kerstens katholiciteit door de „Leidsche Courant" ten tweedehet niet-populair zijn van g. n. candidaat ten derde de weigering van tien tallen anti-rev. om als bondgenooten Kerstens te steunen. Over het laatste punt willen wij nog iets zeggen Verscheiden katholieke bladen heb ben hun oordeel uitgesproken over deze verkiezing. „Voorhoede" en „Leidsche Courant" hebben het noodig geacht de verkiezing-propaganda der vrijzinnigen aan critiek te onder werpen. „De Voorhoede" tracht uit deze po litieke munt te slaan, maar 't orgaan van mr. Aalberse vergeet echter, dat deze zelf te Deventer de vrijz.-dem de „toekomsthand" heeft toegereikt. Of, zoo vragen wijZat er soms te De venter tijdens de Kamerverkiezing in 1909 „politiek achter? Dit schijnt ons zoo toe. Ook tot de „Leidsche Courant" nog een enkel woord De redacteur de vroegere opstel ler van de „N. Zeeuw. Ct." speelt, door te schermen met het woord katholiek aardig in de kaart der vrijzinnigen, zulks doen ging misschien voorheen wel goed in Zeeuwsch- Vlaanderen, doch gelijk men daar met den naam katholiek te gebruiken geen resultaten heeft bereikt en dat was een Roomsche omgeving, krijgt men die ook evenmin in een stad, waar een gemengde bevolking woont. Want dit is een feit, als er niet zoo geschermd was met het „katholiek- zijn" van mr. Kerstens, er van opwek ken tot geloofshaat door de vrijzinni gen geen sprake had geweest. Der halve heeft „de Leidsche Courant" geen reden tot klagen, daar zij het er immers naar gemaakt heeftVerder is het in de redactie van g.n. blad te laaken, dat zij haar lezers onkundig heeft ge laten over het tastbare feit, dat haar candidaat door de anti-rev. is ver geten. De lezers van dat blad hebben er toch recht op goed ingelicht te wor den, en dit laat nog al eens te wen- schen over, zoo ook nu, men moge ons toevoegende bondgenooten zijn door de vrijzinnigen opgeruid, wij antwoorden dat komt door de onhan dige tactiek van het schrijven der „Leidsche Courant". Hoe het zij, in ieder geval de katho lieke „Leidsche Courant" heeft wellicht o p z e 11 e 1 ij k verzuimd, tegen de anti-rev. een artikel te schrijven die wel hun partijgenoot Vergouwen ver kozen en in den raad brachten, maar niet „conditia, sine quanon" handel den, en Kerstens links lieten liggen. Was haar dat soms verboden? Binnen korten tijd krijgen wij door 't aftreden van dr. Meuleman (kath.) in district drie wederom verkiezing, wat interessant belooft te worden, daar naar wij vernemen, de christen-demo craten ook met een candidaat uit zul len komen. Zoo de situatie thans is, ziet de toekomst voor de katholieke partij er alles behalve bemoedigend uit. Zou de „Leidsche Courant" er geen ver andering in kunnen brengen! Afwachten maar. Leiden. J. A. WIJTENBURG. Het Vrije "Woord voor Abonnés. o— Mijnheer de Redacteur Mag ik U eenige plaatsruimte onder het Vrije Woerd verzoeken, bij voor baat mijn dank. Aan dhr PICAVET, Slager te Kloosterzande. Weledele Heer Daar ik in den loop der gepasseerde week voor de tweede maal met eenige tijdruimte tusschen vernomen heb dat U niet als uw meening maar als een feit aan al wie het hooren wil in het openbaar en in herbergen verkon digt dat onze voorlaatste afreke ning niet in orde is. Voorwaar een rare manier van kennisgeven. Het verwondert mij, dat U bij onze I a a t- s t e afrekening daar niet op gewezen hebt. Of is het U later maar te binnen geschoten Waarom dan niet geko men of geschreven U weet mij toch te wonen. Het zou mij dan eerder bekend geweest zijn. Ook is mij na onze laatste afrekening gebleken dat zeker postjen volgens landsge bruik niet in orde is. Maar ik dacht dat zullen wij de volgende maal be spreken. U schijnt het echter liever achter mijn rug te doen, wat ik niet edel vind, en ook van U niet ver wachtte aangezien wij samen in stilte menig edele daad verricht hebben. Ik stel U bij deze voorals dhr Redac teur de goedheid wilt hebben voor het geval U geen abonné zijt U toch het gebruik van het Vrije Woord te ver- leenen om de zaak in de Volkswil te bespreken met onderteekend schrijven. Het komt mij voor, dat U onze vroe ger gedane zaken liever in het open baar behandelt dan binnenkamers. Mij om het even. Moest U om de een of andere reden bezwaar hebben de zaak in de Volkswil te behandelen dan ben ik niet ongenegen op een door U in dit blad te bepalen Zaterdag- of Zon dagmiddag in een door U aan te wijzen Café te Rapenburg de zaak in het openbaar te bespreken. Ik kom U dan zoover tegemoet, het moet niet al van eenen kant komen. Achtend, Stoppeldijke Veer 30 Juli 1911. G. VAN CAMPEN. —o Hulst, Aug. 1911. Mijnheer de Redacteur Ik geloof wel dat er al velen nieuws gierig waren verleden Zaterdag om te kijken of Jan Content niets schreef over den uitslag der verkiezing en hetgeen zooal gebeurd is, maar ge begrijpt wel, mijnheer de Redacteur, dat de feest er nog te veel in zat, en daarom vraag ik U n u beleefd eenige plaatsiuimte in o n s blad af te staan voor het volgende 1. Wat de verkiezing betreft voor leden van den Raad hier in Hulst, daar is Jan Content buitengewoon over tevreden. Wij toch hebben voor de vier aanvullingszetels vier mannen in den raëd gekozen welke onze zijde zijn toegedaan. Onze tegenpartij loopt nu met de dood in haar schoenen. Ook scheelde het toch maar een haartje of wij hadden er nog een zittend lid uitgeknikkerd. Nou, ik moet eerlijk bekennen, wanneer i k met 1 stem metje meerderheid herkozen was (naar ik hoor was feitelijk onze candidaat gekozen met de stemmen van onwaar de), dat ik feestelijk zou bedanken, en liever met mijn kop tegen het stadhuis zou loopen, dan daar binnen nog zit ting te nemen, want dat heer begrijpt toch wel dat het grootste gedeelte van het volk tegen hem is. 2. Verleden Zaterdag had „De Vriendenkring" een feestje, aangeboden door een gekozen gemeenteraadslid. Op dat feestje is het echt gezellig geweest naar ik hoor. Voordrachten geen gebrek. Wat het voornaamste is Geen braspartij, of geen dronken- manspraat werd er verkocht, en vóór dat het uur van politie was, was elk al naar huis gegaan. Ik ge'oof niet dat het er bij de g r o o t e w i e k o o i zoo netjes zou gaan, daar kunnen die deftige heertjes eens een voorbeeld aan nemen. Toch konden sommige d e f t i g e vrouwspersonen niet verdragen dat er zoo vroolijk en or delijk een overwinning gevierd werd. Daar had je nou Mie Blusch en haar zuster Zwarte Trees en niet te ver geten Mietje Wasbroek die er wel een uit De Vriendenkring zou willen in pikken, maar ocherm, ze schiet er o\ er, want er komt zelfs geen hond met een hoed op op af, die deden maar hun best om de boel in de war te sturen, zelfs zouden ze een steen naar binnen willen werpen hebben. Dat zijn er dan van dat deftige volkje. Nou, ik moet zeggen, de vuilkar kan hier nog onschatbare diensten bewijzen. 3. Nu dat „De Vriendenkring" zoo goed gewerkt heeft en'zoo in ledental vooruitgaat, schijnen ze zeker van de tegenpartij jaloersch te zijn en zien ze met een benauwd hart in de toekomst. Wat toch is het geval Als mosterd na den maaltijd wilden ze nu een vereeniging oprichten voor gemeente belangen, of liever een gemeenteraads- kiesvereeniging, en hadden ze daarvoor Maandag een vergadering bij Brand, natuurlijk onder leiding van den be kwamen voorzitter van het kiescomitè. Ik moet zeggen dat dat heerschapje er op gesteld is om beroemd te w r- den (hij wilde ook zoo graag lid van den raad worden.) Maar o jé, hij zal wel niet veel hooger gevlogen zijn, want naar ik hoor is er maar ander half man en een paardekop op die vergadering geweest, want was het anders geweest, dan zou Zelandia er als de kippen bij geweest zijn om er melding van te maken. Ik kan dan ook geen beieren raad aan dat heer schapje geven dan een zakje muntjes te koopen en met de vrouw op te snoepen en wat pie pie te spelen, dat is beter als zich overal op den voorgrond te willen stellen, want om zoo iets te doen moet men er ook verstand naar hebben Nu ga ik maar uitscheiden, want inijn stuk zou te veel plaatsruimte in beslag nemen. U mijnheer de Redacteur dank ik voor de verleende plaatsruimte en blijf ik uw trouwe vriend JAN CONTENT. o Mijnheer de Redacteur Onderstaande regels vond ik in een Engelsch tijdschrift. Ik vertaal ze hier en bied ze ter plaatsing aan, omdat ze zoo goed op uw vijanden passen. De regels zijn van „Spurgeon." Wat de menschen doen als een nevemnensch in het ongeluk geraakt is. 1. Zoodra de Voorzienigheid iemand met slagen treft, halen allen die het zien hun zweepen te voor schijn. 2. Als de hond aan het verdrinken is gooien al zijn vrienden hem nog emmers water op het lijf. 3. De boom viel en nu haalt ieder zijn bijl om de takken te stroopen. 4. Het huis staat in brand en de buren warmen er zich aan, in plaats van te helpen blusschen. 5. Gaat het den man slecht, dan behandelen daarom zijn vrienden hem slecht. 6. Hij struikelde op den weg en zij overrijden hem. 7. Waar het aas is daar vergaderen de gieren. 8. Ieder geeft nog een trap aan hem wien de fortuin den rug toekeert. Waarschijnlijk hebben uwe vijanden deze regels ook eens gelezen, reden waarom alles tracht u te vernietigen. Maar de Voorzienigheid treff u nog niet met zijn slagen, de hond verdrinkt nog niet of de boom is nog niet ge vallen. Moge hij nog lange jaren tot heil van Zeeuwsch-Vlaanderen tegen alle booze onweer bestand zijn. Het onweer is maar van blik en even als blik geen echt "metaal is even min is blikken onweer in staat den sterken eik (van Dalsum) te ontwortelen of te breken. Ik zal den eik wat voedsel geven1 gulden voor boeten om te laten zien dat van Dalsum ook aan de andere zijde van den Oceaan vrienden heefien fO,25 omdat Willem het zelf niet missen kon. Met vriendelijke groeten B. DE GRAEF. Bij die spreuken van Spurgeon past de fabel van den Stervenden Leeuw van La Fontaine. Toen de Leeuw krachtig was waren alle dieren voor hem bevreesd. Maar als hij door ouder dom en ziekte is verzwakt komen beurtelings alle dieren, om hem een trap te geven. Ook komt .de Ezel, en de trap van den Ezel doet den Leeuw het meeste pijn opdat deze trap gelijk staat met tweemaal sterven. Red. Volkswil. - o Mijnheer de Redacteur Erw en plukken en nog wat Als de oogst rijp is, moet hij gemaaid worden en als de erwten groot genoeg zijn, moeten zij afge plukt worden. Dit moet gebeuren in korten tijd en daarvoor zijn vele handen noodig, klein en groot Ook is er voor den werkman een som metje aan te verdienen. Dat alles is goed en bevordert de welvaart. Doch dat daarbij gebruikt worden kinderen van 7, 8, 9 jaar, dat is een schande. Vooral, als men er bij vertelt, dat die kinderen des nachts om 2 uur uit hun bed ge haald werden om één tot twee uren ver hun arbeid te gaan vei richten Dat strijdt tegen alle menschehjkheid. De ouders zijn gewoonlijk zeer arm en pakken alles aan om maar te verdienenhun ontbreekt het ze delijk besef, anders deden zij bet niet en zij worden door winstbejag verleid. De ondernemers en werkgevers moesten daar beter op toezien en zeker geen kinders beneden 10 jaar laten meehelpen, het mag ook niet. De dieren worden beschermd, dat is goed. Een hond moet volgens het nieuwe reglement aan allerlei eischen voldoen om te mogen trekken. Oude, gebrekkige of kreupele paarden raag men niet vervoeren, of men beloopt straf, De geit is tegenwoordig bijna een heilig dier, doch kin deren van 7 tot 10 jaar mogen mid den in den nacht uren ver zwaar werk gaan verrichten en iedereen vindt het goed Laten wij hopen, dat zulks in een volgend jaar niet meer gebeuren zal; die kleinen kun nen toch wel gemist worden E en kindervriend. o— Hulst, 31 Juli 1911. Mijnheer de Redacteur. Vergun mij s. v. p eenige plaats ruimte in uw veel gelezen blad Bij voorbaat dank Toen ik verleden Zaterdag des avonds door de stad wandelde was ik getuige van een zonderling voor val Ik kwam op de markt en zag dat in het café (de Roode Leeuw) werd feestgevierd, 't Ging er vroolijk toe en daar de deuren opensionden kon ik in de schaduw der kastanje- boomen mij amuseeren met het gade slaan der feestvierende gasten. Onder het gebruiken van een lekker glaasje bier werd nu tn dan een vroolijk lied aangeheven en keerde men op tijd fatsoenlijk huiswaarts Maar ongestoord was dat genoegen niet. Voor genoemd café had een aantal (deftige?) meisjes postgevat die dan feestvierenden onthaalde op de gemeenste scheldwoorden, ja zij zouden zelfs met steenen willen gooien hebben Naar ik later ver nam kwamen er van die fijne kwe zel ijes en lievevrouw meisjes onder voor Ook een bijzonder soort van ordelievendheid Ziet wanneer er ergens feestgevierd werd, zag ik wel eens een drom van straatjongens voor de deur staan joelen, maar deftige ordelievende meisjes die schel den en met steenen willen gooien, neen dat heb ik nog nergens gezien M d R. dank als boven Uw dw. dienaar, A f k ij k e r. o Mijnheer de Redacteur Mag ik U beleefd eenige regels plaatsruimte in uw geëerd blad ver zoeken Bij voorbaat mijn har tel ij ken dank Naar mij van vertrouwde zijde medegedeeld is, is er bier iemand bij onzen burgemeester geweest om te verzoeken om tusschen de nieuwe brug en Passluis eene kermis te krijgen in plaats van de vroegere Ducarmontsehe. Bij deze gelegenheid heeft onze geachte burgervader zich eens gelucht op de volgende wijze Kunt ge geen inlichtingen krijgen van Jan Koels Kan die U de per missie niet geven, die is hier nog al met den toestand van Sas van Gent op de hoogte. Waarop geantwoord werd door den broeder-brouwerIk weet niet waar Roels zich hier nog mee bemoeit, die hoort tegenwoordig op Selzaete thuis, maar daar zal hij zich niet weren. De verzoeker bracht aan de heeren terecht onder het oog, dat de urgemeester hier te beslis sen had. Het slot was Kom Zon dag na de kiezing eens terug. Den Zondag was het natuurlijkHet kan niet zijn. Er komen geen bui- tenkermissen meer bij. I e kiezers hadden gestemd Hoe denken de lezers hierover? Als iemand voor het een of het ander zich tot het hoofd der gemeente wendt, wordt hij naar mij verwezen. Vindtr iedereen deze manier om zich te .vreken niet aardig? Arme bur gervader De verkiezingen met ha ren aanhang schijnen wel zwaaiyop uwe maag te liggen, dat het niet wil zakken. J. F ROELS. Sas van Gent, 4 Aug 1911. o—

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1911 | | pagina 2